BIJVOEGSEL H Hl Ls ra öv Uit het Zuiden. Vei V Zaterdag 8 Nouember. Huis het Gemengd Nieuws. Binnenland. 31 ai selko: Wiss 2fie vt De di: VAN HUM VAN Onder bovenstaanden titel bevat Het Centr. het volgend artikel, dat wij met ingenomenheid overnemen in on ze kolommen „Het daghet in het Zuiden, schre ven wij onlangs naar aanleiding van verschillende teekenen, welke zich daar in de politieke sfeer voordoen en wijzen op vooruitgang in de ideeën. Natuurlijk is het nog niet volop dag. De geest van vroeger jaren blijkt zeer machtig te zijn, en sommige correspon denten schreven ons, dat wij te voor barig waren geweest. Het daagde nog niet. Wij blijven echter optimistisch. Een optimisme, dat vooral steunt op de fris- sche beschouwingen, die wij tegen woordig meermalen aantreffen in bla den uit Brabant en Limburg, bladen, welke ons vroeger alles behalve zacht zinnig van repliek dienden, wanneer wij het waagden eenige opmerkingen te maken over toestanden beneden den Moerdijk. En zeer zeker is ook als een gunstig omen te beschouwen hetgeen geschied is te Grave. In de aldaar Dins dag 11. gehouden vergadering open baarde zich duidelijk het verlangen, om het politiek leven algemeener, ruimer, frisscher te maken. Een der sprekers, een zeer eerw. heer pastoor, verwees als een voorbeeld naar de organisatie der antirevolutionaire partij, wier lei der, dr. Ivuyper, nooit hield van „club jes" en „onder onsjes", maar steeds zeide„de publieke zaak moet publiek behandeld worden", gelijk de heer De Wilde in zijn bekende brochure heeft geschreven. Deze verklaring werd luide toege juicht en toen het op stemmen aan kwam, bleek de meerderheid der ver gadering voor een meer democratische opvatting in de politiek geporteerd te zijn. „Uit een en ander blijkt duidelijk", aldus schrijft men aan den Noord- brabanter ,,dat de oude Vereeni- ging moedeloos i® on eindelijk, al is het wat laat, tot het besef gekomen, dat haar program niet langer steek houdt. „Het eenige wat er nu opzit, is een nieuwe kiesvereeniging te vormen, die rekening houdt met de veranderde tijds omstandigheden. „Naar wij met genoegen vernemen hebben bevoegde mannen zich daartoe reeds aan het werk gezet. Wij twijfe len niet, of hun verdienstelijke arbeid zal met uitstekenden uitslag worden bekroond. De publieke opinie is er voor. En: vox populi vox Dei". Dergelijke feiten en verklaringen zijn inderdaad teekenend, en al staan wij blijkbaar nog pas aan het begin van den weg, die moet worden ingeslagen, al zullen vele moeilijkheden moeten worden overwonnen, men gaat inhei Zuiden de nieuwe richting uit. Een heugelijk verschijnsel is het ook, dat daarbij telkens nadruk wordt ge legd op de solidariteit met de geestver wanten in de noordelijke proviciën. Wij hebben er meermalen aan herin nerd, dat in deze laatste provinciën veel meer katholieken wonen dan in het Zuiden, terwijl toch verreweg de meeste afgevaardigden door het Zuiden worden gekozen De oorzaak hiervan ligt natuurlijk enkel in het feit, dat onze noordelijke geestverwanten te zeer zijn verstrooid, om voldoende resultaten te kunnen behalen. Maar het heeft daarom allerminst zin, de katholieke partij voor te stellen als een partij, die, zooai niet geheel, dan toch in hoofd zaak leeft door Noord-Brabant en Lim burg. Allen strijden wij den goeden strijd. De twee roomsche provinciën zijn niet het katholieke Nederlanden in het Zuiden zoowel als in het Noor den moet men derhalve steeds het oog geopend houden voor de algemeene be langen. De inzichten van het gewest mogen niet den doorslag geven en nog minder de inzichten van eenig clubje in dat gewest. Deze opvatting breekt zich allengs baan. Reeds onlangs ontleenden wij aan een Noord-Brabantsch blad Het Huisgezin, wanneer we ons niet ver gissen eenige onbevangen opmerkin gen over het verwerpelijke van een &1 te locale politiek. En de vorige week bevatte een Limburgsch blad, de Maas- en Roerbode, een hoofdartikel, dat e- veneens als een belangrijke bijdrage voor de kentering in de ideeën mag gelden. Ziehier een citaat Wanneer wij, zoowel de Noord-Bra- banters als de Limburgers, ons wezen lijk één en solidair gevoelden met de rest der katholieke bevolking, zouden wij hen niet weren op grond, dat zij vreemden zijn en in onze zaken niet den neus behoeven te steken. Wanneer wij in aanmerking namen, dat de kiezers in het Noorden, welke door een onvermoeiden en onverdroten strijd de christelijke meerderheid in de Kamer en aan het bewind brengen, èn wegens hunne talrijkheid èn wegens de beteekenisvolle rol welke zij spelen bij de verkiezingen èn tot de vergelding van de ons bewozen diensten er een ze ker recht op hebben, eenigen hunner mannen naar de volksvertegenwoordi ging af te vaardigen wij zouden het niet anders dan billijk achten, dat wij aan de knapsten en besten onzer noor delijke broeders eenige zetels afstaan, aangezien dezen in hun eigen districten slechts bij uitzondering met een eigen kandidaat voor den dag kunnen komen Maar juist dit besef ontbreekt. Wij sluiten ons op in ons eng provincialis tisch kringetje. Wij denken er niet of zeer weinig aan, dat wij verplicht zijn in het belang van het vaderland, de ka tholieke zaak en de katholieke partij, welke alle Katholieken, zoowel die uit 't Zuiden als uit 't Noorden, moeten die nen naar best vermogen en desnoods met achterstelling van kleinere particu liere belangen dat wij wezenlijk ver plicht zijn een offer te brengen op het altaar van de vaderlandsliefde en den godsdienstzin. En verder dat hij den wenk hem ten vorigen jare van meer dan ééne zijde gegeven om tot versterking van politiepersoneel over te gaan, ter harte heeft genomen en thans op de begrooting een post heeft uitgetrok ken om het aantal gewone rijksveldwach ters en rijksveldwachters-jachtopzieners met tien te vermeerderen, meende men op nog verdere versterking van het personeel der rijksveldwacht te moeten aandringen. Ook wanneer de tien nieuwe rijksveld wachters in den dienst zouden zijn opge nomen, zouden over het algemeen ten platten lande de dienstkringen nog te groot zijn en zoude het daarom nog niet moge lijk blijken, de veiligheid van persoon en goed overal voldoende te verzekeren. Sommige leden vroegen of de Minister onder de streken, waar aan meerder poli tietoezicht bepaald behoefte bestaat en waar, blijkens den uitgewerkten en toe lichtenden staat, de nieuw te benoemen rijksveldwachters zouden worden geplaatst, ook Staats-Ylaanderen begrijpt, alwaar het in den laatsten tijd met de veiligheid aan de grenzen allertreurigst is gesteld. Benden van Belgische smokkelaars plegen zich daar op te houden en zich niet te ontzien het vee uit de weiden, ja zelfs uit de gesloten stallen der landbouwers weg te halen. Aan meerder politietoezicht be staat daar dus bepaald behoefte. Andere leden zouden aan de Vlaamsche grenzen liever meerdere marechaussées dan rijks veldwachters zien gestationneerd, omdat de marechaussées bereden zijn en zoo ge makkelijker de Belgische veedieven zouden kunnen achterhalen dan de rijksveldwach ters. Bovendien hebben de rijksveldwach ters tegen, dat zij alleen op surveillance moeten uitgaan, indien althans gemeente veldwachters hen niet assisteeren en zij dus veelal machteloos zouden staan tegen over de Belgische benden. Deze leden hoopten daarom, dat de Minister zich met zijn ambtgenoot van Oorlog over het sta- tionneeren van marechaussées aan de Bel gische grenzen zoude kunnen verstaan wellicht zoude dit overleg ook kunnen voeren tot het terugkomen op het verplaat sen van den districts-commandant der ma- rechaussée, die te Sas van Gent standplaats had, naar Vlissingen een maatregel, dien men met leedwezen door den Minister van Oorlog had zien nemen, nu in Staats- Vlaanderen de veiligheid zooveel te wen- schen overlaat. Eindelijk werd geklaagd, dat het reeds onvoldoende politietoezicht aan de Belgische grenzen nog wordt geschaad, doordat de Regeering de rijksveldwachters, die zich aldaar hebben weten te onderscheiden, verplaatst om hen voor de betoonde plichts betrachting te beloonen. Men meende, dat I de diensten van deze beambten op eene andere, voor den dienst niet schadelijke, wijze erkenning zouden kunnen vinden. lijk na afloop van de godsdienstoefening reden de Vorstelijke Personen naar Raben- steinfeld terug, waar Zij den dag verder doorbrachten. Het fraaie park van Raben- steinfeld prijkt thans in prachtigen herfst tooi Nog veel grooter moeite kost het ons, het besef in ons levendig te houden, dat de belangen onzer Noordelijke geloofs- genooten en de onze gemeenschappelijk zijn en dat wij derhalve schouder aan schouder dienen te staan in den gemeen- schappelijken krijg elkander bemoedi gend, helpend en de hand reikend. P Wanneer dit besef meer algemeen zal zijn doorgedrongen, dan zullen wij ook ons hart en onzen blik verruimen en zonder aarzelen aan de eminentsten on der de Boven-Moerdijksche Katholieken een zetel gunnen en desnoods aanbieden. Dan immers zullen wij de verantwoor delijkheid niet meer willen dragen van eene politiek, welke vaak schier uitslui tend let op provinciale, districts- ja zelfs familie-belangen en zich geheel ongevoe lig toont voor wat het vaderland en de katholieke zaak voordeel of schade, eer of schande brengt. Dan zal de «politiek van den kerkto ren" uit hebben en het verfo.silijk pro vincialisme, die enge, beknepen provin cialistische eigenliefde plaats maken voor de ruime, geestverheffende, hartverwar mende liefde voor Kerk en Staat, gods dienst en vaderland. De katholieke Kamerclub zal in ge halte veel winnen, het prestige onzer partij zal aanmerkelijk stijgen en in Limburg zelf zal de duffe atmosfeer van het katholiek openbaar leven verlucht en verfrischt worden. Wij hebben aan deze ontboezeming niets toe te voegen. Wie zijne fouten inziet, is, zegt men, op den weg der beterschap. Een arti kel als het bovenstaande bevat daarom de beste belofte voor de toekomst. De Moerdijk mag geen grens zijn. Wij sturen aan op de vereeniging van de katholieken in Noord en Zuid, niet slechts wat het beginsel betreft, maar ook voor de toepassing van dit beginsel, het optreden, de organisatie, eigen aan onzen tijd en dus noodzake lijk voor de overwinning." Schietoefeningen van rijks- vel»! wachters. De wenschelijkheid werd uitgesproken, dat de rijksveldwachters in het vervolg niet meer als tot dusverre voor halve en en soms heele dagen aan hunne gewone bezigheden zouden worden onttrokken om op uren afstands van hunne standplaatsen schietoefeningen te gaan houden. Versterking van liet politie personeel. Uit het voorloopig verslag over hoofdstuk IV der Staatsbegrooting. Hoewel men den Minister dankbaar was, Het Koninklijk Echtpaar te Sehwerin. Vrijdagavond, toen H. M. de Koningin en Prins Hendrik te Schwerin aankwa men, was Hun door de bevolking een har telijke ontvangst bereid. Op de Luisen- platz en de Wismarsche Strasse, waarlangs de weg naar Rabensteinfeld leidt, stonden tallooze menschen, die vóór de aankomst van den trein tot duizenden aangroeiden, daar ook honderden leerlingen van de gymnasia en middelbarë scholen, die van een uitvoering van „Wilhelm Teil" in den Hofschouwburg huiswaarts keerden, bij het station aanwezig waren. Toen de koninklijke trein het station binnenliep, weerklonk een hartelijk gejuich. Op het perron omarmde H. M. de Koningin haar- schoonmoeder, groothertogin Marie, her haalde malen en groette de aanwezige le den der hofhouding. De Koningin zag er opgewekt uit. Zij droeg een donkergroen costuum, met bont afgezet. Prins Hendrik werd eveneens hartelijk begroet door zijn moeder en wisselde vriendelijke woorden met de aanwezige heerenhij droeg don kere burgerlijke kleeding. Onder einde- looze toejuichingen reed het Vorstelijke paar met groothertogin Marie naar Ra bensteinfeld in een met vier paarden be spannen rijtuig, waarvan de kap was op gezet, De Koningin neeg herhaaldelijk aan het raampje om voor het huldebetoon te bedanken. Vele huizen hadden de vlag uitgestoken, al was het reeds donker. Op Rabensteinfeld, waar men even over ach ten aankwam, werd een diner van 10 couverts gegeven, waaraan de Vorstelijke Personen en hun gevolg deelnamen. Zondag reden H. M. de Koningin en Prins Hendrik in een open rijtuig naar den Dom, waar Zij de godsdienstoefening bijwoonden. De Koningin droeg thans een lichtblauwe japon met bonte kraag, een hoed van dezelfde kleur met een kanten sluier. Prins Hendrik droeg de uniform van het Mecklenburgsche infanterie-regi- ment no. 90. Overal werden de groeten van het eerbiedig wachtende publiek, dat in groote menigte langs den weg geschaard stond, zeer vriendelijk beantwoord. Dade- Ontzettende Brand. Een brand, zo geweldig als sinds menschenheugenis in Rotterdam niet gewoed heeft, brak op Feyenoord uit. Het was ruim 8'/. uren dat men van uit de Oeverstraat rook zag komen uit een paar raampjes op de eerste verdieping, waar een zolder is, waarop zaagsel geborgen is, en waarnaast zich een hooizolder bevindt. Deze zolder is ongeveer in het centrum gelegen van dat groote gebouw, aan de firma W. van der Lugt Zoon toebehoo- rende, hetwelk bijna uitsluitend dient tot opslag en berging van duigen hoepels en vaten, meest nieuw werk. In ditzelfde reusachtige pand, hetwelk vijf verdiepin gen hoog is en dat begrensd wordt door Prins Hendrikkade W. Z. Oeverstraat, Sleephellingstraat en Burgemeester Hoff- manstraat, bevinden zich ook de kantoren der firma en de woningen van de bazen P. J. van Amersfoort en van Vugt, van den portier Kabel en van den machinist Fens. Die woningen en kantoren zijn aan de zijde der Prins Hendrikkade gelegen. Kwartier voor negenen had het vuur zich dermate uitgebreid dat reeds hier en daar de vlam uitsloeg. En steeds breidde zich de brand uit. Ontzettend was wel dra zijn aanblik. Te tien ure stonden zeven stoomspuiten met tal van stralen en achttien handbrandspuiten te werken. Kanongebulder gelijk begon nu het in storten van stukken muur en zolderingen. Dreunend vielen groote brokstukken op de straten. Een oppervlakte, naar schatting aan de Prins Hendrikkade lang 120 meters bij een diepte van 90 meters was één vuur poel. Een hitte, die ieder deed wijken, die brandweermannen voor het behoud van hun blusschingsmaterieel deed vreezen en steeds deed terugtrekken. Nu brandde alles wat is begrensd door Prins Hendrikkade W. Z, Sleephelling straat, Burgemeester Hofmannstraat en Thorbeckestraat. De Oeverstraat stond over de geheele lengte voor zoover zij tusschen de perceelen van de firma van der Lugt Zoon doorloopt van weerszij den in lichtelaaie. Bonkeu vuur werden met geweld de lucht ingeslingerd, ont zettend was de aanblik. De gloeiende hitte deed menschen met zakdoeken voor het gelaat en over het hoofd loopen, het was bijna niet meer uit te houden. Het donderend gerommel van invallende gevels was nu niet meer van de lucht af. Opeens weerklonk nu het geroep: „De fabriek van Laming staat in brand." En zoo bleek het te zijn. Boven de houten kaasbergplaatsen vatte 't gebouw, ook enorm in omtrek, het eerst vuur. Het was 1 uur na middernacht. Wit gloeiend stonden de brokstukken van de totaal uitbrandende gebouwen van de firma W. van der Lugt Zoon. Nog was de hitte zoo geducht dat het tot op meer dan honderd meters haast niet uit te hou den was. Bij de firma William Laming Sons stond de vetafdeeling in volle vlam; toch bestond er hoop dat de brandweer hier het vuur in zijn voortgang zou sluiten. De ruime zolders, waar ontelbare kazen op planken opgestapeld zijn, bleken groo- tendeels behouden. Intusschen was de brand ten deele reeds tot in de Laurierstraat teruggetrokken. Te half twee werkten er behalve de gemelde stoompuiten nog twee-en-dertig handbrandspuiten. De brandweer won veld. Thans was de toestand aldus-: aan de meest westelijke grens, de Sleephellingstraat, waren op bij na alle verdiepingen van de hier drie hoog staande huizen, de ruiten verbrijzeld Al le woningen zoo beneden als boven onbe woonbaar, door de massa's water erin ge worpen om ze voor erger te bewaren, voor duizenden schade ook hier. Met den burgermeester waren allen nog ter plaatse en op dit uur waren er nog duizenden op de been, aanschouwend een nimmer gezienen brand als deze.. Men spreekt ervan, dat de schade over het millioen loopt. Ongelukken hebben voor zoover bekend is, niet plaats gehad enkele flauw gevallen menschen zijn per brancard weggebracht. Daar -erd een brancard aangereden van een ovenverdieping werd een jonge vrouw in ekens afgedragen, die pas moe der was gevordende zuigeling houdt zij in haar ainen gedrukt. In de donkeie portalen Wchtten ouden van dagen en jonge kindeen, slaperig en angstbleek, en mannen net de kostbaarheden in bun dels gepakt, tot het oogenblik, dat de vlammen hun woningen zouden berei ken. Een cfame met drie kleine kinderen, op geschrikt uit haar huis, stond verwezen op de donkere Maaskade, te midden van doozen en tasschen en koffers, in de vlucht gered. En een geroes van paniek steeg op, als de vlammentmndels plots weer in andere richting uitschoten een heele rij boomen ging brauden, de menigte deinsde achter uit. De telefoo*draden smolten neer en warrelden zich tusschen de menschen. Tegen drie uur gloeide de lucht nog, maar töch minder dreigend. En in de stad bleef het druk als overdag. Had men 's nachts den brand in al zijn verschrikking kunnen gadeslaan, zijn ver woestingen waren door duisternis walm en rook niet volledig na te gaan, eerst toen het dag werd kreeg men een over zicht van de vernielingen door het vuur aangericht. Van al de reusachtige gebouwen en op stallen die op het 6 a 7000 M* groote ter rein stonden is niets anders overgebleven dan een ontzaglijke rookende, hier en daar nog hoog opvlammende puinhoop met en- I kele brokstukken van muren. Slechts één fabrieksschoorsteen is er ongedeerd afgekomen en verheft zich hoog boven de puinhoopen uit. In het gebouw waar de brand uitbrak is een ijzeren kluis blijven staan, die echter zoo onder puin en steenen is bedolven, dat men nog niet weet, wat er van de boeken en waarden daarin is terechtgekomen. Van al wat zich in de panden van Van der Lugt en Zoon bevond, zijn alleen ge spaard de 16 paarden en een zevental rij tuigen, die zich in het koetshuis bevonden. De omliggende straten zijn totaal ver sperd door het puin der omgevallen muren. Gisterenmorgen werkten nog 4 stoom spuiten en 9 slangen op de waterleiding. De lucht was gisteravond door den vuur gloed nog helrood. Er werd nog druk gespoten. Hoewel van gemeentewege al heel wat brokstukken van muren zijn om gehaald, nog immer blijft deze brandende ruïne schrikwekkend en ontzaglijk. De boomen die in de Sleephellingstraat staan, zijn bruin geblakerd de hars loopt er uit door de hitte die zij gisternacht te doorstaan hadden. Een aantal bewoners dier straat zijn in hunne woning terugge keerd en door hun stukgesprongen ruiten zitten zij het schouwspel aan te zien. In hunne woning drijft alles of is doortrokken van het blusschingswater. Brokken steen honderde kilo's zwaar zijn een eind dat erf opgeslingerd. Vlammende stukken hout werden over de Maas geslingerd. De Oeverstaat bestaat nog maar in naam. Hoe groot de hitte in de felste van den brand was, moge hieruit blijken, dat de pijpleiders elkander hier en daar stonden te De bELEIL Gr: Bij: ilauwe Bij ende so Ov» TEN, F Zwi VOS in enz -nz. worden voor de matige ben zeei een he gekendi met inv' Te be schippm Dorrespo Incas: Kooi :>ons, W Jen en 1* (tont Opeil 'enteber- liypol I itorgle jMind. Hela ïekeri m Effect IS T13 las te andsch leiueis ein.auu.ci uic. '.-vol bespuiten, omdat zij het anders onrno- gelijk in de Verzengende hitte konden uit houden. Den geheelen dag door was de toevloed van menschen naar Feyeno"rd buitenge woon groot in de trams was moeiljjk een plaatsje te veroveren, de veerbootjes Heen-enWeer stonden volgepropt met pas sagiers. 1 Omtrent de assurantie is het volgende vernomen. De waarde der kuiperij be draagt f 230.000, waarop f 68,000 verze kerd pakhuis en inhoud waren verzekerd voor f 24,000 de waarde der houtloodsen is f 40,000, waarop f 19,000 verzekerd de voorraad hout was verzekerd voor f 35,000, waarde f 50,000. De premie vcor de fabriek bedroeg 12'/. per mille de premie voor Ml p,ei het hout 4 a 5 per mille en de premie voorgQ het pakhuis 11/4 per mille. De firma Van,L pei der Lugt loopt voor een belangrijk bedrag|ager eigen risico. Het pand van de firma La-^ ming Sons was verzekerd voor f 440 000 -• en de goederen voor f 300,000. Geen donkere hamer meer? IrG nj'( Duitschland is een vloeistof uitgevonden,' welke de eigenschap heeft de gevoelige!, n,, plaat, na belicht te zijn, geheel ongevoelig fjlj VERf Den heelen nacht door stroomde een groote menigte naar de plaats van het onheil. In de straten is het zoo druk als overdag. Vele bewoners dor huizen in den omtrek van den brand hebben een goed heenkomen gezocht. De meeste huizen zijn dan ook verlaten; nu en dan brandt een -gordijn als waai ers hangen de jalouzieën schuin neer, er door de gesprongen vensters werd hf water de kamers binnengespoten, w*r nog de lampen hingen, portretten aar e wanden, hier en daar een tafel ge^l- En langs de geblakerde kozijnen den nu en dan nog weer blauw'vlam" metjes. voor daglicht te maken, zoodat het mo gelijk is de plaat te ontwikkelen bij ge woon daglicht. Br heeft zich reeds teJ2 Berlijn een maatschappij gevormd, terwijl verleden week het octrooi voor Amerika voor een boeg bedrag is verkocht. Het is een belangrijke schrede voorwaarts, datrv men voor let ontwikkelen niet meer in** donker O in een meestal benauwde ruim te uwe' vertoeven. trlac Gasontploffing. De hulp der brand-^| ^yer werd te Amsterdam ongeroepen bij gasontploffing in de Vrolijkstraat. Op ^en onbewoonde voorkamer der eerste Notar verdieping had men de gasleiding niet HLN tt voldoende afgesloten. Toen men nu opeen \mbtgv hooger gelegen verdieping een vrouw be-lc, in wusteloos vond, had men de onvoorzich- ^Easiii tigheid, met een brandende lucifer te gaan n,, zoeken. De ontploffing was het gevolg; h gelukkig echter kreeg niemand persoon- lijk letsel. De onbewoonde kamer, het plafond voornamelijk, leed door de ont-

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 6