2e 13lad. Wegeling's Hieumsblad
Kloosterbalsem
van Vrl|dag 8 October 1926
No. 40
rJJJJlLl
Stramheid
rheumatiek
spierpijn
Amerika is toch maar het land der onbegrensde moge
lijkheden, als men tenminste maar alles gelooven wil,
wat men daar belieft te vertellen. Nu hebben ze zelfs het
eeuwig leven uitgevonden 1 En de dood waartegen tal
van menschen opzien, die zooveel angst en schrik verwekt
de „Koning der Verschrikking" heeft uitgediend. Er is
daar n.l. zegt de „Tel." een „Instituut voor Levensverlenging
De leider daarvan Dr. Eugène Fisk, heeft een propaganda
geschrift gepubliceerd, waarin hij zijn doel uiteenzet, het
is kort en goed „Weg met den dood I" Deze dokter
gaat uit van de gedachte, dat de dood een abnormaal
verschijnsel in de natuur is althans wat den mensch
betreft. Deze moest eigenlijk eeuwig kunnen leven. Die
gedachte op zichzelf is zoo dwaas niet. Godsdienstige
menschen hebben het al eeuwen terug gezegd, dat de
dood iets abnormaals is en niet bij den mensch behoort
en op het Israëlitische Kerkhof te Vlissingen staat naar
waarheid te lezen„De levenden zijn bestemd om te
sterven, maar de dooden om te leven." Iets nieuws leert
deze Amerikaan dus niet. Maar wel zal hij het eerste be
twisten De levenden zijn niet bestemd om te sterven.
Dal kunt ge besluiten, zoo zal hij zeggen, als men menschen
lichaamsbouw maar goed bestudeert. De dood hoeft niet
te komen, alleen ongevallen roepen hem, als daar zijn
verwonding, verplettering, verbranding, verdrinking. Maar
Wordt vervolgd*
als deze dingen nu eens niet plaats grijpen, wel dan moet
er slechts opruiming gehouden worden onder het „tuig"
van gifstoffen in het organisme, want daardoor ontstaan
ziekten en ouderdomszwakheden. En onder leiding van
het Amerikaansche Instituut zal het nu niet moeilijk meer
zijn, deze gifstoffen te verwijderen. En dan is het uit
met den dood. De mensch sterft immers, omdat men hem
van jongsaf heeft ingestampt Jde overtuiging, dat hij sterven
moet. Ons leven houdt slechts op tengevolge van ata
vistische autosuggestie. Men hoeft de zaak alleen maar
omtekeeren, n.l. den menschen de overtuiging in te pom
pen, dat zij eeuwen kunnen voortleven om de onsterfe
lijkheid tot een blijvend verschijnsel te maken.
Tot zoover Dr. Fisk. Eureka. Het levenselixer is ge
vonden. Maar het zal wel zoo gaan, dat onze Bazuin-
lezers en zij niet alleen nog niet zoo grif de bewe
ringen van dezen dokter gelooven en wij moeten maar
eens in de Amerikaansche hurgelijke standen goed zien,
of diens naam nimmer zal voorkomen onder de rubriek
overleden I De groote vraag is, of dit instituut aan de
menschheid een onschatbare verdienste zou hebben, als
het werkelijk eens zoo ware, dat de dood in deze wereld
werd uitgebannen. Er zijn heel veel ouden van dagen,
die dat eeuwige leven hier op deze wereld niet zouden
begeeren, want om werkelijk te kunnen leven is er nog
iets anders noodig, dan de verdrijving van den dood. De
verdwijnen ver
rassend snel Indien
gij U laat wrijven
met den „Koning
der Balsems", de
ware uitkomst
voor oude lieden,
de beroemde
AKKER'a
dokter moet nu ook nog uitvinden, dat er geen kwaad
meer zal zijn. Want kwaad en eeuwig leven gaat niet
best samen. Ieder kwaad dat de mensch hier op het
ondermaansche ontmoet, is een stukje teleurstelling bij
de gedachte, dat men eeuwig in die omgeving, in die
atmosfeer zou moeten doorbrengen. En insteê van vreugde
over het verdwijnen van den dood, zou hij droefheid
brengen met die levensverlenging.
De godsdienstige mensch gelooft ook in de vernietiging
van den dood, maar hij gelooft, dat de dood eerst zijn
werk moet doen en hij gelooft, dat het eeuwige leven
komt, juist dóór den dood heen en dat er dan geen
kwaad meer zal zijn en dut ook geen reden meer om
het eeuwig leven te schuwen. Wij zullen goed doen, de
onbegrensde mogelijkheden maar te stellen in een andere
wereld, dan deze is en hier nog maar te leven met de
gedachte, dat het leven hier eindig Is en het zoo
goed mogelijk gebruiken en als wij dan op andere gronden
gelooven in een eeuwig leven het tegenwoordige be
schouwen als voorbereiding daartoe. En inmiddels gaat
de dood hier voort, zijn werk te doen.
Zoo is in Vlissingen verleden week een algemeen geacht
ingezetene heengegaan. Op 63 jarigen leeftijd overleed al
hier de heer J. Siegers, lid van het kassierskantoor der
firma P. J. Siegers Zoon. Hij was een man, die bleef
op eigen terrein, aangeboden candidaturen voor het lid
maatschap der gemeente werden steeds door hem gewei
gerd. Hij was op en top zaken-man en in de financieele
wereld had zijn naam een goeden klank. Onder zijne leiding
breidde zich het kantoor bijzonder uit en ieder, die den
heer Siegers als patroon heeft leeren kennen, zal de ge
dachte aan hem blijvend meedragen, als aan een vriende
lijk, welwillend, minzaam man, wiens karaktereigenschap
pen het mogelijk maakten, met opgewektheid in zijn dienst
te werken. Zaterdag werd het stoffelijk overschot ter aarde
besteld. Qroot was de belangstelling. Een drietal sprekers
voerden het woord, nl. de heeren J. P. Vermaas, ais com
missaris der Nutsspaarbank, de heer A. P. Dekker, pro
curatiehouder dar firma Siegers Zoon en Ds. A. da Voogd.
Door een lid der familie werd dank gebracht voor het
gesprokene.
Ta St.-Laurens kwam de dood door den bliksem, die
Dinsdagmorgen een paard en een veulen in de weide
neersloeg. Den vorigen avond sloeg de bliksem in de
woning van een slager te Biggekerke, drong in de slaap
kamer, waar de familie ter ruste was gegaan, maar ver
oorzaakte hier gelukkig geen persoonlijke ongelukken. Dat
de dood door menschenhanden moet teweeggebracht wor
den, komt ook voor en kan een weldaad zijn, als het
tenminste den dieren geldt. Een hond, die over den muur
van den boulevard was gesprongen en daar lag met ge
broken pooten en inwendig gekneusd, werd door de politie
doodgeschoten en het beest was uit zijn lijden verlost.
Dat menschen elkaar den dood aandoen, om redenen
van nationaliteit of godsdienst, behoort helaas nog niet
tot het grijs verleden. Blijkens ingezonden stuk in de „VL
Crt." hoopt Zaterdag 9 October in de Engelsche Kerk
te Vlissingen des middags 3 uur Dr. Berron op te treden,
een voortreffelijk spreker, iemand die jaarlijks in Syrië
vertoeft en de toestanden aldaar leert kennen, en die hulp
organiseert om te werken voor het ongelukkige volk der
Armeniërs. Niemand is onbekend, hoe deze menschen door
Turken en Koerden werden onderdrukt.
Hoe in de jaren 1895-96 honderdduizend Armeniërs
als slachtoffer vielen. Hoe ook in de jaren 1915-'16 er
meer dan een millioen Armeniërs zijn gedood. Doodge
schoten verdronken verbrand uitgehongerd.
Omdat zij Christenen waren. De laatste resten van dit
ongelukkige volk zijn over Syrl# verspreid en verkeeren
In onbeschrijfbaren toestand. In Frankrijk en Dultschland
organiseerde men een hulpactie, waarvan de Straatsburger
predikant directeur Is. En met die actie wil men zich in
one land in verbinding stellen. Daarom deze opwekking
tot leder, die voelt voor het menschelijke. Het Vlisslng-
sche comité bestaat uit de predikanten Ten Kate en
Kruijswijk, notaris Paap en de dames mevr. Van Raalte-
Van Maren Bentz van den Berg en mevr. Van Woel-
deren—Luijken.
Een verblijdend verschijnsel is zeker wel, dat de afd.
Vlissingen van den Chr. Metaalbewerkersbond zich met
algemeens stemmen kon vereenigen met de voorstellen
der Directie van de Kon. Maatschappij „de Schelde", in
zake de nieuwe loonregeling, terwijl ook de Hoofdbe
sturen der Alg. Ned. en van den R. K. Bond adviseeren
ermee accoord te gaan, hetgeen in de afdeellngsvergade-
ringen is aanvaard. Het voorstel der Directie hield het
volgende in: In de eerste loonweek van October wordt
aan alle geschoolde werklieden 1 cent gegeven, geoefenden
en ongeschoolden 2 cent. Jongens tot 16 jaar 1 cent,
daarboven tot 20 jaar 2 cent. Ten tweede in de eerste
loonweek in November wordt f 20.per uur verhooging
gegeven, met dien verstande, dat aan alle werklieden
beneden 55 jaar 1 cent wordt gegeven. Ook aan die
boven de 55 jaar wordt deze cent betaald. Daardoor blijft
een zeker bedrag over, hetgeen benut zal worden om de
door de vakbonden gewraakte onbillijkheden wegtenemen.
Daarenboven verklaarden de vakorganisaties mondeling,
dat voor 1 Juli 1927 geen loonacties aan deze onderne
ming zullen worden gevoerd. De zaak der electriciens
zal als die der klinkers worden behandeld. Deze
kwestie is dus van de baan. Men begrijpt, dat door de
verschillende organisaties met vreugde op de resultaten
der besprekingen is teruggezien. Zoo aldus sprak de
districtbestuurder op de afdeelingsvergadering van den
Chr. Metaalbewerkersbond te Souburg, welke afdeeling
haar 10-jarig bestaan in „R.ehoboth" vierde. Spr. zeide
o a. ook sprekend over het onderwerp „Met vernieuwde
kracht voorwaarts" „Wij mogen nu constateeren, dat
er direct voordeel is behaald, als vrucht van de organi
saties" en drong aan, trouw te blijven, er aan gedachtig
dat wij dan sterk zullen staan In den strijd der vakbe
weging het Christelijke recht te doen schitteren op alle
terrein van het leven. Ook de Honds-Voorzitter, de heer
F. Eikerbout hield een rede en sprak over„Na tien
jaren", herinnerend aan de oorlogsellende en het treurige
op het terrein der vakbeweging. Maar nu is het anders
en er is meer saamhoorigheid gekomen onder de Chr.
arbeiders. De afd. Souburg telt 41 leden. Onder zang en
voordracht, afgewisseld door de muziek van „Vlijt en
Volharding" werd het verdere van den avond aangenaam
doorgebracht. Ook de Zangvereeniging „S. D. O." te
Souburg had een aangename avond toen zij hare uitvoering
gaf onder de rustige leiding van haar directeur, dhr.
P. de Ru. Een strijkje, onder leiding van mej. de Hondt
uit Vlissingen werkte mede tot veraangenaming
van het samenzijn. Dr. Ubbink sloot het met dankzegging.
Een andere vergadering werd te Middelburg gehouden
en wel die van de Ver. voor den Chr. en Handeldrijvenden
Middenstand ln Nederland. In de sociëteit „St.-Joris" kwam
men saam om te luisteren naar den heer M. C. van den
Ende, die refereerde over: „De positie van den midden
stander in het maatschappelijk leven". Na de rede ontspon
zich een drukke gedachtenwisseling en men gevoelde onder
het gesprokene door, dat de moeilijkheden, waarin de
middenstand zich bevindt, voor het grootste gedeelte op
eigen rekening komen, doordat men te veel individualis
tisch heeft gewerkt en te weinig oog had voor het ge
meenschappelijk belang Inderdaad, hier Is weer het teere
puntje, dat zeker niet alleen bij de middenstanders om
het hoekje komt gluren. Dat is het gebrek bij heel de
menschheid. Teveel heerscht nog de Kaïnsvraag„Ben ik
mijns broeders hoeder?" Als die vraag dood is, zullen
de toestanden vanzelf verbeteren, dat gaat het niet meer
om het eigen belang, maar om het algemeen belang. Zelf
zucht is steeds de groote sta-in-den-weg, ook op sociaal
terrein. Aan de verdwijning daarvan medewerken zij aller
doel en streven. Misschien mag hier heel goed tusschen
ingevlochten worden het manifest, dat de Amerikaansche
Kerkenbondsraad verspreid heeft, speciaal in de centra
der industrie. In dit manifest wordt gezegd
„Wfl roepen de openbare meening te onzen gunste in
om de problemen, die het fundament zijn van onzen strijd
in de industrie, opnieuw te onderzoeken. Wij roepen de
gemeenteleden op om de gedachten van het evangelie van
Jezus ten opzichte van de economische en industrieele
welvaart zorgvuldig en ernstig te bestudeeren. Wij roepen
de hulp in van de leiders der industrie, opdat een eind
komen moge aan de gedachte, dat de arbeider niet dan
een middel is om producten voort te brengen.
Wij roepen de leden der arbeidersbeweging op om
een beter inzicht te verkrijgen in de motieven van hun
werkgevers. Wij onderschrijven de woorden van den
president der Amerikaansche arbeidersbeweging„we
moeten elkaar vinden in een geestelijk middenpunt en
dan methoden zoeken om vruchtbaar saam te kunnen
werken." Innerdaad dat is 'Sociaal en christelijk. Vlnde
deze stem steeds meer gehoor 1 Wanneer daar Is een
aangename en prettige samenwerking, dan kan het afscheid
nemen van sijn werkkring ook een moment wezen, waarin
wederzijdsche waardeering wordt uitgesproken. Zoo had
aan boord van het stoomschip „Prinses Juliana" op weg
van Engeland naar hier zulks een plechtigheid plaats. De
heer H. Verhagen, hoofdmachinist van dit schip, die
wegens het bereiken van den 60-jarigen leeftijd den dienst
ging verlaten, werd door den commandant, den heer P.
Ree op erkentelijke wijze toegesproken, welke toespraak
aan wal gevolgd werd door het aanbieden van een stoel
en palm. Ook de heer Verhagen dankte den commandant
voor de prettige samenwerking en allen, die aan deze
verrassing hadden meegewerkt.
Iets dergelijks had plaats bij de Kon. Maatschappij „de
Schelde", waar de heer C. J. van der Eijk den dag her
dacht, waarop hij voor 25 jaren in dienst der maatschappij
trad. Ook hem werd door chefs en collega's een stoel
aangeboden, terwijl de chef van de teekenkamer II, de
heer W. P. Edelman een toespraak hield. En de heer J.
F. Listing herdacht het feit, dat hij 50 jaar werkzaam
was bij het houtzagersbedrijf der vennootschap Alberts
Verzachtend, zuiverend en genezend bij
wonden, huiduitslag en winterhanden.
Overal verkrijgbaar in porceleinen potten van 20 Gr. A
f0.60. van 50 Gr. d fl.—van 100 Gr. éi f 1.75