WEGENS OPHEFFING RIJKSDISTRIBÜTIE VAN VETTEN IS
JURGENS'
HOOGFIJKE PLANTENBOTER
PLANTA
80 CENT PER POND
EN
CÖCOS.A
85 CENT PER POND
SOLO
85 CT. P. POND
VOORTAAN WEDEROM OVERAL VERKRIJGBAAR
Menu van 12 tot en met 17 Mei
Centrale Keuken»
^DOUCEURTJE"
Feuilleton.
n
Gemeevife!ijk@
Maandag 12 Mei: Erwtensoep.
Dinsdag 13 Meiltijst met melk en suiker
Woensd. 14 MeiStamppot van Zuurkool.
Donderd. 15 Mei: Bruine Boonensoep.
Vrijdag 1(5 Mei: Stamppot van Snijboonen
Zaterd. 17 Mei(lort met karnemelk
Distributie.
APOTHEEK.
A. J. v. Ockenburg, Broerauil
ZONDAG 11 MEI
Plaatst Uw
FAMILIE-BERICHTEN
in dit Blad.
PREDIKBEURTEN.
ZONDAG 11 MEI.
Het aansteken der lantaarns.
EINDE!!
DER
Inlevering van bons niet meer noodig. Prijs per portie 10 cent.
Lijst van Regeeringsgoederen.
Burg. en Wetli. van Vlissingen
brengen ter algemeene kennis,
dat gedurende de week van 10
Mei tot en met 16 Mei 1919
verkrijgbaar is
op bon no. 3075' K.G. Klei-
aardappelen a f0.07 per K.G.
op bon no. 308 1 pond Peul
vruchten (diverse soorten).
op bon no. 3091 ons Kaas
(diverse soorten.)
op bon no. 310
h f0.ll per ons.
op bon no. 311
rikaansch spek a f 0.20 p.ons.
op bon no. 312: 1 pond Ge
condenseerde Taptemelk met
Vit ons Jam
2 ons Ame-
suiker a f0.30 per pond; per
flesch van 1 pond f0.33.
op bon no. 313 3l/i ons Suiker
(diverse soorten,)
op Kindersuikerkaart no 8 Vj
pond Suiker (diverse soorten.)
op Ki'ndermeelbon no. 31
pond Kindermeel
Vlissingen, 9 Mei 1919.
Burg. en Weth. voornoemd,
v. DOORN v. KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. P. v. ROSSUM Jr.
REGEERINGSGOEDEREN
SOUBURG.
Gedurende de week van 10 Mei
tot 16 Mei is verkrijgbaar op
Varkenvleeschbon 11 5 K.G.
Aardappelen.
Spekbon wit 4: 2 H.G. spek.
Kaasbon 16: 1 H.G. Kaas
op Rijstbon 16 :3V» H.G. Suiker
Boonenbon 18 2 H.G. Boonen
1 H.G. Scheerzeep en een 1
stuk toiletzeep per gezin bij M.
J. STRIJD.
Souburg 9 Mei 1919.
is geopend de Apotheek van
Ned. Herv. kerk.
Geen opgaaf ontvangen.
Engelsche Kerk (Nieuwe Markt)
10.30 uur: A. M. Rev. A. W.
FRATER.
Vrijzinnig Hervormden.
Geen dienst.
Gereformeerde Kerken.
Middelkerk
9.30 uurDr. J. BRINKMAN,
van Hattem.
5.30 uurDr. J. BRINKMAN.
Noorderkerk.
2 uur: Dr. J. BRINKMAN.
Evang. Luth. Kerk
10 uur: Ds. SNIJDER.
Chr. Ger. Kerk
9.30 uurDs. J. CROES.
5 uur: Ds. J. CROES.
Doopsgezinde Kerk
10 .uur: Ds. S1EMELINK.
SOUBURG
Ned. Herv. Kerk
9.30 uur: Ds. TJEBBES.
2 uurDs. POSTMA.
RIT THEM
Ned. Herv. Kerk
9.30 uur: Ds. TALMA.
In verband met de afwijking
van de artt. 10.11. 20 en 23 van
het Motor -en Rijwielreglement,
door den Minister van Waterstaat
totnadereaankondiging toegestaan
laten wij hier een lijstje volgen
van de tijdstippen in dit jaar ge
durende welke rijwielen, hand
karren en bespannen wagens van
een brandende lantaarn voorzien
moeten zijn.
Licht op tusschen de uren
Mei
Zaterd. 10
Zondag 11
Maand 12
Dinsd. 13
Woensd 14
Donderd 15
Vrijdag 16
Zaterdagl7
Zomertijd
2.28nm.4.11 vm.
2.47,, -4.10,
3.9 -4.8
3.39 - 4.7
Geen Licht
9.45 10.28nm
9.46,, 11.23
9,48 12.10vm
Bestuurders van bespannen
wagens, die van deze afwijking
gebruik maken zijn evenwel ver
plicht zorg te dragen dat hunne
rij- of trekdieren voorzien van
geluidgevende bellen.
Het motor- en rijwielreglement.
In afwijking van artikel 23 van
het motor- en rijwielreglement
behoeven handkarren, die zich
tusschen één uur na zonsonder
gang en één uur voor zonsop
gang op een kunstweg bevinden
niet voorzien te zijn van een
lichtgevende lantaarn.
Zij had z'n thuiskomen niet
gemerkt, blijkbaar. Hij hoorde
h. ar praten met Griet, de tafel
neer de beduimelde kwitantie van
Van Wijk, het doosje met taartjes
en een blauw papiertje. Wachtte
tot Jet kwam. Daar had je d'r.
Bleek, nerveus, ontstemd, ver
drietig, als een goed uur geleden.
Zij schrok echt van zijn, tegen
alle gewoonte, nu al thuis wezen.
Maar hij straalde van vergenoegd
heid. En rookte een sigaar. Plot
seling viel haar oog op de tafel.
„Hé Wat 's dat
Geluksglansje kwam nu ook op
haar gezicht.
En hij rinkelde met geld.
Had rijksdaalders en guldentjes
inzijn broekzak gestoken. Rinkelde
daar nu expres-patserig mee.
Zij viel hem om den hals.
Zoende hem in onstuimige blijd
schap. Zat op z'n knie. Hij ver
telde het haar haastig. En stopte
haar handen vol met zilvergeld.
Jet s in de wolken. Ging
gauw, gauw naar Gr'et in de
keuken om haar Lordschappen
laten doen. En te zeggen, dat
ze haar loon kon afhouden. Ze
l et wat extra's wat fijns voor
en boterham halen. Telkens
t jgend, in haar opwinding, dat
e nu toch vooral zuinig, heel
zuinig met dat geld moesten
wezen. Och, ,t zou nu wel gaan.
De kleine beertjes konden getemd
Wat 'n zaligheid
Zij stopte hem een stuk taartje
in den hand. En zat zelve heerlijk
te snoepen.
Toen gingen zij, het douceurtje
voor hen op tafel uitgespreid,
zitten cijferen.
Er was nog een dikke vijf en
dertig over. En het viel niet mee.
Als Jet 'n dood-goedkoop man
teltje en een tweedehands hoedje
zag te krijgen En Karei zijn
hoed kon niet langer mee. En
z'n laarzen waren zoo scheef ge-
loopen. De brandstoffen-man, de
melkboer, de bakkersachterstand
van het kruidenierswinkeltje, nog
een stuk of wat postjes. Ze
hadden niet aan al die dingen
gedacht. Hij telde op, nog eens
Drie en vijftig gulden acht en
zestig cent. De gezichten werden
iets minder zonnig. Ze gingen
schrappen. Begonnen haast te
kibbelen. En opeens verscheurde
Karei het heele lijstje. Ze zouen
wel zien. Een dag van rust wilde
ie hebben. De stemming mon
terde weer op. Toen sprak hij
van het plannetje. Van middag
uit eten gaan. Dinerije van een
vijf en twintig met half fleschje
wijn. jet stribbelde tegen. Somde
op wat 't kosten zou. Minstens
een gulden of vier. En dan nog
't bioscoopje, waar hij heen wilde
Dat zou vijf, zes pop kosten.
Mannie moest nu verstandig zijn.
Maar hij zal wel dat't Jet moeite
kostte hem tegen te stribbelen.
Ze was in geen weken ergens
heen geweest. En zwichtte. Straks
zou ze een paar kleinigheden
gaan koopen. En ze spraken af,"
elkaar zoo en zoolaat te zullen
vinden in het café-restaurant waar
ze zouden eten, en Karei haar
zou wachten.
Klokslag half zes uur was zij
er. Dadelijk merkte Jet, dat hij
minstens drie borrelijes verschalkt
had. Met. collega Landman had
hij steentje gelegd. Was in een
fideele bui. Pak van miezig
triestige zorgen heelemaal afge
gooid. Voordat zij er iets kon
tegen inbrengen, had hij een
advokaatje voor haar besteld.
Daar was Jet immers zoo dol op
En zij gaf zich over aan de zoete
weelde van 't er nu eens van te
kunnen nemen.- Gisteren hadden
zij brood met een eitje voor diner
gehad. Eergisteren een heel klein
varkenslapje met wat kool. Toen
zij de menu van het restaurant
inkeek, begon 't in haar maag te
krimpen. Hij bestelde, ondanks
haar pruttelen en dreigen, met
anders eenvoudig te zullen weg
gaan, nog een borreltje. Wipte
't in een paar teugjes naar binnen.
Toen gingen zij aan tafel. Het
halve fleschje wijn stond uit
lokkend bij zijn couvert. Het
soepje wierp verleidelijke damp-
geurtjes uit. De smaak gaf Jet de
gewaarwording van uit armoe-
ellende eindelijk te zijn overge
bracht naar de zaligheid van
weelde-leventje. Karei zat, met
schitterende oogjes en roode
wangen, genoeglijk te praten. Ze
voelden zich heerlijk veilig hier
waar zij niet konden opgeschrikt
worden door het geschel van
beertjes, die misère-maaltje kwa
men storen. Hij had nu allerlei
prachtplannen en praatte daarover
met groot enthousiasme. Ze zou
wel zien. Hij zou nu aanpakken.
Natuurlijk, eerst nog het kantoor
aangehouden. Maar over een jaar.
Tante Jans zou nog wel eens
anders pratenHij had nu kijk
gekregen op hetgeen hem te doen
stond. O, jé nog maar even ge
duld. En de getrouwde luidjes
klonken met elkaar op het succes.
„Prosit!" zei Karei, in wiens
hoofd het wat doezelde.
„Op je gezondheid!" zei een
harde grove stem.
En een groote, zwaar-gebouwde
sinjeur, met lodderige oogen en
bloedroode wangen, ging aan hun
tafel zitten, terwijl het plompe
lijf op een stoel half neersmakte.
De man schoof z'n hoed wat
achter op z'n hoofd. En in de
loomejlodderigheid van zijn oogen
was iets spottends boosaardigs.
Jet was krijtwit van schrik en
Kareis jolig zonnig apitisme
verdween als bij tooverslag.
„Op je gezondheid herhaalde
de dikke sinjeur, en hij bleef
Karei, met de roode, vettige
vingers op het tafellaken trom
melend, strak aankijken.
't Was Leenderts, de aannemer
die Karei ruim een jaar geleden
aan zestig gulden had geholpen
waarvan er al veertig hadden
moeten terugbetaald. Terwijl hij
slechts, op den kop af, zeven
en vijftig restitutie had gekregen.
„Zoo mag ik 't zien!" zei
Leenderts, die juist kwam uit
kring van kennissen-collega's,
waar heel wat rondjes waren
gegeven." zoo is 't patent."
Zij zwegen. De vork trilde in
Karel's hand. Hij mompelde iets.
Meneer Leenderts haalde, met
onzekere tastbewegingen een
zeer vette portefeuille uit den
zak. Zocht er, met zijn telkens
dichtknijpende oogen in. Vond 't
toch, legde de kwitantie voor
zich neer.
„Astublieft' mijnheer Van Rijn."
En hij gaf, met zijn forsche
vuist, een klap op het fijn demast
van het diner-tafeltje, dat aller
oogen in het restaurant zich plots
op hem richtten.
„AstublieftM'n centen
Jet, die zag hoe Karei straks
zou losbarsten, in de stemming
waar hij nu in was, trachte meneer
Leenderts te verwurgen. Heusch
meneer kon er zeker van zijn.
Morgen-den-dag zou Karei bij
hem komen.
„Centen" schreeuwde de hevig
aangeschoten crediteur,menschen
die hier fijn zitten te dineeren.
met een potje-wijn liefst.
Die motte betalen. Wat zeg jij
ervan Kees?" Dit tot een kellner
die naderbij was gekomen, uit
gezonden door ober om even-
tueele herrie te voorkomen.
Meneer Leenderts bleef door
praten. Jet zat te snikken. De
menschen in hetrestaurantlachten
over het incident.
„Heb je geen centen?" zei
meneer Leenderts „Kees, pas
op hoor! Die mijnheer schuift
niks af jongen! Maar in
opwekking van plotseling uit
barstende verontwaarding, „dan
ook geen wijnEn meneer
Leenderts greep Kareis glas en
goot er het restantje van halve
flesch wijn in uit, zette het aan
de lippen.
Toen barstte het uit. Drie
kellner's greep Karei vast. Hij
had zijn mes gegrepen en wilde
in razende woede van wanhoop
over schandaal, Leenderts naar
't lijf. Stak zelfs naar hem.
De rechtbank, alle omstandig
heden in aanmerking nemende,
was zeer clement voor bek!. Van
Rijn. Hij kwam en met geldboete
van af. Maar het schandaal had
hem zijn betrekking gekost. En
toen heeft meneer De Roo, de
deftige procuratie-houder, toch
nog weten te bewerken, dat hij
op voorspraak van een der di
recteuren, een postje kreeg ergens
op het platteland, op een steen
fabriek. En daar wonen ze nu
in een heel klein huisje aan 't
revierke. Hij brengt Jet wekelijks
zijn loontje, zonder een cent af
te houden. Hij is een somber
vroeg verouderd mannetje ge
worden. Zonder illusien. En die
wanneer zij iets in hem meent te
ontdekken van den ouden Adam
die tot hun ongeluk heeft ge
voerd, hem even behoeft ean te
kijken.
Met oogen, die hem aan tante
Jans doen denken, en aan dat
andere, verband houdend met
nasleepvan rampzalig „douceurtje.