KNUT^ELCURSUS. I TTTTTr"" "iwirq- Tl I Oom Theo. Een rausch a's brievenbesteller. „Zijn schuld" Haar onschuld. ST. NICOLA AS. EEN PUZZLE, DIE GcEN PUZZLE IS Oom Theo. VROOLIJK HOEKJE. Hu pvaa dige familie. Woede. Oom Theo. Macht der gewoon e. VAN ALLES WAT WLGtl.nC.-s NIEUWSBLAD VAN 4 DEC. 1925. =7= =*5= lieste Meisjes en jongens, We zijn nu bezig aa een heel prettig en gezellig werkje. Op deze plaats komt geruimen tijJ acnUrcen steeds een plaat. (Dit is reeds de twaalfde keer dat we zoo'n plaat afdrukken.) jelui hebben niets anders te doen dan steeds al deze platen op 't zelfde dunne carton te plak- ken en dan netjes in een doos op te bergenHebben we alle cartonnen bij elkaar dan gaan we bouwen. Wat het dan worden zal Wel een heel mooi gemeuoileerd poppenhuisLeuk hé Hoe jelui het in elkaar moeten zetten, vertel ik jelui dan als alles compleet is. Een rijke weduwe hield veel van vogels en deed al wat zij kon om de diertjes te beschermen, 's W nters liet zij zorgvuldig de sneeuw achter haar huis bij vegen en strooide zij zaadkorrels voor de arme hongerlijders. Op een morgen kwam een huismusch, haar bijzonde re lieveling met een zakje om den nek, dat wel een afgesneden vinger van een handschoen leek te zijn. Naar gewoonte vloog zij terstond op de hand, die de dame uitstak en keek haar aan, alsof zij verzocht haar van die v icht te verlossen. De dime deed d t en vond in het zakje een bric fje met den volgenden inhoud „Eerlijke menschen in uw buurt lijden aan alles ge brek Zult gij voor hen minder doen dan voor uw kleine gevederde beschermelingen, dien gij eiken morgen wei- da d gheid bewijst De weduwe bedacht zich geen oogenblik, maar ging naar haar schrijftafel, nam er 'n bankbiljet uit, stak dat in het zakje, ving den kleinen brievenbesteller, bond hem liet zakje om en liet hem wegvliegen. Enkele dagen daarna verscheen de kleine bode weer met zijn brieventasch, die nu het volgende schrijven bevatte Gij hebt een arm kunstenaar en zijn talrijk gezin ge red. God zegene u daarvoor I In het aanstaande voor jaar ontvangt gij de som, die gij ons zoo edelmoedig hebt voorgeschoten, terug". En werkelijk reeds op een der eerste lentedagen bracht de No Je het ge'd teru», met het volgende briefje „Wij verzoekea oa/.e wel loenster. wij haar onze geldschuld mogim afdoen. Met dankbaarheid zullen wij steeds aan haar blijven denken". Toen de musch weder een bezoek bij de dame af legde, hield deze het diertje gevangen, om daardoor zoo het mogelijk was het gezin te leeren kennen, waar het vogeltje vandaan kwam. Zij slaagde daarin naar wensch, want de meesteres van den vogel, de dochter van den kunstenaar, verzocht in de nieuwsbla den teruggave van haar lieveling, De weduwe haastte zich natuurlijk em aan dit verzoek te voldoen. Zij zocht het gezin op, dat bleek haar hulp volkomen te verdienen en stond er op, dat de dochter van den kunstenaar be loofde haar te zullen waarschuwen wanneer haar vader zich weer in nood mocht bevinden. Natuurlijk gaf de weduwe haar ook de gemaakte advertentiekosten terug. VROOLIJK HOEKJE. Het kleine meisje (snikkend)„Keesje heeft mijn pop gebroken". Moeder„Hoe heeft hij dat gedaan Het meisje „Ik sloeg hem er mee om zijn hoofd" Mevrouw„Heb jij dit bord gebroken Rika Rika„Neen, mevrouwik heb het alleen maar laten vallen". ZijWaarom nam je je hoed af voor dat meisje, je kent haar toch niet, wel Hij: Nee, maar mijn 0 broer kent haar en dit is zijn hoed. WEGELINi/s NIEUWSBLAD VAN 4 D-C Klok heeft negen uur geslagen, Meester staat al voor de klas, „Kind'ren, luister, 'k ga verteilen Hoe 't bij de Batavieren was. Hoe ze leefden, wat ze werkten, Hoe ze jaagden, laat en vroeg, ln hun groote woeste bosschen, Hoe hun vlot hen stroomaf droeg" 't Is in 't schoollokaal heel rustig. Of ze luist'ren 'k|Weet het met Maar je zou het haast gelooven Als je hun stille aandacht z.et Maar de meester kent ze beter En hij ziet o zoo goed, Hoe dat luisteren maar schijn is. En dat stil-zijn, omdat 't moet. Toch wil hij ze niet berispen Voor deez' eene enk'len keer, Het is immers vijf December En vast denken zij nu weer Aan al de versnaperingen, De cadeautjes, groot of klein, Die ze vast en zeker krijgen Als ze thuisgekomen zijn. Meis jes, jongens,'kwensch je allen Wie je bent^ of hoe je heet, Dat de Sint je goed bedenke En hij er niet één vergeet. FRAN CINE. Neem een leeg luciferdoosje en maak daarin een gleuf. Deze gleuf meel kleiner zijn dan de smalste kant van fig. 2. Figuur 2 'calqueert ge, knipt ge uit en plakt ge op dun carton. Nu plaatst ge fig. 2 tin de gleuf, gelijk figuur 3 aangeeft en reikt het ovei aan uw kennisjes met de vraag of ze het cartonnetje zonder buigen en zonder beschadigen van carton of gleuf in het doosje kunnen voèien Na veel geprobeer geven zij *t op. Dan schuift ge kalm de doos open en legt bet cartonnetje er in. Dat was niet verboden jansenSchiet je neef, die pas dok ter is geworden, al op met zijn prak tijk r* Pietersen „Nu, dat gaat heel lang zaam. De heele familie probeert hem natuurlijk te helpen, maar je ttpijpt we kunnen niet allemaal tegelijk ziek worden" Een twijfelachtig geval. GastKelner, zijn deze nrnojjes versch Eerlijke kelnerlk weet 't met ik ben hier pas twee weken. Gierigaard (boos) Had ik nu iets goedkoops bij de hand. dan zou ik het kort en klein slaan. PROF GEZICHTSBEDROG. Bonjour, meisjes en jongens. Ik sta h';er voor een groote deur, zie je lui wel Vóór die deur staat een pilaar. Merk je wel hoe de linkerhelft van die deur aan het verzakken is Daar ko men ongelukken van Offe zou ik 4het w.eer mis hebben Wat denken jelui zelf er van Oplossing van het pro bleem De deur is zuiver symmetrisch want bij na meten komt men tot de ontdekking, dat de gebo gen lijnen bij *t hoogte punt uit A samenkomen. De twee lijnen van den pilaar doen dit gezichts bedrog ontstaan. Voorzitter van vele vereemg ngen (als hij In *t:Ver een geval uiteengezet heeft: Zoo, en iij goef ik u het woord, edelachtbare De bekende dwerg. Tompouce die kort geleden in den Den Haag zijn vijftigsten verjaardag vierde, is bij al zijn kleinheid toch onberispelijk gebouwd. Eens wandelde hij met een vriend in het Bois de Boulogne te Parijs. Plot se ling kreeg h| een aard'gen inval Zie je daar d5e aardige dkme vroeg hij. Ik wed met je om beo francs, dat ze dadelijk sui ker tjes voor me ai koopen. Tompouce wierp de sigaar, die hq in de mond hield weg, en verwijd rde zich. Even later stond hij tegen een boom hartstochtelijk te snikken. Dadelijk kwam de dame op hem toe en vroeg mede lijdendWal mankeert er aan, kleintje Een nieuw heftig snikken was het antwoord. Ach todh zei de dame medelijdend, dat is ontzet tend treung. Maar ft zal je verdriet stillen en je een k ctnigheid koopen. Daarop nam ze Tompouce bij de hand, bracht hem naar een banketwiakei en kocht wat bonbons voor hem. Maar Tompooce's verdriet was nog niet verminderd. Hij schreide al maar door. Het kind beeft zeker zijn gouvernanteVerloren, zei zft, het is zeker verdwaald. Daarop wendde z| zich tot «3en kleine en vroeg: Waar woon je dan mijn kind? Nieuwe tranen, maar geen antwoord. Wees maar stfl mijn hartje. Heb je iets verloren? ja-a-a, was het antwoord. Wat dan? Mn sigarenkoker. WatRook je dan al vroeg de dame verwondev d Hoe oud ben je dan al? Vïjf-en-dertig was het antwoord van den dwerg, die zich aiet een onberispeifke buiging verwijderde.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1925 | | pagina 10