VOOR ONZE MEISJES.
Tante Betty.
wlüELING's VRAAG Ui AANBOD VAN 30 JANUARI 1925r
Zoo wêRk
bi 5Z I
WEGELING's VRAAG EN AANBOD VAN 30 )ANUAR! 1925
Lampenkapjes maken.
Beste Meisjes,
Hoe jammer, dat je mij nu zelf
niet eens opgeven wat je graag
zoudt willen maken. Zooals jullie
de vorige week hebt gelezen, kun
nen je per brief waarop staat „voor
tante Betty*, opgeven wat jullie het
liefste willen maken. Er wordt wel
voor afwisseling gezorgd, maar toch
wil de één liever dit, een ander
liever dat eens maken. Het lijkt mij
ook wel leukj jullie op de verschil-
Ipnde briefjes in 't kort tc antwoor
den in een apart hoekje. Hoor ik
nu eens iets van jullie?
Nu zullen we weer aan ons we-
kelijksch werkje gaan en kunnen
je eens een aardig lampekapje
maken voor punqlampjes, kaarsen
houders enz.
In den vorrfi zooals figuur A
aangeeft, knippen je een stuk tee
kenpapier of beter nog wit carton,
maar zooveel vergroot, dat als het
rond geplakt is, ongeveer de ge-
wenschte grootte heeft. De silhou
etten teekent ge door op doorschij
nend papier en maakt ze met
Oost-Indische inkt geheel zwart
Nu knipt ge in het teekenpapier of
carton op gelijke afstand mooie
ronde gaten én plakt hier de sil-
houten achter. De rand kunnen je
teekenen of borduren, zooals je
zelf het mooiste vinden.
Wie verzint er nu eens iets moois
voor een der volgende weken.
Oma's Logeetje.
(Vervolg).
Ze is maar een doodgewoon Omatje met grijzend haar,
met een klein hoedje| en een zwarten mantel aan
een donker, stil. figuurtje, dat geen aandacht eischt.
Door de sneeuw, langs den zonnigen buitenweg, gaan
Oma en joekie naar huis terug. De duintoppen liggen
zilverwit te fonkelen een ingetogen pracht onder den
klaren, blauwen morgenhemel de goede sneeuw dekt
het haveloos-bruine winterloof van het eikenboschje en
het blauwig groen van de dennetjes glanst donkerder
nog en voornamer onder den bloesemwitten toon.
Wat is de sneeuw lief, spint Oma voort aan joekie's
uitspraak wat is de wereld mooi, wat kan een groote
"stad stil zijn, als alle geluid gedempt en alle beweging
vertraagd is.
Maar voor Oma's voeten speelt Oma's hond en aan
den staart van Oma's hond hangt Oma's kleinzoon
sjoksjok en Oma voelt zich plotseling opgenomen in
een doelloozen rondedans om Oma heen, die, zelf spil,
ook weer draait
joekie. néé, laat dien staart los.
Dan moet Oma joekie dragen, eischt hij met twee
gestrekte armen stijf tegen haar knieën, joekie is zóó moe.
-Ze kijkt naar z'n stevige, rechte beenen, z'n frissche
kleur, z,n vroolijke donkere oogen, waarin *ze den jok
ken léést.
Geef me dan gauw het andere handje.
Het helpt onmiddellijk en dwars tegen het geringste
gevoel van moeheid in, trekt hij haar mee naar een
stuk onbebouwden grond, waar de sneeuw hoog en rul
en onbetreden ligt boven het droge duinzand,
Déze kant, Oma.
Oma, die bedenkt dat ze vandaag ten pleiziere van
haar kleinzoon uit is, dat ze dezen morgen de realiteit
heeft te betrachten, maakt zich haastig los uit de stille,
verkwikkende gedachtenwereld en baggert met haar
logé over de ongelijke, smadelijk verworpen steenen,
floep in een kuil en hup, een sneeuwhoop op. De brui
ne slobkousbeenen verdwijnen tot aan de knie in de
witte mulheid.
Grappig hè, vraagt hij met een stralend gezicht,
VOOR DE JONGENS
Een grappige knipplaat.
Beste jongens 1
Het gaat mij al even bedroevend als tante Betty, wat
betreft het insturen van opgaven van aardige knutsel
werkjes. Voelen jullie er nu werkelijk niets voor om
eens op te geven wat je willen maken. Oom Theo zal
jullie wel helpen en raad geven. Ik hoop dat volgende
week een hoop brieven me komen overvallen.
Op de brieven niets anders zetten als „Voor Oom
Theo" en ze dan bezorgen aan onze bureaux of bij de
agenten.
Nu jullie niets hebben op'gegeven, zal ik zelf maar
weer eens wat verzinnen.
Begin met de plaat op dun carton te plakken, d.w.z.
alleen het bovenste gedeelte, want de strooken met
gezichten moet ge alleen op stevig bruin papier plakken.
V an de plaat knipt ge de gedeelten„Knip uit" zorg
vuldig uit, alsook de twee gleuven links en rechts. De
strooken plakt ge aaneen, zoodat B op A komt en E
op C. Daarop steekt ge de strook van voicn uit door
de rechtergleuf, verder langs den achterkant weer door
de linkergleuf naar voren, buigt beide u temden der
strook naar achter en plak einde D op C, aldus als 't
ware van de strook een band zander einde vormende.
Om elk poppetje nu verschillende gezichten te geven,
doet ge als het voorbeeld aantoont, dus houdt met de
eene hand het carton met de hoofden en met de andere
de band vast en draait deze telkens een stukje verder.
Om het geheel nog fraaier re maken kan men het ge
heel ook kleuren.
Tot volgende week. OOM THEO.
terwijl Oma moeizaam haar oude linkerbeen uit een
verraderlijke diepte trekt
Weer op den beganen grond gekomen, wandelen ze
verder, hand aan hand en rug aan rug, omdat de hond
voortdurend achterblijft, omdat een straatzanger, die
steeds op dezelfde plek staat te zingen hem eindeloos
boeit, omdat Oma nu eenmaal niet geneigd is met ieder
voorbijsleeënd kind aan te gapen en hij toch weten
moet waar de reis in omgekeerde richting heengaat
Oma's dienstmeisje ontfermt zich bij het thuiskomen
over de natte schoentjes en kousjes, over Oma's mantel
en hoed en Oma giet snel de pap op het kippebordje
en eet al voerende haar eigen boterhammen. En ze
denkt met een niet te weerhouden verlangen aan den
zachten, grooten stoel bij den warmen haard op de
studeerkamer, waar je werkeloos kunt zitten en rusten,
waar niemand iets vraagt, niemand hindert, waar het
midden op den dag zoo kaimeerend schemerig kan zijn
achter de gesloten gordijnen
Nou joekie zélf eten... en de lepel ontglipt aan
Oma's handen. De pap springt over den rand van hel
bord op het tafellaken, tegen den kippekroes en Oma's
koffiekopje.
Nee, joekie, Iaat Oma
Zélf doen Tegen den vasten greep van de kleine
knuistjes Zit ze machteloos.
Waarom ook niet? denkt ze, hij is groot genoeg om
zelf te eten. En o! het oude, dierbare lepeltje met de
lus, waarmee al haar kinderen heel jong en heel netjes
geleerd hebben zelfstandig te eten die lange zilveren
lus, waarom een dik handje zoo gemakkelijk vastgrijpt,
het breede schepje zoo licht te besturen, zoodat het eten
zonder morsen naar het grage mondje gevoerd wordt
(Wordt vervolgd).
C