coco: :oöög: :,xx:o gaf twee karpers, de gezusters Fröhlich zonden cho coladeharten; Grillparzer zorgde voor vruchten en de anders zoo brommige Mayrhofer had zelfs het gietlood niet vergeten. Vroolijk ontvingen de jonge schilder en Franz Schubert de gasten. De bevallige gezusters Fröh lich verdwenen dadelijk in de keuken, om de doch ters van mevrouw von Schwind te helpen, bij het klaarmaken van het souper. De vrienden van de schilder rolden met vereende krachten het spinet in de tuinzaal, waarvoor Franz Schubert dadelijk plaats nam, om een feestouverture ten gehoore te brengen. Even later ging de deur open en de feestelijk-ge- dekte tafel werd zichtbaar, die door de vriendinnen keurig versierd was. Mevrouw von Schwind noo- digde de vrienden, plaats te nemen. De gasten groe peerden zich om de tafel, terwijl de jongelui, die zich tot elkaar aangetrokken voelden, er voor zorg den, naast elkaar te komen. Zoo zat de mooie Kathi Fröhlich naast Franz Grillparzer, terwijl de zangeres, Therèse Grob, in Schuberts nabijheid trachtte te komen. Plagerijen volgden over en weer, toen plotseling de glazen deur, die naar den tuin leidde, met een ruk werd opengetrokken en een gast, met verwil derde haren en loshangende overjas, op den drem pel verscheen. „Wat is hier te doen?Is Grillparzer er ook? Ik zoek hem en men zei mij, dat hij naar het „Mond- scheinhaus" was gegaan.." „Hier ben ik, beste Beethoven!" riep Grillparzer hem luide toe. De componist was toen al tamelijk hardhoorend. „Ik wou je maar even vertellen, dat ik een an dere finale voor je opera „Melusine" bedacht heb. TEEKENING VAN J. PLANTING Maar laat ik jullie niet storen: ik ga al." „Dat zult u ons toch niet aandoen, mijnheer Beet hoven?" lachte Moritz von Schwind. „Het is Kerst avond. Dien moet u, of u wilt of niet, met ons vie ren." „Och ja, dat is waar ook. Het is Kerstavond; dat heb ik totaal vergeten. Nu, goed dan." Beethoven nam plaats naast Mevrouw von Schwind. Zijn slordig uiterlijk was in scherpe tegen stelling met de overige, keurig gekleede gasten, maar op zijn voorhoofd, door donkere verwarde haren omgeven, troonde het genie. Eerst hadden zijn donkere oogen een sombere Uitdrukking; maar, langzamerhand, toen hij zooveel vroolijke, bekende OOOO! CöOö 5

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 17