KJm zm „LEVENSKANS". i^S X Rri 5PSi c-*n O N s KINÖERHOE c 1 1 H "O i 1 VA -s ;v RIA. Nikkertje en Dikkertje in Sprookjpsland w o .mlu vv o.^.al) aa 16 jv^ll r vTreu.VUENRUB RIËK gereld denkt, aj is rejj «e^tvi, doch 4*^1^1^10 Is: Shakespeafergef bi dEB prMH EEN CHEMISE-ENVELOPPc. Een van de prettigste en gemakkelijkste lingeriën is wel de hierbij afgebeelde chemise-enveloppe, welke be staat uit een combinatie van een zeer degelijke chemi se en een pantalon, welke is ontstaan door een gedeel telijke verlenging van het rugpand der chemise, dat wordt vastgeknoopt aan den zoom van het voorpand, en dus de chemise aan de onderzijde verdeeld in twee pijpjes. De chemise-enveloppe kan gemaakt worden van wasch- zijde, katoen, batist, crepe de chine enz. Het patroon bestaat uit twee stukken en wel, een half rugpand en een half voorpand. Om het kleedingstuk te vervaard:gen, heeft men ongeveer 2 Meter stof nood'g van 1 Meter breedte en 5 Meter smalle kant of bor duursel voor de garneering. Is de stof smaller dan 1 Meter, dan zullen er'* onder aan de zijnaden hoekjes moeten worden aangezet, doch bij 1 Meter breede stof zullen de zijnaden en de schou dernaden de eenigste zijn. Een knippatroon voor dit model kan aan onze bureaux besteld worden onder no. 387B in de maten 42, 44, 46 en 48. Kosten 55 cents. door Cath. M. v. d. HAAR Ik las eens in een brief, dat iemand juist „de kans van haar leven" hacl gehad, en haar n et had aangegrepen. Mijn sympathie ging geheel uit naar de schrijfster, die tevergeefs had geprobeerd de andere aan te sporen tot een zekere mate van enthousiasme voor de haar gebo den gelegenheid, maar toch voelde ik diep in mijn hart medelijden voor degene, die haar „kans" had laten voorbijgaan. Bestaat er in werkelijkheid zoo itts als de kans voor het leven of niet? In ieder geval ken ik geen ncerdrukkender theorie van de enkele groote gelegenheid dan waarbij de halve ^ieké 'St-6omi;Tgj In-de adn- Weike bij den vloed, trad ia ie friet 2^03 „EugS "gelegenhé2en van "de n1en*eh!e ^rrcHr »-heifortuin". Of is de traditie "even je wereld zelf Is een levenskans werkelijk de opening van ae puurten der omstandigheden, waardoor1 de menschen gemakkelijk en onbevreesd hun bestemmipg tegemoet kunntn gaan Er is een troost voor de menschen die, overeenkom stig zij, die hun leven hebben bi waakt, hun gelegenheid hebben gemist. Het is dit. Als er zich zoo'n fatale opening van poor ten voordoet, welke voor altijd voor onze smeekende handen .worden gesloten, dan zullen wij ongetwijfeld het moment van hunne heropening kunnen berekenen. Wanneer ons een paar glimpjes van het gulden ver schiet ons zijn vergund, dan zullen twijfel en aarzeling verdwijnen. Ik geloof, dat als de levenskans eenmaal komt, zij onmiskenbaar zal zijn. En ondei tusschen moeten wij onze handen uitstrekken om elke nieuwe gelegenheid, welke ons iederen dag geboden kan Jworden, aan te grijpen ondanks onze reputatie van onze kansen te missen. Is het geen blijmoediger philosofie te gelooven, dat er langs tfns geheele levenspad kleine poortjes worden geopend naar een nieuw en succesvol doel (Nadruk verboden.) VAN TRUITJE EN TRUILIEF. Mc vrouwtjé, in snoeperig ochtendtoilet, Chic mutsje op 't krullende hoofd Houdt ijverig toezicht op 't dienstbodenwerk Dat heeft ze haar tnannie beloofd, „Zeg, Truitje, vergeet niet het zout voor de visch, „Wel Trui, is de kamer gedaan? "„Maar Truida, zijn nog niet die schoenen gepoetst „De rijst, Trui, die brandt toch, niet aan „Truilief, kom eens kijken, is baby wel goed? „Hoor, Truida, de klok slaat al half elf En 't werk is nog lang niet gedaan, beste Trui, Maar Trui bromt geprikkeld: „Werk zelf!" De me;d geeft natuurlijk mevrouw steeds de schuld. En mevrouw klaagt over de meid. Wie heeft er gelijk Ik beslis niet graag. Mij dunkt: 't is de geest va»' den tijd. Maar een middel er tegen Ik weet er geen. 'k Wil hopen, 't herstelt zich vanzelf. En zoolang geef ik den raad aan iedere vrouw „Als het eenigszins kan, werk dan zelf". De wijnstok draagt drie verschillende vruchten I et genot, de dronkenschap, het berouw. -a cl m WtGELING's NIEUWSBLAD VAN 16 |ULI 1926 ■*- .0 *33» Toen Nikkertje en Dikkertje in Tooverstad waren aangekomen, viel het hen op, dat overal versieringen waren aangebracht en dat de stad zulk een feestelijk aanzien had. Zij vroegen een soldaat, die op wacht stond, wat er aan de hand was en ver namen, dat de Koning van Spnxïkjesland vandaag zou trouwen en dateer een prachtige optocht zou plaats hebben. Dat was net iets voor onze kleine vriendenzij gingen samen op de stoep wachten en, zoowaar, daar kwam in de verte een prach tige stoet aan. Voorop liep de klokkenluider met een bel. Hij riep den inwoners van Tooverstad toe, dat ter eere van het huwelijk des Konings dien avond in het palcis een groot feest gehouden zou worden, waarbij alle menschen tegenwoordig zou den mogen zijn. Dan volgden de Koning en de Koningin gezeten in de hofkoets op een olifant. Op den kop van den olifant zat de heraut van den Koning en in den stoet volgden vele beroem de dames en heeren, waarvan Nikkertje en Dikkertje er reeds verscheidene kenden van vroegere ontmoetingen. Op den muur van het paleis bemerkten onze vriendjes een klein mannetje, Humpfe Dumpie genaamd, die met vlaggen zat te zwaaien. Hij zwaaide echter zoo hard, dat hij plotseling zijn evenwicht ver loor en naar beneden vielDe soldaten van den koning snelden toe om hem te helpen, maar het baatte niet meer, want het mannetje was niet meer heel te maken. (Wordt vervolgd.) De buitengewóón gunstige en vet dienstelijke werking van St. tistïcken voor de s tmeule ing henhen wij reeds in een vroegete „Varia" ge- schijnen echtei zóó u.ii/aglijk veel y Inkc bureaux t. c grond op te rij- z 11, uci i-i 1 i.zakc.ij.\ gt\ concui it utie ei v1'. 1.Mimede in d'rect vtrh.md staande wed ijver uur lech maar" zoo actueel (lees: bizarie) mogelijk te zijn, n.et kan uitblijven /oo wordt het ons tegcnwoord'g eig gemakkelijk gemaakt o,. de volgende wijze Laten wc eens aannemen dat u, of uw zoon, of uw neefje iets in zich voelen „werken" U heb ijpt het wel zoo'n ge voel van „Ik kan dit of dat wel bereiken ik voel roeping \o>r dichter, uitvinder, generaal,ja wat niet al En stelselmatig wordt dat gevoel aangekweekt alles, wat voor zoo'n beroep of roeping noem het zooals u wilt noodig is, wordt geleerd er wordt geschaafd, gevijld, gewerkt, geploeterd en na veel moeite e»i inspanning lijkt het doel u nabij. Wacht even Nu gaan we eens even op de statistieküjst kijken. Moe oud bent u En wat was uw speciale roeping U bent drie-en- dertig? En u voelde iels voor Staatsman, Ge neraal, Onderzoeker? Nu, mijnheer, het spijt me maar de Statistiek wijst uit, dat u daar nog lang niet voor deugt. „De leeftijdsgrenzen van Staatslieden, Generaals, onderzoekers, die iets beteekenen, zijn gelegentusschen de 65 en 75 jaar", zegt de lijst. O, maar u voelde iets in u van den schep pingsdrang van den wil om der wereld iets te schenken van groot nut en nuttige grootheid Ook- mis, mijnheerAlle uitvindingen van betee- kenis, zooals de maai- en bindmachine, de gloeilamp, de naaimachine, de luchtdrukrem zij werden gedaan door menschen tusschen de twee-en-twintig en dertig jaar. U bent dus te jong voor het een, te oud voor het ander. U wilde u specialisecren in den Radio? Te oud, mijnheerNieuwe vindingen doen in het vlieg- wezen Te jong meneer! Wat een vreeselijke toestand Wij wachten met smart en In angst en beven op de volgende lijst van de heeren „Wat u wel hadt kunnen worden" of „wat u be slist hadt moeten zijr". Maar die lijsten ver schenen tot heden niet. Laten zij voortmaken I Hoeveel millioenen menschen loopen thans hun roeping mis Levenswijsheid. Het is veel beter tevreden te zijn, dan rijk; maar er is ook nog een ander voordeel aan verbonden. Als men rijk is of zelfs al is rnen niet rijk dan zijn er nog altijd menschen ge- noeg, die geld van u ter leen willen hebben. En hier is het waar tevredenheid het wint van rijkdomdie kan men met Icenen I En er zijn genoeg van die „teentjebuten" die het anders heel ver in die kunst hebben gebracht. Som mige menschen voelen zich zóo vriendelijk te genover een ander gestemd, dat zelfs de laatste gulden tusschen hen gedeeld zou kunnen wor den. Niet hun gulden, wel tc verstaan maat dien van den ander 1

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 10