We ge ling s 71 ietimsblad
Bijblad van
HUMOR IN BEELD
Till
SNUFFELGRAAG EN KNAGELIJNTJE
VOOR SCHAKERS.
VRIJDAG 4 JUNI T926
23e
I I
II' HU J 1I1LIH
li'
Sterk
Dame„Ik zou graag een paar si-
g imi v t u hebben voor m'n man
Winkel er: „Wilt u zware hebben
mevrouw
Dame: „Oh, menee geeft u ze
liever ste k, want de laatste, die ik
va u ge.iad heb, zijn allemaal gebro
ken in zijn zak."
Meer moed.
„IK geloof dat vrouwen vaak meer
moed hebben dan mannen," merkte
zij op
v et zeker, dit het zon s"
antwooruJe hij. „Of dacht je dat er
mannen bestaan, die in een volle zaal
in een spiegeltje durven kijken of hun
haar goed zit V'
Oost-Indisch doof.
Kellner: „Meneer, u hebt mij twee
in zilverpapier gewikkelde centen ge
geven in plaats van twee kwartjes."
Klant zwijgt.
Kellner „Meneer, het komt n ij voor
dat u zich verg st hebt."
Klant zwijgt.
Kellner: „Meneer, u hebt bepaald
verkeerd gekeken toen u mij dat geld
gaf"
Klant zwijgt.
Keiler gaat naar spreekbuis aan den
wand en* telefoneert: „Zeg, portier,
Iaat eens even een paar politieagen
ten halen met knuppels en een dwang
buis bij zich. Ik heb hier een doove
idioot, die op Staatskosten verpleegd
wil worden
Klant kiikt op en betaalt.
De eenige manier.
Kantoorbediende„Wel, 1 aas.
waarom kom j» vanm igen een uur
te laat
Klaas „Oh, meneer, dat zal k u
zeggen. De weg was zoo modderig,
dat ik, wanneer ik een stap voo.u t
ging, er weer twee achte uit gl< e i
Kantoorbediende ,,M ar hoe ben
je dan h:er gekomen
Klaas„De eenige manier was om
me oin. te draaien en de richting,
naar huis in te gaan".
Oplossing van probleem no. 59 uit ons vorig n.
merD 1
SCHAAKPROBLEEM No. 60.
C. V. Berry
Norwich Mercury Juli 23, 1902.
Zwart (5)
Wit (5)
Tweezet.
W Kb I, De 6, Tl» 2, Pe 4, pion d2
/•vaitKf 3, Rh 4, pionnen 14, g5 en h5.
(Oplossing volgende week)
SPELLETJES.
Oplossing Reispuzzle uit ons vorig nummer: Dit is de
weg: A-15-22-18-14-3-8-4-10-19-16-11-5 9-2 7-13-17-21-
20-6-12-B.
VAN HET LEVEN.
Houd uw gedachten rein
Laat langs u henen stroomen
Wat, aan onrein'gheid,
Ter taal of spra ;k moog' komen
Schuw, als besmettend vuil,
Gedachten aan 1 et kwade,
Opdat h< ï+och u zelf,
Noch arV n zij tot schade.
I an uit uw levenssfeer
Het kwaad van uw geburen
Want gij hebt werk genoeg
Uw eigen schip te sturen
Rein als de dageraad
Van eenen meischen morgen,
Zoo voelt ge dan uw geest
Ook bij de zwaarste zorgen.
Voedt niet door 't denken 't kwaad
Er valt vet l goeds te denken
Het kwaad kan slechis het kwaad,
Het goed slechts 't goede schenken.
Wat geeft het u voor nut
Het kwade te verspreiden
Wie zich tot kwaad bereidt
Heeft weinig goeds te beiden!
JAARGANG
Voor Jong en Oud
121 „O, dat komt in orrde", verzekerde de Baron.
„Trrek jullie kleerrtjes maarr aan, die zijn allang
drroog."
We trokken onze kleeren aan, namen afscheid
van de vriendelijke oude freule en volgden den
Baron naar buiten, waar intusschen de zon heer
lijk was gaan schijnen.
123 In ééns zakte, vlak voor onze oogen een dikke
spin naar beneden. Ze hing aan een fijne draad
en ze maakte een deftige buiging voor den Baron
.Juffrouw Loerroog" vroeg de baron. „Heeft U
misschien Suelvoet, den micrenlooper errgens
gezienIk wou hem een brief meegeven, ziet U".
122 Ritmeester van Workenburg haalde een wilgen
fluitje voor den dag en blies er een paar fijne
tonen op. We keken beiden naar boven, om te
zien, wie er wel komen zou. Maar in 't eerst
zagen we heelemaal niets. Aan wie zou de Baron
toch wel gefloten hebben?
124 „Ik heb bem zooeven over de schutting zien
tippelen, met een brief voor mijn nicht Duizend
poot", zei juffrouw spin. „Wacht U maar een
oogenblik, dan zal ik hem wel roepen" En daar
ging juffrouw Spin baar draad aan 't inpalmen.
Verbazend, wat rees ze snel omhoog.
-