VROUWENRUBRIEK
r
Kantversiering voor ondergoed.
i n i
NUTTIGE WENKEN
VOOR DE HUISVROUW.
Koperen ketels schoonmaken.
De rails loopen door.
MAUW EN KNOR OP REIS.
A L LE R L E I.
Het ver jaarspresent.
„Zijn schuld."
Alles naar dtn aard.
Een twijfelachtig geval.
Onder „lieve" vriendinnen.
WEGEUNG's NIEUWSBLAD VAN 29 OCT. 1926.
1166 1167
De nieuwe mode, om kant te gebruiken als versiering
voor ondergoed, doet zijn invloed reeds gelden op het
ondergoed voor kinderen en de laatste modellen in de
winkels toonen een teruggang naar de druk bewerkte
versieringen van eenige jaren geleden. Natuurlijk zal
het ondergoed onzer kinderen niet zoo versierd zijn als
ons eigen, maar het is niet waarschijnlijk, dat zij ons
alle versieringen en kanten zullen laten houden, terwijl
zij tevreden moeten zijn met een gekleurd bandje en
een recht steekje. Zij zullen zeer zeker een stevig stand
punt in deze aangelegenheid innemen en opdat er geen
„onaangenaamheden" zullen ontstaan, hebben de mach
ten der mode ook voor kinderen een aardige versiering
van het ondergoed ingevoerd. De modelletjes zijn ook
een beetje veranderd. Door de nieuwe wijdere rokken,
moet het ondergoed ook een beetje wijder zijn en pan
talonnetjes en onderrokjes zijn tamelijk ruim, hoewel
de lijfjes nauwsluitend blijven. Het eerste van onze
beide afbeeldingen No. 1166, vertoont het zeer aantrek
kelijke van een combination, welke bestemd is voor
winterdracht en gemaakt is van zeer fijn wit flanel. Het
lange lijfje zit strak, maar de pijpen van de pantalon
zijn zeer ruim en afgezet met kant evenals de hals en
de armsgaten. Knippatronen kunnen besteld worden aan
onze bureaux onder opgave van Na 1166. Men gelieve
den leeftijd aan te geven, de combination is geschikt
voor meisjes van 1115 jaar. Kosten 55 cents.
Effen wit batist is de stof, waarvan het aardige nacht
japonnetje gemaakt is, dat is afgebeeld onder No. 1167.
Het gaat vanaf de schouders recht naar beneden is aan
den hals afgewerkt met kleine opnaaiseltjes. De V-vor-
mige halsuitsnijding is versierd met valenciennes kant
evenals de ingezette mouwtjes. Knippatronen kunnen
besteld worden aan onze bureaux onder opgave van
No. 1167. Leeftijd van 10—16 jaar. Kosten 55 cents.
Een dienblad van lichtgekleurd eikenhout, dat door
het gebruik veel geleden heeft en gevlekt is, kan men
soms aog aardig ophalen door het eerst goed af te
wasschen, daarna flink inwrijven met warm bier, tot alle
wlekken verdwenen zijn en het dan flink in de boenwas
te zetten. In de meeste gevallen is na deze bewerking
het blad weer keurig opgeknapt.
Om een koperen ketel, die door aanraking met het
vuur zwart geworden is prachtig schoon en blank te
krijgen, moet men den ketel eerst goed afwasschen
met zeep, warm water en soda. Wanneer men hem
met dit sopje goed afgeborsteld heeft, maakt men een
papje van messenslijp-poeder en watparafine, waarmede
men den ketel flink schuurt. Twee of drie herhalingen
van deze bewerking kunnen wel eens noodig zijn, doch
het eindresultaat zal zijneen mooie blanke ketel.
Ik stond dezer dagen ergens buiten op een heuvel en
zag de spoorbaan, als een zilveren lint, voortloopen
steeds voort, tot zij zich in de verte verloor. De zon
scheen helder. Heel in de verte, mijlen van de plaats
waar ik stond kon ik een trein zien, die zich over de
glinsterende spoorstaven voortbewoog, Dienzelfde avond
stond ik weer op dezelfde heuvel en ik kon de spoor
baan slechts tot geringen afstand volgen verderweg
werd zij opgeslokt door de schaduwen en de duisternis.
Maar ik wist, dat de baan verder ging.
Er zijn in het leven oogenblikken, dat men duidelijk
ziet, hoever men komt met rechtschapenheid. Maar er
zijn ook vele donkere momenten, wanneer twijfel en
ontrouw overal om ons neerstrijken. Werkelijk, de uren
van helder zien zijn weinige. Ér komen tijden, dat wij
dag aan dag niets anders kunnen deen, dan ons de
herinnering aan de openbaringen dier oogenblikken te
binnen brengen en verder worstelen door den mist en
de duisternis, terwijl wij meer vertrouwen op onzen
tastzin, dan op ons gezichtsvermogen.
Wij kunnen niet op den top van den heuvel blijven
staan. Het overgroote gedeelte van onzen weg leidt door
de vallei. De zakenman aan zijn bureau moet het oog
gericht houden op zijn grootere plannen, ook al zou hij
geneigd zijn zich door bijkomstigheden van de wijs te
laten brengen. De zeeman moet verder varen al kan hij
zijn koers niet richten naar de sterren. Al kan hij ze
niet zien, toch weet hij, dat ze er zijn. Zelfs in de liefde
komen wij allen te zelden op den heuvel en den meesten
tijd moeten wij met de tanden op elkaar doorworstelen
met als eenige gezellin de hoop, in het geloof, dat wij
eens gezien hebben, binnen korten tijd wederom voor
oifeen blik zal verrijzen. Al zijn de bewijzen voor de
macht van het kwaad nog zoo talrijk, toch moet ieder
mensch blijven gelooven in die eeuwige en veel groo
tere en sterkere macht van het goede. Hoe dik en
ondoordringbaar ook de duisternis op het oogenblik
moge zijn blijft gelooven aan het licht, dat daar ach
ter ergens brandt De rails loopen door.
De kleinzielige, die niet voort wil gaan of hij moet
iederen stap van den weg vóór hem tot het einde toe
kunnen overzien, zal niet veel vooruitkomen. Want voor
verreweg het grootste gedeelte van den tijd moeten wij
voortstappen in de duisternis.
De man, die eerlijk is, alleen omdat hij gelooft aan
de waarheid van het spreekwoord, dat eerlijkheid het
langst duurt, houdt er slechts een zeer armzalige eer
lijkheidsidee op na; want slechts die eerlijkheid duurt
het langst, welke eerlijk is, zoowel in het licht, als in
de duisternisslechts hij verdient den naam van eerlijk
man, die het pad der eerlijkheid wil volgen, zelfs al
schijnt het regelrecht naar den afgrond te leiden.
Geen onzer kan meesttijds meer zien, dan een *.eer
klein gedeelte van den weg. Gelukkig zijn wij, wanneer
wij, zoo nu en dan eens op een hoogte komen, vanwaar
wij hec beeld van de groote verte voor onze oogen zien
ontrollen. En als, daarna, de duisternis zich uitspreidt
en de afstand, dien wij kunnen overzien wordt kleiner
en kleiner, dan kunnen wij tot ons zeiven zeggen„De
rails loopen door."
WEGEUNG's NIEUWSBLAD VAN 29 OCT. 1926
Toen M.iuw en Knor hoorden, dat zij met den veldwac ter mee
moesten sprong Mauw snel in een boom en Knor rende uit ahe
macht weg. De veldwachter volgde hem en toen Mauw weer uit den
boom naar beneden kwam, was Knor nergens meer te zien. Mauw
begon te huilen en riep: „Oh, arme Knorretje, waar ben je? Wat
moet ik nu alleen beginnen.
Toen Mauw geen antwoord 1 reeg ging hij aan den kant zitten en
begon nog veel harder te hu;len. Maar opeens klonk een stem achter
hem „Wat is er Mauwtje aarom zit je zoo te huilen En toen
Mauw opkeek zag hij zoowa het uitjesmannetje weer
(Wordt vervolgd.)
„En hoe vind mijn schattebout het cadeautje, dat ik zelf met mijn
eigen handen voor hem gemaakt heb?" kirde het lieve jonge ding
tot het voorwerp van hare jonge genegenheid.
„Het was allerliefst", antwoordde de jonge man.
„Maar ik zou één ding erg graag willen weten, vrouwtje".
„En wat is dat dan, engel
„Ik zou zoo graag willen weten waarvoor je cadeau moet dienen",
antwoordde hij tactloos. Mijn zuster zeide, dat het een kussen was
Moeder dacht dat het een tabakzak verbeeldde, maar ik gebruik het
voor inktlap".
Sedert dien tijd is er een afkoeling in hun vurige genegenheid ge
komen, welke door geen enkele uitlegging uit de wereld kan worden
geholpen.
Het kleine meisje (snikkend): „Keesje heeft mijn pop gebroken".
Moeder„Hoe heeft hij dat gedaan
Het meisje„Ik sloeg hem er mee om zijn hoofd".
Pas getrouwd vrouwtje (tot den slager)„Welk soort*vleesch zou
u nu denken dat het beste staat bij een schattig lief eetservies, met
blauwe bloempjes en een goud randje?"
GastKelner, zijn deze broodjes versch
Eerlijke kelnerIk weet 't niet, meneer, ik ben hier pas twee weken.
MiesjeWat kan een jongen toch stomme dingen doen, als hij
verliefd is, hè
LiesjeO, Mies, ik wed dat George aanzoek bij je heeft gedaan l
Lang niet iedereen houdt er hetzelfde
oordeel op na, wat die foofessport betreft.
De een vindt het een ruwe, onaangename
en weinig verheffende bezigfeievd, om elkan
der gezicht en lichaam bont en blauw te
hameren een ander daarentegen, liefhebber
van die sport, beweert* datter niets mooiers
bestaat, dan het aanschouwen van een
goede boksmatch. De laatste redeneert, dat
beide tegenstanders er cfisar tijd voor ge
nomen hebben, hun Hcfeaam door training
tot zoo'n staat van fcracM ei» gezondheid
te brengen, dat een paar onderbuidsche
bloeduitstortinkjes hun gierr kwaad zullen
doen Hoe het zij wamneer men de ver
slagen leest van de hokawitdstrijd, welke
tusschen Gene Tunney eau Jack Denipsey
heeft plaats gehad, moet men toch con-
stateeren, dat, al is heü aanmal der tegen
standers van de bokssportt gtoot, het ge
tal voorstanders evenmin gering te schat
ten is, als men eens rekcrE dat de toe
schouwers meer dan5(300.000 guldtn aan
entrees hebben betaald Bikt is wel eens
aardig te zien, wat eta: Amerikaansch
journalist van grooteo naam voor opmer
kingen ten beste geeft over de beide kam
pioenen, zoowel als ov*r den promotor
van het gevecht, den heer Tex Rickard.
Uit die opmerkingen bfijkü, dat hij het met
de wijze van doen van Eaaxsfcgenoemde nu
ook niet ten eene malen eens is „De toe
standen in de bokssport", hij," zullen
nooit verbeterd worden zno la-rrg Tex Rickard
voortgaat de autoriteter op het gebied
van die sport te ringetooren, aan de poli
tieke touwtjes te trefctei om zijn eigen
zak te spekken en te publiek voor den
gek houdt. Rickard begon zijn loopbaan als
bar-keeper" (een soorti kroegbaas) cn be
zitter van een speelhw* Kjj heeft het klaar
gespeeld de koning eter promotors te wor
den door alle mogelgke geoorloofde en on
geoorloofde „handgrepen?".. Het gevecht,
dat hij tusschen Dcrosay en Tunney or
ganiseerde, leverde den- wtrfkzer Dempsey
700.000 dollar op, dera winnaar Tunney
900.000 dollar en Tex Ridis-u-d kreeg voor
zijn ondernemingsgeest! de- kleinigheid van
een dik half millioen do»Lir_ Wie betaalde
alles? jan Publiek!: Rhdfraurd, die leerde
„gouddelven" in de onde dtagen van Alaska,
heeft geen enkele aaavafl de beurs van
het publiek nagelaten. Verscheidene d i-
zend dollar vei diende &ijj extra aan den
verkoop van het reek* varr uitzenden per
radio nog heel wat diifeaden meer zal
hij verdienen aan ét bioscoop-mcnschcn,
die het alleenvertoottiegsreaht van den wed
strijd hebben gekocht Hu teven van dui
zenden en duizenden hncftft hij in gevaar
door aan een petnafiram benzine-Mij.
het recht tc gevea (hsLtjï« lijk tegen behoor
lijke betaling) om mJ! een vliegmachine
zoo laag mogelijk bmtm het overvulde
stadicn te vliegen. Ea bij zag bovendien
nog kans om er nog awrigp duizenden bij
in de v/acht te slepen, dbur het recht van
bedrukken van de achterzijde der plaats-
kaarten te verkoopen aai* Je een of andere
(Zie vervolg op At «eigende pagina