VROUWENRUBRIEK ONS KINDERHOEKJE. Voor Partijtjes in den Kerst- en Nieuwjaarstijd. NUTTIGE WENKEN VOOR DE HUISVROUW. Weest Uzelf. WEGELING's NIEUWSBLAD VAN 17 DEC 1926. No. 1209 No. 1210 Partijtjes zijn in de Kerstvacantie aan de orde van den dag. En het spreekt natuurlijk van zelf, dat de jeugd die partijtjes het leukst vindt, waar zij gecostumeerd moeten verschijnen. Er is niets zoo opwindend als dat en een invitatie voor een gecostumeerd avondje en een kinderbal bij kennissen of familie veroorzaakt weken te voren reeds pret en hilariteit. Dus de meeste kinderen weten de ouders zoover te brengen, dat er ofwel thuis een gecostumeerd kinderbal gegeven wordt, ofwel dat zij naar vriendinnetjes mogen, waar zoo'n feestavond plaats vindt. Als nu de garderobe van uw dochtertje geen maskeradepakje bevat, is het nu de tijd, er eea voor haar te maken, daar er anders te veel dingen moeten gebeuren, die noodwendig vóór Kerstmis gedaan moeten worden en de tijd u zou ontbreken. Er zijn tegenwoordig allerhande leuke ideeën om keus uit te maken, als men plan heeft een aardig costuum voor zoo'n kinderbal te maken, en het is gemakkelijk genoeg een pakje te vinden, dat speciaal voor uw doch tertje geschikt is. Twee aardige costuumpjes zijn hierbij bv. afgebeeld. In de teeken'ng no. 1210 is afgebeeld een buitenge woon aardig herderinnepakje. Het nauwsluitend lijfje en de wijduitstaande panniers zijn beiden vervaardigd van rose gebloemd taffetas, terwijl het korte rokje gemaakt is van wit satijn, doorstikt, om het gewatteerd te doen lijken. Effen witte zijde is gebruikt voor het leuke kleine hoedje. Dit is gegarneerd met een rose bandeau en er loopt een rose lint om den bol met een grooten strik. Knippatronen van dit aardige costuumpje zijn aan onze bureaux verkrijgbaar voor kinderen van 411 jaar. Bij bestelling gelieve men op te geven no. 1210 en den leeftijd van het meisje, waarvoor het dienen moet. Kosten 55 ct. Rood en oranje zijn de kleuren, die den grooten rol spelen in het lieve tamboer-pakje, afgebeeld onder no. 1209. Oranje satijn of satinet gebruikt men zoowel voor het costuumpje, als voor de slobkousen, terwijl de gar neering bestaat uit helder rooden oplegsels, alsmede dito knoopjes die de slobkousen versieren en de nauw sluitende mouwtjes. Dezelfde combinatie dient voor den hoed met den hoogen bol, die versierd is met kruiselings over elkander ge naaide roode linten. Dit costuumpje is geschikt voor meisjes van 613 jaar. Bij bestelling gelieve men den ieeftijd op te geven, alsmede het no. 1209 Knippatronen zijn verkrijgbaar aan onze bureaux a 55 cent per patroon. Verf, emaille of porselein, dat vuil geworden is, kan men gemakkelijk schoonmaken met parafine, vermengd met een weinig zeeppoeder. Zware hoofdpijn kan men soms verdrijven door het voorhoofd te betten met water, zoo heet, als men maar verdragen kan. Om te voorkomen, dat een gaatje in een zijden kous gaat „ladderen", neemt men een stuk vochtige zeep, waarmede men den omtrek van het gaatje goed inwrijft. Zwart laken, dat teekenen van slijtage gaat vertoonen, kan men tot bijna zijn oorspronkelijke frischheid terug brengen op de volgende wijzeMen neemt een zachten borstel, die men een beetje vochtig maakt in water, waarin klimopbladeren zijn gekookt, totdat zij week zijn. Hiervoor kan men het hest een oude pan gebruiken, daar het aftreksel vlekken veroorzaakt en men moet er niet met de handen inkomen, als deze gesprongen zijn of schrammen hebben. Nadat het laken op deze wijze is geborsteld, wrijft men na met een drogen donkeren doek en hangt het laken daarna buiten om te drogen. „Wees jezelf" is tegenwoordig een uitdrukking, die iedereen „in den mond bestorven ligt". Zij wordt in de meest uiteenloopende gevallen gebruikt. Er zit dan ook een groote mate van verstand in. Weinig menschen hebben iets op u aan te merken, als ge motieven voor het een of ander hebt, die eerlijk en oprecht zijn. Slechts dan komen de aanmerkingen, als men met motieven schermt, die niet oorspronkelijk zijn. Iets waar de menschen in het geheel niet van gediend zijn is, dat men den indruk bij hen verwekt, dat gij in staat zijt hen om den tuin te leiden, als ge wilt. Zoo lang uwe beweegredenen echt en eerlijk zijn, weten zij hoe zij er tegenover staan, maar als zij de overtuiging heb ben, dat ge probeert boven hen uit te blinken door woorden of daden of motieven van een ander te „leenen" dan zijt ge terstond in onmin met uwe medemenschen Dan zeggen zij tot uwees toch jezelf Wij kunnen natuurlijk al onze emoties en gevoelens niet altijd even zuiver en duidelijk onder woorden bren gen. De gewone ingetogenheid stelt eischen van zelf bedwang, maar de gevoelens, die wij uiten, moeten ook werkelijk „onze" gevoelens zijn en niet die, welke wij denken eigenlijk te moeten hebben. Heel wat menschen hebben medelijden met zichzelven, niet, omdat zij het zoo slecht hebben, doch omdat er anderen zijn, die meenen, dat zij het zoo slecht moesten hebben. Het is erg gemakkelijk voor een staatsman, of advocaat of acteur te denken, dat hij hard werkt, als de menschen zeggen.dat hij hard werkt. Zou hij eens oprecht en eerlijk bij zichzelf te rade gaan, dan zou hij spoedig tot de ondekking komen, dat hij heelemaai geen bizon der harde werker is. Zelf-medelijden ontspringt aan een soort geleende zelf-kennis. Oliver Wendell Holmes zeide, dat wij verschillende jannen tegelijk zijn de man, die jan is, de man, die jan denkt, dat hij is en de man, dien anderen denken, dat jan is. Als ieder onzer het werkelijke onderscheid kon zien, dat tusschen den man, dien wij zijn en den man, dien anderen denkeit, dat wij zijn, dan zou de omgang tusschen de menschen onderling heel wat vergemakke lijkt werden. WEGELING's NIEUWSBLAD 17 DEC. 1926. BOP EN MOP IN DROOMLAND. „Kom Mops," riep Bob, „laten wij een eindje gaan wandelen." Het een vreeselijk warme dag en de kinderen zaten al spoedig onder een boom een beetje uit te rusten. „Zeg Mops", zei Bob plotseling, „wat hoor jk daar voor een vreemd geluid „Het lijkt wel van een groote bij te komen", antwoordde Mop, „maar ik zie er niet éénBob liep eens om den boom heen. „O, kom eens kijken" lachte hij, want daar zag hij een raar klein man netje, die met een grooten gekleurden zakdoek over zijn hoofd luid zat te snorken. Achter hem, in den stam van den boom, was een deur, waarop het woord „Lift" stond. (Wordt vervolgd ALLERLEI. Afkoeling. BezoekerPiet, ik ga met je zuster trouwen, maar ik ben ze niet waard, hé Pietja, dat zei m'n zus ook al tegen mijn moeder, maar die zeibeter dan niets. Te veel van het goede. Zij, ontroerdeen innerlijke stem zegt mij dat Hij verschriktWat, een innerlijke stem heb je ook nog. Hij wist zich te redden. Op zekeren dag was de opperbewaar- der van een kabinet van zeldzaamheden afwezig. De onder-opziener moest nu in zijn "plaats aan de bezoekers de verklaring van sommige voorwerpen geven. Hij had er niet veel verstand van, doch wilde dit niet weten en deed alle mo gelijke moeite om zoo geleerd mogelijk te schijnen. Een der bezoekers naderde een glazen kast, waarin twee doods hoofden stonden, één groot en een klein. Hij vroeg„Van wien is de grootste schedel „Van Hannibal", antwoordde de onderopziener .deftig. „En de kleinste vroeg de vreemdeling weer. „Die is ook van Hannibal, toen hij nog een kleine jongen was" verklaarde de snuggere man. Droge boel. Een sareastische Engelschman moppert met z'n pijp in den mond Amerika moet zich wel verbazen, waarom wij toch zoo veel sprekers, conferenciers, redenaars en voordracht gevers naar de Vereenigde Staten sturen. Het land is waarlijk lijk al droog genoeg. Al te luchtig. Een afgedankt minister, die 't leelijk had laten l*ggen» haalde eens, als op zijn persoon toepasselijk, den vers regel van Horatius aan „Ik hul mij in mijne deugd". Toen hij kort daarna kou vatte en naar bed moest zei iemand „Dat komt er van als je zoo luchtig gekleed gaat". VARIA. De automobiel techniek is geweldig ver gevorderd en natuurlijk doen de fabrikanten van carosserieën hun uiterste best om bij de chassis, welke aan de hoogste eischen van den kooper voldoen, een koetswerk te bouwen, dat gelijken tred kan houden met den vooruitgang van het motorische ge deelte van den wagen. Het laatste snufje op dit gebied kómt uit Frankrijk, waar men de carrosserie der wagens met bloemen gaat beschilderen. Voorwaar een uitstekend idee. Het zal den voetganger, die er door overreden wordt den dood vergemakkelijken en de laatste gedachte, die hij van dit treurige ondermaansche medeneemt, zal er een zijn van Lentegeuren en bloemenpracht. Voor groote fabrieken, waar het rumoer het geluid van een gewone telefoonbej on hoorbaar maakt, heeft men, in plaats daar van een auto-claxon laten aanbrengen. Men zegt, dat men na eenige dagen rustig op het toestel toegaat en den haak afneemt, n plaats van doodelijk verschnkt-en lichaam- kronkelend opzij te springen. We lezen in een dagblad het bericht, dat er, ergens in een stad, een groote brand uitbrak. Dat is niets bijzonders, bran den zijn er iederen dag en overal. Maar deze brand brak onder zeldzame omstan digheden uit en wel op deze wipe: In die stad, die we niet zullen noemen, waren werklieden bezig een straat op te breken. Alle mannen werkten hard en onverpoosd verder, want het was een werkje van ge meentewege. Over den ijver dier mannen behoeven wij dus niet in twijfel te ver- keeren. Nu lag bovenbedoelde straat in de onmiddellijke nabijheid van tfe gemeente lijke gasfabriek. Zware gasdanipen hingen rond het groote zwarte-berookte gebouw eft bezwangerden de lucht met hun giftigen adem. Opeens een vlam, een kn.d, de ge- heele gasfabriek in vlammen. Wat was er gebeurd Een der werklieden had met zóo een heftigen zwaai xijn houweel gezwaaid en in zijn overmatigen ijver zóó hard op een steen geslagen, dat de vonken er af spatten, met het zooeven vermelde treurige gevolg. We behoeven niet le zeggen, dat het hier geen vaderlandsche gasfabriek, noch vaderlandsche gemeente-arbeiders betreft. Een troepje van zes „afzetters" ?n den letterlijken zin, deden ecnïgen lijd geleden met geladen revolvers een invnl in een chique restaurant te New York. Alle gasten moesten hun geheele hebben cn houden afgeven maar niet alleen de gasten waren de slachtoffers. Ook de kelhtcrs moesten hun zakken omkeeren. Mc-, fluistert, dat zij niet de minste slachtoffers waren. Er schijnt tegenwoordig veel minder gevoel van saamhoorigbeid te bestaan onder af zetters, als dat vroeger het geval placht te zijn 1

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 10