Algemeen Weekblad
voor WALCHEREN
IJsco „WALCHERIA"
DE BEDELAARS
31e Jaargang
VRIJDAG 6 JUNI 1925
No. 22
4 EERSTE BLAD
WEEK-OV R ZTCHT~
Bureaux van Uitgave
DRUKKERIJ H. WEGELING -
Noordatraat 44 Telefoon 130 Ifcfftr
DRUKKERIJ DE LANGE JAN
VLISSINGEN
nlng 51407
DELBURG
Advertentieprijs 16 oent per regel. Ingezonden Nlede-
deellngen 60 oent per regel (dubbele kolom).
BIJ oontraot aanmerkelijk verminderd tarief.
Abonnementsprijs 40 oent per 3 maanden,
franoo per post 55 oent. Losse nummers 6 oent.
Schadevergoeding.
Tramontsporing.
JE versnapering
Een Uitroeper in de krant WBÊ
Helpt U uit den brand It|Jf
Wegeling's Vraag en Jtanbod
Zl) die zich met Ingang van 1 Juli op
kHr ons blad abonneeren, en zich thans op*
geven, ontvangen de nog tot dien datum verschij-
nende nt imers GRATIS. De Uitgever.
Moordaans ag.
Een zeer tragische gebeurtenis [heeft zich Vrijdag
nacht te Haarlem afgespeeld. Een 15 jarige jongen,
A. B., scholier te Amsterdam, wonende bi| zijn vaaer te
An sterdam, trok Dondei dagavond naar Haarlem naar
het huis van zijn moeder (de ouders zijn gescheiden)
aan de Kleverlaan, waar hij ongeveer halféén 's nachts
aanbelde. De moeder opende de deur, waarop de jongen
onmiddellijk een revolver op haar afschoot. De kogel
trof de vrouw Tn de kaak. De jongen besprong daaiop
zijn moeder en sloeg haar met de revolver in het ge
laat en op het hoofd, De moèder, die om hulp riep,
slaagde er niet in. den jongen vast te houden. Deze
ontkwam over schuttingen en langs landerijen achter
het huis. In den Kloppersingel ontdekte hij een bootje,
ging daarin en trachtte de overzijde van het Spaarne
te bereiken, wat hem door den wind belet werd. Verdere
pogingen deed hij bij de ducdalven in de nabijheid van
de spoorbrug, maar deze mislukten ook. Toen de jongen
op de brug wilde klauteren, viel hij in het water. Twee
visschers roeiden naar den drenkeling en haalden hem
in hun boot, waarop zij hem naar 't politiebureau brach
ten. Daar vertelde ae jongen, wat hierboven meegedeeld
is. Hij voegde, er aan toe, dat hij opzettelijk voor dit
doel uit Amsterdam was gekomen. Hij had een hekel
aan zijn moeder. Spijt van zijn daad had hij niet.
De politie heeft in de gang van het perceel aan de
Kleverlaan een revolves klein Kaliber gevonden, waarin
5 patronen. Wapen en kogels werden in beslag genomen.
Een in den nacht ontboden dokter, die de gewonde
onderzocht, achtte levensgevaar niet aanwezig, doch
vond het raadzaam, dat de getroffene in de Maria-
stichting werd opgenomen. Men vermoedde, dat de kogel
nog in de wonde zat.
De 15-jarige jongen is opgesloten.
Volgens latere berichten blijkt, dat de moeder niet in
levensgevaar verkeert. De dader, die nog steeds ver
klaart, geen spijt van zijn daad te hebben, is ter be
schikking van de justitie gesteld,
De Nederlandsche regeering heeft eenigen tijd geleden
f 3.150.000 betaald als schadevergoedidg aan 13 Rot-
terdamsche en Amsterdamsche reederijen voor de requi-
reering van 31 schepen in 1917.
De verdeeling van dit bedrag heeft geen enkele moei
lijkheid opgeleverd. De Holland- Amerika-lijn heeft er,
naar de „N. R. Crt." meldt, f 700.000 van ontvangen.
Ongevallen.
Zaterdagmiddag 4 uur spèelden te Dordrecht 3 doch
tertjes var. ten P. op 'n watertrap aan de haven. De 5
jarige jantje gleed uit en viel te water. Het 9-jarig zusje
Dorothea wilde het kind grijpen, doch viel eveneens in
de haven. De 7-j. Sophie rende naar huis, doch toen
de vader te hulp kwam, waren de kinderen reeds inde
diepte verdwenen. Eerst te 6 uur werden de lijkjes op
gehaald. Kunstmatige ademhaling gaf geen resultaat meer.
Zondagmiddag ongeveer kwart vóór vijf moest de
electrische'tram van de N.Z.T.M. van Scheveningen naar
Katwijk de Blauwpoortsbrug te Leiden passeeren, toen
bij een spoorkruising het motorrijtuig door onbekende
oorzaak ontspoorde en in volle vaart tegen de zware
ijzeren brugleuning reed, de drie volgrijtuigen meetrek
kend. De brugleuning drukte over den waterkant in,
doch brak niet geheel af en ook de koppelstang van het
eerste volgrijtuig hield zich goed, vandaar dat het half-
verwege over het water hangend rijtuig nog op de brug
bleef en niet in het diepe Galgewater stortte. Er ont
stond onder de talrijke inzittenden een paniek en ieder
haastte zich uit de trams te komen, wat, zonder ernsti
ge ongelukken te veroorzaken, kon geschieden. Blijkbaar
waren er op dat moment aan de rechterzijde van de
brug ook geen voetgangers, wat op den drukken 1er.
Pinksterdag haast een wonder mag genoemd worden.
Er gebeurden daardoor geen persoonlijke ongelukken.
Het tramverkeer, zoowel voor de stad als op de buiten
lijnen ondervond aanzienlijke vertraging, omdat men
eerst in het geheel niet de brug met trams kon pas
seeren en later slectits langs eèn lijn.
Men vermoedt, dat de ontsporing veroorzaakt is ge
worden door het haast vlakgeloopen kruispunt der rails.
De wagenbestuurder die onmiddellijk uit al zijn macht
remde heeft geen schuld, integendeel, zijn tegenwoor
digheid van geest heeft wellicht erger ongeluk voor
komen. De materieele schade is< vrij groot en, hoewel
men den geheelen dag werkte om den wegen weer in
de rails te brengen, was men eerst des avonds half elf
er in geslaagd de brug en het spoor weer vrij te maken.
Belangrijke Order.
De Rotterdamsche Lloyd heeft aan de Kon. Mij
„de Schelde" te Vlissingen opdracht gegeven voor den
bouw van een mail- en passagiersschip van grooter af
metingen dan één van haar tegenwoordige schepen.
Deze nationale lijnheeft dus, met voorbijgang van
buitenlandsche concurrentie, ook deze belangrijke order
wederom in Nederland geplaatst.
Op den 2en Pinksterdag; omstreeks 5 uur is
de stoomtram, die op dit uur van Heemstede in de rich
ting Leiden rijdt, nabij de steenfabriek te Hillegom ont
spoord. De locomotief en een personenwagen reden uit
de rails, De locomotief viel om. Wonder boven wonder
vallen geen persoonlijke ongelukken te betreuren. De
materieele schade is aanzienlijk. In den personenwagen
ontstond een paniek, welke goed afliep.
Een hdogst onvrijwillige proef van den stikgassen-
oorlog speelde zich in het Fransche plaatsje Ar nemasse
bij Genève af. Daar ontplofte tengevolge van de n e
op het station een uit Zwitserland komende cylin e
met 1200 K.G. vloeibaar chloor. Onmiddellijk versp ci d;
zich een groene wolkensluier over het stadjealles
trachtte zich hals over kop voor de naderende gasmassa
uit de voeten te maken. De naburige hotels werden met
behulp van auto's in allerijl geevacueerd, maar men k >n
niet verhinderen, dat meer dan 50 personen met ten
deele ernstige vergiftigingsverschijnselen in de zieken
huizen van Annemasse en Genéve moesten worden op
genomen.
Zeer ernstig er aan toe zijn een aantal kinderen, die
in de nabijheid van het station gespeeld hebben, alsmede
een groot aantal spoorwegmannen. Levensgevaar be
staat op het oogenblik bij geen der patiënten, volgens
de „Tel." Alle bewoners, die onder de inwerking van
de gassen geraakten, klaagden over pijnlijke verbran-
aingsverschijnselen aan hals en oogen. Ook eenige
Amerikanen, die tijdelijk in Annemasse vertoefden zijn
het slachtoffer geworden van dezen „gasaanval".
Een militair deskundige van de conferentie inzake den
handel in wapenen, die op het oogenblik in Genève bij
een is en juist eenige dagen geleden de kwestie van
den gasoorlog heeft behandeld, uitte zich omtrent de
betrekkelijke schadelijke gevolgen der explosie met de
woordec, dat zij zich verhoudt tot den kleinsten gas
aanval in den oorlog als een mug tot een massa-over
val van wespen. De gevolgen van een modernen gas
oorlog zijn zoodanig, d*it men er zich slechts bij be
nadering een voorstelling van kan maken.
Toen zij mij hunnen toestand hadden te kennen gc-
8even, bood ik hun eenen maaltijd aan, 'tgeen met
ankbaarheid, echter door den oudsten eenigzins schroom
vallig, werd aangenomen,
Ik beval den waard dus brood en vleesch met wijn
voor hen op een tafeltje gereed te zetten, en terwijl zij
zich hieraan te goed deden, vertelden zl) mij hun
levensloop, Ik geef dien In weinige woorden weder.
„Mijne ouders," zoo begon de jongste, „waren zeer
welgestelde lieden, en ik was hun eenig kind. Wellicht
beminden zij mij. al te teeder, en gaven niet streng ge
noeg acht, om de zaden van ondeugd uit mijn jeugdig
gemoed uit te roeien. Ik verloor hen echter reeds zeer
vroeg, en werd nu door mijne voogden op eene kost
school besteld. Hier onderscheidde ik mij meer door
mijne gelukkige geestvermogens, dan door mijne vlijt
of ingetogen gedrag. Vele staaltjes van mijne guiten
atreken zou ik u kunnen mededeelen, die echter in het
oog der onderwijzers genade vonden, uit hoofde mijner
vlugheid en de geestige wijze, waarop ik mij dikwijls
wist te verschoonen of aan de straf te onttrekken. Daar
ik tot den handel zou opgeleid worden w'erd ik met
mijn zeventiende jaar door mijne voogden op een koop
manskantoor geplaatst, terwijl ik ruimschoots van geld
voorzien werd. om op eene schitterende wijze te kunnen
leven. Ik woonde op kamers, was nu niet meer onder
het lastige opzicht mijner onderwijzers, en bijna geheel
mijn eigen meester, daar mijne voogden zich zeer weinig
met mij bemoeiden. Even alsof een mensch slechts voor
het vermaak geschapen Is, trachtte ik alle genoegens
na te jagen en mijn leven zoo aangenaam mogelijk te
maken. Is het wonder, dat een rijk en vroolijk jong mensch
een menigte vrienden kreeg, die hem gaarne op aller
lei wijzen hierin wilden helpen, en in zijn genot deelen
Van het kantoorwerk kwam weinig of niets. Moest ik
van tijd tot tijd eens op het kantoor komen, om geene
klachten van mijne patroons tegen mijne voogden te ver
wekken, dan schenen mij de dagen eeuwigheden, en
zonder op de hoofdzaak acht te geven, verichtte ik
slechts eenige beuzelingen, om den tijd te verdrijven.
Dit duurde tot ik meerdigjarig werd, en geheel onaf-
hankelijk bestuurder mijner bezittingen was. Een jong
mensch, zonder middelen, welke als klerk op hetzelfde
kantoor geplaatst was, en wegens zijne Vlijt en bekwaam
heid zeer werd geacht, stelde mij nu voor te zamen
een kompagnleschap aan te gaan, en een eigen
handel te beginnen, waartoe hl) het verstand en ik net
geld bezat. Hij schilderde mij dit zoo bekoorlijk dat ik er
in toestemde, en weldra vestigden wij ons als kooplieden
in. het groot. Ik liet echter aan hem bijna uitsluitend de
zorg, om geld te verdienen, over, en /belastte mij zelve
met die om het te verteren. Het scheen dat mijne plan
nen beter gelukten dan de zijne, want terwijl ik met de
meeste lichtzinnigheid het goud als 't ware om mij deed
heenstroomen, klaagde hij onophoudelijk over den slech
ten £ang onzer zaken en de aanzienlijke verliezen, die
wij door verschillende onvoorzienbare ongelukken be
kwamen. Niet lang duurde het of hij zeide, dat onze
ondergang zeker was, zoo we onze zaken niet spoedig
zeer beperkten, en door verdubbelde vlijt en zuinigheid
ons trachten staande te houden.
Daar hij merkte, dat mij dit weinig beviel, bood hij
mij eene vrij aanzienlijke som aan, om mij af te koopen,
willende hij dan de affaire alleen voor zijne rekening
houden. Ik nam dit gretig aan, en was hein nog dank
baar, toen ik nauwelijks het vierde gedeelte van mijn
vermogen terug bekwam. Dé laaghartigeik vermoedde
niet, dat hij door valsche berichten en berekeningen mij
bedrogen had, en mij van het grootste gedeelte mijner
bezittingen op eene gemeene wijze had afgezet, om zich
zeiven hiermede te verrijken. In afwachting van een an
dere gelegenheid, om mijn overschot op eene voordeelige
wijze te beleggen, teerde ik er intusschen, lustig van.
Ik hoopte nog altijd .dat zich hiertoe de eene of andere
gunstige gelegenheid zou aanbieden, doch den zwijmel
der zinvermaken, waarin ik mij stortte, verhinderde mij,
mij ernstig over mijn lot te bekommeren. Daar ik echter
welhaast inzag, dat mijne bezittingen als sneeuw voor
de zon versmolten, en met rassche schreden ten einde
liepen, beproefde Ik, om door het spel eenigen bijstand
te erlangen, 't Ging mij zoo als het meestal spelers
gaat, won ik eens met een kleinen inzet, dan speet het
mij, dat die niet grooter geweest was; ik waagde dan
een grooter, dien Ik verloor en zoo was in korten tijd
de rest van mijn aanzienlijk vermogen gevlogen. Verhit
door bedwelmde dranken, waaraan Ik mij in 't laatste
gewend had, en In gezelschap van losbandige knapen,
hielp ik eindelijk eene daad uitvoeren, die mij in den
afgrond der ellende stortte. Mijn vorige compagnon,
wel verre van na mijne uitkooping zijne zaken te be
perken, breidde die integendeel aanzienlijk uit. Het ge
luk bekroonde zichtbaar zijne ondernemingen, terwijl zijn
vermogen en aanzien bij den dag toenamen. Het bleek
nu duidelijk genoeg, dat ik de dupe zijner eerlooze han
delwijze geweest was, doch het was te Iaat, om er iets
tegen te doen. Geen wonder echter, dat ik een heime-
lijken wrok jegens hem in mijne binnenste voelde bran
den. Op zekeren nacht, met eenige liederlijke knapen
aan het zwelgen zijnde, wist een hunner, datde heer N.,
zoo heette mijn gewezen compagnon, dien dag zeer aan
zienlijke sommen gelds had binnengekregen„wat dunk
u er van", zeide hij, „zoo wij hem hiervan trachtten te
ontlasten, en u een gedeelte van uw wettig eigendom
weder in hajlden stelden?" Ik verwierp in bet eerst dit
voorstel met verontwaardiging, doch door den drank be
dwelmd, en door zoogenaamde vrienden aangespoord,
bewilligde ik er eindelijk in, hun behulpzaam te zijn,en
de plaats, waar het geld geborgen werd, aan te vijzen.
Wij togen dadelijk op wegreeds was een venster open
gebroken en een onzer in het kantoor, toen-wij doo' eene
wacht overvallen en gevangen genomen werden.
(Wordt vervold)