No. 102. Zaterdag 13 December. Anno 1902. Belofte maakt schuld, Naar Hulst. al de voordeelen FEUILLETON. Slaaf en Schilder. stap voorwaarts NEEM ZELANDIA, nog niet in Hulst. Brieuen, stukken en aduertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur uan ,,ZELAI\IDIA" te Zuiddorpe. 231 nieuwe abonne's Pieter Jelles Troelstra in de Kamer - Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren. Inzending van advertentiën vóór 3 gre op den dag der uitgave. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Zij die zich met 1 JANUARI a. s. op ons blad wenschen te abonneeren, ontvangen de nog tot dien datum verschijnende num mers gratis. Want die voordeelen zijn vele en velerhande. Zet slechts uwe ooren open, en gij, die soms tegen de winterkou met watjes in de ooren zit, ga bij de kachel zitten, trek de watjes uit de ooren, en luister, wat die u zal vertelleu Ongetwijfeld zult gij ons allen gelijk geven, en straks zeggenNeen, Ze- landia wil ik nooit meer in mijn huis gezin missen. Want Zelandia doet niet, wat som mige krantjes zich voorstellen, n 1. de menschen leeren lezen, neen, Ze landia laat dit baantje gaarne over aan de geachte onderwijzers in de school, maar Zelandia leert de menschen, die reeds lezen kunnendenken en ook doen. En dit is ook de taak, de heerlijke taak van de journalistiek. Want leeren lezen, och, we weten allemaal, wat ons dat een verdriet heeft gekost, toen we nog zoo'n apen waren van een jaar of vijf, zes. Als we naar school moesten, schrei den we vaak bittere tranen, en alkre gen we dan nog zoo'n lekkre boterham met suiker er op, of een builtje met snoepgoed, toch was ons leed vaak niet te stillen. Doch laten we nu niet afdwalen naar de heerlijke dagen onzer jeugd, beste lezeres en lezer, want anders ko men we in de eerste dagen En daar moet Zelandia toch zijn. We hebben de vorige keer ge noten van de heerlijke kalmte van Zuiddorpe, thans zullen we ons reeds eens even wagen in het gewoel, dan worden we er zoo al langzaam aan gewend ook. Hulst dan is vooreerst het Cen trum van Zeeuwsch-Vlaanderen. Neem bij voorbeeld Terneuzen. Och ja, Terneuzen is een heel mooie en flinke plaats, maar daar ligt geen land meer achter, en dat is een groote rwa.righeid. Hulst is dus van dien kant de aangewezen plek. Een sterk bewijs, dat de men schen dit ook van zelf begrijpen, is ongetwijfeld het feit dat zich alleen in de laatste veertien da gen. sinds ik in de krant schreef, dat we naar Hulst gingen, reeds bij ons aanmeldden, en dagelijks komt de post nog met nieuwe. Maar laat ons nu eerst een oogen- blik verpoozing zoeken en een reisje maken door buiten- en binnenland, la ten we eens even naar den Haag gaan zien of nog niet onzinnig aan 't spektakelen is, en dan zullen we weer terugko men naar Hulst. Wilt ge liever dadelijk naar Hulst, ge hoeft de krant maar open te slaan en ge staat midden op de markt, vlak in de buurt van de spik-splinternieuwe drukkerij van Zelandia. Probeert het maar! Buitenlandsch Overzicht. mmm ZELANDIA Prijs per 3 maanden t franco per post 75 cent. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs slechts f2,50 voor Nederland en voor België frs. 6,50. Aan deze uitgave is verbonden een REILLUSTREECRD ZONDAGSBLAD tegen den prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden. Ajd vertentlën van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10. Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts Jweemaal berekend Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden bii vooruitbetaling geplaatst voor 40 cent per advertentie. Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie. zoo luidt een spreekwoord, dut velen reeds van hunne groot moeder zelffc zullen hebben ver nomen. Welnu, wij beloofden verle den Zaterdag, dat wij vandaag onzen blik en ons hart eens zou den laten guun Ziehier, wij zijn er. Doelt wacht, beste lezer, wij moeten eerst de pen nog eens slijpen en den inktpotnog wat opvul len, opdat we In een adem kunnen doorschrijven, om op te sommen, die met de ver plaatsing der eourant van ZUlimORPE naar RULST, ge moeid zijn, en waardoor ook het geacht bestuur «Ier Ven- (Vry naar 't Fransch.) Op een schoonen herfstochtend van het jaar 1629 heerschte een buitengewone be weging in een prachtig paviljoen van het Escuriaal, een soort van opzichzelfstaand paleis in het onmetelijk slot, dat door de Spaansche koningin werd bewoond en meer op eene stad van paleizen, dan op één paleis geleek. Velasquez, de eigenaar en bewoner van het paviljoen, was slechts 34 jaar oud, doch reeds in het bezit van een naam, die door geheel Spanje mot bewondering uitgesproken werd. Eene stad, eene kerk, een particulier achtte zich benijdenswaar dig gelukkig, als zij een schilderstuk van zijne hand kon machtig worden. Koning Philippus IV, die de kunst beminde, be hoorde onder de eersten die in Velasquez een groot genie ontdekt hadden daarom had hij hem tot zijn schilder en i amer- heer benoemd en opdat Velasquez in zij ne onmiddelijke nabijheid wonen zou, hem het paviljoen van het Escuriaal ten ge schenke gegeven. Diégo Velasquez had reeds Italië, Duitsch- land en Vlaanderen doorreisd, Rubens ge zien, en op zijne reizen de nuttigste les sen opgedaan, die hij niet naliet in prak tijk te brengen toen hij in spanje weder gekeerd was. Geheel verschillend van de overige Span jaarden die er trotsch op gingen een groot aantal bedienden te hebben, bezat Velas quez slechts één enkelen knecht, en deze was een neger, maar een man die zijn mees ter als zijn vader beminde. Met een enkel woord dient verhaald op nootHehai» en <le aandeelhou ders werden aangespoord om dezen te doen in de goede richting;. welke wijze Velasquez in het bezit van zijn bediende gekomen was. Op verzoek van den koning had hij het portret vervaardigd van den beroemden admiraal Pareja, in de maritieme geschiedenis genoeg bekend. Het por tret voldeed den admiraal bij uitstek en om den schilder zijn dank te bewijzen zond hij hem door zijn slaaf, dien hij uit Indië had medegebracht, een prachtige gouden keten. Juan, de slaaf, keerde weder na zijn boodschap volbracht te hebben, docb was nauwelijks bij zijn meester gekomen, of hij ontving van dezen een schop met de woorden„Ik heb niet alleen de keten maar ook den brenger aan Velasquez ge schonken ga en wees voortaan 's mees ters slaaf". Don Velasquez nam den armen neger met vriendelijkheid tot zich, maar zijne leerlingen maakten hem tot een voor werp hunner spotternijen. Zij noemden hem naar zijn voormaligen meester Juan de Pareja, welken naam hij altijd bleef dragen en waaronder hij beroemd is ge worden. Zeer goedhartig van aard, ver droeg hij alles geduldig. Daar de verzorging der kleine huishour ding den noger weinig tijds kostte, had hij veel vrije uren, welke Hij bij afwezig heid van Velasquez altijd doorbracht in een vertrekje, niet verre van de werk plaats gelegen Hier vertoonden zich de gevolgen van den indruk, dien de prach tige schilderstukken, de heerlijke verven en de bewondering der hoogst geplaatste personen voor de edele kunst op hem ge maakt bebben hij beproefde, of het hem mogelijk was te schilderen. Al dadelijk zag hij in dat hij niet veel meer kon dan kladden, maar daarmede doodde hij ten minste den tijd, en de bezigheid verschafte hem veel genoegenzijn kladderij echter werd in het diepste geheim gehuld Op den bedoelden morgen was de neger meer dan ooit bezig; iedereen gaf hem bevelen. Men wachtte namelijk twee be roemde bezoekers de een was koning Philippus, doeh voor hem, die zèèr dik wijls de werkplaats bezocht, was men niet aldus in de weer. De andere heette Pe trus Paulus Rubens, en de Antwerpsche burger stond bij Velasquez hooger aange schreven dan alle verledene en toekomsti ge koningen van Spanje. Rubens was zijn souverein, de koning der schilders! In zijn roemvol vaderland, in Holland, Duitschland, Frankrijk, Italië en Engeland, overal werd zijn naam ver eerd en bewonderd. Rubens was de vriend van alle vorsten. Maria de Medicis over laadde hem met gunsten, Philippus IV met waardigheden. De koning van En- gelaryl had hem tot ridder geslagen en de Infante Isabella zat als eene liefdezus ter aan zijn ziekbed. Hij had allo musea van Europa met zijn schilderstukken ver rijkt en scholen gevormd van schilders en graveurs. Zijn karakter was in harmonie met zijn genie. Op eigen kosten onderhield hij een aantal jonge kunstenaars te Rome. Zijne vijanden bracht hij door weldaden tot zwij gen. Velasquez was aan de hevigste aandoe ning ten prooi bij de gedachte, dat zijn werk zou worden beoordeeld door den beroemdsten schilder van zijn tijd. „Mijn naam beteekent niets," had hij meerma len tot zich zeiven gezegd, „zoolang ik de goedkeuring van Rubens niet zal ver worven hebben." Hij wilde zich aan den grooten schilder dan ook niet vertoonen dan omringd door zijne schilderstukken. Met het oog op dit bezoek had bij opzettelijk een doek ver vaardigd, namelijk „de rok van Jozef," welk stuk door de Fransehen in 1809 naar het Louvre gevoerd, doch later weer aan AMERIKA. Steenkolen noo<l Te New-York heerscht gebrek ann steen kolen. Sedert de eerste dagen dezer maand steeg de prijs reeds met vijf gulden onge veer per ton. Er zijn nagenoeg geen voor raden aanwezig en de mijnmaatschappijen beweren dat zij haar grootste productie vermogen bereikt hebben. De steenkool is bijna even schaarsch als in de dagen der staking. De arme menschen, die slechts kleine voorraden kunnen opdoen, betalen gemiddeld vijftig gulden per ton. RU8LAi\ft. Arbeiders-onlusten. De onderdrukking der arbeiders-onlus ten te Rostof aan den Don is toch niet zonder bloedvergieten afgeloopen, zooals de eerste berichten het deden voorkomen. De overheid had, om samenscholingen der arbeiders te verhinderen, alle voet gangers het overschrijden van een zeker de Spanjaarden teruggegeven werd. Tegen den middag verscheen Philippus IV, door tal van hovelingen en gevolg in de werkplaatsen des schilders, slechts enkele oogenblikken later vertoonde zich Rubens, vergezeld door Van Dijk, Sneijders en an dere kunstenaars, die hem volgden. Zoodra Rubens de werkplaats van Ve lasquez was binnengetreden, boog hij de knie voor den koning, doch deze richtte hein op en zeide „wij zijn ten huize van een schilder, en gij zijt hier de koning." Dit woord schenen Velasquez en zijne leerlingen oumiddelijk in praktijk te bren gen, want hoewel zeer beleefd jegens den koning, bewezen zij de grootste eer aan den beroemden Vlaamschen schilder. Rubens was toen 52 jaren oud. Zijn ge laat was nog schoonzijne houding fier en indrukwekkend. De harten der aanwezigen klopten van ongeduld, hoop en vrees, terwijl de groote meester der Vlaamsche school de werken des Spaanschen schilders beschouwde en onderzocht. Op het zien van den „rok van Jozef" drukte hij luid zijne diepe bewondering dit en reikte Valasquez de hand, maar de ze wierp zich in zijne armen en riep „Dit is de schoonste dag mijns levens! Gij voert mijn geluk ten toppunt, zoo gij op één der doeken uit mijne werkplaatsen eenige penseelstreken achterlaat als een aandenken aan den grooten meester der levende schilders!" Velasquez wees op een zijner voornaam ste schilderijen en bood Rubens palet en penseel aan in de hoop dat hij op eenige gedeelten van zijn werk den gloed zou leg gen, zooals Rubens alleen dien kon voort brengen. „Alles wat ik zie," antwoordde Rubens, „is geheel afgewerkt! Maar ik zal eene schets voor u vervaardigen." Tegelijk boog hij naar den grond om een I doek te nemen, dat omgekeerd togen den rayon verboden. De trams mochten bo vendien niet meer tot het station rijden. De kozakken, die op de handhaving dezer bepalingen hadden te letten, hielden zich aanvankelijk rustig; toen echter jongens, door volwassenen opgestookt, met steen en begonnen te gooien, gaven de kozakkeu vuur en doodden en verwondden eenige personen. De arbeiders verzetten zich te gen de begrafenis van een der gedooden en eischten, dat de rechter van instructie het lijk eerst zoude zien, waarin zij hun zin kregen. Het werk is nu hervat. Daartoe heeft vooral bijgedragen, dat de Poleski spoor weg een spoorwegbataljon van de regee ring kreeg en de werklieden-veibruiks- vereeniging het verstrekken van crediet staakte. Naar het heet, is de geheime drukkerij van het Donksche sociaal-democratische comité ontdekt. Zee belhamels zijn des nachts opgepakt. De leiders hebben de arbeiders den raad gegeven, Zaterdag het werk opnieuw neer te leggen als aan hun eischen niet voldaan wordt. Eiken dag vergaderen de menschen buiten de stad, waaraan ook vrouwen druk deelne men. De redevoeringen, die daar gehou den worden, loopen grootendeels over de eischen tegen de spoorwegmaatschappij om hooger loon, korteren arbeidsduur en ont slag van voormannen, die niet in de gra tie staan. Voorts is een klacht, dat de werklieden bij huwelijken of geboorten in plaats van de beloofde 10 roebel er slechts 5 krijgen en bii begrafenissen in plaats van 15 slechts 10. ZWITSKRLAIVD. RergafWelin iving;. Volgens de Gotthardpost is het met de dreigende beigafschuiving in de Jeggenen (aan den Furkastraatweg) zeer slecht ge steld. De straatweg is daar drie jaar geleden muur stond. Het schilderstuk beziende, uitte hij een kreet van verbazing, want hij zag voor zich de beroemde schilderij „De Begrafenis!" De slaaf werd doodsbleek, zijn werk in zulke handen ziende; hij begon te beven en boug het hoofd in afwachting van de berisping zijns meesters. Rubens stond het stuk met de meeste aandacht te beschouwen. „Ik dacht aan vankelijk dat het uw werk was Velas quez, maar De slaaf richtte het hoofd op; hij meen de zijne ooren niet te kunnen gelooven. „Maar", dus vervolgde Rubens, terwijl ik het aandachtiger beschouw, kom ik tot de overtuiging dat het van een uwer leerlingen zijn moet; wie hij ook zij, hij kan zich nu reeds een meester achten, want hij bezit genie." „Ik weet niet", antwoordde Velasquez verwonderd het doek beziende, „wie dat stuk geschilderd heeft." Zich tot zijne leerlingen richtende, vroeg hij: „Wie uwer, mijne heeren, heeft dit gemaakt?" Met onbeschrijfelijke aandoeuing wierp de slaaf Juan zich aan de voeten zijns meesters, met de woorden; „Ik heb het gedaan". Van Dijk zag zich verplicht den neger te ondersteunen, die als een kind weende. Rubens en Velasquez omhelsden hem, en koning Philippus naderde, legde de ko ninklijke hand op den schouder van derv. zwarten schilder en zeide; „Een man van genie kan geen slaaf blijven hef het hoofd op en wees vrij! Uw meester zal 200 on sen goud voor een losgeld ontvangen". „En deze 200 onsen goud", liet Velas quez op 's koning'* woorden volgen, „schenk ik u, Juan. „Ik geniet reeds eene schoone belooning door in u een kunst broeder en vriend te vinden". „Neen, altijd uw slaaf!" riep Juan uit. „Ik wil altijd uw slaaf blijven

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 1