Weffeliitg's lïieuwsölad HUMOR IN BEELD Bijblad van SNUFFELGRAAG EN KNAGELIJNTJE VOOR SCHAKERS. Toekomstplannen. Hij was heel ziek. Van raken en dichten gesproken. Op zijn hart. Hij kende dat. SCHAAKPROBLEEM No. 59. j 1 O 6 2 5 J l i 4 3 4. NIEUW OPGAVE: 32e JAARGANG VRIJDAG 28 MEI 1926 No. 21 1 I!Sr-*-*J a - -"T Zoontje „Moeder, ik krijg toch van daag of morgen wel een klein zusje, is 't niet Moederwaarom wil je er dan een hebben Zoontje„Och, het gaat mij zoo vervelen, om altijd de kat te moeten plagen." jansen„Zeg, ik hoorde, dat je in het ziekenhuis hebj gelegen. Ben je erg ziek geweest?" Klaassen„Ziek Dat zou ik den ken Een oude vriend van mij bracht me een flesch bier en ik deed niets anders dan er alleen maar naar kijken" Bezoeker: „Ik zag vandaag uw m. n in de drukte in de stad. En werkelijk, hij was zoo dichtbij, dat ik hem bijna kon hebben geraakt. Hospita: „Dat is vreemd. Thuis is hij altijd zoo geraakt, dat niemand dichtbij hem durft komen." Er is eene verkoeling ontstaan tus- schen Bertus en zijn meisje. Zij gaf hem haar portret en hij be zwoer haar, dat hij het eeuwig op zijn hart zou dragen. Toen hij verleden Zondag een visite maakte, haalde hij zijn zakdoek achter uit zijn jaszak en de fotographie viel voor de voeten van de jonge dame. Zij verwijt hem nu, dat hij een leu genaar is of dat hij het hart niet op de rechte plaats heeft. Vrouwtje„Oh, lieveling, ik zie nog een beetje van de oude liefde in je oogen. Heb je Mannie„ja, ik heb nog een beetje over. Hoeveel wil je hebben?" Oplossing van probleem no. 58 uit ons vorig num mer Dg 1 Bruderschaft, Maart 27, 1886. Zwart (4) Wit (5) Tweezet WitKg 2, Dg 8, Rd 4 en b 1, Pg 4. ZwartKf 4, Rc 1 en h 5, pion d 6. (Oplossing volgende week) Wc vergeven een ander wel eens zijn gebreken, maar niet zyn kennis van onze gebreken. SPcLLETJ ES, Oplossingen van de spelletjes uit ons vorig nummer le van de Luciferspuzzle 2e van de vraag Wat staat hier Insulinde. Gevraagd hoe iemand van A. naar B. gaande, moet reizen om alle op het kaartje voorkomende plaatsen door nummers aangegeven, slechts éénmaal aan te doen. !L 3 - S 5 "t-. i Voor Jon ff en Oud 117 „Ik moet nog even mijn nicht wrijven", zei de 118 -Jullie moet maar even mee naar huis gaan Baron. Dan gaat haar rheumatiek over". En hij kindertjes" zei de oude freule, toen haar voetjes srneeni' de pootjes van freule van Paddensteijn behoorlijk gewreven waren!! Dan kunnen jullie met olie in. Wij keken er naar, terwijl het water kleeren wat drogen. De Baron gaf zijn nicht uit on^e kleeren droop, 't Was een heel deftige een arm en deftig gingen ze samen naar de villa dame, lie freule, met een lorgnet op haar Paddensteijn, die tegen de schutting wasgebouwd. breede neus. Wij liepen eerbiedig achter de voorname oudjes aan. 119 Freule van Paddei .steiju trok onze natte kleeren 120 Weet je wat, kinderen, zei de Baron, ik zal jullie uit ei hing ze buiten te drogen in de zon. mijn -.vomng eens laten zien. Die is nog veel Want de regenwolken waren weggedreven en prachtiger dan deze van mijn nicht Ik inviteer 't werd langzamerhand mooi weer. We waren jullie op een glaasje waterlelie-honing. „Heerlijk!" blij, dat wc onze natte pakjes kwijt waren. riep ik. Dat zal een prachtige reis worden. Maar Want die hadden ons leelijk gehinderd bij 't Knagelijntje zei: En moeder dan? Die zit vast loopen En een lekker gevoel is dat natte goed in de grootste onrust, Dat mag toch zoo niet óók niet om je lijf. blijven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 9