VROOLIJK HOEKJE. Kinderlist WEGELING's NIEUWSBLAD VAN 16 OCT. 1925. Beste Meisjes en Jongens, u/« aa een heel prettig en gezemg werkje. Op deze plaats komt geruimen tijcfachtereen steeds een plaat. (Dit is reeds de vijfde keer dat we zoo'n plaat afdrukken.) Jelui hebben niets anders te doen dan steeds al deze platen op 't zelfde dunne carton te plak- KNUTSELCURSUS. ken en dan netjes in een doos op Te bergenRebben wv ".t^nnpn bii elkaar dan gaan we bouwen. Wat het dan worden zal wel ié> heel mooi gemeubileerd poppenhuis! Leuk hé? Moe jelui het in elkaar moeten zetten, vei tel ik jeiui dan als alles compleet is. Oom Theo. Zie hierboven de twee zijschotten van de keuken. Onderaan geven de kleine lettertjes L 4- R aan, welke links of rechts komt. Deze plaat nog niet opplakken doch bewaren tot alle kamers compleet zijn. Op het rechtsche schot komt straks de gootsteen te bestemder plaatse». Niet bang. Bij den burgemeester van 't dorp kwam eens een zekere boer Hannes, die zijn twaalfjarig zoontje Hendrik had meegebracht. Do jongen was buitengewoon bloode en dorst de oogen niet opslaan. Is die jongen zoo bang vroeg de. burgemeester. Bang hernam de vader Hendrik bang wel neen, hij gaat 's avonds wel moederziel alleenig naar bed. Mama, ik moet hoesten. Ga naar bed. Neen, mama, dat helpt niets. Dan moet gij met koud water gewasschen worden. Och neen, mam, dan worél bet nog erger. Laat het dan IIk moet Ook hoesten. Och, die arme mamaZal ik u wat borstbonbons halen Opsnijder. Een leeuwentemster nam een klontje suiker in den mond en liet een leeuw dit klontje van haar lippen stelen met zijn leeuwentoetje. „Dat kan ik ook" schreeuwde er een uit het publiek. „Opsnijder", riep men hem toe. „Natuurlijk kan ik dat ookevengoed als de leeuw". De ruisen. Op een hulsblad zoo'n mooi glanzend blad kro pen twee rupsen, de een over den bovenkant, de ander tegen de onderzij. Ze ontmoetten elkaar aan den rand me.t al die stekels. „Smakelijk eten zei die van den onderkant. „Eet smakelijkzei die van den bovenkant. „Hadden wij die donkergroene hulstblaren niet, het zou er slecht met ons uitzien", zei de bovenste. „Wat praat je me van donkergroen V* vroeg de onder ste „Lichtgroen is het hulsblad „Donkergroen zeg ik", hield de bovenste vol. „Lichtgroen!" schreeuwde de onderste buiten zich zelf van woede. „Dan zullen we d'r om vechten wie gelijk heeft. Hou je gereed." En de bovenste kroop over den rand van het blad naar de onderzij er van. Tegelijk kroop de onderste naar de bovenzq. Na een poosje kropen ze elkaar bijna tegen 't lijf aan den rand. „Je had gelijk", zei de bovenste, ,/t Is hier lichtgroen". „En jij li.id óók gelijk", zei de bovenste, „'t Is hier donkergroen." Wat een dwaas was ik." „Wat een zót was ik". WEGELING's NIEUWSBLAD VAN 16 <X.T KRUISSTEEKPATROON Beste Meisjes. Dit aardige kruissteekvoorbeeld kun je voor verschillende doeleinden ge bruiken, b.v. voor kussen, kleedje enz. Doe er maar eens goed je best op. Oom Theo. EEN TEEKENLES VAN OOM THEO. KLEINE DKK1Z EN CE k A '^H. „Ikke naar de maan", zei Dikkie. toen moeder hem op ern avond toedekte. Moeder dacht, dat vrerjar ge D?kk-e van de maan wjr'dc n cn ooi zei ze.- „Datjs goed, Dikkie, ga jq mar eens naar de avian!" Dikkie was wel wat verbaasd, ial moeder het mair z-jo d dei:tk goed vond. Dat was gewoonlijk niet het gevat als er iets - D kke's uri ck >pje opkwam. Maar hq was zóó in zijn schik dat moeder hei set \er ooJ jroar de maan te gaan, dat hq er niet verder over nadacht. De maan had Dikkie altijd al aangetrokken. Vooral dat de maan nu eens als een groóte gele parrv korft en dan weer als zoo'n heel klein figuurtje aan den hml sJond. von^ Dskk e wonderlijk Dikkie was er eigenlijk voor zichzelf vast van ovestuigi. dat de maan hing. Precie§ eender als de rdbde ballon, die moeder voor hem» bq een man op straat had gekocht Alleen hing de baUoo naar jven en de maan hing, zo&ls Dikkie hem vanavond bad gezien, naar beneden- De maan hing nu zóó laagDiXa c tcu er vast wet bq kunnen. Als hij maar steeds den weg afliep en dat was heuseh niet zoo heel ver Nauwelijks had moeder de deur d i ook ae:*er zj at gedaan of Dik kie kroop weer uit zijn bedje en kleed Je z cSt aan Zqi kousjes en schoentjes trok hq weer aan, zqn broekje en zijn tfjfesusye, alleen e knJ «bandjes op zijn rug die aan bet broekje zaten, kon hq Euet vast Jtrqgen. Da: deed moedei ook altijd. Vader en moeder die dachten, dat küeirae Dikke al Tcdipcn was, zoo als hij anders altijd dadelijk deed, liepen mwsscÈmrn een ckkJic om. Moeder had hoofdpijn en van de buitenlucht knapte ze aatqd co. Zoo kwam het, dat ze er mets van me ktzn, dat Dikkie de trap aft ep, het tuintje en het hekje door en den we.* m de ncitng van de maan. Vader en moeder waren een anderen kant uaigrgaau Dikkie begon heel dapper. Voor de ge/e^ghewJ bad hq zqn Teddybeertje onder den arm meegenomen. Een heel end hiep Dikke voort, maar hoe flink hij ook aanstapte met zqn k&aae beentjes, steeds bleef de maan even ver weg. Toch gaf Dikkie het nog niet op. Als hq maar aan hef eind van den weg was. dan zou de maan wel «fcefeterbq zqn. Maar hq werd op het .laatst moe. zóó moe en .zqn voetjes gingen zoo'n pijn doén En nog altijd stond de maan zoo afcefcg ver weg Eindelijk moest hq even gaan z aten om irf te rassen en op eens daar barstte hij n tranen uit. ...Moesje, Moesjesnekse hq, ma aj moeder kon hem natuurlijk riet hooren. Dikkie huilde maar sseeds door, zqn mooicn bruinen beer stijf tegen zich aangedrukt, alsof due hem troosienkon. Maar lang zamerhand werd het snikken mtnder en Dnhfcjc was op hef gras aan den kant van den weg, m slaap gevalle Een oogewbiiiqe l.ïer «vamen een heer en dame over den weg aangewandeld. ,Ik geloof, dat daar iets ligt,"zei de dame, toen zé Dikkie's roode broekie op het gras bemerkne. Ze gmg er naar toe en zag tot haar groot en sc ink. dat het haar e«gcn kSene Dikkie was. Het was of Dikkie voelde, dat zqn moesje bq hem stond. Hq deed ten minste zqn oogjes open en vertelde snikkend van zqn rcw naar de maan. Vader nam Óen kleinen vent irnar vlu* op en bracht hem naar huis. Naar de maan keek IXVk* net eens meer. hq verlangde veel te veel naar zijn bedje. En na dien dag is hq jwoit «racer rattrgégaan naar de maan. De maan was stout gjwccsf, vonJ Okkc cn dat vergaf hq haar nojit.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1925 | | pagina 10