ïs)ege ling s 71 ie urns ■V% Af pi BI m li "a* Ill lil Bijblad van SNUFFELGRAAG EN KNAGELIJNTJE VOOR SCHAKERS. wegeling's nieuwsblad van 23 april 1920. Oplossing van probleem no. 52 uit ons vorig num mer: 1 Dc 1. SCHAAKPROBLEEM No. 54. Dr. d. Eltkes. „viood CompaniO' 22 Febr 1922. Zwart (5) Wit (6) Twcezet. Wt: K2, Dd 6, Pg 1, Pg 4, pionnen b4, c2. Zwart: Kd 4, pionnen c5, d5, e5, e6 (Oplossing volgende week) vAN ALLES WAT. Hoe is dat mogelijk? (Een goocheltoer.) Op een zoon gen, warmen zomerdag moeten jelui j vriendjes en kennissen eens het volgende opgeven Neem een w ide wit glazen fiesch en steek in het onde cr..ae der Kurk een speld, aan dien speld kh Kipt ge een Jr.taJ garen. De flescn vult ge voor een kwart met water en nu vraagt ge een ring of iets dergelijks te leen Door één der overigen laat ge nu den lïng, of dat voorwerp aan het andere eind der draad binden. Daarop verzoekI ge den ring in den hals der flescn te laten sakken, de kurk op de fiesch te doen, deze kurk gelijk met de hals der fiesch af te snijden, en tot slot de kurk degelijk te lakken en bovendien te verzegelen. Het is dus nu absoluut onmogelijk bij den ring te ko men zonder het zegel der kurk te beschadigen. Na zet ge de flegch voor de overigen neer met de opgave de ring in het water te doen vallen, zonder de kurk te verwijderen, ja, zelfs zonder de fiesch ook maar één seconde aan te raken Een ieder zal dit vraagstuk na rijpe overdenking als onmogelijk op te lossen, opgeven. Toch is het zeer wel mogetijk een oplossing te vinden. Met een brandglas brandt ge eenvoudig, door het glas der fiesch heen, het draadje door. Wilt ge de op lossing niet verklappen, ga dan met de fiesch de kamer uit als ge de draad gaat doorbranden en Iaat hen dan in het onzekere hoe ge het raadsel oplost In het laatste geval moet ge echter de bepalingde fiesch niet aan te zullen raken, achterwege laten. Een slimmerd. QectricienAl terug? Je hebt dieelectrischehuis bel gauw gerepareerd 1 Knecht: Er was niemand thuis, ik kon dus niks uitvoeren. Electricien Weot je dat wel zeker? K*«echt: Heel zeker 1 Ik heb drie keer gebeld. KOPPIG. Benny, doe je jasje uit! Mam, ik heb geen zin Benny komt, 't is hier te warm, Maak nu een begin. Benny met zijn jasje aan Blijft maar onbeweeg'lijk staan. Benny kijkt naar buiten en Krijgt plots een idée. Moeuc uaai gaan Henk en Kees, Zeg, mag 'k mej ze mee Kijk, ik heb mijn jas nog aan, Mag 'k met hen de straat op gaan Moedei zegt geen enkel woord Tot dien stouten vent; Maar dat moeder heel boos is, Is hem wel bekend. Langzaam, o, zoo langzaam aan Wordt het jasje uitgedaan. Moeder, speel je wat met mij Ben, ik heb geen zin! - Kijk mijn bouwdoos staat al klaar, Maak jij een begin. Neen baas, moeder heeft verdriet En met jou speelt zij nu niet. Mammie, ik heb heel echt spijt, 'k Zal het nooit weer doen En hij klimt maar vast op schoot En geeft haar een zoen. Nu vooruit, 'k geloof je dan, .Als 'k maar op je reek'nen kan Geduld is sterker dan geweld Met ijzer kunt gij 't ijs wel breken. Maar 't is de zon alleen, die smelt Tot liefelijke waterbeken. VEILIGHEIDS- EN VOLKSGEZONDHEIDS-HOEKJE Laat elke wond van eenige beteekenis doeltreffend verzorgen. De Veiligheidsplaat die deze waarschu wing in beeld brengt, is tegen den kosten Jen p ijs van f 0.30 per stuk te verkrijgen bij alle Raden van Arbeid en bij de R co Bank Formaat 50 65 cM. leder verstandig lasscher gebruikt bij zijn werk een goede Veiligheidsbril. Goede Veiligheidsbrillen zijn in het Veiigheidsmuseum te zien. Gebruikt veiligbeidsgordels bij het werken op han gende steigers, aan hooge ladders enz. Nadere in lichtingen verstrekt het Veiligheidsmuseum gratis. Gebruik deugdelijke looplampen en snoeren. Voorbeelden van veilige looplampen en snoeren zijn in het Veiligheidsmuseum aanwezig. I 55 Voor Jong en Oud 97 Toen het buiten donker was pakte tante ons goed in en daarna namen we afscheid. We be loofden, dat we gauw nog eens terug zouden komen. En toen nam oom Orijsbaard ons mee in het grasbosch, waarboven prachtig het volle maantje scheen. 98 Maar toen we thuis kwamen kregen we van vader en moeder nog een geducht stand je. Toch waren ze heel erg blij, dat alles zoo goed af- geloopen was en ze bedankten oom Grijsbaard hartelijk. "We moesten dadelijk naar bed, want het was eigenlijk al veel te Iaat voor ons. 99 We waren de gevaarlijke reis al weer gauw vergeten en gingen allerlei nieuwe ontdekldngs- tochten doen. Zoo kwamen we op een morgen heelemaal in de dakgoot. Paar stroomde het water ons snel voorbij, want het regende pij pe- steleiL 100 Op de stroom, die ons voorbij schoot dreven allerlei dingen. We keken er naar hoe aardig ze in 't rond tolden en dan verder werden gesleurd. Plotseling kwam er een mooi plankje aanzetten. Ik hield het met mijn voet tegen en riep „Dat is een mooi scheepje 1 Daar kunnen we mee varen."

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 11