VROUWENRUBRIEK ONS KINDERHOEKJE. VARIA. EEN KEURIG MANTELPAK EN EEN SPORTPAKJE. NUTTIGE WENKEN VOOR DE HUISVROUW. Een korreltje zout u Levenswijsheid. ALLERLEI. De dwerg In de rijschool. Onderofficier: Kerel, je hangt voortdurend naar links. }e heele soldij zit zeker in je linkerbroekzak. In het restau ant „De Sport". WEGELING's NIEUWSBLAD VAN 27 AUG. 1926. Figuur no. 1113 is een keurig, mantelpak van wollen ribstof met een lakgordel. In den rok zijn vier diepe plooien, die ook in het manteltje doorloopen. Het ge heel is een keurig gedistingeerd mantelcostume dat z»er vlot staat No. 1114 is een sportpakje van wit lianen met een gemakkelijk, wijd. plooirokje. De bqbehoorende jumper heeft aangeknipte pandjes, welke op de heup worden dichtgeknoopt Beide plaatjes geven practische costuumpjes, die zeer waarschijnlijk wel te pas zullen komen. Knippatronen kunnen aan onze bureaux beateld wor den in de maten 42, 44, 46 en 48 onder opgave van de no's. 1113 en 1114. Kosten per stuk 55 cents. Nu bijna iedere vrouw, ieder jong meisje het haar kort geknipt draagt, is het een veel gemakkelijker en heel wat minder vermoeiend werkje geworden, het haar te wasschen. Een der beste middelen om het haar te ontvetten is het te wasschen in warm water, waarin men een thee lepeltje borax gedaan heeft. Al het vettige verdwijnt, terwijl het haar daarna toch niet die ongewenschte droogte vertoont, die men na het wasschen met andere middelen zoo dikwijls krijgt en die maakt, dat men er niet meer mede kan doen „wat men wil". Borax is nuttig in vele gevallen. Misschien is het slechts weinigen bekend, dat men, om zijn zilver prach tig schoon te krijgen, niets anders te doen heeft, dan een theelepeltje borax in het waschwater te doen. Nooit krijgt men het zilver mooier, dan op deze wijze. Vóórhaar, die fruit koken, hetzij appeltjes of peren, hetzij voor de inmaak, is het nuttig te weten, dat over koken op even eenvoudige als doelmatige wijze voor komen kan worden, door een klein stukje boter toe te voegen Heel wat fornuizen-schoonmaken wordt er door zoo'n klein klontje boter voorkomen 1 Het zelf wasschen van ledeien of chamois hand schoenen heeft dikwijls het onaangename gevolg, dat na het drogen, de handschoenen zoo stijf zijn geworden als een plank en eerst, nadat men ze een keer of drie met moeite heeft aangekregen, herwinnen zij een beetje van hun vroegere soepelheid. Wel is het een goede methode om de handschoenen niet geheel uit te spoelen, wanneer men ze uit het sopje heeft gehaald, zoodat er wat zeep in blijft zitten, doch het euvel geheel voor komen kan dit niet. Een uitstekende wijze om het hard worden te voorkomen is de voigtndeMen doet in het eerste sopje eenige druppels zuivere olie, slaolie b. v. Na het het tweede sopje doet men de handschoenen in een handdoek en wringt ze zoo uit. Daarna hangt men ze buiten om te drogen. Nooit bij het vuur hangen, want dan worden zij per se hard. Gaat men op bovenstaande wijze te werk, dan houdt de olie de handschoenen prachtig zacht en soepel. Als men appelmoes maakt, of een appeltaart, doet men het beste, de appels niet in gelijke stukjes te snij den. Het is veel beter de vruchten in zeer ongelijke stukken te verdeelen, omdat zij dan niet op elkaar plak ken de warme luchtjkan er dan beter bij en zij koken veel eerder en gemakkelijker. HET MUISJE. In het donker ver onder den grond, Weet ik een heel klein huisje, En weet je wie daar wel in woont? Een aardig grijs-bruin muisje. Zijn oogjes zijn kraaltjes zóó klein. Zijn pootjes met kleine handjes Zijn snoetje is spits en zijn mon ic fijn Met een rij hagelwitte tandjes. In alles is hij rap en vlug, Hij wil nooit tijd verliezen. En weet je waar hij het vlugst mede is Met het hazenpad te kiezen. Wat bang is het muisje voor ieder niensch. Gelukkig kan hij gauw loopen En als je de kamer binnen komt Is hij vlug al weggekropen. Maar eens, zat ik 's morgens aan 't jivbijt Mijn boterham te eten. Daar^kwam een muisje om de hoek Dat vroeg hem toch niet te vergeten. Toen gaf ik hem gauw een stukje mee W*t kaas, wat brood en een koekje Dat pakte hij snel en krabbe de blij Als een aapje, rechtop, in een hoekje. En iederen morgen kwam ze terug Dat aardige vlugge muisje. En had ze genoeg dan kroop *.e weer gauw Ver onder den grond in haar huisje. Maar eenige dagen kwam ze niet meer Waar is ze Wandelt ze buiten Zou zij ook uit gaan als het zonnetje se' ijnt En al de vogeltjes fluiten ZijGeloof je niet, dat die hoed mij goed zal staan Hij (die den prijs heeft gezien)Ongetwijfeld. Me vrouw Smith had er gisteren net zoo een en Zij„O ja Nu, dan zal ik het leelijke ding toch maar niet nemen." WEGELING's NIEUWSBLAD VAN 27 AUG. 1926 Hier zien jullie een leuk plaatje van Boer Haas en Dikkie Schildpad, die bezig zijn een stuk land om te ploegen. Boer Haas heeft al een paar maal uitgekeken naar zijn vrouw, want het wordt tijd voor zijn twaalf uurtje, maar zij verschijnt niet. Tenminste, dat denkt Boer Haas; maar zijn vrouw is er allang! Domme Boer Haasziet haar niet, dat is het 'm. Als hij maar goed gekeken had, dan zou hij«haar al een heelen tijd gele den ontdekt hebben. Vrouw Haas heeft zich voor de aardigheid verborgen. Zien jullie haar Zoekt maar eens, om Boer Haas een handje te helpen. Als men tegen iemand, die er naar doet, zou z ggen „Man, je bent nog Middeleewsch in je manier van doen dan voelt hij zich gekwetst en beleedigd „Middeleeuwsch Hoe zou het mogelijk zijn, dat wij, die in den modernen ik zeg modernen tijd leven, nog iets middeleeuwsch over ons zouden gebben Vroeger in den ouden tijd, hielden vrijwel alle vorsten, koningen en keizers er mismaakte dwergen of vreemd misvormde wezens op na en hadden er plezier in, zich met hun wanstaltigheid te vermaken en om hun bewe gingen te lachen. Dacht u, dat het tegenwoordig an ders was, dan toen 0, neen, wij zijn nog even „mid deleeuwsch". In los Angelos, Californië, maakte de doodkistenfabri kant eenigentqd geleden een kist voor Theodore Valen- zuela, een kist van eenigzins ongewone afmetingen want meneer Theodore Valenzuela was bij het circus- bezoekende publiek bekend als Eén-tons-Tom. Hij woog 945 pond. De menschen betaalden om hem te zien. Als hij slechts 45 pond gewogen had, zouden zij ook betaald hebben om hem te zien, en als hij twee hoofden had gehad, ware hij dik of mager geweest, dan zouden zij nog meer betaald hebben. Zijn wij met onze „ontwikke ling" zooveel verder, dan de middeleeuwsche vorst, die er een dwerg op na hield voor zijn genoegen Hij be taalde voor den dwerg en zijn levensonderhoud wij betalen voor de rariteiten in een circus of kermistent. Waar is het verschil? Nergens. Nog steeds zijn er honderden menschen te vinden die de waasheid begaan, zich naar z. g. „waarzegster" te begeven, om te trachten erachter te komen, wat de toekomst voor hen verborgen houdt. Woorden, overre ding, afkeuring, niets helpt. Zij blijven trouw hun goede geld wegsmijten aan de bakerpraatjes van "ziensters" en „handlezeressen". Moge het volgende voorbeeldje hen van hun dwaalwegen doen terugkeeren Dezer dagen belde Iemand bij een „Kristallezeres" aan, om zich de „toekomst te laten voorspellen". „De juffrouw is niet thuis", was de boodschap. „Waar is zij dan?" „0 zij is hiertegenover bij de handlijnkundige, om zich de toe komst te laten voorspellen". De persoon, die aangebeld had, was voor goed genezen. Moge dit ook voor anderen een les zijnl Onder de dingen, die een man reden tot zelfge noegzaamheid geven, komt op de allereerste plaats een slecht geheugen. Wie spoedig zqn eigen tekortkomingen vergeet, doch de kleinigheden, waarin hij niet faalde flink lang ont houdt, zal al heel gauw zoo zeer met zich zelf ingeno- nomen zijn, dat de stap naar verwaandheid slechts zeer klein is. Ze moesten eenige bezoeken afleggen. Om half twee waren ze beiden naar boven gegaan en kwart voor drieën kwam hij naar beneden, netjes aan gekleed, z'n mooiste jas, z'n mooiste hoed, z'n mooiste handschoenen. Hij ging in de voorkamer zitten en nam een krant, die hij tot kwart over drieën las. Toen ging hij naar de trap en riep Vrouwtje, ben je haast klaar? Direct schat een minuut Om vier uur riep hij nog eens. Ik kom, antwoordde ze. Om kwart over vier kwam ze. En hij was een beetje gehaast. Want ze hadden nog verschillende bezoeken te maken. Staat m'n hoed recht, maniaie? vroeg ze. Toen beging hij de fout om zonder kijken „ja" te zeggen. Och je hebt heelemaal niet gekeken. Staat le werkelijk recht |a zeker, faeusch. Alles is in orde. Kom nou mee, schat. Neen, dat kan niet. Als m'n hoed recht staat moet ik nog even-naar boven. Dat soort hoeden moet juist een beetje scheef staan. En fluks liep ze naar boven om de fout te herstellen. Hij viel in een stoel neer. Mijn vrouw is ontzettend vergeetachtig, klaagde lansen. Dat was mijn vrouw vroeger ook, zei Pietersen, maar ik heb er een middeltje op bedacht. Als ze wat moet onthouden, schrijf ik het op een stukje papier en dat steek ik voor den spiegel. Nou vergeet ze nooit meer wat. Denk eens aan, vrouw, plotseling staat er een kerel voor mij, die roept|e geld of je leven I En jij was natuurlijk dom genoeg om hem je geld te geven. Het schrijven voor een krant lijkt mij een ondank baar werkje. Och, dat kan ik niet zeggen, al mijn werk wordt ondfr dankzegging teruggezonden. Een acteur huwde een dwerg. Men bespotte hem Hij antwoordde: Van alle rampen des levens koos ik de kleinste 1 - Nu heb je geen olie, maar benzine door de ha ringsla gedaan. Hindert niet. Schrijf maar op de spijskaart Ha ringsla la tuf-tuf.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 8