HUIS MARTIN BE WINTER.
DOOFSTOM.
--T,r
Dr. Jules De Vos,
29-31 LANGEMUNT GENT 29-31.
Huis van Vertrouwen. 29-31 Lange munt Gent. Vaste Prijzen.
Verkooping te IJzendijke.
C3rE 1ST"XR
ISISf 4IM»
Openbare Verhooping.
Manufatftuur Tan gemaakte kleedingstukken
Toor Dames en Juffrouwen.
het best gekend en het bestkoopst der Vlaanderen,
De grootste en de schoonste keus voor CONFECTIEN, PALETOTS en
PELERINEN voor DAMES en KINDEREN. üDTHm PATÏÏTms
Groot assortiment van lange gegarneerde 1 LLERINEN en BALEiuis.
Bijzonderheid van VAREUZEN en VESTEN voor ME1SJE8, alsook \<tn
blauwe CAPUCHONS voor JONGENS en MEISJES.
Rijke keus van F ANT AISIEC AB AN Sde nieuwste modellen zeer verschil-
Overgroote keus van alle slag van pelterijen, zooals MOFFELS, CRAA A 1-
TEN, FURETS, BOAS, RENARDS enz. enz. u n v/nrpi
Zwarte en gekleurde STOFFEN voor HEEREN en DAMES^F^nsche MERI
NOS in alle breedten, LAKENS voor MAMELS en PRIES I ERIvLELRE:
enz. enz.
24 St. Elisabethplaats
.(tramlijn Zuidstatie Rabot,)
is te raadplegen voor Vrouwenziek
ten (Genees- en heelkundige behandeling)
alle Maan-, Woens- en Vrijdagen van 2 tot
4 uren.
Mengelwerk.
De Firma J. TH. HENDRIKSE te
IJzendijke, zal publiek verkoopen
Zaterdag 25 October 1902,
11 uren, voormiddag, op het hofplein
der Wed. Nuijtens:
nieuwe gezaagde
Scheepszeilen, benevens Loopers en
Biggen.
Do Notaris P. Dregmans, te Axel, zal
met tusschenkomst van zijn ambtgenoot
Em. Pereij te Lokeren, ten verzoeke
en in voordeel van zijne princialen op
Dinsdag 28 October 1902, des namid
dags 1 ure, in bet logement »Het Gul
den Vlies" van de weduwe Rolff te
Axel, te koop aanbieden
Gemeente CLINGE.
Koop 1. 7 aren 45 centiaren of 50
roeden GROND, kadaster sectie A
nummer 2219 in erfpacht bij Fr.
Jul. Willaert arbeider te Clinge
tot 24 December 1930 jaarlijksche
erfpacht f 11,75 of 25 francs val-
dag 25 December.
Koop 2. 7 aren 85 centiaren of 53
roeden GROND, (geschikt voor
bouwgrond), naast koop 1 deelma
kende van het kadastrale perceel
sectie A nummer 2218, geheel groot
84 aren 70 centiaren.
Koop 3. 76 aren 85 centiaren of 1 ge-
met 218 roeden BOUWLAND, ge
legen achter koopen 1 en 2, deel
makende van voormeld perceel
sectie A nummer 2218. Boom prijs f3o.
Dit perceel ts belast met uitweg ten
behoeve van den volgenden koop en ten
behoeve van het perceel van Willaert
onder koop 1 gemeld.
Kood 4- 1 hectare 2 aren of 2 ge
meten 86 roeden BOUWLAND,
o-plegen achter koop 3, kadaster
sectie A nummer 1108. Boomprijsf 3ó.
Dit perceel heeft genot van uitweg
over den vorigen koop langs de Zuid
zijde naar de straat.
NOTA. Koopen 2, 3 en 4 zijn in pacht
bij genoemden Willaert tot 1 October
1903 voor f 65,80 of 140 francs lasten
voor pachter.
Gemeente GRAAUW en
LANGENDAM.
Koon 5. Ongeveer 3 hectaren 77 aren
of 8 gemeten 138 roeden BOUW
LAND, in den Van Alsteinpolder,
kadastraal bekend in sectie C num
mer 206 ged.
Koop 6. Ongeveer 3 hectaren 81 aren
60 centiaren of 8 gemeten 169 roe
den BOUWLAND, als voren, kadas
ter sectie C nummer 206 ged.
Koop 7. Ongeveer 2 hectaren 70 aren
20 centiaren of 6 gemeten 18 roe
den BOUWLAND, als voren, kadas
ter sectie C nummers 201 en 203.
Koop 8. Ongeveer 4 hectaren 10 aren
60 centiaren of 9 gemeten 64 roe
den BOUW- en WEILAND, als
voren, kadaster sectie U nummers
199 en 200.
Koop 9. Ongeveer 1 hectare 16 aren
95 centiaren of 2 gemeten 187 roe
den DIJK, kadaster sectie C num
mer 198.
NOTA. Koopen 5 tot en met 9 zijn
in pacht tot 30 September 1903 bij J. J.
van Gassen voort' 1170,.>7 Nederlandsch
(betaalbaar in Belgisch geld). Grond
lasten f84.95. Polderlasten f61,03,
beide voor eigenaars rekening.
Koop 10. Ongeveer 2 hectaren 72 aren
70 centiaron of 6 gemeten 36 roe
den BOUWLAND, als voren, kadas
ter sectie C nummer 205 ged.
koop 11 Ongeveer 2 hectaren 72 aren
30 centiaren of 6 gemeten 33 roe
den BOUWLAND, als voren, kadas
ter sectie C nummer 205 ged.
koop 12. Ongeveer 3 hectaren 75 aren
20 centiaren of 8 gemeten 126
roeden BOUWLAND, als voren,
kadaster sectie C. nummer 204 ged.
koop 13. Ongeveer 3 hectaren 68 aren
95 centiaren of 8 gemeten 81 roe
den BOUWLAND, als voren kadas
ter sectie C nummer 202 geheel en
204 ged.
koop 14. Ongeveer 1 hectare 16 aren
90 centiaren of 2 gemeten 187
roeden DIJK, als voren, kadaster
sectie C nummer 197 geheel.
NOTA. Koopen 10 tot en met 14
zijn in pacht bij genoemden VanGassen
tot 30 September 1903 voor f 1129,43
Nederlandsch (betaalbaar in Bolgisch
geld). Grondlasten f75,82. Polderlas
ten f 64,93% beide voor eigenaars reke
ning.
Gemeente ZUIDD0RPE.
Koop 15. 1 hectare 82 aren 50 centi
aren of 4 gemeten 28 roeden BOUW
LAND, in den Moerspuipolder, ka
daster sectie D nummers 71 en 78
ged-
Dit perceel heeft genot van uitweg
over den volgenden koop.
Koop 16. 1 hectare 82 aren 35 centi
aren of 4 gemeten 27 roeden BOUW
LAND, ais voren, kadaster sectie D
nummers 41 en 78 ged.
Dit perceel is belast met uitweg ten
behoeve van den vorigen koop.
Koop 17. 1 hectare 65 aren 35 centi
aren of 3 gemeten 213 roeden BOUW
LAND, als voren, kadaster sectie D
nummers 41 en 78 ged.
NOTA. Koopen 15, 16 en 17 zijn in
pacht bij J. C. van Regemortel tot 30
September 1907 voor/'282 of 600 francs
(betaalbaar in Belgisch geld). Grond
lasten voor den pachter; vrij van
polderlasten.
Koop 18. 1 hectare 92 aren 16 eenti
aren of 4 gemeten 93 roeden BOUW
LAND, als voren, kadaster sectie
D nummers 81 en 82 ged. Boom-
prijs f 75.
Koop 19. 2 hectaren 02 aren of 4 ge
meten 49 roeden BOUWLAND, afs
voren, kadaster sectie D nummers
81 en 82 ged. Boomprijs f 75.
Koop 20. 1 hectare 99 aren 57 centi
eren of 4 gemeten 144 roeden BOUW -
LAND, als voren, kadaster sectie D
nummers 81 en 82 ged. Boomprijs
f 75.
Koop 21. 2 hectaren 77 centiaren of 4
gemeten 151 roeden BOUWLAND,
als voren, kadaster sectie D. num
mers 81 en 32 ged. Boomprijs/'75.
NOTA. Een deel der goederen onder
koopen 18 tot en met 21 is in pacht
bij de Erven mevrouw de wed. den
heer Dierick voor f 62,71 of 133,41
francs en een deel bij de weduwe 1)e
Caluwè voor/435,23 of 926,01 francs
(beiden betaalbaar in Belgisch geld).
Grondlasten voor pachters; vrij van
polderlasten.
De pachtsommen der goederen begre
pen onder koopen 2 tot en met 21 en
do erfpacht onder koop 1 beginnen se
dert do laatste valdagen in voordeel der
koopers te loopen, doch moeten zij daar
entegen bij de betaling hunner koop
sommen aan de verkoopers opleggen
bet sedert dien laatsten valdag tot den
dag der betaling verschenen gedeelte
dier pachtsommen.
Betaling der koopsommen 3 maanden
na toewijzing.
Betaling der onkosten ad 8 Lin
nen acht dagen.
Grondlasten van 1 Januari UU3en
polderlasten van 1 November 1902 voor
koopers rekening, voor zoover die niet
voor pachters rekening zijn.
Alle nadere inlichtingen ten
kantore van voornoemde No
tarissen liggende bij eerstgenoemden
ter inzage de kadastrale plans en leg
gers der goederen.
Ik had veertien dagen vacantie en
besloot dien tijd eens goed te benutten
om, zooals men pleegt te zeggen, de
kantoorlucht uit mijn haren te laten
waaien. Yoor eenigen tijd had ik een
uitnoodiging gekregen van mijn vriend
Hermans, die in Zuid-Limburg een bui
ten heeft, om daar mijn vacantie te
komen doorbrengen.
Welgemoed ging ik op reis. Aan het
station had ik een heel interessant boek
gekocht, dat nog niet lang geleden
was uitgekomen, en ik besloot, dit on
derweg te lezen, ook om er met mijn
vriend, die veel aan literatuur deed,
eens over te kunnen praten.
Maar jawel, de waggon, waarin ik
een plaats had genomen, liep vol rei
zigers en voortdurend werd ik nu door
dezen, dan door genen aangesproken.
Geërgerd trachtte ik mij er doorheen
te zetten, doch telkens als ik eenige
bladzijden gelezen bad, werd ik lastig
gevallennu eens vroeg men, waar
we waren, dan weer, hoe laat de trein
te U aankwam, enz. enz.
Ik peinsde op een middel om mij on
gestoord aan mijn lectuur te kunnen
wijden. Een ledige coupé, maar dat
zou een tref zijn. Daar schoot me plot
seling iets in de gedachten, dat ik er
gens in een Amerikaansche reisbeserhij-
vjng ais ik me niet vergis van Marck
Twain gelezen had. Ik zou me doof
stom houden. Zoodra we te U aankwa
men, kocht ik papier en schreef er
met duidelijk letters op „Doofstom."
Met dit wapen toegerust ving ik mijn
tocht weer aan.
Ik bad in een ledige coupe 2de klas
se niet rooken plaats genomen. De trein
stond op het punt van vertrekken en
ik verheugde me er op, alleen te blij
ven, toen op het laatste oogenblik het
portier haastig geopend werd en een
tamelijk corpulente dame hijgend en
puffend binnenrolde.
„Neem me niet kwalijk, mijnheer,
kunt u me ook zeggen, hoe iaat het
is. Die ezel van een koetsier schijnt
dronken geweest te zijn, of een groo-
ten omweg gemaakt te hebben, 't Is
een ramp, als men met dat volk te
doen heeft. Gisteren..."
Hier toonde ik mijn medereizigster
mijn wapen.
Zij wierp een blik op het vel papier
en na er een oogenblik aandachtig op
getuurd te hebben, zei ze: „Och, is t
waar, hoe jammer, neem me niet kwa
lijk." Toen trok ze zich in den ande
ren hoek van den coupé terug. Onge
stoord begon ik te lezen, alles ging
prachtig en ik verheugde mij reeds in
mijn krijgslist. Later zou het blijken,
dat ik daarmee wel wat voorbarig ge
weest was.
Aan het station N steeg nog een
tweede dame in den coupé, die blijk-
baar door mijn reisgenoote verwacht
was. De beide dames begroetten elkaar
allerhartelijkst en waren weldra in een
druk gesprek gewikkeld. De nieuw in-
gekomene was een aardig jong meisje
van een goede twintig jaar en sprak
fluisterend waarbij ze zoo nu en dan
een schuinschen blik op mij wierp. Mijn
reisgenoote vertelde haar, dat ze zich
niet behoefde te geneeren, daar ik doof
stom was.
Ik verdiepte mij zoo goed mogelijk
in mijn lectuur, ook om het gesprek
der dames niet te hooren, waarvan ik
ongewild getuige was. Toen ik echter
een poosje later mijn naam hoorde noe
men, kon ik mijn nieuwsgierigheid niet
bedwingen en volgde aandachtig bet
gesprek.
„Ja," zei de oude dame, „ik moet
naar huis toe, omdat mijn man dien
ouden, onnoozelen Joppe heeft uitge-
noodigd om een week bij ons te komen
logee ren, en dan kun je toch moeilijk
van huis zijn."
„Maar tante, hoe weet u, dat die
heer onnoozel is, daar u hem niet ge
zien hebt."
„Och, ik ken dat slag, ik ga maar
op den smaak van mijn man af. Als
hij het er opzettelijk op aangelegd had
om vervelende sujetten in huis te ha
len, kon hij het niet anders aanleg-
gen."
„Is hij jong of oud
Dat weet ik heusch nieL Alleen weet
ik, dat hij ongetrouwd is."
Wie weet bf ik nog niet met hem
trouw. Fk houd altijd van menschen,
die anderen niet kunnen uitstaan. Wat
krijg ik, tante, als ik hem voor mijn
rekening neem?"
„Daar zou je me een groot plezier
mee doen, kind, doch ik weet wel, dat
dat maar gekheid is."
Het gesprek werd zoo nog een poosje
voortgezet, zonder dat men van mij
eenige notitie nam. Toen stond me
vrouw Hermans op en kwam bij het
raampje staan, waar ik voor zat.
„De arme drommel verschrikt er
van," zei het nichtje. „Hij schijnt te
denken, dat u bovenop hem zult gaan
zitten."
„Bij schijnt nogal vreesachtig te
zijn. ïk kan niet zeggen, dat zijn ge
zicht me erg bevalt."
Plotseling begon de oude dame ze
nuwachtig en gejaagd haar heelebaga
ge te doorzoeken. Nadat ze al haar
zakken doorzocht, een paar handkoffer
tjes geopend en weer gesloten en alles
onderstboven gehaald had, kwam ik
tot de ontdekking, wat dit alles te
beduiden had, door den hartverscheu-
renden uitroep
„Ach God, ik ben mijn beurs kwijt I
Er was honderdvijftig gulden in en
ook mijn kilometerboekje. Ik ben er
zeker van, dat ik ze in mijn tasch had,
toen ik in den trein kwam.
„Misschien hebt u ze in een van uw
groote koffers gedaan," zei het nich-
tic
De oude dame ontkende dit beslist
en begon weer opnieuw te zoeken.
Ze is weg," riep ze eindelijk uit.
„Ik ben er zeker van, dat die kerel
z'ijn lange vingers in mijn tasch ge
stoken heeft, terwijl ik voor het raam
stond." 1", u uu
„Dat kan hij toch onmogelijk hebben
gedaan, tante. Ik heb hem den geheelen
tijd aandachtig aangezien, hij heeft de
handen niet van zijn boek af gehad.
„Geloof je nu werkelijk, beste kind,
dat je gauw genoeg bent, om de
kunstgrepen van een handig zakken
roller te doorzien De man heeft mijn
beurs, dat is zeker, en ik zal hem la
ten arresteeren, zoo gauw we in V.
aankomen."
Ik begreep, dat ik, zoodra we te V.
aankwamen, me uit de voeten moest
maken, wilde ik niet aan onaange
naamheden worden blootgesteld.
I De trein begon reeds langzamer te rij
den en ik greep mijn valies om aan
stonds den waggon te kunnen verla
ten.
„O ja, dat zoudt ge wel willen,
riep mevrouw Hermans, mij den weg
versperrend door met haar geheele
breedte voor het venster te gaan staan.
Natuurlijk kon ik de dame niet met
geweld op zij dringen en wachtte dus
geduldig de dingen af, die komen zou-
den, of liever, den stationsbeambte, die
zich niet lang liet wachten.
„Deze man heeft mijn beurs gesto
len," zei de dame, mij met den vinger
aanduidend. „Doorzoek hem en gij
zult ze vinden, ze is met de letters
E. H. gemerkt en bevat honderdvijftig
gulden en mijn kilometerboekje."
„Wat hebt gij daartegen in te bren
gen vroeg mij de ambtenaar, reeds
tamelijk van mijn schuld overtuigd.
„Alleen dit dat ik de beurs niet
heb," zei ik kalm.
„Goede hemel," riep de oude dame
verschrikt uit, „de man is niet doof
stom. Mijnheer, die man heeft zjch
tegenover ons als doofstom uitgegeven.
Dat bewijst, dat het een geslepen gauw
dief is
„Ik moet u verzoeken, aanstonds met
mij mee te gaan,' zei de beambte. „Het
is beter voor u, geen opschudding te
maken; ook de dames verzoek ik be
leefd mij te volgen."
Ik stond op om aan het verzoek ge
volg te geven. Bij het portier stiet mijn
voet tegen iets' hards. Ik bukte en
raapte de verloren beurs op. „Is dat
uw beurs, mevrouw?" vroeg ik. „U
hebt ze zeker laten vallen, toen u voor
het venster stond."
„Natuurlijk tracht ge er zoo af te
komen nu ge uw spel verloren ziet,
zei de beambte. „Doe echter geen
moeite, vriendje, zulke kunstjes ken
nen we."
„Wacht een oogenblik,' zei het
nichtje. „Tante, ik weet zeker, dat u
de tasch hebt laten vallen. Ik herin
ner me nu, dat u de beurs in de hand
had, toon u voor het raam ging staan.
„Weet u dat zeker, juffrouw vroeg
de beambte.
„Heel zeker. Die heer is volkomen
onschuldig. Tante, zeg toch, dat u zich
vergist heeft."
Mevrouw Hermans opende de beurs
en vond den inhoud in orde. „Ik vrees
nu zelf," zei ze aarzelend, „dat hier
een vergissing heeft plaats gehad en
dat de man de beurs niet gestolen
heeft. Daarbij bedenk ik, dat...."
„U neemt dus uw aanklacht terug?
vroeg de beambte.
„Jawel," zei het nichtje, „het; spijt
ons, u lastig gevallen te hebben." En
zich tot mij wendend: „Neem ons niet
kwalijk, mijnheer, dat wij u in onaan
genaamheden gebracht hebben. Zij
zag mij daarbij zoo vriendelijk aan, dat
ik het werkelijk meende, toen ik zei,
dat de zaak niets te beduiden had.
Na nog eenig heen en weer praten,
waarbij ook het raadsel van mij1) doof-
stomhéid werd opgelost, verliet ik het
gezeldschap. Na hetgeen er was voor
gevallen, had ik niet veel lust mijn
voorgenomen plan uit te voeren. Ik be
sloot dus te M. een telegram te zenden,
dat ik door onverwachte omstandighe
den was teruggeroepen, en dan rechts
omkeert te maken. De groote moei
lijkheid zou echter zijn, mijn vriend,
die zeker aan het station was, fce ont-
loopen. Zoodra de trein stil fhield,
vloog ik naar den bagagewagen, greep
mijn koffers en snelde naar de wacht
kamer 3e klas, waar mijn vriend mij
zeker niet zoeken zou. Toen ik daar
gewacht had, totdat ik dacht, dat hij
wel vertrokken zou zijn, ging ik weer
op het perron en liep daar mijn vriend
tegen het lijf.
„Maar jongen, ben je daar eindelijk
waar heb je gezeten
Ik mompelde iets van een telegram
over aanstonds terugkeeren en wat ai
meer.
Mijn vriend keek verschrikt op.
„Laat me het telegram eens zien?"
zei hij.
Ik doorzocht voor den schijn mijn
zakken en zei toen, dat ik het tele
gram, verloren had. Het was van mijn
oom, die plotseling was overleden.
„Hij overleed plotseling en telegra-
pheerde u toen?" vroeg de verwonder
de Hermans... „Ik moet het telegram
zien. De beambte moet ons een af
schrift geven."
Natuurlijk wist de beambte niets
van een telegram af.
„Joppp, wat be teekent dit alles toch.
riep mijn vriend uit, „ik begrijp er
niets meer van."
„Ik zal u schrijven en alles ophel
deren, als ik weer thuis ben, laat me
nu in Godsnaam gaan."
Mijn vriend schudde nadenkend het
hoofd en wilde juist antwoorden, toen
zijn nichtje op ons toevloog. Zoodra zij
mij zag en hoorde, dat ik de verwach
te gast was, barstte ze in een schater
lach uit. Dit lachen werkte zoo aan
stekelijk, dat ook ik in den lach schoot,
terwijl mijn vriend steeds bedenkelij
ker keekde goede kerel twijfelde aan
mijn verstand. Spoedig was nu het
e; e val opgehelderd en tot slot kan lit
zeggen, dat het nichtje de belofte aan
haar tante heeft vervuld zij is thans
mijn vrouw
Jstoombootdienst op do Wester-Schelde.
UREN YAN VERTREK GEDURENDE DE MAANDEN
OCTOBER 1902 tot en met MAART 1903.
West-Europeesclie of Spoor/ijd.
Van Vlissingen naar Breskens
Breskens naar Vlissingen
Dagelijks:
vm. 5,— 7,30 9,30 vm. 11,50 to) en nm. 3,30 c)
5,30 8,— 10,—nm. 12,15 a) 3,55
Van Ter Neuzen naar Vlissingen
5 15 7,30 e) 10,25 nm. 1,55 g)
Vlissingen naar Ter Neuzen 6,10.1) 9,10e)f) 11,50b) nm. 3,30 c)
Yan Borsselen f) vertrekkende booten ongeveer 30 minuten na het vertrek van
Vlissingen of Ter Neuzen.
Van Ter Neuzen naar Hoedekenskerke vm. 8,10
Woensdags yan Hoedekenskerke naar Ter Neuzen 8,50
e, IS* w»h Jïïitot» 3,30 „aar B,«ke«. B~*.
.1) Def'WOENSDAGsTertrekt de boot van 6,10 van Vlissingen naar Borsselen en
e) Deze reizen ^vordên des WOENSDAGS niet gemaakt.,
r i Mn de reis van 0 10 uit Vlissingen wordt te Borsselen niet aangelegd,
se, Rij vertraging van trein 1,25 te Neuzen wacht de boot van 1,55 van Neuzen naar
Borsselen en Vlissingen ten hoogste 20 minuten.
Omnibus tusschen de aanlegplaats der stoombooten en het spoorwegstation
Neuzen ad 15 cent per persoon en per rit.
fTW Tusschen Vlissingen—Breskens, Vlissingen—Borsselen, Vlissingen Ter Neuzen,
^kei-Ter Neuzen,gBorsselen-Te'r Neuzen on omgekeerd, worden retourkaarten af
gegeven, geldig voor vier dagen, als de abonnementskaarten per maand
Snelpersdruk A. Moerdijk, Zuiddorpe.
TE