2e 13lad. Wage ling's litems blad DRUK WERK van Vrl|dag 29 «lanuarl 1926 - No. 4 Druklont H. Wepflng I Drukkerf Oi Langs ia* Er was eens een zekere Spaansche stad, waarin menschen woonden, die allen een bijzonder rustigen aard hadden. De eene dag geleek precies op den an deren. Er gebeurde nu eens nooit iets bijzonders in dat kleine stadje. Niemand hield daar veel van hard werken. De menschenwerkten nooit |meer, dan voldoende was om er van te kunnen leven Jen de rest van hun tijd brachten ze door in ledigheid. In het midden van dat rustige plaatsje stond een klein huisje, het eigendom van een zekere Sidi. Er was rondom het geheele huis een groote tuin, die zeer slecht onderhouden was. Sidi had dit huis en dezen tuin be komen, toen zijn vader was gestorven en spoedig had hij ontdekt, dat er niets in de wereld meer was, wat hij behoefde te begeeren. Eiken dag ging hij in het gras liggen onder een groo- ten vijgeboom, die in het midden van den tuin stond en nooit deed hij iets. Van tijd tot tijd viel er wel eens een vijg van den boom. Dan stak Sidi zijn hand uit om deze op te rapen en ze daarna in zijn mond te steken. Dit was het eenige werk wat Sidi deed in zijn heele leven. Luier dan Sidi kan het al niet, zou men zoo Izeggen, waarbij nog komt, dat Sidi tenslotte alleen zich z l f tekort deed. Wat echter te denken van het volgende vrèèsolijke voorval te Maassluis. Er moet daar een knaapje van elf maanden gestorven zijn tengevolge van ergerlijke ondervoeding en vervuiling. De óorzaak van den dood van dit arme wicht moet te zoeken zijn bij de moeder, die haar kind uit pure luiheid verwaarloos de. De andere kinderen, die eveneens uit luiheid wer den verwaarloosd, zijn tfoor de politie opgenomen. Als 't waar is, is 't ontzettend. We hadden nooit gedacht, dat zooiets op den ganschen aardbodem zou kunnen bestaan, laat staan in ons eigen land. Afgezien van de bovengenoemde nalatigheid, heerschen er in Nederland nog wel eens meer eigenaardige toestanden. Zooals onzen lezer» bekend zal zijn, worden er aan sommige personen, die tot de minder welvarende geledingen van ons volk behooren, gratis rijwielbelastingplaatjes ver strakt. Daarvoor moeten echter verschillende formalitei ten vervuld worden en zoodoende is het dezer dagen Sebeurd, aldus een bericht uit Halfweg, dat een inwoner ier gemeente, die een aanvraag om een gratis plaatje ingediend had, tot driemaal toe naar Haarlem moest gaan ter vervulling dier formaliteiten. Daarmede ver reisde hij driemaal 60 cents is f 1.80, verzuimde 6 uren tegen 30 ets. per uur gerekend, wat niet te veel is, naakt eveneens f 1.80. tesamen dus f 3.60, waarvoor hij, na bidden en smeeken, een rijwielplaatje ter waarde van I 3 kreeg 1 In zoo(n geval kan men |dan maar beter de „alge- neene regelen" volgen en met nikkend of opgeheven hoofd dat hangt heelemaal van de gemoedsstemming gf per 1 januari (om geen kans te loopen één mi nuut na „gezetten tijd" f 3.— extra te moeten dokken) een „artistiekje" ten postkantore halea De regel „ze zuilen 't je anders wel thuisbrengen" gaat hier nu een maal niet op. Wat wél opgaat is, dat men als militie- plichtige, verplicht is het woord zegt het immers duidelijk genoeg zijn diensten te vervullen, anders gaat men de „petoet" in, zooals dat in de militaire huis-, tuin-, en keukentaai heet. Te dezer kwestie deed vorige week het Hoog Militair Gerechtshof uitspraak in de zaak tegen den zoon van het Kamerlid Schaper, die door den Krijgsraad te 's-Hcrtogenbosch tot 6 maanden gevangenisstraf was veroordeeld, wegens dienstweigering. Het Hoog Militair Gerechtshof, tot de overtuiging ge komen zijnde, dat bij Schaper ernstige gewetensbezwa ren bestaan tegen verdere vervulling van den dienst plicht, meende te kunnen volstaan met het opleggen van een straf die den tijd, In vooriooplge hechtenis doorgebracht, nlst overschrijdt, zijnde 45 dagen gevan* genlsstraf. Bovendien werd bekl, uit den militairen dienst ontslagen sender ontzegging van de bevoegdheid om bij di militaire macht te dienen. Wij dalen natuurlijk niet af tot do dotaila, van doat weigering en derzelver veroordeeling, buigen ais onbe voegden ten allen t!)de het hoofd en geven evenzoo het volgende bericht als bloots mededeeling. Onder het op schrik 2 „De matrozen van de „java", lezen we In de „M.Ct." aldus: Toen de nieuwe kruiser „lava" te Prlok aankwam, schreef de Weltevredeneohe redacteur van het „Ind. Dgbl aan zl|n blad 1 „De geest onder het psreoneel Ie niet om over te roepen'zooals ons van betrouwbare tijde werd mede- Te Soerabaja ia eohter gebleken, dat dit niet het geval Ie Na*r de „Nwe Soer. Crt." schrijft, zou de bemanning van den kruiser geweigerd hebben den feestavond, dooi de burgerij van Soerabaja haar aangeboden, bij te wonen. „Om deze opzienbarende houding te motiveeren, werd den commandant medegedeeld, dat de bemanning liever niet kwam in de voor dien feestavond bestemde zaal, de zaal van de sociëteit „Concordia" en wel omdat die zaal op gewone dagen voor het marine-personeel niet toegankelijk is, een motief, dat nogal gezocht klinkt, omdat de ingezetenen van Soerabaja, die geen leden zijn van deze sociëteit, natuurlijk ook geen toegang tot deze zaal hebben. De marine-commandant moet daarna over deze aan gelegenheid, welke voor het comité van ontvangst, voor de executanten van het programma allerpijnlijkst had kunnen worden, radiografisch hebben geconfereerd met den vlootvoogd. En deze zou bevel hebben gegeven om het bijwonen van den feestavond tot „dienst" te ver klaren. Wat beteekende, dat zij, die daartoe werden aangewezen, den teestavond moesten bijwonen, wilden zij niet indisciplinair handelen. De bemanning marcheerde dus naar de feestzaal. Tijdens de rede van den resident was zij nogal rumoe rig, en zelfs ontzag een der matrozen zich niet om, toen de resident sprak van den „ongedwongen geest, welke op 'tfeest zou heerschen", hard te roepen: „gedwongen I" Toen het „Wilhelmus" werd gespeeld, kostte het eenige moeite om alle schepelingen tot opstaan te krijgen en terwijl de burgerij het Volkslied meezong, zwegen de matrozen. Gelukkig merkte niet al het publiek deze onbehoor lijke manifestaties der gasten op. Doch op hen. die er getuige van waren, maakte een en ander een zeer slech ten indruk. Het is in Soerabaja, als een gevolg van de uitspat tingen en vechtpartijen der marincschepelingen, moeilijk geweest om de goede verstandhouding tusschen de burgerij en de matrozen te bewaren. De burgerij heeft gaarne erkend, dat er zeer veel fatsoenlijke ma trozen zijn, doch zij zal er zich over blijven verwon deren, dat deze er maar niet in schijnen te kunnen slagen om hun ruwe makkers binnen de perken van het fatsoen te houden. Evenwel, de burgerij is niet haatdragend en zij doet wel eens een oogje toe, sis de, ns vorstelijke ver teringen uitbundig geworden matrozen, in restaurants en Cabarets anderen menschen het genoegen vergallen. Dat bleek ook uit de spontane Sctie om opvarenden van de „)ava" feestelijk in te halen. En al hebben nu de matrozen op den feestavond later blijkbaar onder den Invloed van het leutig pro gramma hun stemming ten goede gewijzigd, de wijze waarop zij eerst de tegemoetkomende houding der bur gerij hebben beantwoord, kan maar niet dadelijk ver geten worden." Een meer „tegemoedkomende houding" hebben dan onze marinemannen gisteravond getoond op den hul digingsavond in de Alhambra bioscoop te Vllssingen, die door de ver. „Vlissingen Vooruit'', was georgani seerd en gewijd was aan de Vlissingsche marineman nen, die hebben deelgenomen aan het reddingswerk in de watersnoodgebleden. Er is door deze mannen dan ook in die benauwde tijden inderdaad iets .geweldigs gespreateerd en het doet one aller hart ongetwijfeld Soed, dat ter erkenning van de uistekende daden bi) en jongsten watersnood bi) Kon. Besluit een eereteeken ie ingesteld. Dit eereteeken bestaat uit 1 lo. in een medaille in zilver of in brons, houdende aan de voorzijde het borsbeeld van wijlen Onzen be minden Vader, met het omschrift: „Willem til, Koning der Ned. G. H. V. L", en aan'de keerzijde met het omschrift„Watersnood van 1026", een oranje- en laurier tak, van onder met elkander door een lint verbonden, omvattende een perkament, waarboven de Koninklijken kroon en voorzien van het opechrift„de Koningin aan 2o. in een barret in zilver of in brone, voorstellende een eikentak omslingerd door een lint, waarop de woor den: „Watersnood van 1926" zijn gegraveerd. 3o. De medaille wordt door One verleend aan hen, die zich bi) den jongsten watersnood bijzonder hebben onderscheiden, om aan een oranjelint op de linkerborst te worden gedragen. 4o. De barret wordt door One toegekend atn hen die reeds vroeger met de medailles, ingesteld bij de Kon. besluiten ven 31 Maart 1855» no. 71» 24 Maart 1861, no. 66 in 6 April 1876, no. tl, alsmede bij One beiluit van 6 Maart 1916, no. 13 of, met de barret, ingesteld bij de drie laatetvirmelde besluiten, zijn begiftigd en iloh opnieuw bi] den jongsten waterenood loffelijk heb ben onderioheiden 1 si) zal gedragen worden op de linker borst door middel van een oranjelint boven de vroeger bij Koninklijk besluit verleende medaille en nevens de vroeger bij Koninklijk besluit toegekunde barret. Ao. De barret en het lint mogen niet zonder de me daille worden gedragen. Het moet gezegd, dat het met de geldinzamelingen voor de geteisterde «treken uitstekend gaat. Overal slaat men da Handen aan de ploeg. Br wordt gecollecteerd langs de huizen, In ksntoren en werkgelegenheden, op openbare plaatsen in scholen en kerken, bij uitvoeringen van Muziek- en aangvereenlglngen enz. enz. De sommen etróémen binnen 1 Het geat goed, het gaat goed 1 Het volk van Naderland houdt zijn ouden naam noog, zéér hoog I Cr la echter ook een ontzaglijk kapitaal noodig. Volgen» deskundige raming beloopt de schade tueechen de T3 en 15 miljoen gulden, dat is dus gemiddeld 12.— per Nederlandeon onderdaan. Ale onze regeering nu eens een flinke greep uit haar overeohotje van 1925 dat ruim 46 miljoen gulden bedraagt deed, was het geldelijk gat opeena gedicht Al bet nog maar «mofe «Mta6e mee*» hen. Evenwel hooit men zoo ma dan bewe zen, dat er «enige «opleving" te conita» tMren ia. Zeker is bet, dat vele aakan meet seudeo kebben, weiiaem mm «w hal algemeen meer prlj» etelde op «Wetef Drukwerk". Dit toch geeft immetv cachet aan Uw zaak m brengt U steeds aieuwe orden. Laat ons bet eens voor U vervaardigen en U colt, zoowel om pr|s als uitvoering tevreden sga. NoordztraM Vlissingen Langs Delft Middelburg^ Dit is echter een terrein vol „voetangels en klemmen," zooais de geijkte term luidt. Met een nog niet nader bevestigd gerucht, willen we ditmaal ons voorsoeï beslui ten. Volgens een Pransch blad zou er fepr&kè üija van het instellen gedurende het badseizoen van een pasaa- gieradienst tusschen Vlissingen, Dover en Duinkerken, met het doel naar deze badplaateen zooveel mogelijk vreemdtlingen te brengen. In verband met den lagen koers van den Pranschtn franc verwacht men, dat de Belgische badplaatsen weinig zullen bezocht worden, doordat de badgasten naar de Pransche kust zullen gaan, Door nu practiache en anel e middelen van vervoer In te stellen, meent men in Duinkerken een grooten vlood van bezoekers te krijgen, welke den bloei der stad ten goede zal komen. We heipen het onze Pransche broederen wenschen, dat Duinkerken tot groote bloei moge komen, ofschoon we niet van ganscher harte kunnen moegaan met do oorzaak het dalen van den geldkoers die momen teel leiden kan tot dezen bloei. -f- I KORTE KLANKEN. De winkelelui Ing te Middelburg. Volgens bot verslag In de „M.C." van de gehouden openbare ver gadering van de „Kamer van Koophandel" te Middelburg, werd over bovengenoemde kwestie de volgende discus sie gehouden. Het laatste voorstel, dat om aan Burg. en Weth. van Middelburg te adviteeren geen wijziging te brengen in de winkelsluitingverordening ten opzichte van den Zon dag en van den Zaterdagavond, gaf den heer Olthoff aan leiding om te zeggen, dat hij had gehoopt er zou wor den geadviseerd om te komen tot geheele sluiting op Zondag. Dien dag moet volgens den Hoogeten Wetge ver worden geheiligd Te makkelijker kan dit te Mid delburg geschieden, waar volgens het bureau slechts enkele winkele op Zondag geopend zijn. Spr. zou de zaak in drieën willen behandelen. Punt Ageheels eluiting op Zondag zou hij willen zien aangenomenB. Zondagssluiting om 4 uur zou daardoor vervallen en C Zaterdagssluiting zou hij vrij willen laten. De voorz. heeft geen bezwaar de zaak te splitsen. De heer Mateee zegt dat vele personen op een heel ander standpunt staan dan de heer Oifhoff en daarom hoort het niet in de kamer thuis daarover te discusee ren, men moet het hier alleen uit het oogpunt van han del bezien en dan moet men komen tot vrijlaten In de kwestie der winkelsluiting. De heer feronimua wijst ep het vreemdelingen bezoek, dat onder de Zondagselulting sou lijden. Het vooretel-Olthoff om te advleeeren Zondags allee te alultan» werd verworpen met 12 tegen 4 «temmen, dia der heiren v.d. Berg, Chamuteau» F. 0. Laernoei an OUhoff. Het veeretel van hat bureau ward nu aangenomen met 12 tegen 4 Hemmen die der bovengenoemde heeren. Vrouwepolder. Maandagmiddag hield de raad der gemeente Vrouwepolder eene openbare vergadering, waarin alle loden tegenwoordig weren. De vergadering werd door den voorzitter mei de gebruikelijke nieuw jaarsrede geoper d, welke rede door het oudste lid den heer Meeu namens den raad ward beantwoord. De sedert de vorige vergadering ingekomen «tukken werden, evenals de mededeeling van den voorzitter dat de wijziging tier «renten tusschen Vrouwepolder on Serooskerke (W.) eindelijk een feit wae geworden, voor N* beapreklng ward, aan|atltn fflt). Haak atlah had teruggetrokken, m.a.at. tol ondarwl|iaraa In da nuttige handwerkan aan da O.L achool In da aM. Vrouwepoi. dar banoamd maj. Adr. Varvaar ta Oaatkapalla. Ma braad, voerlge beapreklng van hat adrai van Sturm e.a. handende verwek am uit da gemeentekaa tan blidrage van I 460 baaohlkbaar ta Italian, tar tegemoetkoming In de koeten van verharding van dan Krul a wag, alimada om het onderhoud van den verharden weg na da var. harding voor rekening dar gemeente ta naman werd m. Jedeeid j het was „moeilijk om het den mensehen naar en zin te maken, er was geen algemeene tevredenheid/1 Dat moge al of niet juist geweest tljn men had wel gerdaoht, dat na de hartelijke verwelkoming, welke ook het ondergeeohikte personeel in tndll ten deel viel, de stemming, om welke redenen dan ook bedorven, weer verbeterd wa». kuNHliMuulein nnMiiuuiimnii iinniiiVvin| ■flngvnouivni

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1926 | | pagina 5