KNUTSELCURSUS.
ld
Oom Theo.
DE GROENE PAGE.
DE DROOM VAN EEN HUURKOETSIER.
WEGELINC.'s NIEUWSBLAD VAN 30 OCT: 1925.
Beste Meisjes en Jongens,
We zijn iiu bezig a a i een heel prettig en gezellig
werkje. Op deze plaats komt geru'vnen tijd achtereen
steeds een plaat. (Dit is reeds de zevende keer dat we
zoo'n plaat afdrukken.) Jelui hebben niets ande s te doen
dan steeds al deze platen op 't zelfde dunne carton te plak
ken en dan netjes in een doos op te bergenHebben
we alle cartonnen bij elkaar dan gaan we bouwen. Wat
het dan worJi n zal Wel te 1 heel mooi gemeubileerd
poppenhuis! Ltuk hé? Hoe jelui het in elkaar moeten
zetten, vertel ik telui dan als alles compleet is.
1 H
Dit is een plaat, behoorende tot de keuken van het poppenhuis.
Heel, heel lang geleden leefde in een uitgestrekt bosch
de koningin van de feëen. Ze had een groote hofhouding
en ieder liad er zijn eigen werk.
Onder de pages, die boodschappen voor haar moesten
doen, was er één, die altijd heel gauw terug was. Nie
mand kon het zóó vlug als hij. Hij droeg altijd een keu
rig groen jasje en werd daarom „de groene page" genoemd.
Zijn beenen waren verbazend lenig en het eigenaar
dige van hem was, dat hij niet vloog of liep zooals de
anderen, maai hij sprong over den grond. Heel groote spron
gen maakte hij, daarom was hij ook weer zoo gauw terug.
Maar hij had één fout. Hij was verbazend gulzig. Hij
deed niets liever, dan eten en door cfat vele eten had
hij een heel grooten mond gekregen en zijn oogen vie
len bijna uit zijn hoofd. Bovendien leed zijn werk er
onder. Als hij onderweg iets lekkers zag, ging hij het op
zijn ge nak op zitten eten en h j ve gat intusschen zijn
boodschap Of wanneer hij thu's faan tafel zat en de
Koningin liet hom roepen, ging hij nooit, vóórdat er niets
meer op de schotels over was.
Hij liet haar kalm wachten. De Koningin werd boos
op 't laatst.
J< za' hem nng eens moeten straffen", zei ze, „als
hij niet af'eert, zoo gulz g te zijn."
Eens h id ze een heel gew cht ge boodschap en ze liet
den groenen page halen. Niemand zou den brief zoo
gauw weg kunnen brengen als hij. Maar de groene page
zat juist te eten.
„De koningin moet maar even wachten", zei hij, ik
kan al dat lekkers onmogelijk laten staan."
„Maar je moet dadelijk bij haar komen. Er is haast bij."
„Ik ben nog niet klaar. Ik moet dat eerst allemaal
op eten."
En hij at en dronk, tot er niets meer over was. Toen
stond hij op en ging, al springende, naar het paleis van
de koningin.
Maar do^r het vele springen na het haasüge eten kreeg
hij heel erg den hik. Onderweg dronk hij een paar maal
zeven slokjes water achter elkaar, zonder adem te halen,
maar het hielp niet. Het werd nog hoe langer hoe erger.
„Hik, hik, hiK ging het maar, toen hi? voor de Ko
ningin stond. Hij kon geen woord spreken.
Allo hovelingen keken angstig, want het is heel onbe-
leefd om in tegenwoordigheid van Je kou ngin steeds
maar te hikken,
„Nu is de maat vol", zei de koningin. „Ik verdraag
het niet langer, je gulzigheid moet gestraft worden.
Ze zwaaide haar tooverstaf over den groene page en
deze veranderde dadelijk in een kleinen, groenen kik-
vorsch met een grooten bek en uitpuilende oogen.
ledereen heeft de kikvorschen 's avonds wel eens hooren
kwaken in de buurt van slooten en mo< rassen. Maar
weinig m nschen weten, dat het eigenlijk hikken is.
Want kikvorschen zijn allemaal afstammelingen van
den gubigen, groenen page.
WLGELING'S NIEUWSBLAD VAN 30 OCT. 1
Gischiedenis zonder woorden van Oom Theo.