Het is meegevallen. Het is zelfs meer meegevallen, dan zich de beste optimist had kunnen voorstellen. Prins Hendrik bleek, ook omdat hij het „Mecklenburgsche plat", waarmee Fritz Reuter ons bekend gemaakt heeft, volkomen beheerschte, onze taal spoedig machtig te zijn. Van de invoering van Pruisische methodes was geen sprake. Hij hield steeds rekening met de Nederlandsche gebruiken. De Nederlandsche geest ademde hij diep in. Zonder zijn oude vaderland te willen verloochenen, trachtte hij toch voor alles Nederlander te zijn. Echte, ronde Nederlander, zich gevende zooals hij was. Van den eenvoud van den Prins stonden alle menschen versteld. Alle gemaaktheid bleef hem vreemd. „Het is, alsof je met je broer spreekt", was het oordeel van ieder, die met hem sprak. DE KONINKLIJKE FAMILIE

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 23