DE ZILVEREN BRUIGOM De verloving van Koningin Wilhelmina met Hertog Hendrik van Mecklenburg- Schwerin werd indertijd met gematigd enthousiasme begroet. Het heele volk meent nu eenmaal het recht te hebben, een oordeel over koninklijke echtverbintenissen uit te spreken. Trouwens, strekt het „vetorecht" van de volksvertegenwoordiging zich zelfs niet uit tot dit allerparticulierst terrein Die Mecklenburger, meende men, kon wel een degelijke man zijn, maarhm, hm,dat Mecklenburg was toch een achterlijk land. De Koningin had een betere partij kunnen doen. En danalweer zoo'n Duitscher. Het leek wel, of er geen andere monarchieën meer waren. Over Mecklenburg deden allerlei legenden de rondte. Het zou het meest reactionaire deel van Duitschland zijn, het territorium van het Pruisische jonkerdom, waarvan de Hollander zich wel eens een karikatuur maakt. Nou maar, als die Hertog wat een middeleeuwsch woord, je dacht eigenlijk dat die soort uitgestorven was hier Pruisische methodes zou willen invoeren, dan zouden we hem dat wel inpeperen. Dan zouden we hem laten merken, dat Holland het land der vrijheid was en dat de partijen, ondanks hun kat-en-hond-verhouding, van vredelievendheid zouden blakeren, zoodra die Pruisische landjonker hier zou willen „massregeln". O neen, vereerde lezers, zoo heeft het destijds niet in de kranten gestaan. De journalist kan niet altijd alles zeggen, wat hij op het hart heeft, of wat hij hoort. Bovendien zou hij, door ruchtbaarheid aan deze algemeene opvatting te hebben gegeven, zeer onkiesch, zeer onridderlijk zijn geweest tegenover de jonge Vorstin. Dat wilde hij onder geen omstandigheden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 19