IVegeling s 71 ieuws6lad
Bijblad van
SNUFFELGRAAG EN KNAGELIJNTJE
WEGELING's NIEUWSBLAD VAN 3 DEC. 1926.
DAMRUBRIEK.
Proleem No. 137.
Auteur: G. J. A. VAN DAM, Apeldoorn.
Zwart 9 schijven op: 8. 9, 11, 12, 13, 15, 17, 20, 26
en dam op 16.
Wit 9 schijven op23, 24, 27, 30, 32, 34, 37, 38, 45.
Wit speelt en wint.
Oplossingen in te zenden vóór 14 December a.s.
Oplossing probleem No. 135.
Zwart: 7/10, 12, 14, 16/20 en 40.
Wit: 21, 26/29, 31, 32, 38, 39, 42, 43, 46 en 49.
Wit Zwart
49—44 40X49
- 38—32 49X47
46—41 47X36
27—22 36X23
22X22 16X18
28X10 en wint.
Op 29 November j.l. had de 5e competitiewedstrijd
plaats enwel te Vlissingen tusschen het eerste tiental
der Vlissingsche Damclub en het eerste tiental der
Middelburgsche Damclub. De uitslag is alsvolgt:
Bord 1, C. M. v- Poelje 02 Stroobandbord 2,
L. Goedbloed W. Boogaard bord 3, |ac. Boogaard 20
Roelans bord 4, I. de Melj 02 W. Reijnierse bord 5,
Carpentier 02 w. Sinkebord 6, P Meijers 20
i. Oldeman bord 7,). janse 11 H. P. Staalbord 8
O. Spuij )r.C. A. de Beste; bord 9. )óh. ten Poorter
20 W. van Loenhoutbord 10, j. v. d. Driest 20
B. F. Montanari.
Daar er nog 2 partijen abatroir beslist moeten
worden is de juiste uitslag nog niet op te geven.
De room.
Lieve zei de pas getrouwde man tot zijn jonge
vrouw heb je den melkboer nu al gezegd, dat er
nooit wat room op de melk is
Zeker, man maar hij heeft het me uitgelegd en
ik geloof dat we heel tevreden kunnen wezen met zoo'n
melkboer.
Wat heeft hij dan gezegd
Hij zei, dat het heel begrijpelijk was, want dat hij
de kan altijd zóó vol deed met de melk, dat er abso
luut geen plaats meer over was voor de room.
Dat was genoeg.
Veldwachter: Zeg eens, jongeman, je kan hier
maar zoo niet gaan zitten visschen zonder acte.
Visscher: Zonder acte? Waarom niet. Ik heb wormen
deeg en kouws aardappel bij me, dat is toch meer
dan zat?
HUMOR
Nogal Logisch!
Meester: „Gerard, dit opstel over „Onze Hond" is
woord voor woord hetzelfde, als dat van je broer 1"
Gerard: „|a maar, meester, het is toch ook precies
dezelfde hond
Lief klein vrouwtje (druk met papier en potlood in
de weer.)
„Zeg, inannie, als je me nu zes en twintig gulden,
acht dubbeltjes en zeven en een halve cent geeft, dan
kan ik in drie tellen mijn kasboekje kloppend maken I"
Sarcastisch.
De man m den grooten auto (tot den ander, die zijn
uiterste best doet om niet voorbijgereden te worden).
„Heb je zoo'n haast, man Keer toch liever om met
dat ding! Misschien kom je nog net op tijd thuis, dan
kan je vrouw er de kinderen in wasschen!"
„Nuriep de vertoornde moeder,
met huilen?"
„Neeje," antwoordde de aanvallige dochter,
maar even uitl"
ben je nou klaar
„Ik rust
32e JAARGANG
VRUDAG 3 DECEMBER 1926
No. 48
(Alies betreffende deze rubriek te zenden aan L. Gold-
bloed )r. Koudenhoek 26, Vlissingen.
l 2 3 4 5
De Problemist.
Voor Jong en Oud
221 Jij bent zelf vies", zei ik tegen
„Kom maar op, als je durft" Maar de
Knabbelgraag greep plotseling mijn pet
gooide die bij melkboer Orauwbuis in den
keL Toen holde hij hard weg.
222^Ik liep dadelijk den winkel in, om mijn pet te
k halen. Maar daar werd ik meteen door melkboer
Orauwbuis bij allebei mijn ooren gepakt Jk
zal je wel krijgen, bengel," zei hij. „Om zoo
te bede
mijn kostelijke boter
derven.
223 Ja, daar zag ik, dat mijn pet precies li een
vaatje boter was terecht gekomen. En 1 eras
pas een nieuwe pet, die ik van vader voor mijn
verjaardag gekregen had. Wat zou moeder boos
zijn, als ik met het smerige ding thuis kwam.
224 We vertelden baas Orauwbuis, wat er gebeurd
was. Die zei, dat hij naar de politie zou gaam
om de schade, die Kwebbelgraag gemaakt had,
vergoed te krijgen. Mijn pet nam hij mee. Die
v zou hij zeit wel thuisbrengen, zei hij.