No. 88.
Zaterdag 25 October.
Anno 1902.
FEUILLETON.
Verwoeste Levens.
Brieven, stukken en advertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur van „Z ELAN DIA" te Zuiddorpe
Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond.
Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren.
Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Op de bres.
7.) (o)
Wachter, wat is er van
de nacht?
Een teleurstelling.
In plaats van pelgrims
en ringkussers
Gewapende vrede.
ZELAND A
Prijs per 3 maandeni
franco per post 75 cent. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs
slechts f2,50 voor Nederland en voor België frs. 6,50.
Aan deze uitgave is verbonden een GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD tegen den
prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden.
Adv?rt[entlën t
van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10.
Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden
bij vooruitbetaling geplaatst voor 40 cent per advertentie.
Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie.
Wat staan ze er bij als de kippen, de
politici en journalisten, die zoowel tot de
voorstanders als [tot de tegenpartijen behoo-
ren van het christelijk ministerie.
Dr. Kuyper steekt zijn neus niet buiten
het Torentje, of van alle kanten staan ze
eereed om'hem een tik er op te geven.
Zoo nu weer met de benoeming van den
oud-minister van justitie Cort v. d. Linden,
tot lid van den Raad van State.
Verschillende Katholieke bladen zijn
alles behalve ingenomen met deze keuze
van een liberaal.
Wij denken er evenzoo over. In ons
kamp toch zijn ook bekwame mannen te
vinden voor dien hoogen en gewichtigen
post.
Maar ligt hier de schuld wel aan de
redering of wellicht aan inderdaad be
kwame mannen onzer richting, die niet
wilden, en het ministerie dwongen te
handelen zooals in deze is geschied
De Regeering heeft echter tevens getoond
dat ze niet kleingeestig te werk wil gaan
en laboreeren zou aan partijdigheid en on
verdraagzaamheid, welke ondeugden ons,
dompers, zoo gaarne worden aangewreven.
De soeialistische organen schelden na
tuurlijk ,,op den man van de Tuchthuis-
wet en den man, die geen recht deed aan
de Hogerhuizen."
't Oude, bekende liedje
En de liberalen zijn natuurlijk in hun
nopjes.
Ze zwaaien van alle kanten het wie-
rooksvat.
Hoor de Middelburgsche Ct. o. a.
„Voor de vrijzinnigen in 't bizonder een
aangenaam feit.
De Regeering heeft dus weer bij eene
gewichtige benoeming hare keuze moeten
doen vallen op een lid der tegenpartij.
Dat is eigenaardig en zeer vleiend voor
die partij.
Hoeveel er ook op haar moge afgegeven
worden, bekwame, degelijke mannen vindt
men bij haar toch meer dan een.
Oorspronkelijke novelle
door
1*. IV. Hronns.
Heel de natuur was onrustig kalm,
die eigenaardige toestand, die altijd
vóór groote bewegingen in 't heelal
heerscht.
Alles wees op iets ontzettends.
Mijn moeder, die steeds een groote
voorliefde koesterde voor Gods heerlijke
natuur, waarin zich Zijn verschrikke
lijkheid en Zijn toorn, zoowel als Zijn
namelooze goedheid en Zijn zachte lief
de, beurtelings in duizenden tafereelen
zoo vreemd en onbegrijpelijk, en toch
zoo duidelijk openbaren, was met mij
dien namiddag de valleien ingewan
deld, om van het tooneel der dolle wa
teren te genieten.
Maar toen de wind plotseling aansnel
de als een wild dier, dat uit zijn kerker
wordt losgelaten en na een
kort oogenblik reeds onstuimiger en
onstuimiger begon te razen, het water
in blinkende pluimen opjagend, als wa
ren het stofwolken onder zijn voeten,...
toen verhaastten wij den tred, en spoed
den heen naar onze veilige woning in
de hooge verte, waar de storm wel
kon loeien, maar geen wateren ooit
Dat getuigen zelfs hare tegenstanders
door daden.
De Regeering deed dan ook eene goede
keuze.''
Het Centrum merkt hierbij echter zeer
juist op, dat in dit stukje de oude libe
rale hoogheidswaanzin weer even om den
hoek komt kijken.
De regeering „moest" haar keuze doen
vallen op een lid der tegenpartij, enz.
„Passons voegt het Centr. er aan toe.
Cons'ateeren wij alleen, dat het minis
terie tenminste nog goed genoeg is, om een
goede keuze te doen.
Zelfs in de oogen zijner vinnigste be
strijders."
De provincie Zeeland, zoo denkt het
socialisme, biedt nog een goed terrein, om
onze zaden uit te strooien en straks een
goeden oogst binnen te halen.
Herhaaldelijk zien wij hen dan ook po
gingen aanwenden om door woord en ge
schrift verschillende gelegenheden te baat
te nemen, ten einde, hoewel langs een
omweg, feitelijk propaganda te maken voor
hun alleen- zaligmakende leer.
Wij hebben reeds meermalen er op ge
wezen, hoe dolzinnig de theorieën van
het socialisme zijn, want de socialistische
partij zelf levert ons het droevig schouw
spel, hoe er een toekomststaat zou uitzien,
geordend naar de beginselen dier Roodkap
jes.
Nu en dan krijgen we zoo'n klein voor
proefje van de vruchten die er groeien
zouden aan de boomen van hun paradijs, en
wij weten, dat we voorzichtig zouden die
nen te wezen, want tusschen de takken
schuilen leelijke adders.
Achter eiken struik zouden bommen en
granaten ontbranden, en de broeders zou
den elkaar met knuppels en vuisten blau
we oogen slaan en lamme beenen.
Godsdienst noch gezag zou in hun staat
heerschen, want aan alles wat den mensch
herinnert aan zijn plicht en zijn bestem
ming, heeft Roodkapje een broertje dood.
Het is niet noodig, dat we daar thans
verder over uitwijden.
konden genaken.
De windvlagen, rukkend en werve
lend, zwiepten reeds geweldig de top
pen der breedgetakte en kale eike-
boomen en der eeuwig groene dennen,
uitstekend boven den hollen weg, dien
we doorgingen.
De wolken vlogen onstuimig heen
en weer door de rossig zwarte lucht,
als wilde karossen, gemend door den
machtigen storm, en de daken der wo
ningen klepperden uit de verten, als
ratels in de handen van reuzen.
't Was, hoewel niet de grootste
en hevigste, toch de mooiste storm,
dien ik ooit heb gezien.
Waarom
Ts het misschien, omdat het de eer
ste was, dien de natuur mij in dit won
dere leven deed aanschouwen, en is
daarom de indruk, dien hij op mijn
jong gemoed maakte, nooit uitge-
wischt
Of is het, omdat in dat vreeselijke
noodweer dat levend wezen in mijn
nabijheid geweest is, door wier ziel op
datzelfde oogenblik een storm loeide
en bruiste, veel verschrikkelijker en
veel geweldiger, dan de storm, die
daarbuiten de natuur in beroering
brach t
Ik weet hot niet, maar nog steeds is
mij de samenloop van dingen eener
geschiedenis, die voor mij dien nacht
begon, een onopgelost en geheimzinnig
raadsel gebleven.
En toch was ik me toen nog niet
bewust, van wat er gebeuren zou of
Waarschuwden wij de vorige week te
gen de schandelijke pamfletten, waarmee
door hen hier op de markten werd ge
vent, thans hebben wij de aandacht te
vestigen op iets anders.
Uit verschillende plaatsen ontvangen
wij berichten, dat de socialist de Lange
een propagandatocht maakt, om de ver
meende onschuld te bepleiten van zekeren
Buysse en Neyssen.
De zaak is echter niet zoozeer de liefde
van de socialisten tegenover de veroor
deelden, die de rechtbank wel op wettige
gronden zal hebben gevonnist, maar
meer is hun doel kwaad bloed te zet
ten tegen justitie en politie, en vooral
op slimme manier zich baan te breken bij
het domme volk voor hun verderfelijke
leerstellingen.
Op dusdanige wijze trachten ze het klei
ne, onontwikkelde volk voor zich in te
nemen, en dan hun slag te slaan.
Dat de wachters daarom trouw waken
op de torens in Zeeland, want ook onze
bevolking wordt bedreigd door de wolven
in schapenwacht.
Het werk der Socialisten om een alge-
meene werkstaking in het leven te roepen
in de steenkolenmijnen van Frankrijk,
België, Engeland en Duitschland is mis
lukt.
Het plan bestond om op een gegeven
oogenblik een algemeene werkstaking in
alle steenkolenmijnen van Europa uit te
roepen.
Daar zat echter geen ernst bij 't werk.
Immers de leiders der socialisten weten
zelf wel, dat zulke werkstakingen eene
herschenschim, eene onmogelijkheid zijn
zij weten, dat de patroons zich door be
dreigingen niet laten misleiden.
Het arme volk wordt er echter maar
voor gezet, men leeft op crediet en zoo
worden de mijnwerkers, die zich bij de
leegloopers aansluiten, diep in de schulden
gejaagd.
De werkstakers in de steenkolenmijnen
jagen den prijs der steenkolen omhoog ten
profijte van de mijneigenaren en zelf gaan
gebeuren kon zelfs, want ik was toen
nog maar een kind, dat pas in 't le
ven kwam kijken, en wist nog niets
van de verschrikkelijke dingen, die
menschenlevens verontrusten en die
menschen elkaar berokkenen.
Ik wist nog niet, dat in die kleine
wereld, dien men het »hart« van de
kinderen der menschen noemt, stor
men kunnen opsteken en bruisen, die
verderfelijker zijn en verschrikkelijker,
dan de orkanen, die machtig jagen
door de velden.
Immers ik wist toen nog niet, dat
er haat bestond of jaloerschheid of an
dere hartstochten want vooreen kind
is alles liefde. Het houdt van allen
die het kent, van alle menschen, om
dat ze goed zijn voor hem van kinde
ren, die met hem spelen, van bloeme-
kens, die staan langs den weg, van vogel
tjes, die zingen in het loof, van vlin
dertjes en bijen, van alles, van alles,
wat het maar ontmoet.
Dat is het leven van een kindlief
de en altijd liefde en bewondering,
zonder harstocht, zonder herekeningen.
Komt dat misschien, omdat het nog
zoo pas verlaten heeft de gemeenschap
pelijke Bron van alle, alle leven op
aarde, en nog zoo dicht staat bij die
Bron, die de Eeuwige Goedheid en de
Eeuwige Liefde zelf is
Komt dat, omdat het kind nog de ge
lukkige dagen doorleeft van het para
dijs, waarin het nóch tijd kent, noch uur,
noch dood, noch leven, en waaruit de en
gel met het vlammend zwaard hem zal
zij belast met schulden den winter in.
Dat is een vooruitzicht waaraan wij
slechts medelijdend kunnen denken.
De belangen van den werkman, daar
bekreunen de leiders der werkstakingen
zich niet om zij kennen alleen hun eigen
belang.
De nachtmerrie, dat we dezen winter
de steenkolen duur zouden moeten beta
len, is dus voorloopig verdwenen.
Onlangs waarschuwde de secretaris der
«liberale vereeniging» te Gent zijne vrien
den, en wees erop, dat zij zich wel moes
ten wachten godsdienstige denkbeelden en
het katholicisme te bestrijden, en dat zij
aan hun vijanden geen aanleiding moesten
geven, om te kunnen beweren, dat zij, li
beralen, de partij der vrijheid, anti-gods
dienstige strevingen hadden
Weinige dagen daarna kon men in de
Flandre libérale" het volgende lezen
Overheerlijk is het denkbeeld (van het
congres der socialistische vrijdenkers te
Genève) naar de Eeuwige Stad (Rome)
over te brengen de fakkels der verlich
ting, opdat zij ten minste eenig licht
brengen te midden der duisternissen,
waarvan de wereld omhuld is. 't Is een
grootsch idéé, een heldhaftig idéé aan de
oude onderdanen der Pausen in plaats van
benden bedevaartgangers en ringkussers
te aanschouwen te geven, een stoet van
mannen, vrij van Vaticaansche dogma's,
welke het Vatikaan steeds als een on-
draaglijken last doet rusten op het ver
standsvermogen.
Blijkbaar willen de Belgische godde-
loozen de geloofswaarheden wegcijferen,
en onder de bescherming van Victor
Emmanuels carabiniers aan het Vaticaan
den oorlog verklaren. De partij van de
anticlericalen in België, die op politiek
gebied overal grond verliest, zal zich dan
tegen het katholieke Rome ten strijde
aangorden, tegen de Kerkrots waartegen
de machtigsten op aarde gedurende twin
tig eeuwen tevergeefs hun woede hebben
beproefd.
wegjagen, als straks buiten zijn schuld
de rijpheid der dagen komt en de on
vermijdelijke zonde des bewustzijns haar
eerste verwoestingen gaat aanrichten
in 't jonge zieltje en de ongerechtig
heden des levens een voor een binnen
sluipen in zijn hartjeals het niet
meer is een kind, maar een mensch
begint te worden, aangetast door de in
vloeden des levens buiten de kindsheid.
Om 't even.
Maarluister wat er gebeurde.
Toen wij den eenzamen hollen weg
doorgingen die van de Maasvallei voer
de naar de hoogten, ontmoeten wij een
vreemde jonge vrouw.
Ze ging in de richting vanwaar wij
kwamen en scheen haast te hebben.
Omdat het de eenige was, die wij in
dit weer hadden ontmoet op onzen stil
len weg, beschouwde ik haar reeds van
verremaar toen ze ons voorbij ging,
zag ik even haar blik, dien ze krach
tig mij toewierp. Zóó had ik nog nooit
een mensch gezien en ik schrok on
willekeurig.
Ik geloof, dat het de eerste keer in
mijn leven was, dat ik schrok voor
mênschenoogen, en de indruk dier oo
gen is altijd levendig gebleven in mijn
binnenste, hoe ook de tijden of de om
standigheden veranderden om mij heen.
Ik was bang, bang geworden door
die vrouw.
Wij kenden haar niet.
Met de eene hand hield ze haar hoed
vast, van onder wiens rand eenige ha
ren, door den wind verward, fladder-
De wet van den 25 Maart 1899 is in
Duitschland in werking getreden. De jon
ge soldaten zijn opgeroepen om bij de 1e-
gimenten te worden ingelijfd. Ontzettend
groot is de Militaire macht, die zich van
den 1 Oct. 1902 tot den 31 Maart 1904
onder de wapens bevindt. Men leze en
oordeele
Het leger bestaat uit 196 regimenten in
fanterie, 18 bataljons jagers en tirailleurs,
5 afdeelingen mitrailleusen, 94 regimenten
cavalerie, 11 escadrons jagers te paard, 94
regimenten veldartillerie, 18 regimenten
vesting-artillerie of artillerie te voet, 26
bataljons pionnieren, 12 bataljons voor den
spoorweg en telegraafdienst en 38 batal
jons, dienstdoende bij proviand- en trans
porttreinen.
Aan manschappen, die gedurende al dien
tijd voortdurend onder de wapenen zijn,
en dus de niet-militairen moeten gekleed
en gevoed worden, telt het Duitsche leger
in tijd van vrede 614,061 dienstdoenden,
plus 1000 vrijwilligers. Volgens hunne
rangen, verdeeld als volgt23730 officie
ren, 79873 onderofficieren, 2155 militaire
dokters 1039 betaalmeesters, 657 paarden
artsen, 1107 wapensmeden enz. enz.
Dit ontzaglijk groot getal zal, wegens
de vermeerdering der bevolking nog met
circa 39000 soldaten moeten vermeerderd
worden. En al deze krachten zijn alleen
niet improductief, maar moeten daarenbo
ven in den besten tijd van hen leven,
nutteloos blijvende voor het algemeen wel
zijn, door hunne landgenooten onderhou
den worden.
De gewapende vrede, die hoe langer hoe
meer geld gaat kosten, zal voor Europa
den wedstrijd met de Nieuwe Wereld op
den duur onmogelijk maken.
En Engeland, dat in Zuid-Afrika zoo'u
dure en harde les heeft gehad, zal des
ondanks geen militaire staat worden.
De Engelschman is te practisch, om niet
te begrijpen, dat door alle eeuwen heen
het spreekwoord is bewaarheid, dat geld
de ziel van den oorlog is.
En in de verste verte is het niet te voor
zien, dat de Yankee ooit tot leus zal aan
nemen «Jan en alleman soldaat."
den, met de andere klemde ze haar
kleeren te zaam, en drong zich zoo
met geweld tegen den wind in, die
haar krachtig tegemoet waaide.
Steeds heviger bliezen en schokten
de vlagen, want hier en daar kraakten
reeds boombakken, tm het water moet
daar ginds zeker wel zoo hoog zijn op
gezweept, dat de golven over de dijken
heensloegen.
Ik heb wel tien keer omgekeken,
maar... die vrouw was verdwenen en
bleef weg.
Eindelijk bereikten wij onze woning,
en vleiden ons veilig bij den warmen
gezelligen haard.
Het noodweer hield aan tot laat in
den nacht.
Het was stikdonker daarbuiten en
vreeselijk rumoerigik hoorde lang
nog den orkaan loeien langs de daken,
den wind huilen in den schoorsteen en
den regen kletteren tegen de ruiten
mijner kamer, totdat ik eindelijk on
der al die wilde muziek der elemen
ten in slaap viel.
VIII
Het was na middernacht toen ik
plotseling wakker schrok.
De storm was een weinig bedaard,
maar,o God, wat was dat?
Hoor, boven het suizen van den wind
klonken stemmen van veel menschen.
Ik hoorde getrappel van hollende
paardenvrouwen riepen om hulp en
kinderen schreiden luide.
(Wordt vervolgd.)