We ge ling's V en Aanbod R REBUS IV 31 e JAARGANG VRIJDAG 6 MAART 1925 No. re i ui. jqi i i I *o I 03 I «Ö.Q.I- 71 SI *5 cr «I a> «s;l El WEGELING's VRAAG EN AANBOD VAN 6 MAART 1925. muur blijft hangen, is toch ook het ware niet. Neen, loopen zou ik willen en als ik maar eenmaal van den muur af ben gekomen en van dien naren spijker waar aan ik ben opgehangen, ja, dan zou ik wel willen pro- beeren of ik wandelen kon, zooals alle menschen doen en dan... ja, dan ga ik eens een reis maken, misschien wel heel, heel ver. Misschien wel een reis om de wereld. Ja, waarom ook nietMaar wat is me dat Wie trekt er ineens aan mijn touwtje Hup, hup, ging Harlekijn met beenen en armen zwaaide hij blij naar alle kanten, been op, boen neer, arm op, arm neer, och och wat danste hij in eens blij Toen hij zag, Jat het poes Mimi was, die op den tafel was gesprongen en nu vroolijk met het touwtje speelde, riep hij„Zoo, ben jij het Mimi, kom jij nu met mij spelen Goeden morgen, poes, maar alsjeblieft niet zöö wild. Je springt tegen mijn buikje op alsof ik er geen gevoel in heb, en dat valt niet mee, ook al is hij maar van papier. Pas toch op, pas op Maar poes Mimi, luisterde niet naar alle jammer klachten van onze Harlekijn. Zij had het touwtje een maal te pakken en trok en trok, zöö, dat Harlekijn er duizelig van werd. Hij draaide maar rond en altijd weer sprong poes tegen hem aan om het touwtje dat in de hoogte sprong te pakken. Dat vond poes een heerlijk spelletjeMaar plotseling gebeurde er iets waar niemand aan dacht. Het spijkertje schoot uit den muur en plof daar laag Harlekijn op tafel vlak voor poes. Poes Mimi schrikte nu zóó, dat hij roef weg vloog van tafel, op den grond sprong en pas bij het hoekje van de deur zich durfde omdraaien om te zien wat er eigenlijk gebeurd was. Harlekijn was met zoo'n bons op de tafel gevallen, dat hij er pijn in zijn bol van had gekregen. In het eerst wist hij niet goed wat er met hem gebeurd was, doch toen hij een beetje tot zich zelf kwam, merkte hij dat hij nu los van den muur was en op tafel lag. Maar hij wist niet dat hij bijna op het randje lag en toen hij wilde probeeren om op te staan, plofte hij op den grond. Maar dat was niet erg want het vloerkleed was lekker zacht. Nu lag hij op den grond en terwijl hij daar lag sloop Mimi toen naderbij. Met hoogen rug en malle dwarse sprongen, sprong poes nu om Harlekijn heen en was een beetje bang voor al die schelle kreuren. Toch kon poes niet laten om weer met het knoopje te gaan spelen dat onder aan het touwtje van Harlekijn zat Zacht waren de poesen pootjes en licht was poes, dus dat vond Harlekijn niet erg, maar, hij wilde graag probeeren op te staan en poes sprong telkens op hem. „Mimi", zei Harlekein toen, „speel nu eens niet meer met dat touwtje maar Maar poesje verstond geen Harlekijntaal en had de grootste pret. Nu kwam om het hoekje van de deur het eigenwijzen snoetje van het jonge hondje Pim. Pim was nog erg jong, ik geloof dat hij een drie maanden oud was. Pim was dus veel te jong om zich al fatsoenlijk te gedragen en nog veel te blij als hij een guitenstreek kon uithalen. Zoodra hij dus poes Mimi zag met Harle kijn, was hij er als een echte robbedoes dadelijk bij en sprong vlak voor Mimi. Maar Mimi zette een hooge rug van schrik en kwaadheid, ja, zq blies, en als een poes blaast is zij erg boos. Maar Pim stoorde zich daaraan geen zier, hij wilde spelen en als wat anders om Opl. Rebus 3 Onderhandsche Verkooping. REBUS Mimi boos op hem was pakte hij maar mede te spelerf en met een korte blaf sprong hij op Harlekeqn toe, beet hem in een been en sprong met hem de kamer rond, vloog den gang in" en verdween door de tuindeur naar den tuin. Daar liep hij zoo vlug als een haas je met Harlekeijn rondom de bloemper ken en sleurde hem over den grond mee over de kiezelsteenen over het gras, over de aarde, steeds holde hij maar rondom met Harlekijntjes been in de bek. (Wordt vervolgd). 01 1 I I I I I I I I I l r lajtKl 1 tl" I VsH Pal"ais s|f II Voor Jong en Oud Bijblad van 161 Karl vroeg Dorus direct met hem op sta te gaan. „Dan gaan wij samen op reis zei hij „m'n zuster is hier met den wagen' aan 1 Kijk ginds zijn ze er al 163 Suzanne, zoo heette Karl's zuster, stond op de uitkijk waar ze bleven. ^1164 Dorus had al gauw een aardig hoedje ge vonden en voelde zich wel thuis in de zigeunerswereld. De volgende week ver trekken ze, hoor 14 LKijk maar uit 1

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1925 | | pagina 11