Algemeen Weekblad voor WALCHEREN IJsco „WALCHERIA" DE BEDELAARS 31e Jaargang VRIJDAG 12 JUNI 1926 No. 23 EERSTE BLAD WEEK-OVERZICHT Een Uitroeper iii de krant fl| Helpt U uit den brand I Bureaux van Uitgave i DRUKKERIJ H. WEGELINQ - Noordetraat 44 Telefoon 130 Pöe DRUKKERIJ DE LANGE JAN Lange Delft B 1 LISSINGEN nlng 61407 DELBURQ Advertentieprijs 16 oent per regel. Ingezonden Mede- deelingen 60 oent per regel (dubbele kolom). Bi] oontraot aanmerkelijk verminderd tarief. Abonnementsprijs 40 oent per 3 maanden, franoo per post 66 oent. Losse nummers 6 oent. ZIJ die zich met Ingang van 1 Juli op ona blad abonnneeren,en zich thans op' geven, ontvangen de nog tot dien datum verschij nende nummert GRATIS. De Uitgever. Aanslag op den Spaanschen koning. Uit Barcelona in Frankrijk aangekomen reizigers melden, dat de politie bij Barcelona een bom ontdekt zou hebben, die Donderdag den trein, waarin koning Alfons zou voorbij komen, in de lucht moest laten vliegen. Er zijn veeitien studenten en leden van extremistische Kata- laansche vereenigingen in hechtenis genomen, Zij ont' kennen iets van het geval af te weten. Het geval had plaats in een tunnel tusschen Garaf en Sitjes, 25 mijlen van Barcelona op de spoorlijn tus schen Barcelona en Madrid, waar de politie een bom van 66 pond heeft gevonden, met een electrische ont steking, die van een afstand in werking kon worden gesteld op het oogenblik, dat de trein met de koninklijke familie den tunnel zou passeeren. Bovendien is in de kathedraal te Barcelona een bom gevonden, kort voordat de koning het gebouw betrad. In verband hiermee zijn vier geestelijken aangehouden. In Barcelona duren de inhechtenisnemingen van Jong- Cataloniers voort. Het aantal arrestanten loopt in de honderden. Men houdt het er voor, dat de meesten dier lieden weer zullen worden vrijgelaten, nu de Koning naar Madrid is teruggekeerd. De inhechtenisnemingen zijn n.l. voorzorgsmaatregelen, genomen tengevolge van het ontdekte complot. Moord in een vliegmachine. Kort geleden g n werd in de nabijheid van Oedenburg aan de Oosten- rijksoh-Hongaarsche grens, het verminkte lijk van een man gevonden, met papieren op naam van een zekeren Lasser uit Straatsburg. Thans is geblekenAdat de doode uit een vliegmachine omlaag is geworpen. Hij vloog met een secretaris van Weenen naar Boedapest en had een zakje met brillanten, alsmede 20.000 frs. in baar bij zich. Deze w-.arden zijn op het lijk niet gevonden. Bovendien is zijn begeleider zoowel als de bestuurder van het vliegtuig verdwenen, Bij het onderzoek werd vastgesteld, dat de doode geclorofomeerd is, alvorens hij uit de machine werd geworpen. De moordenaar ver toefde acht dagen onder eigen naam te Belgrado en is thans verdwenen. 9 Familieleden omgebracht Een afschu welijke moord Is Maandagnacht in het dorp Haasenberg bij Koburg gepleegd. De 39-jarige mandenmaker W. Brückner vermoordde eerst in het naburige Lindenberg zijn vrouw en een uur later doodde hij met een bijl te dassenberg zijn 66-jarige moedér, zijn zwager, zijn '.uster, alsmede vijf kinderen van haar van 2 tot lfTjaar oud. Vervolgens hing de moordenaar zichzelf op. De moord te Haasenberg werd ontdekt, volgens „de Crt." doordat de gendarmerie BrUckner in verband met den bovengemelden moord op zijn vrouw zocht. Brück ner was na den moord te Lindenberg met een rijwiel naar zijn woning te Haasenberg gereden. De gen darmerie vond het huis gesloten en moest het met ge weld openen. Men vond alle bewoners van het huis dood in hun bed liggen. In de eene kamer lagen vijf, in de andere twee Tijken en in het derde het lijk van den moordenaar zelf. Het motief voor de daad is nog niet geheel opgehel derd. Waarschijnlijk heeft men te doen met een wraak neming. Brückner had geen gelukkig huwelijk met zijn vrouw gehad, zoodat deze zich wilde laten scheiden. Zij vertrok naar LindenbergBrückner wilde haar bewegen terug te keeren, hetgeen zij eohter wëigerde. Ook bij de andere familieleden was de moordenaar niet gezien daar hij vaak twist zocht. Reeds vroeger had hij een aanslag op zijn zwager gepleegd, die echter mislukte. De hitte. Het aantal slachtoffers van de hitte in Amerika is tot ongeveer 450 gestegen. De thermometer- stand bereikte 100 graden te Boston, Philadelphia en Baltimore, doch steeg te Hew-York niet boven de 96 graden terwijl de vochtigheid wat minder is geworden. Een groot aantal menschen zocht gedurende fiet sweek end opluchting aan de kust en in de bergen,'terwijl zeer velen in de parken langs de zeekust zijn blijven slapen. Uit Hew York worden meer dan 50 dioden en twee honderd ongevallen gemeld, terwijl in het Midden- Westen 42 doodelijke gevallen hebben plaats gehad. Bij wijze van proef heeft men Zaterdag een ei ge- braken op het asphalt-plaveisel te Washingtonna negen minuten was het volkomen gebakken. Wegens de hitte worden de processen door de rech ters en advocaten in hemdsmouwen gevoerdook de beklaagden mogen in hemdsmouwen verschijnen. De autoriteiten bevelen aan, dagelijks zes glazen koud water, doch geen ijswater te drinken, weinig vleesch te eten en veel te slapen. Tienduizend menschen hebben geslapen aan het strand van Coney Island. In de Westelijke helft der Vereenigde Staten is een koudegolf opgetreden, waarbij in Montana èen hevige sneeuwstorm woedde. Meer dan 5000 regeeringsambtenaren te Washington verlieten Zaterdag om één uur hun kantoren, nadat de chefs der departementen order hadden gegeven, met het oog op de hitte, het werk te staken. Te Londen zijn door de hitte 4 personen overleden. Ook op het platteland heeft de hitte een groot aantal slachtoffers geïischt. Volgens het laatste weerbericht zal de warmte in Engeland aanhouden. JE versnapering De commandant van het Heilsleger overleden Zaterdagmorgen is te Amsterdam in den ouderdom van 57 jaren overleden commandant jens A. H. Poulsen, leider van het Leger des Heiis in Heef er- land. De heer Poulsen, die sinds 1899 in het Leger des Heils werkzaam was, werd in Kopenhagen geboren. Be halve in zijn geboorteland Denemarken, waar hij het Leger in velerlei functien diende, had hij de leiding van het Leger des Heils in Finland en Hoorwegen, was chef-secretaris in Zweden en provinciaal-officier in Enge land, Voordat hij, nu twee jaar geleden, naar Hederland werd overgeplaatst, was hij commandant van het Leger des' Heils in Denemarken. De begrafenis heeft te Kopenhagen, zijn geboorteplaats, waarheen het stoffelijk overschot is overgebracht plaats gehad. Moordaanslag. Zaterdagmiddag circa 4 uur heeft te Tilburg aan de Oeleschestraat een dubbele moordaanslag plaats gehad, welke vrij goed is afgeloo- pen. Ten gevolge van een veete, welke korten tijd ge leden tusschen zekeren H. A. en de familie R. ontstaan is, kwam A., blijkbaar, onder den invloed van drank, aan de woning van R. ruzie maken. Ha een korten twist liep A. naar zijn woonwagen, welke daar vlak bij staat, en kwam even later weer terug. R., die in zijn paarden stal was, zag A. op hem toekomen en een revolver uit zijn binnenzak halen. Door het schot, dat volgde, werd R. in den hals getroffen. Daarna richtte A. het wapen op de vrouw, die kwam toeloopen, en trof deze in den buik. Intusscnen had een der zoons van R. kans gezien, A. te naderen en hij stak dezen met een riek in den nek. A. loste toen nog eenige schoten op den zoon van R., echter zonder dezen te treffen. Daarop nam A. per rijwiel de vluchf. R. en diens vrouw zijn beiden naar het ziekenhuis overgebracht Hun toestand is echter niet levensgevaarlijk. De dader A., die reeds eenige dagen geleden te ken nen heeft gegeven, de familie R. van kant te maken, is nog voortvluchtig. Hij staat niet gunstig bekend en werd reeds geruimen tijd in het krankzinnigengesticht te Voorburg, waarheen hij werd opgezonden, doch. later ontslagen is, verpleegd. Troebelen in China. De laatste dagen staan in het teeken van relletjes en opstand. Het is daar een zeer verwarde toestand. Shanghai en Kanton, die beide brandpunten zijn van troebelen, liggen zoover van elkaar Ik zal u niet zeggen, welke vernedering mij trof. toen ik, geboeid, met de ergste ultvaagsels des menschdoms werd gelijk gesteld. Mijn Misdaad was maar al te dui delijk bewezen ik werd veroordeeld aan de schandpaal te staan en vijf jaren in een tuchthuis door te brengen. Door een bijzondere gunst werd mijn gevangenisstraf twee jaren verkort, zoodat ik, na drie jaren, weder aan de maatschappij werd teruggegeven Maar hoe weinig scheen deze piaatschappij door mijn boete verzoend trachtte ik 'op de een of andere wijze een eerlijke bete broods te verdienen, zoo werd ik van ieder ver achtelijk afgewezen, en als een Paria geschuwd en ge smaad. Kan het anders, of mijn eergevoel moest mij ge heel verlaten en hij die in dollen overmoed, voor weinige jaren, de edelste gerechten soms door honden laten ver teren, en den fijnstën wijn, als water verplengd had, was genoodzaakt met eene korst gebedeld brood zijn ellen dig aanzijn te rekken Een ding echter is mij als een troosteres in mijn on geluk bijgeblevèn, namelijk mijn opgeruimdheid van geest en vroolijke zorgeloosheid. Al mijn rampen hebben mij die niet geheel kunnen ontrooven, en door haar onder steund, heb ik Tnijnen pelgrimstocht gelaten te volgen I" De verhaler zweeg, en ondanks zijn moeite, om die weg te pinken, blonken een paar groote tranen in zijn heldere oogen. Ik was, zoowel als de andere bedelaar, mede aangedaan, en hem de hand drukkende, riep ik uit„Vriend wees getroost in uw lot, en houd u steeds op het pad der deugd, hoe moeielijk u dit ook zijn moge, wellicht breekt dan nog eens een betere toekomst voor u aan." Op mijne uitnoodiging begon de andere bedelaar nu zijn mededeeling in dezer voege „Het verhaal mijner lotgevallen is korter en minder avontuurlijk. Van burgelijke ouders geboren, genoot ik al de reine genoegens, welke een onschuldige kindschheid kan opleveren, t.en zorgvuldige, teerhartige vader, en een liefderijke, godvreezende moeder, ziedaar de schat ten, in welke ik mij mocht verheugen, ik zal mijn kindsch heid met stilzwijgen voorbijgaan, daar deze niets belang rijks behelst, en voor nog slechts een weemoedige her innering is aan vervlogen geluk. Toen ik den oudirdom van 18 jaren bereikt had, werd ik opgeroepen om mijn vadeiland met de wapenen te dienen. Met vreugde ge hoorzaamde ik aan het bevel van den vorst, want ik stelde het mij schoon voor, mijn vaderland van geweld en vreemde overheersching te bevrijden. Ik verwachtte in deze verdedigers trouwe en vriendelijke makkers, on der het gewoel van den krijg. Spoedig echter bleek het, dat ik mij geheel had bedrogen. Mijn kameraden waren teugellooze knapen, geheel en al aan de genietingen van een losbandig leven overgegeven. Ik haatte die levens wijze en bleef mijn grondbeginselen getrouw. In mijns ouders huis had ik geleerd, dat niet daar alleen genoe gen te vinden is, waaronder luidruchtig gejubel, de wijn in de beker schuimt en de hartstochten koken. Stille tevredenheid en een rein geweten waren de schatten, die mijn ouders mij steeds als de begeerlijkste hadden aangeprezen. Bij toeval geraakte ik in mijn garnizoen plaats met een fatsoenlijk en achtenswaardig meisje in kennis. Hare ouders zagen mij gaarne in hunnen ge- zell gen kring, en zelfs, toen zij bemerkten, dat het gevoel, 'tgeen ik jegens Sophia koesterde, meer dan achting en vriendschap was, weigerden zij mij de hand nunner dochter niet, indien ik eenmaal een gevestigden stand in de maatschappij zou bekleeden. Kort daarna ontving ik een brief, waarin mijn moeder mij berichtte, dat mijn vader ernstig ziek was en mij nog gaarne voor zijn dood wenschte te zien. Ha bekomen verlof ijlde ik op de vleugelen des ongedulds naar huis maar kwam, helaaste laat. De ongesteldheid spoedig toegenomen en weinige uren vroeger had de zieke den laatsten adem uitgeblazen. Hiets was in staat mijn moeder te troosten. De dood mijns vaders had zulk een* sterken ind uk op, haar gemaakt, dat zij weinige dagen daarna haren echt genoot in het graf volgde. Zoo was ik dan nu vader en moederloos, en stond verlaten en eenzaam op de wereld. Met een verbrijzeld hart keerde ik naar mijn garnizoen terug, en hoopte bij mijn Sophia en hare fa milie eenige troost in mijn lijden te vinden. Met de teederste liefde werd ik dan ook ontvangen- ofschoon ik spoedig merkte, dat iets hunne rust ge. stoord had, 't geen zij voor mij trachten bedekt te houden Weldra werd ik met de waarheid bekend. Een mijner officieren had de schoone Sophia gezien, en was in hel- schen lust jegens haar ontvlamd geworden. Hij vervolg de haar met de schandelijkste aanbiedingen, doch daar zij die met waardigheid en verachting van de hand wees, trachtte hij op een andere wijze zijn doel te bereiken Onder den schijn van vriendschap zocht hij nu toegang tot dit gezin, doch hoezeer men hem ook haatte, durfde men dit, in den toenrtialigen stand van zaken niet open lijk te laten blijken. Men vreesde uit deze betrekking alles kwaads voor mij. Het bleek dan ook weldra dat deze vrees niet ongegrond was. De officier wien ik een doorn in 't oog was, trachtte mij op alle wijze te kwellen en verdriet te veroorzakén. Helaas ziin rang bood hem hiertoe maar al te veel gelegenheid aan. Ik verbeet mijnen wrevel, en verdroeg mijn lot zoo geduldig mij mogelijk was. (Wordt vervolgd.) Wegeling's Vraag en rftanbod

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1925 | | pagina 1