We ge ling s Jlieuwsblad Bijblad van De Avonturen v**n Dikke Dorus - x x x VOOR D Om op te lossen. Voor Grooteren. x - JEUGD. XXXXXXXXX - X - X X - - X - - VROOLIJK HOEKJE. 31e JAARGANG VRIJDAG 2 OCTOBER 1952 No» 39 WEGEUNG's NIEUWSBLAD VAN 2 OCT. 1925. Mijn geheel is een bekend spreekwoord, dat met 3 woorden en 13 letters ge schreven wordt 11 10 9 4 is een mooi dorp in Gelderland. Een 1 3 12 5 is een kleedingstuk. 11 7 13 9 2 Is een stad In Limburg. 3 8 8 6 is een jongens naam. 2 Met sch vindt men mij in sommige ouderwetsche h.i zen, met m ben ik een deel van een kleedingstuk en met W een dorp in Noord-Brabant. 3 Op de kruisjeslïjnen k >Tit de naam van een stad in het noorden van Frankrijk - ^XX X - X - .1. •X - - Ie rij 't gevraagde woord. 2e rij een stad in D ente. 3e rij een dorp in Noords Brabant 4e rij een riviertje in Zuid- Holland. 5e fij een dorp in Drente. 4 Kniisraadsel. Op de beide kruisjeslrjnen komt de naam van een stad in ons land. X X - le rij een medeklinker. 2e rij een visch. 3e rij een lengtemaat 4e rij een stad in Limburg 5e nj 't gevraagde woord. 6e rij een plaats in het Gooi 7e rij een zuidvrucht 8e rij een deel van een huis 9e n| een medeklinker. Voor Kleineren. 1 Mijn eerste is een lichaamsdeel, mijn tweede een hemellichaam, mijn derde behoort tot het plan tenrijk en mijn geheel is een bloem, die in het wild groeit 2 Met p ben ik een vogel met r niet gaar, met d tg ik 's zomersmorgens dik wijls op het land en in den tuin en met g ben ik vlug. 3 Wat kun je lezen uit rest p ij 4 Ladderraadsel - X - - X - - «k. - le (bovenste) sport een jaargetijde. 2e sport een dorp in de provincie Utrecht 3e sport een smakelijke vrucht 4e sport een metaal 5e sport een roof die* 5e sport een mooie 5lo ui- De woorden bestaan alle uit 5 letters en de middel ste letters vormen, vat bo ven naa beneden gei» zen. den naam van en s» n Drente. Oplossing van de iegpuzzle C uit het vorig nummer. NIEUW. LEGPUZ2LE B Oplossing in het vo gend nummer - x - Eer rekenkunst. Het volgende aardige Kunstje moet je eens o he een je neemt een bot k voor je. welk hoek geefi iut i*-t mag dik en dun, klem en groot zijn. Verdubbel nu het getal der bladzijden. Vermenigvuldig deze uitkomst met vijf. Tel e tw mg bij op. Voeg hij deze som het getal, dat aanwijs» in welken regel het woord staat Tel er weer vijf bij Ver menigvuldig deze uitkomst met tien. Tel hierbij het getal dat aangeeft het hoeveelste woord van den regel gekozen is. Trek hiervan twee honderd vijftig af. Van het getal dat je overhoudt, geven de honderd tallen aan, op welke bladzijde het woord staat, h cij fer van de tientallen op welken regel.en het cijfer vin de eenheden het hoeveelste woord van dien regel het in gedachten genomen woord is. Probeer het maar eens Een boertje bezocht de Diergaarde en stond vol ver bazing naar den olifant te kijken. Zoo'n vreemdsoortig beest had hij nog nooit gezien. Als één van de omstan ders een cent op zijn hand legde, nam het dier het geldstukje met zijn slurf op en bracht het in het bakje van den oppasser. „Weet je wat merkwaardig is" zei een heer, die met een paar jongelui grapjes stond te maken, „deze olifant is zoo gedresseerd, dat hij negen centen terugbrengt, als je hem een dubbeltje geeft" Dat moet ik eens probeeren, dacht ons boertje. Hij wachtte tot hij nog maar alleen bij den olifant was en haalde toen een dubbeltje te voorschijn. De olifant nam het aan, bracht het naar het bakje, en toen de Diergaarde 's avonds gesloten werd, wachtte het boertje nog steeds op zijn negen centen 1 „Moeder, moeder f Kom eens boven 1" Freddy wil maar de helft van het bed voor mij overlaten „Maar, dat is toch genoog", zei moeder, terwijl ze de trap opkwam. „(a maar Freddie's helft is in het midden en de mijne aan weerskanten van hemsnikte kleine Bob Vader: Ik ben van plan uit de zaken te gaan, beste jongen, 'k Heb jaren jhard gewerkt, en de zaak staat er nu goed voor. Nou is 't jouw beurt, Zoon Zou u niet nog een paar jaren voortwerken. vader, dan zouden wij samen uit de zaak kunnen gaan. Mama: Je moet altijd van je kleine zus houden, Kareltje, en als je wat lekkers hebt er haar de helft van meegeven, hoor. KareltjeO ma, ik houd zoo veel van zusu mag haar al mijn levertraan wel geven. r— Voo en Oud 277 Ons dienstmeisje, van alle haar beroofd wist van verlegenheid niet hoe ze hard moest loopen 279 Da?r op een stil plekje deed hij zijn bedriet gelijke kleeren uit. 278 Het heeie dorp was in opschudding. Ieder keek haar na. Dorus liep maar hard door naar het land 280 Zich omdraaiende stond hij plotseling raar te kijken Was dat nietdaarginder 1 was dat niet

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1925 | | pagina 9