li1 e ge ling s Tlieuwsdlad 20e PRIJSVRAAG. i v- Bijblad van SNUFFELGRAAG EN KNAGELIJNTJE Kwaliteit prima 31e JAARGANG VRIJDAG 27 NOVEMBER 1925 No. 47 WEGEUNCs NÜJWSBLAD VAN 27 NOV. 1925 Gedurende eenïge weken worden in dft gedichten opeen» ingesloten. Drukkerij H Wegeling drukt ook uw Visrtek arten Prijzen De Redactie van de drukkerii De Lange Jan {moei er nog bü) Heelt wee' een Prijsvraag u-tgesckn», Om ha r lezers kans te geven. Iederéén op zijne wijze Te dingen naa^ de fraaie prijzen, Die ze hiervoor ftwdk a^gekoM. Wat haar een groot succes belooft Wat nu de Prijsvraag zelf aar^jaat. Het is gemakkelijk, wat daaT staat De naam van *1 diertje op (Teerste regcL Kan niet anders zijn dan egel De naam der drank, die wvril wrkre^e*. Is wijn. (welhcht is z'ook belegen.) Vervolgens komt er onder *1 werk. Ook te voorschijn *t woordje kerk. Dan wv men al de huid verkoopen Terw^l de heer nog rond blijft loopen. Wat hierna volgt, raadt ieder vlug Want ieder mensch heeft toch een rrig Wegeling's Nidbwsblad is een krant Met een bijblad voor de jeugd zeer Zij kan hieruit al spelend leeren, Daarom moet zich ieder hierop Een kat :s een hui&aier, Dat weet iedereen Voor een viervoetig dien Kl^pt koe bieT alleen. Dat spelen met vuir gevaarlijk Is algemeen bekend. En dat een ei versterkend is, Heeft niemand ooh ontkend. Wist is de verleden tijd van Do is een muzieknoot die hier niet wordt Amerika ts een werelddeel. Een pit zit m een vrucht. Met eer goeden wil bereikt men wed Zelfs Indié, door de lucht Een drank die zeer verfrisschend is, Is Limonade wel. En 'd eerste lette van dat woord, Dat is ook imst een L. Een zaag gebruikt een timmerman, Gelijk men allen weet. Rijp moeten alle vruenten zijn. Alvorens men ze eet. Hu vraagt men no Maar ze moet zijn verkort De hier bedoelde naam is Nd, Waarmee besloten wordt. T A. L Ha Lang zoeken is 't gelukt Ik loste 't raadsel op Nu kan dc kaart dus afgedrukt En niet meer op haar kop Ik heb de letters goed gezet Maar heusch, het viel niet mee Ik ging soms laat er door naar bed Soms draaierig en wee Hu kan de kaart weer afgedrukt Zooals ze wezen moet Ik ben verzekerd dat dit lukt Uw drukkerij is goed. Tot slot mijnheer H. Wegeling Hog deze kleine vraag Is er voor mij een prijsje bij Ik had dit «toch zoo graag T o St L Wie Wegeling's Vraag en Aanbod iccst Is er altijd van overtuigd geweest Dat hij het nieuws uit dorp en stad Vindt in dit veelgelezen blad. Deez* welbekende drukkerij. Pr^st men van verre en nabij Want wi^ is er niet op gesteld, Dat hij veel leest voor weinig geld. Slechts veertig centen in totaal Is <fabonnementsprijs per kwartaal De mkkerijen van dit blad Vindt men te Vliss ngen in de stad. „H Wegeling" is daa de man Te Middelburg is 't „De Lange |an" Een ieder leest dit nieuwsblad graag En thans gee t men ons een prijsvraag. Wat men hier in die prijsvraag ziet is echter zoo gemakkelijk niet. „Reclamekaart" daar lijkt het op, Maar velen hebben toch een strop. Eerst stond de kaart goed in elkaar och de zetter deed een beetje raar. En had dan ook een ongeluk, Het zetsel viel, doch was niet stuk De letters bij elkaar gezocht fn net of het zoo wezen mocht De letters stonden dooi elkaar. En nu is men nog lang niet klaar Wat de oplossing der prijsvraag is, Dat volgt hier en ik raad niet mis. De ee-ste regel is „Drukkerij" „H Wegeling" hoort nog daarbij, fin den tweeden regel ligt de zin „Drukt ook uw Visitekaarten" in Den derden regel keek ik na "k Las zeer terecht „Kwaliteit prima" Ea nu het slot. ieder leest dit graag. Luidt Jhaer "Prijzen laag." de V. O.-en W.-Souburg - o Waar men ook kijkt of zoekt of speurt Nog nooit of nimmer is 't gebeurd. Dat men een kwaliteit of werk zoo goed, Als dat van Wegeling ontmoet Ea men betaalt hiervoor slechts weinig geld. Dus uw visitekaarten vlug besteld. Tt Adres isik zeg 't maar voor herinnering, Hoordstrakt 44 H. Wegeling, M *W. Voor Jong en ötid 13. Boven op den rxnd van die melkkan zat mijn broertje Nesswijs. Hij boog zich zoo ver voorover, dat alken z>n zwarte broekje en rijn staartje nog 4e zien waren. Moeder riep hem toe, uat hij dadelijk naar beneden moest komen. Miar Neuswijs was ook eigenwijs en hij deed bet niet 14. Moeder klom ook naar boven om den deugniet bij zijn lurven te pakken. Maar opeens hoorden we een plons. En moeder piepte heel angstig. Ik klom ook op den rand van den melkkan en zag Neuswijs heel ver beneden in de witte melk zwemmen. Wat was hij nu angstig! 15. Moeder ging met haar voorpootjes aan den rand van de kan hangen en stak mijn broertje haar lange staart toe. Nog een oogent>tikje en Neuswijs zon verdronken zijn. Maar hij wist nog net staart te pakken. 16. Toen trok moeder den stouten jongen weer naar boven. Hij zag er smerig uit. De melk droop van zijn kleertjes. We maakten hem met z*n allen schoon en toen moesten we dadelijk naar huis en naar bed. Maar Neuswijs kreeg eerst van vader een pak voor z*n broek, omdat hij zoo ongehoorzaam was geweest

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch Nieuwsblad/Wegeling’s Nieuwsblad | 1925 | | pagina 5