KN UTSELCUR SU S.
overheen.
BELASTING OP PRUIKEN.
Mandje kreeg al
Wat had ze maagVe schouders,
Wat zag 'r snuitje bleek en mat,
Het scheen dat ze ergen heriger
(had
WEGCLING's NIEUWSBLAD VAN 2 OCT. 1921
Beste Meisjes en Jongens,
We zijn nu bezig ua i een heel prettig en gezellig
werkje. Up ueze plaats komt geruimen tijd achtereen
steeds een plaat, (wit is reeds ue tweede keer dat we
zoo'n plaat afurukken.) Jelui hebben niets anders te doen
dan sieeds al deze platen op 't zeilde dunne carton te plak
ken en dan netjes in oen doos op to berge»! Hebbe»
we alle cartonnen bij olkaar dan gaan we oouwon. Wat
het dan worden zal Wel een heel mooi gemeubileerd
poppenhuisLeuk hé hoe jelui het in elkaar moot»»
zetten, vertel ik jelui dan als alles compleet is.
Oo* The#.
HET GEVERFDE KUIKENTJE.
Het was prachtig zomerweer en de kippenfamilie was
reeds vroeg uit de veeren. Er waren een massa kleine
kuikentjes, en moeder Hen had het druk om ze alle
maal bij elkaar te houden.
Vooral èên kuikentje was vaak ondeugend on moeder
Hen stond er dikwijls duizend kippenangslen over uit
De len stónd in het tuintje achter een schilderswerk
plaats. Behalve de ren stonden er verschillende potten
met verf. En het was de liefste bezigheid van brt kui
kentje om, zood a het maar kans had gezien uit de ren
te ontsnappen, van den eenen pot verf op den anderen
te springen.
„Daar komen ongelukken van", zei moedor Hen dik-
vijis, maar het kuikentje luisterde aiet en ging kalm
Zijn gang.
Tot op dien mooien zomermorgen de schildersbaas in
het tuintje kwam om een pot verf te balen »n hij ineens
„pietp et"hoorde roepen. Hij zocht overal eindelijk
zag hij hoven de verf in een verfpot een klein kopje uit
steken met zwarte, angstige kraaloogjes. Het lichaampje
van het kuikentje was heelemaal in de verf gezakt
De baas nam het met de beide handen eruit Hij
veegde zooveel mogdijk de ve f van de vlerkjes af, maar
het was een onbegonnen werk. Het kuikentje hijgde
en hijgde en kreeg bet s eeds benauwder. Do schilder
nam warm water en p oocerde daarmee de dikko, groe
ne verf van de veertjes te weeken, maar ook dat hielp niet
De verf was al voor een groot gedeelte epgedroegd
en omklemde het kleine lichaampje als een harnas.
Even later stitrf het arme kuikentje. Het moest voor
zijn ongehoorzaamheid wel heel erg boaten.
Moeder Hen kakelde dan ook
„Tok, tok, tok! Dat kómt ervan! Tok, tok, tokDat
kómt er van
De schildersjonge» hegroef het kuikentje e» xetto op
het grafje een frisch, groen takje.
Nu er zooveel 'wordt gesproken over do belasting-
plaatjes, die w« aan onze fietsen moeten hebben, is hot
wel aardig om to woten, dat in Pruisen, onder do ro-
geering van Prcderik de Groote een belasting op prui
ken werd gehevte.
Het dragen van pruiken was in dien tijd vrij algemeen,
maar de minister van financiën beschouwde bot firtijlt-
baar als een overbodige weelde. Op elke pruik, waar
voor belasting was betaald, werd een stempel gezet oa
speciale ambtsnaren werden aangesteld om te contro-
leeron of allo dragers van pruiken wel aan bun ver
plichtingen hadden voldaan.
Het moet wel een eigenaardig gezicht geweest rij»,
als zoo'n ambtenaar plotseling op straat iemand ver
zocht zijn hoed en pruik af te zetten, om te zie», of
er zich wel een belastingstempel in bevond.
o e
WFGCLING's NIEUWSBLAD VAN 2 OCT 1925.
De oogen zijn de spindel der zUI
Plak beide platen op dun carton en knip
ze langs de buitenlijnon uit. Kn p ook d<
twee gleuven op het gezicht weg. Schuif nu
de lange strook zóó tusschen de gleuven, d.-«t
steeds een oogenpaar het gelaat volm iken
Ge kunt nu alle ge.noédsuitingt n weergeven
Oom Theo.
HIER KOP1T DE
JgTROOK
VROOLIJK HOEKJE.
Koorddanser, op wiens hoofd een col
lega balanceert met de beenen omboog,
tot z'n kameraad„Zeg, heb je altijd je
levensverzekeringspremie trouw betaald
„Ja, waarom?'
„Omdat ik zoo direct zal moeten niezen."
Dus u wenscht dezen hoed van der
tig gulden te houden, mevrouw
Jawel. En geeft u mij dan twee nota's
een van 15 gulden voor mijn man en een
van «vijftig gulden vo»r mijn vriendinnen.
Een jongmensch bezat een fraaie ver
zameling jachttropcëcn, waaro* djr ook et n
opgezette tijger.
Wat een prachtig dier, riep een jong
meisje uil, dat de verzameling moest be
wonderen hoe heeft u d on gevangen
Ik schoot hem in m'n pyarna.
En het meisje vroeg ven* ouierd
Hoe kwam hij daan»?
Als ik een kus va» u stal, zoudt u
dan zoo schrikken, dat ging gillen vroeg
de voorzichtige jongeman.
Dat zou ik niet kunnen, antwoordde zij
blozend. Als ik schrik, kan ik geen gciutu
uitbrengen.
Dokter, telkens als ik het lichaam voorover buig, de armen horizontaal
uitstrek en er dan oen hal ven cirkel mee beschrijf, voel ik een stekende pajn
in mijn linkcrscitouder.
- Maar mijn waarde hoor, waarom maakt u dan zulke buitengewone bewegingen
Neem me niet kwalijk daktor, inaar weet u een andere manier voor me
jas aan te trekken.
HET N EUWE JURKJE.
Marietje wou een waixTUng doen
Doch regen stroomde weder.
Ze had pas een nieuw jurkje aan
Lu Moes zei„Je moogt nu niet
(gaan.
Wacht schatje tot mooi der!1*
Marietje pruildeze hteld zoo van
Den miiden fr.ss^ regen.
Hoe leuk is 't, ais rondom je heen
Het regenwater sp. t unet r,
Hoe glimmen dan de wegen
Ze dorst niet ongehoorzaam zqn
En Moesjes' wil trotseren.
Want ging ze toch de trappen af,
Dan kreeg ze -s. en zeker straf,
En Vader zou haar beren
Ze schikte er zich dus maar in
En gluurde door de ruiten
Toen plots haar kinderbhkje gleed
Naar 'n bedelmeisje arm gekleed,
Dat rillend liep daar buiten.
Misschien... had ze geen ouders^
Terwijl ze zoo te peinzen zat.
Kreeg ze een stout itke-tje*
Het jurkje dat de stakker droeg,
Dat was voor regen oud genoeg
„Wacht nul bet voor mijn
(kleedje!"
Terwijl haar Moesje
Ging ze zacht naar
Z» riep bet bedelkind
En beiden gingen stil
Zich aan de trap
was
Het bedelmeisje
Die ruil viel haar best me rif.
Ze stapte fier en deftig door,
En kwam zichzelf een dame voor
En voelde zich
Marietje zei
„No kan oqn jurk
Ze spoedde zich
E» vroeg bedeesd
ft KB
"s klaar.
De oadervpcr had de leer
lingen van zijn klas uitgelegd
dat. alle voorwerpen waardoor
i kon kijken doorzichtig waren
Wd. reide h» tot Tommy Todd,
g» mn nu CBR