Algemeen Weekblad voor WALCHEREN Kruiswoordraadsels HAAR LIEFDE 31e Jaargang VRIJDAG 13 MAART 1925 No. 10 EERSTE BLAD WALCHERSCHE ARKADIA Dit is het merk WYBERT Concertzaal „DE ZWAAN" - Souburg Bureaux van Uitgave DRUKKERIJ H. WEGELINQ VLISSINGEN Noordstraat 44 Telefoon 130 Postrekening 51407 DRUKKERIJ DE LANGE JAN - MIDDELBURG Lange Delft B 144 Advertentieprijs 15 cent per regel. Ingezonden Mede- deelingen 60 cent per regel (dubbele kolom). Bij contract aanmerkelijk verminderd tarief. Abonnementsprijs 40 cent per 3 maanden, franco per post 55 oent. Losse nummers 5 cent. ZIJ dia zich met Ingang van 1 A| ona blad wensohen te abonneeren, en zfolHItans opgeven, ontvangen de tot dien datum verschijnende num mers GRATIS. Red. 1 maken is de geest van dezen tijd. f)e redactie van -f-1 begrijpt haar tijd en wilt dan ook niet achterblijven. Volgende week maken wij een aanvang met het uit schrijven van Kruiswoordraadsels. Voor deze te keer wordt f 35.aanprijzen uitgeloofd. Deze prijzen worden bij de uitschrijving nader bekend gemaakt. Zooals te begrijpen valt, wordt dit Kruiswoordraadsel uitsluiten^ voor onze abonné's uitgeschreven. Zij die zich nog opgeven als abonné, kunnen hieraan ook meedoen. Red. -f- 1 geschoven in 1715 door - MATTHEUS GARGON - predikant en rector te vlissingen (In hedendaagsch Nederlandsch overgezet) IIX „Aan die zijde", sprak Herman, „liggen de vruchtbare boomgaarden en lommerijke wandelpadenaan dezen kant en achter dat aardige duifhuisje ligt de kerk, die in hoogte van toren en vastigheid en oudheid van ge bouw voor geen enkelen behoeft te wijken. Maar laat ons de brug over gaan om de schoonheid van huis en hof nader te bezien." Ewoud bleef een wijle als verstomd staan, zonder één woord te reppen. „Ik beken," sprak hij eindelijk, „dat het er recht prinselijk uitziet en waarheen ik mijn oogen ook wend, het lacht mij alles even liefelijk toe. Ziet, hoe aangenaam de beeltenissen der Roomsche keizers door de glazen heen schijnen, ziet, hoe prachtig die praalbedden den voorgevel versierenziet, hoe schichtig Apollo daar op den zonnewagen staat. Wat dunkt Hildegonda, heb ik deze vermakelijke plaats zoo kwalijk bij den Helikon vergeleken „Ha, ha, ha 1" kunnen mannen van oefening, met vooroordeelen zoo Eigenaar L. SUURMOND Woensdag 18 Maart a.s. Groote Muziek- en Tooneel- uitvoerlng van bet Rltthemsch Fanfarekorps. Opvoering van p,Mijn Luitenant" en „Er Uit" Om te gieren. Zie verder Programma. Steunt de vereen, als Donateur. Een overleuke avond staat U te wachten. Aanvang 8 uur. Entréi 50 ct. p. pers. Bal na. Zegt 't voort. bezet zijn, dat ze de afgoden nu eens verfoeien en dan weer verdedigen antwoordde Hildegonda." Zoo pratende, kwamen zij bij 't speelhuis, waaruit de ambachtsheer hen vriendelijk noodigend tegemoet trad. Terwijl de anderen den lusthof binnentraden, bleven Hildegonda en Adolf voor een beeld staan van Merkurius dat levensgroot en verguld zijnde, met schitterende vleu gels naar boven scheen te vliegen „Waarom", zeide zij, ziet men dezen afgod altijd met vleugels en als hemelwaarts zwevende afgebeeld Zoo zag ik hem laatst te Amsterdam, achter de Beurs en elders eveneens." „Merkurius niet alleen heeft altijd vleugels, maar de meeste andere afgoden ook", antwoordde Adolf. „Het is om hun gewaande snelheid en krachtdadige hulpvaar digheid te verto'onen. Ook in de Heilige Schrift wordt gesproken van Cherubijnen die hun vleugqjen boven de Arke uitspreidden." Nu waren zij weder door een dwarspad bij elkaar ge komen en zagen met welgevallen de overige hofsieraden, en bekeken het huis van achteren en op zijde. Ewoud, die als alle vreemdelingen gewoon zijn, de meeste nieuws gierigheid toonde, wendde zich tot den gastheer en zei- de „Dit huis kan zeker niet zeer oud zijn, daar het maaksel niet van ouden datum getuigt." ,,'t Is waar, antwoordde de ambachtsheer, „en toen mij deze heer lijkheid werd opgedragen, heb ik hui.'i en hof aldus aan gelegd. Men zegt dat het hier vroeger een klooster ge weest is, zonder te weten van welke kloosterlingen. Eenigen zeggen dat het kapellanen van het nabijgelegen TABLETTEN Westhoven of Duinhoekwaren en dat hiervan den naam Oostkapelle is gekomen. Anderen echter klimmen op tot Willebrord, die hier een kapel zou hebben ge bouwd toen er nog geen kerken waren. Sommigen gaan nóg verder en meenen dat onze oudste voorouders hier een landkapel 4) hadden om hun afgoden te kunnen dienengelijk Nehalennia nu nog te Domburg te zien is. Wat hier van waar is, weet ik niet, maar dit is zeker dat het een van de oudste en grootste plaatsen van Walcheren is, want zoo ik mij niet bedrieg, strekt het zich uit tot iri de zee. Want de zee valt, evenals het land, ook onder iemands gebied en macht. Dit stamt waarschijnlijk van de Venetianen die zich de heer schappij over de Adriatische toeschrijven, evenals de koningen van Engeland zich meer dan één* zee toeige- nen. En wat recht hadden anders de ambachtsheeren op de zeevonden, indien hun heerlijkheid niet tot In de zee reikte „Laat ons nu den ambachtsheer voor zijn beleefdheid danken", zeide Herman, „want de tijd roept en de voer man wacht ons al". Onderwijl noodigde de ambachtsheer 't gezelschap met allen ernst uit, om 't huis ook eens van binnen te komen zien, maar Herman 't woord her vattende, bedankte met des te meer betuiging van ver plichting. Zoo sohreden zij naar de voorpoort, waar de paarden, met hun pooten in 't zand krabbende, hen schenen te vermanen, dat ze voort moesten. Hier namen ze beleefd afscheid, klommen op den wagen en de paarden rukten voort. Terwijl zij voorbij het schoone speelhuis en langs de groene heggen en manteling reden, keek en herkeek Ewoud, met onverzadigbaar genoegen, nu her- dan der waarts. Aan de rechterhand verhieven zich verscheidene huizen en gebouwen langs de duinen, terwijl recht vooruit een kasteel met hooge muren en torens prijkte. Ewoud dacht dat al die huizen en torens tot Domburg behoor den. „Die huizen'', sprak Herman, „zijn alle lusthoven; eenige zijn voorheen kloosters of vermaakplaatsen der geestelijke geweest. Dat is Duinhove", zeide hij, „dat net Huis ter Duin, dat Duinbeke, dat Duinhelm en dat groene geboomte, daar ginds in de duinen is het Prin senbosch, dat zeer vermakelijk is. De muren en to rens, die gij vooruit gezien hebt, heet men Westhoven, waar oudtijds de Abten van Middelburg*) hun vertrek en vermaak hadden, hoewel sommigen willen, dat er Tempeliers7) gewoond hebben. Het is, gelijk ge ziet, een der schoonste plaatsen van Walcheren. Zoo bekoor lijk is dit lusthuis, dat, toen in de vorige eeuw om kerk en academiegeschillen, den Edelmogenden Staten van Zeeland geraden werd een hoogeschool op te richten, sommigen Westhoven voorstelden, hoewel Middelburg daar ten «lotte toe verkoren werd, wat niet weinig I. Prangois, daar is mijnheer Veillon I Bij dezen roep van de jonge slanke vrouw, die tus- schen de bloemen van het perron te voorschijn kwam, richtte Francois du'Brèau zich uit het gras op, waarin hij met zijn dochtertje gespeeld had, om nu met de eene hand naar hem uitgestrekt den bezoeker te verwelkomen, terwijl hij met de ander op zijn schouder het lachende kind ondersteunde, dat de bloot® voetjes in de zon liet spartelen. Zoo, zoo, is daar mijnheer Veillon, nu, hij is wel kom schoon het toch wel wat schandelijk i-s drie maan den van ChAteau-Fraye weg te blijven en ook geen en kelen keer Hij bleef beneden aan de trappen staan, getroffen dtfor de aarzelende, bijna angstige en verlegen houding, van den besten en oudsten vriend zijner jeugd, nu deze zich genoodzaakt zag om de waarheid heen te draaien. Ie wou me spreken Jamaar niet waar je vrouw bij is. Dit werd heel zachtjes en vluchtig gezegd, onderwijl ze elkaar de hand gaven. Tot aan de lunch waren de beide vrienden echter geen oogenblik alleen. Toen het kind eindelijk was weggebracht, moest het landgoed bezichtigd worden, dat in de laatste maanden zulke groote veranderingen had ondergaan. Dit Chateau- Frayé, waarnaar de familie van mevrouw du Bréau ge noemd was, was een oude bezitting, half ridderslot, half fabriek, met een massieven toren en een oud park, waar tusschen het dichte groen de reusachtige fabriekschoor- steen rookte en de zwarte wolken voortstuwde over de met koren, gerst en beetwortelen begroeide velden. Had men niet eiken avond den rooagekleurden hemel van Parija gezien, men zou gemeend hebben diep in Ar- tois of in Sologne Jte wezen. Al twee jaar van hun huwelijk leefden hier in een uitsluitend aan hun liefde gewijde stilte en eenzaamheid, de'markies du Bréau en zijn jonge vrouw, die door hem zijn „klein Chüteau- Frayé" genoemd werd, alsof zij een wijntje was. Op het oogenblik, dat zij zich aan tafel gingen zetten, werd mevrouw weer voor het kind weggeroepen. 't Is een type, die min, zei de jonge moeder, ik heb zelden een boerenvrouw gezien,» die er zooveel ge moedsbezwaren op na houdtaltijd, altijd heeft zij weer wat anders Eet gerust, heeren wacht maar niet op me 1 En met een gelukkigen glimlach stond zij van tafel op. Nauwelijks was zij weg of haar man vroeg Wat is er Louise is dood, zei zijn vriend ernstig. De ander begreep hem niet aanstonds. Och zoo, ja, ja, LoulouFedoraja, ja. Een beetje zenuwachtig greep Frangois de hand van zijn vriend. Dood weet je 't zeker En toen zijn vriend met een knikje bevestigde, slaakte du Bréau geen zucht, maar een kreet van verlichting: Eindelijk 1 Dat klonk wel ontzettend egoïstisch tegenover de doode, en vooral tegenover 6en vrouw als Fedora de be noemde actrice, bewonderd, geprezen, door allen begeerd en die hij zes jaren lang aan zijn hart had gedrukt. Hij voelde zich verlegen en beschaamd en verklaarde ja, dat klinkt verschrikkelijk, nietwaar Maar als je ook wist hoe ongelukkig zij mij gemaakt heeft, toen wij gingen scheidenHoe ze me vervolgd heeft met haar onzinnige brieven, haar bedreigingen, haar einde loos wachten voor mijn deurEen half jaar voor mijn huwelijk, tien maanden, vijftien maanden daarna, heb ik in een ontzettenden angst geleefd, slechts denkende aan moord en zelfmoord, vitriool en revolverZe had ge zworen te sterven, maar om eerst alles te vermoorden man, vrouw en zelfs het kind, zoo ik tenminste zoo rijk was. En die haar goed kende, wist dat dit bij haar geen ijdele bedreigingen waren. Ik durfde mijn arme vrouw nergens heen brengen, noch met haar te gaan wandelen, zonder dat ik bevreesd was voor de een of andere dwaze of ernstige scène. En waarom? Welk recht beweerde zij op mijn bestaan te hebben Ik was haar niets schuldig, tenminste niet meer dan de ande ren, dan zooveel anderen ik had al te veel haar ont zien, ziedaar, En dan ik was jong en behoorde tot een andere wereld dan haar auteurs en comedianten. Men verwachtte iets beters van memisschien wel een huwelijk. Och, arme Loulou, ik ben daarom niet boos op haar, maar 'twas toch vrij vervelend met dat al. Mijn vrienden hebben zich verwonderd over mijn eindelooze huwelijksreis, nu, zullen zij begrijpen waarom ik zoo lang wegbleef en ook waarom ik, in plaats van naar Parijs terug te keeren, mij hier heb op gesloten, plotseling een en al belangstelling geworden voor den landbouw. Toch was ik ook hier nog niet ge rust en als ik de schel maar wat buitengewoon luid hoorde overhalen op oogenblikken, dat feitelijk niemand verwacht werd dan sprong mijn hart in mijn borst op en ik zeiDaar zal je 't hebben. Veillon, die, terwijl hij van zijn goeden eetlust blijk gaf, aandachtig hoorde naar de nu en dan afgebroken bekentenissen van zijn vriend, zei tot Frangois op een toon van verwijt Welnu, thans kan je rustig slapen.zij is eer gisteren te Wissous gestorven, bij haar zuster, die haar vier maanden geleden opgenomen had, toen haar kwaal zich verergerde. Du Bréau sidderde smartelijk.Ziek, en zoo dicht bij hem, slechts een paar mijlen van hem af, zonder dat hij er iets van Jgeweten had. Hoe heb je het gehoord, dat ze daar was (Wordt vervolgd). Wegeling's Vraag en Jtanbod van de sinds 78 jaren als het beste middel tegen hoest en ver koudheid beproefde In origineele doozen 65 en 45 Cta. ÜL

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1925 | | pagina 1