Algemeen Weekblad
voor WALCHEREN
IJsco „WALCHERIA"
DE BEDELAARS
Agentschappen op Noord-Beveland
31e Jaargang
VRIJDAG 19 JUNI 1925
No. 24
EERSTE BLAD
WEEK-OVERZICHT
Een Uitroeper in de krant
Helpt U uit den brand 11
Bureaux van Uitgave:
DRUKKERIJ H. WEGELING
VLISSINGEN
Noordstraat 44 Telefoon 130 Restraining 51407
DRUKKERIJ DE LANGE JAN
Lange Delft B 1'
DELBURG
Advertentieprijs 15 oent per regel. Ingezonden Nlede-
dqelingen 60 cent per regel (dubbele kolom).
Bij contract aanmerkelijk verminderd tarief.
Abonnementsprijs 40 cent per 3- maanden,
franco per post 55 oent. Losse nummers 5 cent.
Zij die zich mèt ingang van 1 juli op
ons blad abonnneeren,en zich thans op
geven, ontvangen de nog tot dien datum verschij
nende nummers GRATIS* De Uitgever.
Te Cats de heer C. de Waard, no. 43.
Te Colijnsplaat de heer Kr. v. d. Hoven, Achterkerkbuurt
Te Cortgene de heer J. Welleman, N. Achterweg 138.
Te Geersdijk de heer W. v. Goudswaard, C 15.
Te Kamperland de heer j. Clement.
Te Wissekerke de heer A. Visser.
De avonturen van twee ballonvaar-
de r s. In het kantoor van de American Express aan
den Zuidblaak te Rotterdam zijn Donderdagmorgen twee
Amerikanen aangekomen, dis èen heel avontuur achter
d.en rug hebben. W. T. van Orman, piloot, en zijn met
gezel C. K. Wollam zijn Zondagavond met hun lucht
ballon Goodyear III te Brussel opgestegen bij den Gor
don Bennet-wedstrijd, en in W. Z. W. richting ge
dreven. De ballon zweefde over Zuid-Vlaanderen, de slag
velden, de Fransche grens en steeds door, in de rich
ting van Normandië. Maandag vlogen de luchtvaarders
over het land van Le Havre, vervolgens kwamen ze voorbij
Cherbourg en weldra zond de wind hen zee in. Tegen
wil en dank werden de koene Amerikanen genoodzaakt
de rotsige kust van Bretagne achter zich te laten. Voor
hen uit lag de geweldige oceaan, die weldra geen einde
meer liet zien. Geen wonder dat ze de toekomst niet al
te schitterend inzagen. De wind bracht hen in W.Z.W.
richting, waar geen land meer is, dan het verre, verre
vaderland Amerika de voedselvoorziening was niet be
rekend op zulk een onmetelijken afstand, zoódat het
scheen, dat de luchtballon met z'n passagiers het on
geluk tegemoet zou zweven. Doch er kwam uitkomst.
Ongeveer veertig mijlen ten westen van de Fransche
oorlogshaven Brest, zagen van Orman en Wollam een
stoomschip onder zich. En oogenblikkelijk begrepen zij
dat thans een middel gevonden was om zich te redden
van een apgstwekkenden ondergang. Direct begon de
Goodyear III te dalen en na tal van handige manoeu
vreeringen kwamen de Amerikanen terecht op het dek
van het s.s. „Vaterland", van de Orion-Stoomvaartmaat-
schappij, dat koers zette naar Rotterdam.
De boot nam de beide vliegers als gasten op, en door
kliefde het kanaal, tot zij de 2e Katendrechtschehaven
werd binnengesleept, met de keurig-ingepakte ballon
aan boord. Daar gingen de twee Amerikanen spoedig
aan wal om zich te begeven naar het kantoor van de
American Express, waar zij hun avontuur vertelden en
verklaarden blij te zijn, dat alls zoo netjes op z'n poot-
tjes was terechtgekomen. Het had allemaal heel anders
kunnen afloopen.
Intusschen maken deze luchtvaarders thans aanspraak
op den Gordon Benmetbeker. Zij zijn immers niet in zee,
maar op het dek van een schip terecht gekomen. De
afstand, welke zij aflegden, is 800 K-M. Dat wordt een
lastige kwe*stie voor de jury.
Cih i n a. De toestand in China wordt nog niet beter
De bewoners van Kanton hebben de Joennanneezen ver
jaagd, de partij van wijlen Soen jat Sen is er nu de baas
In Sjanghai zijn 800 man Mantsjoerijsche troepen aan
gekomen om de menigte door machtvertoon te impo-
neeren en tot kalmte te brengen. De Chineezen uit de
volksklassen, die den intocht dezer troepenaanschouwden,
meenden evenwel dat zij gekomen waren om de buiten
landsche kolonie aan te vallen. Men verwacht thans nog
2000 Chineesche soldaten, die in de voorstad Chape
zullen worden ingekwartierd.
De processen tegen rustverstoorders-duren voort, Aan
de schuldigen worden slechts lichte straffen opgelegd.
Het diplomatieke corps heeft den derde nota gericht
tot de Chineesche regeering. Daarin wordt de Chineesche
regeering verantwoordelijk gesteld voor de instandhou
ding der orde in geheel China. Echter zijn de buiten-
landsche diplomaten- bereid om met de autoriteiten te
Sjanghai en Chineesche gedelegeerden overleg te plegen
over middelen, die in de huidige situatie zouden zijn toe
te passen.
De nota wordt opgevat als een waarschuwing tegen
een militaire bedreiging van den kant van China.
De haat der Chineezen consentreert zich steeds meer
op de Engelschen en de Amerikanen. De zoogenaamde
christen-generaal Feng joe siang, wiens bolsjewistische
neigingen welbekend zijn, verklaart, dat, mocht het tot
vijandelijkheden tegen Groot-Brittanië komen hij als een
dèr eersten tegen dat land in 't veld zal gaan. De Chi
neezen behoeven Engeland, dat een groote marine, doch
slechts een klein leger heeft, niet te vreezen, zegt hij.
Reeds meermalen is gewag gemaakt van het hu
welijksgeschenk, dat de Pruisische steden indertijd den
kroonprins hadden toegezegd. Het bestond uit een zil
veren servies, welks vervaardiging aan de bekendste
zilversmeden des lands werd opgedragen. Toen de oor
log uitbrak was het nog niet af en toen het voltooid
werd, was de tijd voor aanbieding weinig geschikt.
Het werd in den kelder van de Rijksbank opgeborgen
erf is daar nog.
Na zijn terugkeer uit Nederland heeft de gewezen
kroonprins uitlevering van het geschenk gevraagd, waar
tegen de socialistische groep van den Pruisischen Ste-
dendag opkwam. Zij plaatste zich op hét standpunt, dat
de belofte slechts mondeling aan den kroonprins gege-
«JE versnapering
ven, juridisch niet bindend was en stelde voor het ser
vies in een museum op te nemen.
De Stedendag benoemde een commissie, om over dit
voorstel rapport uit te brengen en deze heeft thans met
alle burgelijke tegen de socialistiche stemmen beslist,
dat de schenkers op moreele gronden verplicht zijn, hun
belofte gestand te tfbsn. De kroonprins zal dus zijn ser
vies dat een waarde heeft van omstreeks een millioen
mark, binnenkort wel krijgen.
Zaterdag had te Oeieghem bij Antwerpen een brui
loft plaats, waarbij een tragisch voorval heeft plaats ge
had. Een jongeman van Wijnechem, de 19-jarige Louis
Franssen, huwde een meisje van Oeieghem en de bu
ren hadden salvo's voorbereid. Een inwoner, zekere Ch.
Verhaegen, wilde er zich van overtuigen, of zijn pistool,
een oud wapen, geladen was en trok aan het slot. Het
schot ging af en Franssen, de bruidegom werd getrof
fen in de maagstreek. De ongelukkige was op slag dood.
De onvrijwillige dader van dezen moord werd aan de
justitie overgeleverd.
Spoorwegramp. Een extra-trein met 185 pas
sagiers is gisteren nabij Rocksforth (New jersey) tijdens
een hevig onweder kort na middernacht gederailleerd
en tegen de rotsen geloopen. De locomotief en drie wagons
werden dooreengeworpen. Het duurde, tengevolge van
het onweder, eenige uren, vóórdat de reddingsbrigade
op de plaats van de ramp aankwam. De meeste wagens
achter de locomotief kwamen op dezen terecht en brachten
den stoomketel tot ontploffing. Door den heeten stoom
kregen vele passagiers brandwonden. Er zijn, volgens
een mededeeling van den directeur van het ziekenhuis
te Rocksforth, tot nu toe 29 döoden en 69 gewonden.
De reizigers hadden alle passage op een stoomschip
naar Duitschland. De geredden hebben den reis voort
gezet.
In den sneltrein Parijs-Berlijn heeft een drietal
Hollanders, die pas uit de gevangenis te Fresnes ont
slagen waren, een Italiaan, die ingelijks in die strafin
richting vertoefd had, bij een twist een twaalftal mes
steken toegebracht en hem daarna uit het coupévenster
geworpen. Men vond den ongelukkige later langs den
spoorweg liggen.
De Hollanders, die op weg waren naar België, zijn
over de grens ontkomen. x 1
Doch toen hij eindelijk zag, dat hij zijn oogmerk om
trent het meisje niet kon bereiken, scheen zijn gehui-
gelde liefde in haat verkeerd. Hij gaf nu zijn bezoeken
aan het huis der ouders geheel op, of zoo hij |hen of.
hare -dochter ontmoette, behandelde hij hen met een
trotsche verachting. Van andere vernam ik, dat hij het
meisje laaghartig belasterde, en met mijn'gewaande on-
noozelheid den spot dreef, Hoezeer mij dit het bloed
aan het gisten bracht, wist ik mijzelven genoegzaam te
beheerschen, en hem dit niet te laten blijken, en den
eerbied voor zijnen rang niet uit 'toog te werliezen.
Doch toen hij eens In imln tegenwoordigheid, en blijk
baar met het doel om mij te tergen^ zieli op een vuil
aardige, lasterlijke wijze over mijn geliefde uitliet, 'was
het mij onmo|elijk mijn drift te beteugelen, Ik noemde
hem een lagen leugenaar en eerroover, en toen hij mij
in woede hierover wilde aanvallen, vergat ik mijzelven
zoozeer, dat Ik n4jn handen naar hem uitstak, en hem
dreigde zijn eerloozen mond voor altijd te stoppen. Men
schoot echter tusschen beide en scheurde mij van mijn
prooi af. Schuimbekkende van woede beval hif mij in
boeien te sluiten; doch mijn kameraden, die mij een goed
hart toedroegen en wellicht medelijden met tnij hadden,
gaven mij de gelegenheid in de verwarring te ontsnap
pen, en rieden mij over de grenzen te vluchten, als het
eenigste middel van mijn behoud. Ijlings wierp ik mij
op een paard, en trachtte de grenzen te bereiken. Maar
spoedig werd ik door een afdeeling huzaren ingehaald
tevergeefs spoorde ik het edele ros aan, schuimend sprong
het voorwaarts, maar door een schot getroffen, viel het
onder mij-neder. Nu trachtte ik mijn leven zoo duur
mogelijk te verkoopen. Ik sloeg woedend rondom mij,
totdat ik, uitgeput van vermoeienis en bloedverlies, op
het lichaam van mijn hijgend ros nederzonk. Geboeid
werd ik naar mijn garnizoen teruggebracht, en voor den
krijgsraad gevoerd. De wetten bepaalden den dood voor
mijn ve-grijp do.h eenige verzachtende omstandigheden,
en mijn vroegere onberispelijke levenswandel verzachtten
mijn vonnis tot eerloosverklaring en verbanning uit het
vaderland. Drie jaren heb ik als een balling in een
vreemd Jand rondgezworven; gelukkig zoo ik soms door
den zwaarsten arbeid een eerlijk stuk brood kon ver
dienenwant om in een vaste, eenigzins eervoller be
trekking te geraken, ontbrak het mij geheel aan de noo-
dige bescheiden van onberispelljken levenswandel, daar
Ik zelfs mijnen naam niet durfde noemen, noch eenige
voldoende reden mijner ballingschap kon geven, Éinde
lijk werd de officier, die de aanleiding van mijn ongeluk
was, op andere slechtheden betrapthij werd in be
sehuldiging gestéld, en nu kwam gijn 1
karakter tenvolle aan het licht
Hl) werd uit de dienst ontslagen en tot levenslange
gevangenis veroordeeld. Dit gaf aanleiding, dat eenige
vermogende vrienden, die Ik mij door mijn vroeger ge
drag verworven had, wisten te bewerken, dat mijn pro
ces werd herzien. De getuigen, nu niet langer den in
vloed van hunnen gebieder vreezende, bekenden de vol
komen waarheid, en deden al de bijzonderheden, die
onzen twist veroorzaakt hadden, kennen. Tengevolge
van dien werd mijn vorig vonnis herroepen, ik in mijn
eer hersteld, en mij vrijheid gegeven weder in het land
te komen. Toen mij dit bekend werd toefde ik geen
oogenblik mij weder naar mijn vaderland te spoeden.
Maar hoe vond ik hier alles geheel veranderdSophia
was gestorven, hare ouders waren buiten 's lands ge
gaan, mijn bekenden grootendeels verstrooid. Die ik vond
konden mij grootendeels niet helpen, en die zulks kon
den huiverden (door eene, zoo 't schijnt, den mensch
ingeschapene zucht om de kwade geruchten van zijnen
evenmensch gereeder op te nemen en lichter te onthou
den en te gelooven dan de goede,) om mij in dienst te
nemen, of door hunne aanbeveling mij een betrekking
te bezorgen.
Overal waar ik mijn dienst aanbood, werd ik afge
wezen, en zoo zwerf ik nu in mijn eigen vaderland, om
op de een of andere wijze een middel van bestaan te
zoeken, terwijl mij niets overblijft dan van gebedelde
Saven mijn leven te onderhouden, ja, ik heb moeten
edelen en den in hoogmoed weggesmeten penning der
rijkaards oprapen. O, de eerste gift die ik ontving, brand
de in mijne hand, en joeg mij heete tranen van schaamte
op de wangenen thans nog, ofschoon reeds meer aan
dit verachtelljkste handwerk gewoon, bedel Ik niet dan
om mi) van den hongerdood te bewaren,"
Tranen parelden op het gelaat van den ongelukkige,
zijn borst zwoegde nevig, zijn wenkbiauwen trokken
zich te samen, zijn hartstochten schenen in oproer.
Ik zal u niet schetsen, hoe ml) dit verhaal trof. Har
telijk medelijden gevoelde ik met de ongelukk ge, en
beklaagde mij bitter over het lot, dat mij niet toeliet
hen krachtdadiger hulp fe bewijzen. In plaats van ande
ren te kunnen voorthelpen, had ik zelf nog te zeer de
gunst van anderen noodig, om mij een onafhankelijk
bestaan te verschaffen. O, was ik rijk geweestmaar
ik was, helaasniet rijk, en gaf ieder der bedelaars
eene ruimere gift, dan wel met mijne middelen in ver
houding stond. Ik gevoelde daar echter geen spijt van,
maar sliep des nachts zoo zacht en vond er zulk eene
genoegelijke herinnering in, dat mij die steeds als eene
mijner aangenaamste is bijgebleven.
(Wordt vervolgd.)
Wegeling's Vraag en dan bod