Waardoor heeft onze Koningin zich zoo bemind gemaakt? Het antwoord is niet zoo gemakkelijk te geven. Haar populariteit heeft Zij werkelijk niet gestreefd Wanneer wij Haar karakter bestudeeren, bemerken wij. dat drie eigenschappen bij Haar de overhand hebben eenvoud, geloof, verantwoordelijkheidsgevoel. Haar eenvoud komt het meest tot uitdrukking in dat, wat Zij nalaat. Alle vorstelijke praal is Haar onsympathiek. Zij wil zich geven, zooals Zij is. Zij lacht om de bevelen van de modedictators in Parijs en andere elegante centra. Zij wil zelf bepalen, wat smaakvol en practisch is. Als Zij er op uit gaat, om door watersnood geteisterden moed in te spreken, trekt Ze vetleeren laarzen aan en als Ze gaat schaatsenrijden, doet Ze dat om de sport zelve en niet, om zich in een modieuzen wollen jumper te, vertoonen. Haar woordenkeus iseenvoudig. Zij is bescheiden. Zij uit haar gedachten, zooals die zich van zelf gevormd hebben. Iedere phraseologie is Haar vreemd. En daarom begrijpt men Haar. Men herkent in Haar den persoon, den mensch. Haar geloof wortelt diep. Het „Wij, Wilhelmina, bij de gratie Gods Koningin der Nederlanden" is voor Haar geen ledige letter. Het beteekent. dat Zij zich bewust is, van al Hare daden verantwoording te moeten afleggen aan den Koning der Koningen, Die Haar op den troon stelde. Zij vraagt niet, wat andere monarchen denken, wat usance is, wat goed staat. Haar geloof is Haar eigen domein, waar geen ministerieele verantwoordelijkheid Haar daden dekt. Is het dan wonder, dat ook degenen bij wie het geloof geen plaats van beteekenis inneemt, respect hebben voor den moed, waarmee Zij van Haar overtuiging laat blijken Haar geloof verdiept Haar verantwoordelijkheidsgevoel. Zeker de regeering, welke Zij kiest, ontneemt Haar volgens de grondwet de verantwoording. Maar de Koningin voelt zich hierdoor niet verlicht. Vraag het Treub, een Heemskerk, een Ruys, vraag het een anderen staatsman, die zitting in de Regeering heeft gehad, en allen zullen het U zeggen: „Koningin Wilhelmina heeft mij telkens en telkens weer de verantwoor delijkheid van mijn taak doen beseffen". „Zoo is het „hoofd van staat" wellicht meer nog het „hart der natie" Zij is de „Moeder des volks", de „Moeder des Vaderlands". Instinktmatig heeft het volk dat begrepen. Laat Midden-Europa dan naijverig zijn. Wij willen onze Koningin niet missen en op dezen dag willen wij onze dankbaarheid dan ook uiten. God spare Haar en Haar gezin nog vele jaren

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 18