We ge ling s nieuwsblad
Bijblad van
SNUFFELGRAAG EN KNAGELIJNTJE
Hij had een goed hart.
32e JAARGANG
VRIJDAG 12 NOVEMBER 1926
No. 46
WEGELING's NIEUWSBLAD VAN 12 NOV. 192b.
DAMRUBRIEK.
Alles betref fende deze rubriek te zenden aan L. Goedbloed Jr
Koudenhoek 26, Vlissingen.)
Probleem No. 134.
Auteur J. C LE BLEU Breskens
1 2 3 4 5
Zwart 7 schijven op4, 7, 10, 12, 17, 18, 21 en dam op 9.
Wit 10 schijven op: 15, 16, 20, 25, 27, 30, 32, 34, 37, 41.
Wit speelt en wint. Oplossing in te zenden vóór 22 November
Correspondentie: De uitslag der problemen-wedstrijd
zal volgende week bekend gemaakt worden.
Wederom zijn de competitie-wedstrijden der Zeeuwschen Dam-
bond begonnen. Op Woensdag 3 November had de eerste ontmoeting
plaats en wel het eerste tiental der Middelburgsche Damclub en het 1 e
tiental der Goesche Damclub welke gehouden werd in de Melksalon
de Landbouw te Middelburg. De uitslag is alsvolgt
Middelburg
J. Strooband
1—1
W. Boogaard
2-0
J. Roelans
1—1
W. Reijnierse
1—1
W. Sinke
1—1
H. Oldeman
1—1
H. P. Staal
0—2
C. A. de Beste
0—2
B. Montanari
0—2
G. Wessels
2—0
9—11
Deze wedstrijd werd
abartroir
Goes
A. Corstanje
Jac. v. Zweeden
K. L. Kramer
A. v. Kalmthout
L Snoodijk
B. Torbijn
Houte
Meulen-Bosma
Slabbekoorn
B. Machielsen
J. van 1
J. v. d.
P. Slabb
wedstrijd door Goes gewonnen met 119.
Op Maandag 8 November had een ontmoeting plaats tusschen
het tweede tiental der Vlissingsche Damclub en het tweede tiental
der Middelburgsche Damclub, welke gehouden werd in de „Oude
Vriendschap De uitslag was alsvolgt:
Vlissingen
2—0
0—2
2—0
1—1
J. v. d. Driest
J. de Nooijer
P. F. Streefkerk
A. K. Bok
P. C. v. d. Plassche
C. Mos
W. F. Diermanse
K. Koopal
J. Boshamer
W. v. d. Voorde
0—2
0—2
0—2
2—0
0—2
7—11
Middelburg
G. Wessels
A. van Wijck
Tevel
Alewijnse
j. Boogaard
<2. Coppoolse
J. Petiet
A. van Boven
W. Annot
J. Leijnse
Deze partij moet nog abatroir beslist worden. Daar deze
partij toch geen afbreuk meer doet op de beslissing is deze wedstrijd
door Middelburg gewonnen met vermoedelijk 12—8.
De Problemist
ALLERLEI.
Collega's.
Landlooper tot motorrijderGegroet, collega
MotorrijderWat collegaWat heb ik met jou te
maken
Landlooper Nou, jij maakt den weg toch ook onveilig.
Twee Schotten besloten na een meeting „geheelont
houder" te worden. Voor geval van ziekte schaften
zij zich echter een flesch whisky aan. Na drie dagen
kon Mac. het niet langer uithouden en zei
„Vriend ik ben ziek
„Net te laatwas het antwoord. „Ik ben gisteren
ziek geweest" I
Cynicus(terwijl hij het portret van zijn vrouw be
schouwt) „Wat doet u bij uw verf als u zoo'n portret
schildert
Artist: „Olie"
CynicusODacht ik wel. Dat is te zoet. Probeer
het eens met een beetje azijn. De gelaatsuitdrukking
van mijn vrouw is anders."
Philosophisch automobilistDat is tenminste een troost
dat de wagen, zoolang als hij stilstaat, geen benzine
verbru.kt.
Dame: (tot dienstbode, die zich aanbiedt) „Ik geloof
niet, dat je -e- voldoende ervaring hebt"
Sollicitante„O, mevrouw aan mijn ervaring beboeft
u niet te twijfelen. !k heb honderden diensten gehad."
Moeder: Wimpie, wie heeft de koekjes uit het trom
meltje genomen
Wimpie: lk moeder, ik heb ze aan een armen kleinen
jongen gegeven, die zoon honger had.
Moeder]e hebt een goed hart, jongen. Wie was
dat ventje?
Wimpie: Ikke moeder.
Voor Jong en Oud
211 De domme Neuswijs, die voor mij liep, treuzelde
zoo lang, dat ik vlak achter hem kwam. Toen
we weer gingen zweven, raakten onze touwen
verward en we kwamen met onze neuzen tegen
elkaar te hangen. Wat lachten de andere muizen
den dommen Neuswijs uit
212 Die domme muis spartelde om los te komen en
daarbij liet hij zijn touw los. Met een smak viel
hij naar beneden, gelukkig op de dikke mat
Meneer Ribbemoos was erg kwaad en zette
Neuswijs in een hoek. Zoo kwam boontje om
zijn loontje.
213 Toen mochten we bokje springen. Nee, dat kan
ik erg best Toen de bok zoo hoog stond, dat
haast niemand er over durfde, waren alleen
Springintveld en ik nog aan. En wij kwamen er
allebei met glans overheen.
214 Voor de volgende beurt zei Springintveld zacht
tegen me„lk kan het toch veel beter dan jij".
„Nu, antwoordde ik, dat zullen we eerst eens
zien. Pas maar op, dat je dadelijk niet op je neus
valt, grootsprekeri'. „Dat ben je zelf", zei Spring
intveld boos.