BIJVOEGSEL
H
Hl
Ls ra
öv
Uit het Zuiden.
Vei
V
Zaterdag 8 Nouember.
Huis
het
Gemengd Nieuws.
Binnenland.
31 ai
selko:
Wiss
2fie vt
De di:
VAN
HUM
VAN
Onder bovenstaanden titel bevat Het
Centr. het volgend artikel, dat wij
met ingenomenheid overnemen in on
ze kolommen
„Het daghet in het Zuiden, schre
ven wij onlangs naar aanleiding van
verschillende teekenen, welke zich
daar in de politieke sfeer voordoen en
wijzen op vooruitgang in de ideeën.
Natuurlijk is het nog niet volop dag.
De geest van vroeger jaren blijkt zeer
machtig te zijn, en sommige correspon
denten schreven ons, dat wij te voor
barig waren geweest. Het daagde nog
niet.
Wij blijven echter optimistisch. Een
optimisme, dat vooral steunt op de fris-
sche beschouwingen, die wij tegen
woordig meermalen aantreffen in bla
den uit Brabant en Limburg, bladen,
welke ons vroeger alles behalve zacht
zinnig van repliek dienden, wanneer
wij het waagden eenige opmerkingen
te maken over toestanden beneden den
Moerdijk. En zeer zeker is ook als een
gunstig omen te beschouwen hetgeen
geschied is te Grave. In de aldaar Dins
dag 11. gehouden vergadering open
baarde zich duidelijk het verlangen, om
het politiek leven algemeener, ruimer,
frisscher te maken. Een der sprekers,
een zeer eerw. heer pastoor, verwees
als een voorbeeld naar de organisatie
der antirevolutionaire partij, wier lei
der, dr. Ivuyper, nooit hield van „club
jes" en „onder onsjes", maar steeds
zeide„de publieke zaak moet publiek
behandeld worden", gelijk de heer De
Wilde in zijn bekende brochure heeft
geschreven.
Deze verklaring werd luide toege
juicht en toen het op stemmen aan
kwam, bleek de meerderheid der ver
gadering voor een meer democratische
opvatting in de politiek geporteerd te
zijn.
„Uit een en ander blijkt duidelijk",
aldus schrijft men aan den Noord-
brabanter ,,dat de oude Vereeni-
ging moedeloos i® on eindelijk, al is
het wat laat, tot het besef gekomen,
dat haar program niet langer steek
houdt.
„Het eenige wat er nu opzit, is een
nieuwe kiesvereeniging te vormen, die
rekening houdt met de veranderde tijds
omstandigheden.
„Naar wij met genoegen vernemen
hebben bevoegde mannen zich daartoe
reeds aan het werk gezet. Wij twijfe
len niet, of hun verdienstelijke arbeid
zal met uitstekenden uitslag worden
bekroond. De publieke opinie is er voor.
En: vox populi vox Dei".
Dergelijke feiten en verklaringen zijn
inderdaad teekenend, en al staan wij
blijkbaar nog pas aan het begin van
den weg, die moet worden ingeslagen,
al zullen vele moeilijkheden moeten
worden overwonnen, men gaat inhei
Zuiden de nieuwe richting uit.
Een heugelijk verschijnsel is het ook,
dat daarbij telkens nadruk wordt ge
legd op de solidariteit met de geestver
wanten in de noordelijke proviciën.
Wij hebben er meermalen aan herin
nerd, dat in deze laatste provinciën
veel meer katholieken wonen dan in
het Zuiden, terwijl toch verreweg de
meeste afgevaardigden door het Zuiden
worden gekozen De oorzaak hiervan
ligt natuurlijk enkel in het feit, dat
onze noordelijke geestverwanten te zeer
zijn verstrooid, om voldoende resultaten
te kunnen behalen. Maar het heeft
daarom allerminst zin, de katholieke
partij voor te stellen als een partij, die,
zooai niet geheel, dan toch in hoofd
zaak leeft door Noord-Brabant en Lim
burg. Allen strijden wij den goeden
strijd. De twee roomsche provinciën
zijn niet het katholieke Nederlanden
in het Zuiden zoowel als in het Noor
den moet men derhalve steeds het oog
geopend houden voor de algemeene be
langen. De inzichten van het gewest
mogen niet den doorslag geven en nog
minder de inzichten van eenig clubje
in dat gewest.
Deze opvatting breekt zich allengs
baan. Reeds onlangs ontleenden wij
aan een Noord-Brabantsch blad Het
Huisgezin, wanneer we ons niet ver
gissen eenige onbevangen opmerkin
gen over het verwerpelijke van een &1
te locale politiek. En de vorige week
bevatte een Limburgsch blad, de Maas-
en Roerbode, een hoofdartikel, dat e-
veneens als een belangrijke bijdrage
voor de kentering in de ideeën mag
gelden.
Ziehier een citaat
Wanneer wij, zoowel de Noord-Bra-
banters als de Limburgers, ons wezen
lijk één en solidair gevoelden met de
rest der katholieke bevolking, zouden
wij hen niet weren op grond, dat zij
vreemden zijn en in onze zaken niet den
neus behoeven te steken.
Wanneer wij in aanmerking namen,
dat de kiezers in het Noorden, welke
door een onvermoeiden en onverdroten
strijd de christelijke meerderheid in de
Kamer en aan het bewind brengen, èn
wegens hunne talrijkheid èn wegens de
beteekenisvolle rol welke zij spelen bij
de verkiezingen èn tot de vergelding
van de ons bewozen diensten er een ze
ker recht op hebben, eenigen hunner
mannen naar de volksvertegenwoordi
ging af te vaardigen wij zouden het
niet anders dan billijk achten, dat wij
aan de knapsten en besten onzer noor
delijke broeders eenige zetels afstaan,
aangezien dezen in hun eigen districten
slechts bij uitzondering met een eigen
kandidaat voor den dag kunnen komen
Maar juist dit besef ontbreekt. Wij
sluiten ons op in ons eng provincialis
tisch kringetje. Wij denken er niet of
zeer weinig aan, dat wij verplicht zijn
in het belang van het vaderland, de ka
tholieke zaak en de katholieke partij,
welke alle Katholieken, zoowel die uit
't Zuiden als uit 't Noorden, moeten die
nen naar best vermogen en desnoods
met achterstelling van kleinere particu
liere belangen dat wij wezenlijk ver
plicht zijn een offer te brengen op het
altaar van de vaderlandsliefde en den
godsdienstzin.
En verder
dat hij den wenk hem ten vorigen jare
van meer dan ééne zijde gegeven om tot
versterking van politiepersoneel over te
gaan, ter harte heeft genomen en thans
op de begrooting een post heeft uitgetrok
ken om het aantal gewone rijksveldwach
ters en rijksveldwachters-jachtopzieners
met tien te vermeerderen, meende men op
nog verdere versterking van het personeel
der rijksveldwacht te moeten aandringen.
Ook wanneer de tien nieuwe rijksveld
wachters in den dienst zouden zijn opge
nomen, zouden over het algemeen ten
platten lande de dienstkringen nog te groot
zijn en zoude het daarom nog niet moge
lijk blijken, de veiligheid van persoon en
goed overal voldoende te verzekeren.
Sommige leden vroegen of de Minister
onder de streken, waar aan meerder poli
tietoezicht bepaald behoefte bestaat en
waar, blijkens den uitgewerkten en toe
lichtenden staat, de nieuw te benoemen
rijksveldwachters zouden worden geplaatst,
ook Staats-Ylaanderen begrijpt, alwaar
het in den laatsten tijd met de veiligheid
aan de grenzen allertreurigst is gesteld.
Benden van Belgische smokkelaars plegen
zich daar op te houden en zich niet te
ontzien het vee uit de weiden, ja zelfs uit
de gesloten stallen der landbouwers weg
te halen. Aan meerder politietoezicht be
staat daar dus bepaald behoefte. Andere
leden zouden aan de Vlaamsche grenzen
liever meerdere marechaussées dan rijks
veldwachters zien gestationneerd, omdat
de marechaussées bereden zijn en zoo ge
makkelijker de Belgische veedieven zouden
kunnen achterhalen dan de rijksveldwach
ters. Bovendien hebben de rijksveldwach
ters tegen, dat zij alleen op surveillance
moeten uitgaan, indien althans gemeente
veldwachters hen niet assisteeren en zij
dus veelal machteloos zouden staan tegen
over de Belgische benden. Deze leden
hoopten daarom, dat de Minister zich met
zijn ambtgenoot van Oorlog over het sta-
tionneeren van marechaussées aan de Bel
gische grenzen zoude kunnen verstaan
wellicht zoude dit overleg ook kunnen
voeren tot het terugkomen op het verplaat
sen van den districts-commandant der ma-
rechaussée, die te Sas van Gent standplaats
had, naar Vlissingen een maatregel, dien
men met leedwezen door den Minister van
Oorlog had zien nemen, nu in Staats-
Vlaanderen de veiligheid zooveel te wen-
schen overlaat.
Eindelijk werd geklaagd, dat het reeds
onvoldoende politietoezicht aan de Belgische
grenzen nog wordt geschaad, doordat de
Regeering de rijksveldwachters, die zich
aldaar hebben weten te onderscheiden,
verplaatst om hen voor de betoonde plichts
betrachting te beloonen. Men meende, dat
I de diensten van deze beambten op eene
andere, voor den dienst niet schadelijke,
wijze erkenning zouden kunnen vinden.
lijk na afloop van de godsdienstoefening
reden de Vorstelijke Personen naar Raben-
steinfeld terug, waar Zij den dag verder
doorbrachten. Het fraaie park van Raben-
steinfeld prijkt thans in prachtigen herfst
tooi
Nog veel grooter moeite kost het ons,
het besef in ons levendig te houden, dat
de belangen onzer Noordelijke geloofs-
genooten en de onze gemeenschappelijk
zijn en dat wij derhalve schouder aan
schouder dienen te staan in den gemeen-
schappelijken krijg elkander bemoedi
gend, helpend en de hand reikend.
P Wanneer dit besef meer algemeen zal
zijn doorgedrongen, dan zullen wij ook
ons hart en onzen blik verruimen en
zonder aarzelen aan de eminentsten on
der de Boven-Moerdijksche Katholieken
een zetel gunnen en desnoods aanbieden.
Dan immers zullen wij de verantwoor
delijkheid niet meer willen dragen van
eene politiek, welke vaak schier uitslui
tend let op provinciale, districts- ja zelfs
familie-belangen en zich geheel ongevoe
lig toont voor wat het vaderland en de
katholieke zaak voordeel of schade, eer
of schande brengt.
Dan zal de «politiek van den kerkto
ren" uit hebben en het verfo.silijk pro
vincialisme, die enge, beknepen provin
cialistische eigenliefde plaats maken voor
de ruime, geestverheffende, hartverwar
mende liefde voor Kerk en Staat, gods
dienst en vaderland.
De katholieke Kamerclub zal in ge
halte veel winnen, het prestige onzer
partij zal aanmerkelijk stijgen en in
Limburg zelf zal de duffe atmosfeer van
het katholiek openbaar leven verlucht
en verfrischt worden.
Wij hebben aan deze ontboezeming
niets toe te voegen.
Wie zijne fouten inziet, is, zegt men,
op den weg der beterschap. Een arti
kel als het bovenstaande bevat daarom
de beste belofte voor de toekomst.
De Moerdijk mag geen grens zijn.
Wij sturen aan op de vereeniging
van de katholieken in Noord en Zuid,
niet slechts wat het beginsel betreft,
maar ook voor de toepassing van dit
beginsel, het optreden, de organisatie,
eigen aan onzen tijd en dus noodzake
lijk voor de overwinning."
Schietoefeningen van rijks-
vel»! wachters.
De wenschelijkheid werd uitgesproken,
dat de rijksveldwachters in het vervolg
niet meer als tot dusverre voor halve en
en soms heele dagen aan hunne gewone
bezigheden zouden worden onttrokken om
op uren afstands van hunne standplaatsen
schietoefeningen te gaan houden.
Versterking van liet politie
personeel.
Uit het voorloopig verslag over hoofdstuk
IV der Staatsbegrooting.
Hoewel men den Minister dankbaar was,
Het Koninklijk Echtpaar
te Sehwerin.
Vrijdagavond, toen H. M. de Koningin
en Prins Hendrik te Schwerin aankwa
men, was Hun door de bevolking een har
telijke ontvangst bereid. Op de Luisen-
platz en de Wismarsche Strasse, waarlangs
de weg naar Rabensteinfeld leidt, stonden
tallooze menschen, die vóór de aankomst
van den trein tot duizenden aangroeiden,
daar ook honderden leerlingen van de
gymnasia en middelbarë scholen, die van
een uitvoering van „Wilhelm Teil" in
den Hofschouwburg huiswaarts keerden,
bij het station aanwezig waren. Toen de
koninklijke trein het station binnenliep,
weerklonk een hartelijk gejuich. Op het
perron omarmde H. M. de Koningin haar-
schoonmoeder, groothertogin Marie, her
haalde malen en groette de aanwezige le
den der hofhouding. De Koningin zag er
opgewekt uit. Zij droeg een donkergroen
costuum, met bont afgezet. Prins Hendrik
werd eveneens hartelijk begroet door zijn
moeder en wisselde vriendelijke woorden
met de aanwezige heerenhij droeg don
kere burgerlijke kleeding. Onder einde-
looze toejuichingen reed het Vorstelijke
paar met groothertogin Marie naar Ra
bensteinfeld in een met vier paarden be
spannen rijtuig, waarvan de kap was op
gezet, De Koningin neeg herhaaldelijk aan
het raampje om voor het huldebetoon te
bedanken. Vele huizen hadden de vlag
uitgestoken, al was het reeds donker. Op
Rabensteinfeld, waar men even over ach
ten aankwam, werd een diner van 10
couverts gegeven, waaraan de Vorstelijke
Personen en hun gevolg deelnamen.
Zondag reden H. M. de Koningin en
Prins Hendrik in een open rijtuig naar
den Dom, waar Zij de godsdienstoefening
bijwoonden. De Koningin droeg thans een
lichtblauwe japon met bonte kraag, een
hoed van dezelfde kleur met een kanten
sluier. Prins Hendrik droeg de uniform
van het Mecklenburgsche infanterie-regi-
ment no. 90. Overal werden de groeten
van het eerbiedig wachtende publiek, dat
in groote menigte langs den weg geschaard
stond, zeer vriendelijk beantwoord. Dade-
Ontzettende Brand. Een brand, zo
geweldig als sinds menschenheugenis in
Rotterdam niet gewoed heeft, brak op
Feyenoord uit.
Het was ruim 8'/. uren dat men van uit
de Oeverstraat rook zag komen uit een
paar raampjes op de eerste verdieping, waar
een zolder is, waarop zaagsel geborgen is,
en waarnaast zich een hooizolder bevindt.
Deze zolder is ongeveer in het centrum
gelegen van dat groote gebouw, aan de
firma W. van der Lugt Zoon toebehoo-
rende, hetwelk bijna uitsluitend dient tot
opslag en berging van duigen hoepels en
vaten, meest nieuw werk. In ditzelfde
reusachtige pand, hetwelk vijf verdiepin
gen hoog is en dat begrensd wordt door
Prins Hendrikkade W. Z. Oeverstraat,
Sleephellingstraat en Burgemeester Hoff-
manstraat, bevinden zich ook de kantoren
der firma en de woningen van de bazen
P. J. van Amersfoort en van Vugt, van
den portier Kabel en van den machinist
Fens. Die woningen en kantoren zijn aan
de zijde der Prins Hendrikkade gelegen.
Kwartier voor negenen had het vuur
zich dermate uitgebreid dat reeds hier en
daar de vlam uitsloeg. En steeds breidde
zich de brand uit. Ontzettend was wel
dra zijn aanblik. Te tien ure stonden
zeven stoomspuiten met tal van stralen en
achttien handbrandspuiten te werken.
Kanongebulder gelijk begon nu het in
storten van stukken muur en zolderingen.
Dreunend vielen groote brokstukken op de
straten. Een oppervlakte, naar schatting
aan de Prins Hendrikkade lang 120 meters
bij een diepte van 90 meters was één vuur
poel. Een hitte, die ieder deed wijken,
die brandweermannen voor het behoud van
hun blusschingsmaterieel deed vreezen en
steeds deed terugtrekken.
Nu brandde alles wat is begrensd door
Prins Hendrikkade W. Z, Sleephelling
straat, Burgemeester Hofmannstraat en
Thorbeckestraat. De Oeverstraat stond
over de geheele lengte voor zoover zij
tusschen de perceelen van de firma van
der Lugt Zoon doorloopt van weerszij
den in lichtelaaie. Bonkeu vuur werden
met geweld de lucht ingeslingerd, ont
zettend was de aanblik.
De gloeiende hitte deed menschen met
zakdoeken voor het gelaat en over het
hoofd loopen, het was bijna niet meer uit
te houden. Het donderend gerommel van
invallende gevels was nu niet meer van
de lucht af.
Opeens weerklonk nu het geroep: „De
fabriek van Laming staat in brand." En
zoo bleek het te zijn. Boven de houten
kaasbergplaatsen vatte 't gebouw, ook enorm
in omtrek, het eerst vuur.
Het was 1 uur na middernacht. Wit
gloeiend stonden de brokstukken van de
totaal uitbrandende gebouwen van de
firma W. van der Lugt Zoon. Nog was
de hitte zoo geducht dat het tot op meer
dan honderd meters haast niet uit te hou
den was.
Bij de firma William Laming Sons
stond de vetafdeeling in volle vlam; toch
bestond er hoop dat de brandweer hier
het vuur in zijn voortgang zou sluiten.
De ruime zolders, waar ontelbare kazen
op planken opgestapeld zijn, bleken groo-
tendeels behouden.
Intusschen was de brand ten deele reeds
tot in de Laurierstraat teruggetrokken.
Te half twee werkten er behalve de
gemelde stoompuiten nog twee-en-dertig
handbrandspuiten.
De brandweer won veld. Thans was de
toestand aldus-: aan de meest westelijke
grens, de Sleephellingstraat, waren op bij
na alle verdiepingen van de hier drie hoog
staande huizen, de ruiten verbrijzeld Al
le woningen zoo beneden als boven onbe
woonbaar, door de massa's water erin ge
worpen om ze voor erger te bewaren,
voor duizenden schade ook hier.
Met den burgermeester waren allen nog
ter plaatse en op dit uur waren er nog
duizenden op de been, aanschouwend een
nimmer gezienen brand als deze..
Men spreekt ervan, dat de schade over
het millioen loopt. Ongelukken hebben
voor zoover bekend is, niet plaats gehad
enkele flauw gevallen menschen zijn per
brancard weggebracht.
Daar -erd een brancard aangereden
van een ovenverdieping werd een jonge
vrouw in ekens afgedragen, die pas moe
der was gevordende zuigeling houdt zij
in haar ainen gedrukt. In de donkeie
portalen Wchtten ouden van dagen en
jonge kindeen, slaperig en angstbleek,
en mannen net de kostbaarheden in bun
dels gepakt, tot het oogenblik, dat de
vlammen hun woningen zouden berei
ken.
Een cfame met drie kleine kinderen, op
geschrikt uit haar huis, stond verwezen
op de donkere Maaskade, te midden van
doozen en tasschen en koffers, in de vlucht
gered.
En een geroes van paniek steeg op, als
de vlammentmndels plots weer in andere
richting uitschoten een heele rij boomen
ging brauden, de menigte deinsde achter
uit. De telefoo*draden smolten neer en
warrelden zich tusschen de menschen.
Tegen drie uur gloeide de lucht nog,
maar töch minder dreigend. En in de stad
bleef het druk als overdag.
Had men 's nachts den brand in al zijn
verschrikking kunnen gadeslaan, zijn ver
woestingen waren door duisternis walm
en rook niet volledig na te gaan, eerst
toen het dag werd kreeg men een over
zicht van de vernielingen door het vuur
aangericht.
Van al de reusachtige gebouwen en op
stallen die op het 6 a 7000 M* groote ter
rein stonden is niets anders overgebleven
dan een ontzaglijke rookende, hier en daar
nog hoog opvlammende puinhoop met en-
I kele brokstukken van muren.
Slechts één fabrieksschoorsteen is er
ongedeerd afgekomen en verheft zich hoog
boven de puinhoopen uit.
In het gebouw waar de brand uitbrak is
een ijzeren kluis blijven staan, die echter
zoo onder puin en steenen is bedolven, dat
men nog niet weet, wat er van de boeken
en waarden daarin is terechtgekomen.
Van al wat zich in de panden van Van
der Lugt en Zoon bevond, zijn alleen ge
spaard de 16 paarden en een zevental rij
tuigen, die zich in het koetshuis bevonden.
De omliggende straten zijn totaal ver
sperd door het puin der omgevallen muren.
Gisterenmorgen werkten nog 4 stoom
spuiten en 9 slangen op de waterleiding.
De lucht was gisteravond door den vuur
gloed nog helrood. Er werd nog druk
gespoten. Hoewel van gemeentewege al
heel wat brokstukken van muren zijn om
gehaald, nog immer blijft deze brandende
ruïne schrikwekkend en ontzaglijk.
De boomen die in de Sleephellingstraat
staan, zijn bruin geblakerd de hars loopt
er uit door de hitte die zij gisternacht te
doorstaan hadden. Een aantal bewoners
dier straat zijn in hunne woning terugge
keerd en door hun stukgesprongen ruiten
zitten zij het schouwspel aan te zien. In
hunne woning drijft alles of is doortrokken
van het blusschingswater. Brokken steen
honderde kilo's zwaar zijn een eind dat
erf opgeslingerd. Vlammende stukken
hout werden over de Maas geslingerd.
De Oeverstaat bestaat nog maar in naam.
Hoe groot de hitte in de felste van den
brand was, moge hieruit blijken, dat de
pijpleiders elkander hier en daar stonden
te
De
bELEIL
Gr:
Bij:
ilauwe
Bij
ende so
Ov»
TEN, F
Zwi
VOS in
enz
-nz.
worden
voor de
matige
ben zeei
een he
gekendi
met inv'
Te be
schippm
Dorrespo
Incas:
Kooi
:>ons, W
Jen en 1*
(tont
Opeil
'enteber-
liypol I
itorgle
jMind.
Hela
ïekeri
m Effect
IS T13
las te
andsch
leiueis ein.auu.ci uic. '.-vol
bespuiten, omdat zij het anders onrno-
gelijk in de Verzengende hitte konden uit
houden.
Den geheelen dag door was de toevloed
van menschen naar Feyeno"rd buitenge
woon groot in de trams was moeiljjk
een plaatsje te veroveren, de veerbootjes
Heen-enWeer stonden volgepropt met pas
sagiers. 1
Omtrent de assurantie is het volgende
vernomen. De waarde der kuiperij be
draagt f 230.000, waarop f 68,000 verze
kerd pakhuis en inhoud waren verzekerd
voor f 24,000 de waarde der houtloodsen
is f 40,000, waarop f 19,000 verzekerd de
voorraad hout was verzekerd voor f 35,000,
waarde f 50,000. De premie vcor de fabriek
bedroeg 12'/. per mille de premie voor Ml p,ei
het hout 4 a 5 per mille en de premie voorgQ
het pakhuis 11/4 per mille. De firma Van,L pei
der Lugt loopt voor een belangrijk bedrag|ager
eigen risico. Het pand van de firma La-^
ming Sons was verzekerd voor f 440 000 -•
en de goederen voor f 300,000.
Geen donkere hamer meer? IrG nj'(
Duitschland is een vloeistof uitgevonden,'
welke de eigenschap heeft de gevoelige!, n,,
plaat, na belicht te zijn, geheel ongevoelig fjlj
VERf
Den heelen nacht door stroomde een
groote menigte naar de plaats van het
onheil. In de straten is het zoo druk als
overdag. Vele bewoners dor huizen in
den omtrek van den brand hebben een
goed heenkomen gezocht.
De meeste huizen zijn dan ook verlaten;
nu en dan brandt een -gordijn als waai
ers hangen de jalouzieën schuin neer, er
door de gesprongen vensters werd hf
water de kamers binnengespoten, w*r
nog de lampen hingen, portretten aar e
wanden, hier en daar een tafel ge^l-
En langs de geblakerde kozijnen
den nu en dan nog weer blauw'vlam"
metjes.
voor daglicht te maken, zoodat het mo
gelijk is de plaat te ontwikkelen bij ge
woon daglicht. Br heeft zich reeds teJ2
Berlijn een maatschappij gevormd, terwijl
verleden week het octrooi voor Amerika
voor een boeg bedrag is verkocht. Het is
een belangrijke schrede voorwaarts, datrv
men voor let ontwikkelen niet meer in**
donker O in een meestal benauwde ruim
te uwe' vertoeven.
trlac
Gasontploffing. De hulp der brand-^|
^yer werd te Amsterdam ongeroepen bij
gasontploffing in de Vrolijkstraat. Op
^en onbewoonde voorkamer der eerste Notar
verdieping had men de gasleiding niet HLN tt
voldoende afgesloten. Toen men nu opeen \mbtgv
hooger gelegen verdieping een vrouw be-lc, in
wusteloos vond, had men de onvoorzich- ^Easiii
tigheid, met een brandende lucifer te gaan n,,
zoeken. De ontploffing was het gevolg; h
gelukkig echter kreeg niemand persoon-
lijk letsel. De onbewoonde kamer, het
plafond voornamelijk, leed door de ont-