VROUWENRUBRIEK aaapj 1=3=8= vOOR DE MOOIE ZOMERDAGEN. ..WENKEN VOOR DE,HUISVROUW" Als je groot bent, besic jongen Doe je wat je hart begeert Maar nu moet je goed begrijpen Dat je werkt en denkt en leert. TRUUS SALOMONS. Nikkertje en Dikkertje in Sprookjesland Echigenooten uit voorraad leverbaar WEGELING's NIEUWSBI AD VA IN ;5 JUNI 19^6. Zelden kunnen wij in ons landje de aanschaffing van een zomermantel veronachtzamen. Het weer is zoo on betrouwbaar, dat men ieder oogenblik de behoefte ge voelt aan een extra kleedingstuk. De nieuwe mouwlooze japonnen hebben een nieuw model wollen mantel in de mode gebracht, welke voor de koele avonden en de regenachtige dagen een heer- t.lke beschutting geeft. Daarbij is hij licht en niet in het minst hinderlijk. Een buitengewoon aardig voorbeeld is het model op ons plaatje en ofschoon de „tailor made" snit om cor recte afwerking v tagt, zullen de meeste vrouwen en meisjes, die een beetje handig zijn met de naald, geen moeilijkheden ondervinden bij het vervaardigen van dit model. Kash*, dun laken, flanel of rib-stof zijn een paar van de aangewezen stoffen voor dezen mantel. Moet het een gekleede mantel worden voor de wandeling, dan raden wij aan shantung of ottoman-zijdp. Het patroon kan aart onze bureaux besteld worden onder no. 436 in de maten 42, 44, 46 en 48. Kosten 55 cents. De beste manier voor het schoonmaken van door damp bevochtigde eiken meubelen is, om ze eerst af te wasschen met heet water, waarin eer. beetje borax is opgelost. Daarna zorgvuldig drogen en het hout opwrij ven met een zacht doekje met lijnolie. Om te voorkomen, dat cake oudbakken wordt, legt men een dikke snede brood in den trommel, waarin ze bewaard wordt en ververscht de ze om de drie dragen. Wanneer men messen schoonmaakt, legt men een klein beetje dubbelkoolzure soda op de slijpplank. De messen zullen daar dooc gemakkelijker worden gepolijst. Als men een zakje blauw even rondroert in het water, waarin de g azen worden afgewasschen, dan zullen ze na afgedroogd te zijn,prachtig glinsteren. Om te voorkomen, dat men een ladder knjgi in e ;n kous, neemt men een stukje zeep, doopt 'net in water, en wrijft er mede over de plaats, waar de zijden draad is gebroken. Om koffie- of theevlekken van wit flanel of a u re wollen stoffen te verwijderen, make men een mengsel van eierdooier en glicerine. Daarmede wrijft m «c vlek in en wascht haar na met warm water. De geur van uien, visch of kool zal spoedig uit uw pannen verdwijnen, wanneer men een beetje azijn toe voegt aan het water, waarin de pannen worden afge wasschen. Wanneer men kleine cakes of krentebroodjes bakt, bestrooit men de vormpjes eerst met meel inplaats dat men ze met boter insmeert. De cakes zullen daardoor niet aan de vormpjes vastplakken. Om vernisvlekken te verwijderen, gebruikt men een zacht doekje, gedrenkt in lijnolie. ALS IK GROOT BEN. Als ik groot ben zei een jongen. Nu dan weet ik wat ik doe Ik houd dadelijk op met leeren Ik maak me vast niet langer moe. Al die sommen, al die thema's Nü, die schaf ik lekker af. En ik maal dan om geen mensch niet Want dan krijg ik toch geen straf. Ik zal zelf ook wel bedenken Wat ik later worden zal. Ik zal wel iets verstandigs kiezen Heusch geloof maar, 'k ben niet mal. Vader wou hem antwoord geven Boos nog wel, om zooveel praats Maar zijn moeder wenkte 't heertje Eens te komen bij haar plaats. ongen, zei ze. Ik geloof wel )at je meent wat je nu zegt Vlaar je moet liet dan ook rtoen hoor Ook a! gaat het daardoor slecht Enkel zeggen, dat kan ieder Want daar is zooveel niet aai! Woorden zijn goedkoop hoor baasje Maar veel duurder zijn je daan. Wil }e doen wat je nu goed vindt Niemand die je raden kan. Maar een zwijger en geen bluffer Is voor mij de rechte man. W uELi. G's Nli.UWöBLAD VA i5 |UN1 iy>ö De beide vriendjes begonnen honger te krijgen en het t eval wilde, dat zij juist een banketbanker tegenkwamen, die op weg was haar de kermis. Hij zag er heel vriendelijk uit, want hij lachte in zichzelf; daarom trok Nikkertje de stoute schoenen aan en vroeg, of hij hen eens mee wilde laten lachen. Hij was een vreeselijk grappige oude heer. Hij begon hun te vertellen, dat hij een heel mager ventje tegengekomen was, die hem vroeg, of hij misschien eens van zijn waren mocht proeven. „Nuf je begrijpt," zoo sprak hij, „Dat kon ik niet doen," want hij had geen geld. Ik zou hem graag iets gegeven hebben, als ik niet juist bezig was, een levenspositie te scheppen. Daarom heb ik deze klant geweigerd. „Het is een reuze bof, dat ik toevallig een stuiver van kleine Miesje gekregen heb, anders zou ik ook a! die heerlijkheden langs mqn neus moeten laten gaan." zei Nikkertje tegen zijn vriendje. „Zeg meneer bankètbakket", kun nen wij iets van je koopen?" vroeg Nikkertje, „natuurfijk", ant woordde de banketbakker. „Kijk eens, hier zijn krentebroodfes» drie voor een stuiver", „Oh", riepen zij beiden tegelijk uit." Maar geef ons er dan maar twee voor een stuiver, want wij wenschen kwaliteit boven kwantiteit", sprak Dikkertje. Nikkertje en Dikkertje zeiden den banketbakker goedendag en vervolgden hun tocht terwijl zij ondei hisschen de heerlijk# krentenbroodjes van den banketbakker smakelijk oppeuzelden. (Wordt vervolgd.) Groot is het uithoudingsvermogen van den mensch. Geen dier met vier beenen kan doen wat de menschen op twee beenen doen. Men leest van den Riff-soldaat. Hammsuch Ben Ha- dygje, die tusschen den tijd van het dalen en weer opkomen uer zon een afstand van zestig kilometer afliep door het gloeiende woestijnzand om een vredesaanbod van het Marrokkaansche leger over te brengen aan het Eransche Dit bovennatuurlijke uithoudingsvermogen, waarmede de mensch onbewust begiftigd is, verklaart ook, dat in de Engelsche mijnstreken de vreeselijkste toestanden nog worden gehand haafd zonder dat de arme, uitgeputte mijnwer kers er dood bij neervallen. Rhondda Valley, het dal der verschrikking voor Britsch mijn- wefkersdom, is een bron van menschenwee en verschrikking, onwaardig aan een geciviliseerde maatschappij, althans in een tijd als de onze, w<far ter eene zijde rijkdom bestaat tegenover de diepste ellende en treurigste armoede aan den* anderen kant. Het zwarte dal der mijnen, waar nooit een zonnelicht straalt, waar geen bloemen en planten groeien, waar geen lucht en vrijheid is, verbergt in zijn boezem een bron van smart. Afgebeulde mannen, moegesloofde vrouwen, uitgezwakte kinderen levpn er in een eeuwige, grauwe mist van duisternis en vergui zing. Gezinnen van acht en meer personen wo nen samen in één hutje, slapen naast elkaar in de lange zijde van één bed, en wasschen in één kamer het verbleekte vleesch van hun afgetob de lichamen. Zoo is het lot van den arbeider der duisternis, eerlijke arbeid, noeste vlijtzij worden beloond op een wijze, die zwarter is dan het zwarte goud, dat de zwoegers delven. Met een laatste stuiptrekking van hun door ellende opgezwiepte zenuwen hebben zij zich tot een bond vereenigd en protesteeren als één man te gen 'hun lot. Heel het wrecde aanzien van die maSsa slachtoffers der sociale misère is een vlammende aanklacht tegen dc maatschappij. Zij protesteeren en wachten. Maar boven hunne hoofden wordt de zwarte lucht nog zwarter steeds en pakt zich de wanhoop samen met dreigende kracht. Doch geen stem weerklinkt van den overkant, waarheen de roepstem der klagenden zich richtten. Immers, wat broeit en kookt in de diepe dalen der eller de. Rhondia Valley, zal nimmer opbruisen tot de hoogten, waar de beschaafde wereld zich vermaakt zelfs- niet door staking I Deze titel zou we! passen op de aanphkM- jetten van de stoomvaartniaatschappp „Canadian Pacific", wier pleizierschip „Empress of Scot land" kort geleden een rondvaart maakte van enkele weken en terugkwam in de haven met 27 verloofde paren in plaats van de 54 vrijge zellen meisjes en jongens, waarmede het was uitgevaren. De 27 paren waren zonder uitzonde ring gevormd aan boord van het schip en als van deze kennismakingen allemaal huwelnken voortkomen (hetgeen, naar de rapporten hr'tVf*» zeer waarsctï'ïnlqk en zeer nabij 's) zal het sala ris van den kapitein der „Empress ofSc&ü&nd" verhoogd moeten worden overeenkomstig dc meer dan inenscheJijke verantwoording, welke er dan op zijn scbothJers rust.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 10