Een Knipplaat
WEGELING's NIEUWSBLAD VAN 19 FEBR. 1926.
VROOLIJK HOEKJE.
Om weer goed te maken.
weglling's Nieuwsblad van 19 ftb«> 926.
Een teekening van Oom Theo.
Wak de geheele plaat op dun
caitou, en knip een en ander
zorgvuldig uit. Vergeet ook;niet
de gleuven bij A en C uit te
knippen. Schuif nu eerst de lip
door gleuf A, dan de hand met
borstel door gleuf C, door heen
en weer bewegen van de lip
krijgt broer z'n Zaterdagsche
beurt.
Oom Theo.
Een achmink-geschiedenis.
De tooneelspeler Tony Pont (een fijnzinnig en talent-
rijk acteur) verliet het theater en baande zich een weg
door de menigte. Niemand lette op hem, want juist
stapte de première amoureuse, de coquette Lola Davis,
in haar auto en elkeen hoopte een blis uit haar vurige
oogen op te vangen en als zielenautogram mee naar
huis te dragen. Toen Pont in de tram zat schoot hem
plotseling in de gedachte, dat hij heelemaal vergeten
had zich af te schminken. Was de garderobeknecht niet
altijd zoo volkomen in beslag genomen geweest, met
zijn chocolade-, zeep-, sigaretten- en pepermuntaffaire,
dan had die er hem wel opmerkzaam opgemaakt. Maar
die vloog ademloos van den een naar den ander om
z'n slechte, dure koopwaar te verkwanselen.
Pont voelde hoe alle trampassagiers honend naar zijn
zwart-omrande oogen en zijn roode wangen keken. Hij
sloeg de oogen neer en zette zijn jaskraag op. Tot zijn
geluk had hij het avondblad in zijn zak en snel ont
vouwde hij het papier, om een scherm voor zijn opval
lend gezicht te nebben. Opademend, bedacht hij dat zijn
rol hem goddank geen valsche baard aan de kin had
opgedrongen. Maar ae dikke, zwarte oogranden en de
kersroode konen moesten hem toch opvallend genoeg
naken en als het even wou alleronpleizierigst
compromitteeren. Voorzichtig probeerde hij met zijn ge-
schoeiden vinger het rood van zijn wang te wrijven,
naar de schmink was van uitstekende kwaliteit. De
handschoen bleef grijs en de wang kersrood. Voorzichtig
loerde Pont van achter zijn krant naar zijn medepas
sagiers. Wat zouden die menschen van hem denken
Zouden zij hem voor een vreemdeling houden f Of voor
'n foxtrot-danser uit den Wintertuin Of alleen maar
voor pervers
Niemand lette op hem. Onverschillig staarden de men
schen in hun kranten of door het venster. Pont kal
meerde. Misschien hielden de lui hem voor een parti
culier detective in functie.
Nog nooit had hij vergeten zich af te schminken. Het
was te hopen, dat de politie hem ongemoeid liet. Die
stoorde zich immers ook niet aan gemaquilleerde dames
op haar wandelingen En eigenlijk gaat 't geen mensch
wat aan, als iemand er pleizier in heeft zich een beetje
het gezicht te beschilderenPont herinnerde zich eens
m de krant te hebben gelezen, dat in Moskou de futu
risten zich de wangen groen, het voorhoofd blauw, den
neus geel en de kin rood hadden geverfd Hij had en
kel maar rooie wangen. Hij kon bijv. koorts hebben of
roodvonk onder de leden, of onder den invloed staan
▼an een of ander wonderlijk klimaat
De tram stopte, Pont had in diepe gedachten over
zijn uiterlijk de halte, waar hij uit moest, laten passeeren
en nu was men aan het eindpunt van de lijn. Hij propte
de krant in zijn zak en stond op. Toen hij op 't trottoir
stond, verbleekte hij onder zijn rouge. De regisseur van
het theater stevende recht op hem af. Ook dat nog
Morgen zou het heele gezelschap er van weten. Hij wist
al precies, hoe Lola Davis kijken zouPont wierp den
ouden man een kwaden blik toe
Goeien avond, Pont! zei de regisseur, wat ziet u
er uitBent u niet goed
Toe maarl Daar heb je 't al 1 dacht Pogt en keek
hulpeloos rond.
Ik dacht den heelen avond aldie Pont mankeert
wat, vervolgde de oude regisseurmaar trek je er niets
van aan, Tonny, dat kan je zoo hebben
Pont herademde. )a, zei hij, maar 't is toch pijnlijk.
Nou, nou, kom, kom, zei de oude man, stel je
gerust, buiten mij heeft geen mensch het gemerkt.
Geloof je heusch vroeg Pont met blijdschap.
De regisseur lachte ironisch. Kijk, zei hq, nu krijg
je weer wat kleur op je gezicht.
Pont hoorde het in Keulen donderen.
Wat krijg ik in m'n gezicht?
Nou, nou, kom, kom, sprak de joviale oude heer,
je kan nog blozen, Tony.
Hoe zal ik nou blozen, vroeg Pont, die zich weer
onbehaaglijk ging voelen.
Nu was de regisseur op z'n teentjes getrapt.
Omdat u vanavond ongeschminkt bent opgetreden
zei hij scherp.
Pont wist waarom bij zich niet afgeschminkt had
(Vrij naar het Duitsch van Kruger.)
jansen ontmoette op een avondpartij een klein me
lancholiek heertje. Goedhartig als Jansen is, probeerde
hij het treurige mannetje wat op te vroolijken en doe
lend hij een dame, die op eenigen afstand stond te
praten en niet buitengewoon lieflijk van uiterlijk was,
begon bij het gesprek aldusWat 'n mensch hè
Weet u ook hoe ze heet?
De melancholicus antwoordde't ls mijn vrouw
jansen voelde de vreeselijke blunder, maar kieeg de
ingeving om te zeggenWees blij, beste kerel, je
moest de mijne eens zien I
VAN ALLES WAT.
Een papegaai, die aan Hendrik VIII toebehoorde,
had enkele zinnen onthouden, die hij herhaaldelijk hoor
de van schippers en passagiers. Qp zekeren dag, toen
hij in de Theems gevallen was, riep hij met krachtige
stemEen boot, een boot. Twintig pond voor een
boot.
Een schipper, wierp zich dadelijk in den stroom, den
kende dat er iemand verdronk en was verwonderd
slechts een papegaai te vinden.
Men riep hem toe, dat het dier van den koning was
en hij bracht het dier naar het paleis terug, de beloo
ning eischend, die de in nood verkeerende vogel had
beloofd.
Men bracht de boodschap over aan Hendrik, die da
delijk betaalde.
Toen Turenne, de groote veldheer van het leger
van Lodewijk XIV in 1675 was gesneuveld, benoemde
de Fransche minister van oorlog Louvois acht maar
schalken om hem te vervangen.
Toen Colbert, controleur-generaal van financiëen, aan
merking maakte op die vermeerdering van de staats
uitgaven,'zei Louvois bedaard: Een financier als gq
moet toch weten, dat men verscheidene stukken klein
geld moet hebben voor een Louis d'Or.
Het waren de laatste dagen van Mahlers direc
teurschap aan de hofopera. De meester had van allen
die hem na aan het hart lagen afscheid genomen en de
beroemde brief aan de leden van zijn orkest geschreven.
Nu moest nog spoedig de laatste hand gelegd weden
aan den inboedel De schrijftafel werd leeggehaald. .4ah
Ier wilde juist heengaan, toen zijn bedienden hem erop
wezen, dat* er een lade (nog vol lag met onderschei
dïngsteekenen
Laat die maar liggen voor mijn opvolger zei "4nh
Ier, en hij ging.
Op zekeren dag waren aan een maalrfd met gotive -
neur-generaal Daendels een aantal officieren aangez -ten.
De adjudant van Daendels drinkt diens gezondheid. AlJe
gasten staan op, behalve een kapitein, die, hoe imn
zijdelings ook poogt mede te doen opstaan, blijft zitten.
Wat was het geval? Eenige dagen geleden was op
een andere plaats eveneens een diner gehouden, maar
de kapitein, die bq 'n bevordering gepasseerd was door
den gouverneur, had daar mede geweigerd een dionk
te drinken op gouverneur Daendels. Een gedienstige
geest had het overgebriefd aan Daendels en daarop was
de uitnoodiging tot den kapitein gekomen om aan zijn
tafel te verschenen, wat niet geweigerd kon woidcn.
Toen nu ook daar de kapitein bleef weigeren, stond
Daendels op, haalde een pistool te voorschijn en zcide
Met dit pistool zou ik je gedood hebben, als je laf
genoeg geweest waart achting voor mij te huichelen.
Maar je hebt getoond een man van eer te z*n. Hier is
Uit van Atphen's Kmdergedigten
1823.
Het lijk
Mijn lieve kinders, schrikt toch me
Wanneer gij dode menschen ziet