KERSTVERTELLING
::ooo
WINTER
DOOR LIEN EGMOND PLUIM
,,Dag Aloeder! de vacantie is begonnen, fijn,
hé?" zei Hein Bakker, toen hij om vier uur uit
school kwam.
„Dag Hein, en hoe is het met je rapport?
Flink je best gedaan in de vierde klas? Laat mij
het eens bekijken. Goed zoo, dat gaat al aardig
in de nieuwe klas. Aardrijkskunde 7 en geschie
denis 7 zie ik er ook al bij staan. Wat wordt mijn
Hein toch al knap!" en ze streek hem teeder door
de donkere krullen.
„Vader zal er straks als hij thuiskomt ook wél
tevreden mee zijn, denk ik."
„Heerlijk, nu mag ik morgen uit logeeren, hé
Moeder? Heeft u Grootvaders brief nog bewaard?
Staat er in hoe laat ik kan komen en heeft U ge
lezen of Johan gevraagd is?"
,,Ik zal dien brief nog eens nalezen," zei Moe
der.
„Neen Hein, er staat niets over Johan in, maar
wel geeft Opa den trein aan. Je moet om kwart
over éénen hier vandaan."
„Zult U niets vergeten in te pakken, Moeder?
Denkt ILvooral om het kalender-schildje, dat ik
voor Grootvader uitgezaagd heb? Wat zal Opa
op kijken als ik dat op Kerstmorgen stilletjes aan
den wand hang. En wilt U mijn schaatsen er ook
bij doen? Het mocht eens harder gaan vriezen en
dan kan ik lekker op de vaarten rijden."
Dit laatste verzoek kon Moeder niet zonder be
zorgdheid inwilligen.
„Je moet maar erg voorzichtig zijn, Hein. Be
loof je me dat?"
„O ja, Moeder, natuurlijk. Weest U maar niets
ongerust, hoor, ik ben nu al zoo groot."
Daar kwam Vader aan. „Zoo, Heintje vacantic.
hé iongen. En. laat je rapport een pretje toe?"
Dadelijk kwamen de cijfers te voorschijn.
„In orde," zei Vader. „Gedrag, vlijt en vorde
ringen, het is alles wel goed. Heb je wat lust om
uit te gaan?'
„En of! Vadertje!" En Hein's oogen schitterden
al van de voorpret. „Van mij krijg je 'n extraatje
voor een snoepje op de reis jasjeblieft, daar kun
je twee lekkere bananen voor koopen."
::ooo
10