1
5
1
Hs/
K N UTS E
C U R SU S.
Oom Theo.
Een aardige manier om leuke wandversie/ingen te maken.
i.cste Meisjes en Jongens,
We zijn nu bezig aa i een heel prettig en gezellig
weikie. Op deze plaats komt geru.men tijd achtereen
steeds een plaat. (Dit is reeds de veertiende keer dat we
zoo'n plaat afdrukken.) Jelui hebben niets anders te doen
daa steeds al deze platen op 't zelfde dunne carton te plak-
ken en dan netjes in een doos op te bergen 1 Hebben
we alle cartonnen bij elkaar dan gaan we bouwen. Wat
het dan worden zal? Wel een heel mooi gemeubileerd
poppenhuisLeuk hé Hoe jelui het in elkaar moeten
zetten, vertel ik jelui dan als alles compleet is.
WIM's DROOM.
Kk-.ne Wim lag op een avond al vroeg in zijn bedje.
Hij keek naar de maan, die vond hij zoo groot. „Hé"
dacht Wim, „ik wou, dat ik op de maan zat, dan ging
ik eens kijken of er ook bergen op waren." Terwijl hij
zoo lag te staren werd hij al een beetje slaperig en
eindelijk sliep hij vast in.
Hij droomde dat er een fee binnenkwam en hem vroeg
of hij mee wou naar de maan. Nu, dat wilde Wim wel.
Hij had dit juist zoo graag gewild en nu gebeurde het
echt Vlug klom hij op den rug van een zwaan, die met
de f«*mee was gekomen. De fee zei iets tegen.den
zwa ui en ineens ging Wim heel vlug naar boven
naai Je maan. Eerst was hij wat bang, maar al gauw
vond hij het heerlijk, want nu was hij er vlak bij. En
toen hij er eindelijk was, wat zag hij toen Hooge ber
gen. maar hij was nu toch wel wat hang voor de maan,
wam die trok zoo'n boos gezicht. Maar de fee s'elde
hem gerust. „Nu heb je je zin" zei ze „nu ben je op
de m «an."
„Ja", zei Wim, „maar mag ik eens op die bergen
klimmen?" „Dat mag wel" antwoordde de fee. Toen
begon Wim den hoogsten berg te beklimmen, maar
toen hij op den top was, gleed hij van een rots af en
tuimelde naar beneden, heelemaal naar beneden.
Hij gilde zoo hard als hij kon en terwijl hij dacht, dat
hij viel, tuimelde hij ook uit zijn bedje. Moeder kwam
verschrikt aanloopen, want ze dacht, dat er wat ge
beurde. Maar toen ze haar jongen daar zag liggen, moest
ze toch hartelijk lachen. Ze schudde Wim heen en weer
en deze vroeg nog in zijn droom „Waar zijn de fee en
de zwam?" Maar Moeder zei: „Je ligt lekkertjes in je
bedje." Toen Wim, dat zag, vroeg hij: „Ben ik-dan niet
op de maan geweest en is de fee er dan ook niet ge
weest
Toen vertelde Moeder hém, dat hij gedroomd had.
Toen Wim den volgenden morgen naar beneden kwam,
vertelde hij zijn droom aan de anderen. Die moesten er
erg om lachen.
Op school vertelde hij hem ook aan den meeste
maar deze zei„Je moet nooit weer uit je bed vallen,
want je had je wel pij» kunnen doen." En later is Wim
ook heusch nooit weer zoo uit z'n bedje gevallen, al
droomde, hij ook, dat hij van den hoogsten berg viel.
VAN ALLES WAT.
De Engelsche acteur Quin geraakte eens op een zon
derlinge manier in de war, terwijl hij in den Officier
der Wervers van E. Foote, de*rol van den rechter Ba
lance vervulde, en Misstress Woffington, die de doenter
van den rechter speelde, ondervroegSylvia, zeide
Lij io* haarhoe oud waart ge toen uw moeder zich in
het huweli. L -.g.tf Ds actrice staarde 'ncsn onthutst aan
hij merkte dit op en hernam Ik vraag u hoe oud ge
waart toen uw moeder geboren werd. Het spijt mij zeer,
dat ik ij op deze vraag het antwoord moet schuldig blijven,
zeide Sylvia Woffington, maar ik kan u wel zeggen, als
ge het wil weten, hoe oud ik was toen mijn moeder stierf.
VWLOLLINCi's NIEUWSBLAD
T7\
T"TT7~
GEZICHTSBEr^
We laten hier enkele voorbeelden volgen
die laten zien dat op het oog „schatten"
niet zoo vertrouwbaar is.
Figuur 1 doet u stippen zien, die er niet
zijn. Tuur eenige seconden op de figuur,
dan zult'ge zwarte stippen ontwaren op de
witte kruislijnen (gemerkt met x). Schat bij
PIG:
■i
'm
y
1
P-tiS.: H
F/&. 5. xk.uAXS.
Figuur 2, welke afstand de grootste is, van
unt A-B of C-D. Verder bij Figuur 3
elke lijn de grootste is, die van blok A-B
of C (alleen de rechte bovenlfjn).
Bij figuur |4 is de vraag: valt lijn A of
B in 't verlengde van de schuine bovenlijn
Vooral deze figuur is opmerkelijk, en
bijna allen ^zullen wel verkeerd raden. De
figuur daarnaast vraagt u, waar zullen de
schuine lijnen elkaar raken De figuur 5
vraagt welke stip de grootste is, de zwarte
of de witte. Zorgvuldig nameten geeft u over
al 't rechte antwoord op en ge zult verbaasd
staan over de verkeerde gissingen, die door
U zijn gemaakt. Oom Theo.
u i Ce moet twee kleu-en papier hebbt n.l. zwart en grijs met be
hulp v*p* -r i i» nuri: trekt ge eerst figuur 2 na en daarna Figuur
3. Door middel van carbonpapier brengt ge nu de calqué van figuur
2 over oo c «re kant van he' grijze papier. Zoo ook brengt ge
figuur 3 ovei on den *c..ic i kant van het zwarte papier. Nu knipt ge met
een fijn schaa»
ii k ..rtiii v au uv l Mm ww «u iv papivi i ju nuipt ««tv»*.
oen nagelschaai t|e,beide deelenzorgvuldig uit.Met
Glutonkleefpasta plakt ge
eerst figuur 2 en daarna figuur 3 op de
aangewezen
plaats als fi
guur 1 aan
toont, op een
stuk wit pa-
piei of op een
briefkaart. Ge
hebt nu een
aardig -schil*
deiijrje voor
u-zelf of om
aan uw ken
nisjes te zen
den.
Oom THOI.