We ge ling s H Bijblad van SNUFFELGRAAG EN KNAGELIJNJJE WEGELING's NIEUWSBLAD VAM 19 MAART 1926 HET TOPPUNT VAN CLAIRVOYANCE. Begin met een lap zwart fluweel te koopen, die 50 c.M. breed en 1 Meter lang is Dezen lap behandelt ge aldusSla den lap over de lengte dubbel met een flu weelkant naar buiten en zoo dubbel gevouwen, stikt ge 25 c.M. van den rand af, dus precies in 't midden van den dubbelgevouwen lap, een rechte naad. Als ge den geheelen lap nog zoomt is hij geprepareerd en ziet er dan uit als figuur 3. Nu slaat ge een p r x der loshangende stukken om en schildert ge in wit te cijfers' op den binnenkant van dat stuk het getal 19 2 4 5 (of ge knipt de cijfers v n flanel en laat deze op de doek naaie i Nu koopen we een kleine bloknota en prepareeren die zóó dat aan weerszijde een zelfde opslaand kafje zit. Op een der velletjes papier van den bloc note het eerste aan een der -kanten), schrij ven we het optel sommetje, dat in figuur 2' is aange geven, maar zor gen er voor dat elk getal met een andere hand geschreven is. Thans kan met het goochelen begonnen worden: De blok-note ligt met het kaftje, waaronder het eerste velletje papier nog onbeschreven is, naar boven op een presenteerblad Daarnaast ligt de doek met het geprepareerde stuk waarop de cijfers staan, dichtgeslagen. Wij gaan met het boekje en potlood op 't blad (tusschen het publiek en verzoeken vier personen ieder een getal van vier cijfers op te schrijven, zoodat de getallen onder elkaar komen te staan. Is dit geschied dan wenden we ons tot een vjfde, ver van de overige 4 personen verwij derd zittende persoon, en met de vraag of hij een 10 voor rekenen kreeg op school, verzoeken wij hem deze vier get 'Hen te willen optrekken. Daartoe scheuren we het blad. waarop ge vooraf zelf, met verdraaid hand de vier getallen had opgeschreven, (terwijl ge onbe merkt de blocnote omdraaide) van de blocnote on rei ken hem dit over. Dit was het critieke moment en dit onbemerkte omdraaien van de blocnote, was de truc, waarop de geheele toer berust. Ge geeft hem nu immers uw eigen optelsommetje... Terwijl de man zijn best doet om zich z'n 10 voor rekenen waardig te toonen, gaan we terug naar het tooneel, nemen de doek ter hand, toonen die aan weerszijden, maakt er een schijn beweging mee, tegelijkertijd laat ge het stuk, waarop de cijfers staan, los, zoodat het naar beneden valt en zie de uitkomst der optelsom prijkt op den zwarten lap De persoon, die ge verzocht de cijfers op te tellen, zal bevestigen dat de uitkomst klopt met de zijne. Haast u nu potlood en papier terug te halen, menschen zijn achterdochtig en wellicht konden zij, van de verbazing bekomen, hun handschrift nog wel eens willen contro leeren. Raadzaam is het in den zoom van het stuk flu weel, waarop de cijfers staan, eenige stukjes lood te naaien, dit bevordert het recht omlaag hangen van dat stuk. Begrijpelijkerwijze is u nu juist niet gebonden aan het optelsommetje wat ik u opgaf, het is er alleen maar om te doen, dat u vooruitweet wat de uitkomst is, en om mijn verklaring duidelijker te maken, gaf ik een reeks van getallen op, en daarbij tevens de uitkomst Aan succes zal het u, bij 't vertoonen van dit tiucJe nier ontbreken, reden waarom ik allen aanraad het kleine hulpmiddel te doen vervaardigen. Pi<OF. Geraldo. WAT ONGELUK! Robbe-de-bon, Robbe-de-bon, Floortje Lans zit op de ton, Naast de ton, daar zit de kloek. Moeder zei straksWit is zoek Want Moes wist volstrekt niet, dat Witje juist te broeien zat. Robbe-de-bor Robbe-de-bon, Floortje Lans zit op de ton, Buigt zich heelemaal op zij, Hoeveel ei'ren krijgen wij Mompelt z' in zichzelf, o wacht, Eén, twee, drie, ik tel er acht; Robbe-de-bon, Robbe-de-bon, Floortje Lans zit op de ton, Zegt't Is minstens een dozijn, Moes zal in haar nopjes zijn 't Wordt, zijn z' éénmaal uit het ei, Een getrippel in de wei Robbe-de-bon, Robbe-de-bon, Floortje Lans zit op de ton, Denktt Is lief, dat Witje broeit En als 't kuikenvolkje groeit, Worden 't kippen net als zij, 'k Vraag dan Moeder één voor mij Robbe-de-bon, Robbe-de-bon, Floortje Lans zit op de ton, O, wat 's dat?! Och lieve deugd, Uit is 't met de kuikenvreugd, Floortje tuimelt mèt de ton Dat zé ook zoo vallen kon 1 Robbe-de-bon, Robbe-de-bon, Floortje Lans valt van de ton, Witje gaat er vlug vandoor. Wat een schrik voor arme Floor 1 D' eieren zijn nu allen stuk, Och, wat vrees'lijk ongeluk Robbe-de-bon, Robbe-de-bon, Floortje Lans viel van de ton 1 VROOLIJK HOEKJE. Stof. Hoe gaat het jou? vroeg een vriend aan een ^r- men schrijver. Betrekkelijk goed 1 was het antwoord, ik heb de stof voor een nieuwen roman en voor een nieuw too- neelstuk, maar Nu? Wat me op 't oogenblik ontbreekt is stof voor een nieuw pak. 32e JAARGANG VRIJDAG 19 MAART 1926 No. 11 Voor Jong en Oud 77 Wij cüt> on en vriendelijken baron hartelijk 78 We rilden allebei en liepen haastig.door. Het en liep» oen snel den%an in. En dat was huis van meneer Grijsbaard den Waterrat, von- maar goed ook. Want plotseling werd het don- den we prachtig mooi. We liepen door een ker achter ons en toen we omkeken zagen we lange gang met een looper van welriekend gras. het vrc cseliike hoofd van Kater de Reus vlak En uit de donkere v/anden kwam móói zacht voor de mgaiig van het rattenhuis. licht van kleine glimwormpjes. Aan 't eind van de gang was een deur. 79 Eindelijk kwamen we in een ruim woonvertrek. Er brandde een haard en boven het houtvuur kookte soep van regenwormen in een ketel. Die soep rook zoo heerlijk, dat we allebei ons maag voelden jeuken. En daar aan een tafel zat ook de familie van oom Grijsbaard, de Waterrat. 80 Tante Grijsbaard was bezig een broek van een van de kinderen te verstellen. Twee neefjes zaten aan tafel en lazen uit hetzelfde boek. En op den grond speelden een neefje en een nichtje winkeltje met aardige driekante beukenootjes.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 9