Algemeen Weekblad
voor WALCHEREN
IJsco „WALCHERIA"
DE BEDELAARS
31e Jaargang
VRIJDAG 29 MEI 1925
No. 21
EERSTE BLAD
WEEK-OVERZICHT
Een Uitroeper in de krant H|
Helpt U uit den brand 11
Bureaux van Uitgave i
DRUKKERIJ H. WEGELINQ - VLISSINQEN
Noordstraat 44 Tolofoon 130 Postrekening 61407
DRUKKERIJ DE LANGE JAN - MIDDELBURG
Lange Delft B 144
Advertentieprijs 16 oent per regel. Ingezonden Mede-
deellngen 60 oent per regel (dubbele kolom).
BIJ oontraot aanmerkelijk verminderd tarief.
Abonnementsprijs 40 oent per 3 maanden,
franoo per post 66 oent. Losse nummers 6 oent.
ONZE LEZERS,
die meer prijs stellen op artikelen over het gebeuren in
binnen- en buitenland dan op verhalen enz., bevredigen
wij hiermede door van nu af iedere week hen zooveel
mogelijk de voornaamste berichten in een Weekover
zicht te geven.
De redactie van -f- 1 hoopt hiërmede het grootste
gedeelte van onze lezers tevreden te stellen.
Moge dit besluit er eveneens toe leiden onze lezers
kring nog meer uit te breiden Redactie -f 1.
Een ramp op de Maas.
Zondagmiddag had op de rivier de Maas, ter hoogte
van de KeiL haven, te Rotterdam, een er.istig ongeluk
plaats, waarbij 4 menschenlevens te betreuren vallen.
De 46-jarige scheepsbevrachter j. C. Sneijers uit Schie
dam en zijn zoontjes van 13 en 16 jaar, alsmede een
logé, de 50-ja ige j. v. Vugt uit Tilburg, waren meteen
zeiljacht uit Sciiiedam gekomen en weer op weg naar
huis. Ter hoogte van de Keilehaven werden ze overval
len door een nevige regenbui, vergezeld van zware ruk
winden. Vermoedelijk is het vaartuig door een dezer
vlagen verdreven en omgeslagen, zoodat de inzittenden
te water geraakten. Het ongelukkigste was, dat niemand
van den wal af spoedig ter hulp kon komen. In ver
band met den zwaren regenval waren verschillende
personen naar de in de nabijheid zijnde loodsen ge
vlucht. De heer A. V. had het ongeluk gezien en riep
om hulp. Op eenige honderden meters afstand voe
ren twee andere jachten en toen een dezer uit de Kei
lehaven kwam, verkeerde de heer V. in de meening, dat
dit jacht te hulp zou komen. Dit was echter niet het
geval, want beide jachten koersten door. Wel werd zijn
geschreeuw opgemerkt door een wachtsman der gasfa
briek die met zijn roeiboot de Maas opging. Zijn red
dingspogingen kwamen helaas te laat, want bij het om
geslagen bootje gekomen, waren alle 4 personen in de
diepte verdwenen. De heer V. moest nog wel een kwar
tier loopen, teneinde de rivierpolitie ervan in kennis te
stellen. Bij de plaats gekomen, werd onmiddellijk be
gonnen met dreggen. Urenlang werd gedregd, doch alle
werk bleef vruchteloos
Schade aan den Tuinbouw.
Het centrum van het Westland is tijdens een zwaar
onweer geteisterd door een zwaren hagelslag bij hevigen
regenval. De koudegrondsteelten, als sla, bloemkool,
uien, vroege aardappelen, natuurtomaten, tulpen, zijn
zwaar beschadigd of geheel vernield. Ook de ontbloote
raamaardbeien hébben geleden, en voor den bloei van
de vruchtboomen en natuuraardbeien wordt gevreesd.
De hitte en de zuigelingen.
De directeur van den Amsterdamschen Gem. Geneesk.
en Gezondheidsdienst geeft de volgende behartigens
waardige wenken
De groote hitte kan voor de zuigelingen, die te warm
worden gekleed, gevaarlijk worden. Er moet dus voor
gezorgd worden, dat de kamer zoo koel mogelijk blijft
en dat zooveel mogelijk frissche lucht wordt toegelaten.
De zuigelingen moeten zeer luchtig worden gekleed
geen gummi-luierbroekjes, geen wollen bovenkleeren,
geen lendenluiers, goed afsponsen met frisch water. De
kinderen mogen in bed niet te warm worden toegedekt.
Op kinderen, die geen borstvoeding genieten, moet
buitengewoon goed worden gelet.
Melk bederft in de warmte zeer gauw. Oude melk
mag niet worden verstrektrestjes niet worden bewaard.
De flesschen moeten zorgvuldig gereinigd en bewaard
worden in koel schoon water.
Gedurende het warme jaargetijde is het nog meer
noodzakelijk dan anders, dat men de jongeborenen onder
toezicht stelt van deskundigen.
Aanvaring op den Amstel.
Onder de gemeente Nieuwer-Amstel nabij Amsterdam
had Hemelvaartsdag een ernstig ongeval met een motor
boot plaats. Waarschijnlijk door de groote drukte op
den Aamstel raakte de stuurman en eigenaar van de
motorboot „Johanna"' de heer V. de kluts kwijt en werd
door verkeerde manoeuvres overvaren door den snel-
varenden motorboot „Mutatio". De „Johanna" zonk di
rect en de 12 opvarenden, allen Amsterdammers, ge
raakten te water. De snel verleende hulp van andere
booten slaagden er in 8 drenkelingen terstunu te redden,
terwijl een stoutmoedige zwemmer na 10 minuten het
genoegen smaakte, mejuffr. S. uit het gezonken bootje,
waarin ze was vastgeraakt, op te halen. Toepassing van
kunstmatige ademhaling had na geruimen tijd succes.
Bij de drie andere slachtoffers, twee vrouwen en een
man die inmiddels door dreggen waren opgehaald, waren
de levensgeesten reeds geweken.
Inspectie Directe Belastingen
Bij resolutie van den minister van Financien is, met
ingang van 1 September 1925, verplaatst de inspecteur
der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen J.
W. Roskes van Vlissingen naar Rotterdam en hij is toe
gevoegd aan het hoofd der inspectie der directe belas
tingen aldaar.
JE versnapering
Arbeidswet Broodbakkerijen
Naar de „Msb." verneemt, zal binnenkort het bij de
Tweede Kamer aanhangige wetsontwerp tot wijziging
van de bepalingen der Arbeidswet, betreffende den ar
beid in broodbakkerijen, door de regeering worden te
ruggenomen.
Een zeeramp
Aan de kust van Bretagne bij Penmarch zijn bij een
hevigen storm Zaterdagmorgen twee visschersbooten in
het gezicht van de haven vergaan. Met zeer veel moeite
konden de 2 reddingbootcn 6 schipbreukelingen redden.
De anderen waren niet meer te bereiken, waarom de
terugtocht werd aanvaard, die nog veel meer gezinnen
in rouw zou dompelen. Het gelukte de redders niet
vooruit te komen in de zware branding, tótdat een
hooge golf de 2 ranke vaartuigen opnam en omsmeet.
Na een kort oogenblik werden de booten, omgeslagen
zichtbaar. Velen der redders, die aan hun roeibanken
vastgebonden waren kwamen jammerlijk om anderen
werden tegen de rotsen geslingerd en gedood. Wan
hopige pogingen van de aan de wal staande (toeschou
wers, gaven de voldoening vijf kameraden op d n vei-
ligen kant te brengen. Bij dezen rampen verginge i alzoo
vier vaartuigen, waarbij 27 dappere visschers het leven
lieten.
Albanië
Een nieuwe Albaneesche revolutie dreigt ieder oogen
blik uit te breken. Volgens betrouwbare berichten uit
Valona via personen, die in verbinding staan met het
departement van buitenlandsche zaken te Belgrado, ver
keert Alhmedbey Zogas \n een moeilijk parket In Zuid-
Albanie heerscht reeds een gioote chaos. Talrijke ge
wapende benden plunderen het land. Te Belgrado is
bericht ontvangen, dat Fannoli, de verbannen premier,
hulp heeft verkregen van Italië en iedere poging zal
doen, om de Albaneesche regeering omver te werpen.
Een herdenking.
Onder ontzaglijke deelname van autoriteiten en be
volking heeft Italië den dag herdacht, waarop het voor
10 jaar in den oorlog ging.
1
Eenige jaren geleden, voor mijner patroon op leis zijnde,
bevond ik mij des avonds in het dorp W. Ik had mijne
zaken hier afgedaan, doch er was vóór den volgende
morgen geene gelegenheid verder te komenzoodat Ik
dien nacht hier moest blijven. Het was in 't midden der
maand juni, en allerheerlijkst weder. Ik had dien dag
zeer goede zaken gedaan, en daar ik, op reis zijnde,
procentsgewijze belooning van het verkochte kreeg, was
het ook voor mij een voordeelige dag geweest. Door
het fraaie weder en het heerlijke uitzicht gelokt, plaatste
ik mij in mijn logement voor het opgeschoven raam, liet
mij eene fijne flesch brengen, stopte eene lange pijp, en
gaf mij zdo, in een gem tkkelijke houding, aan het ge
not over, dat al mijne zintuigen gelijkelijk ondervonden.
Spoedig echter merkten noch mijne oogen het schoone
uitzicht meer, noch mijne ooren het gekweel der vogelen,
noch mijne reukzenuwen den geur des tabaks, noch
mijn tong den smaak van den wijnof zoo zij zulks
merkten vergaten zij er aan mijne ziel rapport van te
doen of zoo zij er rapport van deden, was mijne ziel
tt zeer met andere gedachten vervuld, om er nota van
te nemen. En waarmede, geachte lezer 1 zoude de ziel
van een vierentwintigjarig jongeling, die zich aan zijne
mijmering overgeeft, en die met de hartelijkste liefde
een meisje bemint, wel kunnen vervuld zijn Mijn ge
dachten waren op het voorwerp mijner liefde gevestigd.
Ik herinnerde mij al de bewijzen 'van hartelijke weder
liefde, die ik van mijn Louise ontvangen haddoch
tevens hoe weinig hoop er bestond, dat haar vader,
mijn erentfeste patroon, ooit deze vereemging zou toe
staan. Ieder mensch van ondervinding zal weten, welk
een onuitputtelijke bron van overpeinzingen en lucht-
kasteelen Hiermede voor mil geopend was. Ik zou mis*
semen in dit oogenblik bier nog in verzonken zijn, zoo
met Iwee msnnen mijne aandaebt geff&kken hadden,
Zij waren te zamen de weg afgekomen, en plaatsten
zich op eene bank bij het huis, waar ik hen kon zien,
zonder dat zij mij bemerkten. Het fatsoenlijke en inne
mende hunner gelaatstrekken, maakte een zeldzaam
contrast met hunne hoogst armoedige en gehavende
kleederen, welke hen duidelijk genoeg als bedelaars de
den kennen.
De oudste, die wellicht 30 jaren mocht zijn, droeg,
hoezeer vermagerd, nog sporen van bijzondere schoon
heid. Thans ecliter groefden de rimpels reeds zijn voor
hoofd, en men kon het hem aanzien, dat hij met weêr-
zin zijn lot droeg.
De andere was iets jonger, en scheen nauwelijke 27
jaren. Zijn gelaat teekende volkomen den zorgeloozen,
blijmoedigen jongeling, die zich aan de stormen des
onspoeds niet kreunt Echter lag over zijn geheele wezen
een loszinnigheid verspreid, die voorden nauwkeurigen
opmerker niet verborgen bleef, De blonde krullen golf
den om hals en nek, een versleten fluweelen muts ten
halve op de kiuin, eenige verbleekte en gelapte kleeding-
stukken, overblijfselen van vroegere weelde, een doren-
stok in de hand, ziedaar I u den jeugdigen mensch, in de
kracht zijns levens reeds bedelende, geschetst
Mijne nieuwsgierigheid dreef mij naar een ander ven
ster der kamer, dichter bij de bank, waarop zi) zich ge
plaatst had en. Zonder door hen bemerkt te worden,
hoorde ik nu, dat de jongste aan ziinen makker vroeg
„En waar gaat gij nu heen
„Naar H.," antwoordde de ander, met zijnen vinger
naai eenen verwijderden toren wijzende, die even boven
het geboomte uitstak.
„Welzoo," hervatte de blonde, „dan gaan wij denzelf
den weg, en wij kunnen door elkanders gezelschap ons
de reis veraangenamen, althans zoo gij geen meerdere
haast hebt dan ik."
„Een bedelaar kont overal vroeg genoeg!" zeide de
under bitter.. „Overal wijst men hem de deur, sehuwt
Hem al§ een wild dier, en hij meet *i§h vergenoegen
met den penning- die de rijkaard hem met veraehfing
toewerpt. Ach 1 velen weten niet, denken tenminste niet,
dat ook in de borst van eenen smeekenden ongelukkige
eene edele ziel kan wonen."
„Gij spreekt vrij ernstig I" hernam de jongere met een
spottenden glimlach. „Men zou haast denken, dat gij een
verloopen dominé waarttenminste zou ik durven wed
den, dat gij niet altijd in behoeftige omstandigheden ver
keerd hebt."
Een pijnlijke trek kwam op het gelaat van den edelen
bedelaar, en treurig schudde hij het hoofd, „Ach," sprak
hij, „eens was ik gelukkig en geëerd thans ben ik door
ieder verstooten en veracht
„Nu," zeide de blonde, „gij kunt u althans troosten
met het denkbeeld, dat er meer in hetzelfde geval ver-
keeren. .Ik ben een deelgenoot in uw lot, doch draag
het getroost en opgeruimd. Ik behoorde eens tot den
kring der rijke wereldlingen, en joeg met mijne paarden
anderen het stof in de oogen, zooals men mij doet. ik
heb al het genot der aarde, mag ik zeggen, ruimschoots
genoten, ofschoon ik thans nauwelijks iets heb om mijn
leven te onderhouden. Zeg mij hebt gij ook nog iets ter
versnaper ng van mijn verwend gehemelte
„Arme vriend ik heb sinds dezen morgen geen voed
sel gehad, en bezit zelfs ge$ne bete broods om mijaen
honger te stillen I"
„Dan kan ik u nog helpen 1" hernam de jonge, „ik
heb nog brood in mijn knapzak I" en hij maakte dien
los, en gaf het hem, „ziedaar neem dit," voegde hij er
b(), „ik heb thans geen honger, ofschoon ik niet weet of
ik spoedig wel weder iets krijgen zal."
Mijne belangstelling was geheel door deze beide vreem
delingen ingenomen, en hartelijk verlangde ik iets meer
van hunne lotgevallen te weten. Ik trad dus, schijnbaar
onverschillig, naar buiten, groette hen en werd zeer
beleefd weder gegroet, en geraakte ongezocht met hen
in een gesprek- Het was hierin duidelijk te ontdekken
dat i\\ vroeger tut den beschaafden stand muesten be*
huord hebben-
(Wêfët vêfvelgd:)
We ge ling's Vraag en Aanbod