No. 84. Zaterdag 11 October. Anno 1902. De Middenstand. FEUILLETON. Verwoeste Levens. Brieuenstukken en aduertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur uan „ZELANDIA" te Zuiddorpe. l*rijs per 3 maanden t franco per post 75 cent. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs slechts f2,50 Nederland en voor België frs. 6,50. Aan deze uitgave is verbonden een GEÏLLUSTREERD ZONDAGSKLAD tegen den prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden. Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren. Advcrtentif n'i van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10. Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden bij vooruitbetaling geplaatst voor 40 cent per advertentie. Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie. Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Op den Nijmeegschen Katholiekendag van Zondag jl. trof onze aandacht in het bijzonder wat pastoor Prinsen sprak over den Middenstand. Hij wees op het noodzakelijke bestaan van den Midden stand en betoogde, dat vereeniging van den Middenstand noodzakelijk is. In de vereeniging alleen is de Middenstand sterk tégen het kapitalisme en de groot industrie van den eenen, en de nume rieke kracht der lagere standen van den anderen kant. Pastoor Prinsen stelde ons den Middenstand voor als een beeld in een heerlijke vallei van weerskanten bedreigd door twee over hellende rotsblokken om dat beeld te verpletteren of althans veel schade aan dat beeld te berokkenen. In de veree niging ligt de kracht om het dreigend gevaar af te weren. Oneerlijke concurrentie, laakbare praktijken in den handel, minwaardig heid van vertrouwen, gefingeerde liqui- datiën enz. zijn mede een groot gevaar voor den Middenstand. Zij, die als eerlijke mannen ook de eer van den Middenstand willen ophou den, moeten zich vereenigen om de on- Oorspronkelijke novelle door P. IV. Hrouiis. 3.) (o)— En toen het arme, havelooze meisje gezien had hoe de blikken der getrouw den elkaar hadden aangestaard, en hoe over Anna's gelaat een vreeselijke angstwolk gleed, toen verdween dat meisje weer met een voldoening, wel duivelsch, maar zoo innig alsof ze een wereldverovering hadde gemaakt. Wat er gefluisterd was door die vreem de bleef een geheim, maar de feest vreugde was weg, want ieder zag en begreep, dat de tijding allernoodlottigst moest wezen. De bruiloftsviering werd gestaakt, en sinds dat oogenblik wilde het geluk niet meer wederkeeren op het vreed zame landgoed. Dagen, weken en maanden verliepen, maar Anna was en bleef terneerge slagen. En hoe vroolijk de morgenstond ook mocht rijzen of hoe liefelijk de avond schemering ook nederdaalde over de schoone landouwen, niets kon haar meer opbeuren of vrede doen druppe len in haar verwelkte ziele. En Frans?.... Och, hij was haar vreemd geworden, vreemder dan de vreemdste vreemdeling, gekomen uit verre streken. Vroeger, o ja, vroeger! Zie, toen was hij haar alles, haar ziel, haar le ven. Toen had ze hem aangebeden en vergood. Maar nuze gruwde van den komediant, die drie jaar lang zijn rol zoo mooi had weten te spelen, om een argeloos meisjeshart te veroveren en aan zich vast te boeien, terwijl hij toch eerlijke concurrentie publiek aan de kaak te stellen, de laakbare praktijken van sommigen desnoods bekend te ma ken, om op die wijze de vertrouwens- waardigheid van de neringdoenden weder te herstellen en te verhoogen Tusschenkomst en steun van Staats wege blijkt meer en meer noodzakelijk om den Middenstand te gemoet te ko men, doch om die tusschenkomst en steun te verkrijgen, moet de Midden stand zelf zich organiseeren dan wordt hij sterk, en dan alleen kan hij vertrouwen, dat de Regeering rekening zal houden met zijne klachten en ver langens. De Middenstand moet leeren van het Kapitalisme en van den Ar beid. Wie het hardst schreeuwt, krijgt het meest. Vooral van dit Ministerie mag de Middenstand steun verwachten. Om te toonen wat de vereeniging vermag wees pastoor Prinsen op den Boerenbond. De boer heeft zich ontrukt aan den woekerdat kan ook de neringdoende. De Rafeissenkassen, onderlinge brandas- surantiën werken zeer uitstekend en wat de boer kan doen, dat kunnen ook de neringdoenden. Verkeert de neringdoende niet in vele opzichten in voordeeliger conditiën dan de boer Alleen is noodig dat hij zich vereenige. Maar dan moet hij zich vereenigen op Christelijken grondslag. wist, dat er een hinderpaal, een ono verkomelijke hinderpaal stond tusschen hem en haar. Maar waartoe langer te peinzen. Ze wist het nu, ze wist nu alles, 't Ar me meisje immers had haar niet belo- gen. Toch van hem gehouden, had ze vroe ger en zielsveel. Maar, o, had hij haar toen één blik, één enkelen blik laten werpen in de nacht zijner ziel, ze zou de stem van haar hart hebben gesmoord, en liever alleen de dorre woestijn des levens heb ben doorgetrokken, met den zwaren last eener verwoeste toekomst op haar jonge schouderen, dan aan de zijde van hem. Maar, helaas, nu was alles voorbij ze waren getrouwd, haar leven was weg, wegvoor eeuwig. Hoe vreemd toch, dat 't geluk van een mensch soms kan afhangen van één oogenblik. Gebogen onder den diepsten weemoed en de grievendste smart, die een 'fijn gevoelige vrouwenziel kan verbrijzelen voor altijd, zat Anna weer, 't was een schoone zomeravond, alleen te mijmeren onder de stille veranda. Hemelweelde en zoete rust sprenkel de de wegstervende dag over de vredi ge landbouwen. Anna's ziel dronk met volle teugen de droeve heerlijkheid en de rijke me- lancolie der groote, goddelijke natuur. De trillende lichtstraaltjes der onder gaande zon, die als gouden harpensna- ren, waarop hemelsche zangen dwaal den, gespannen schenen tusschen de zachtwaaiende, donkergroene boom kruinen het zilveren geruisch van den stroom, wiens levende wateren vol be loften murmelden langs hun frissche boorden het gekweel en gekwetter der zachtgevederde wildzangers, die hun geluk luide uitbazuinden onder de zwa re looverdaken het gesuis van 't avond koeltje, dat minzaam in geheimpjes keuvelde met verliefde bloemekens en De neringdoende, de koopman, moet een knappe kop zijn, op de hoogte van zijn vak, van den handel, maar hij mag niet vergeten, dat hij nog hoogere belangen heeft dan zijne jaarlijksche ba lans hij draagt ook het Ridderkruis van den Grooten Koning, en zijn rid dertrouw mag hij niet schenden. Naast zijne belangen heeft hij ook de belan gen van anderen te eerbiedigen, hij moet rekening houden met de hoogere beginselen van recht en plicht, van naastenliefde niet het minst. Die ze delijke beginselen zijn gegrond op den Godsdienst. Het vraagstuk van den Middenstand is een onderdeel van de sociale kwes tie, en de oplossing daarvan moet ge zocht worden in den Godsdienst en in de zuivere begrippen van zedelijkheid. Zoo sprak de priester en met dien gedachtengang zijn wij het zeker vol komen eens. De Middenstanders moe ten vereenigd hunne belangen verde digen. Men wil in onze dagen de maatschappij ordenen en in voege hou den zonder godsdienst, het gevolg is geweest een totaal bankroet van het liberalisme en als treurige nalatenschap een radicalisme tegen den godsdienst met een volslagen desorganisatie van de Maatschappij. Laten wij Katholie ken wijs worden door de ondervinding en het steunpunt voor de Maatschappij, wederom zoeken in den godsdienst. stoeide over gele korenvelden, waar ie dere gouden aar een lofzang ruischte van liefde, dat alles overstelpte An na's teeren boezem met een weemoed, die aan levensmoeheid grensde. Ach, hoe was dat alles voor haar eenmaal zoo gansch anders geweest!... Gedragen op den stroom der herin neringen, dwaalde haar ontzettend een zame ziel heen naar de dagen, toen al die poëzie haar zoo wondergelukkig maakte en zoo volkomen in harmonie was met het licht, de bloemen en de zangen, waarvan haar jonge rijzende boezem toen was vervuld. Maar nu scheen de rijke speelsche natuur daarbuiten, met al heur weel derige dweeperij, het er op gemunt te hebben, haar de smartelijke poëzie des doods in haar gemoed dubbel zwaar te doen gevoelen. Het was of die gouden zonnestraal tjes ginds gespannen waren om te bib beren onder de stille klaagtonen harer verlaten zielde melodie der vogelen vloeide in haar boezem, als een droeve lijkzang over haar lieve jeugden de bloemekens, die, bont gesmukt als jonge bruidjes, zachtbevend van ge not neigden onder 't gestreel van 't zefiertje, dat vruchtbaarheid deed da len in hun smachtend schootje, sche nen haar, de geknakte bloeme, medelijdend të vragen, waarom zij al léén zoo triestig was, zij alléén..... en waarom die traan pinkte op haar wonderschoon, zaehtbleek en droome- rig gelaat. IV Tot diep in den avond bleef Anna haar smart genieten, want de smart is voor dezulken, ik weet het, 't hoogste genot op de wereld. Allengs was de zon gedaald aohter de heuvelenrij daar ginds in de verte. Suimerdronken gleed de natuur in de armen van den slaap, en het zwoe le, geurenrijke zomerkoeltje wentelde PAstoor Prinsen spoorde allen aan zich te vereenigen en deed uitkomen, dat ook de priester in dit sociaal vraag stuk zijn taak heeft te vervullen. Hij erkent dat de priester geen stem in het kapittel heeft als het geldt al leen stoffelijke belangenmaar wijst er ook op dat hij te werken heeft voor de tijdelijke en godsdienstige belangen, en op den invloed, dien de priester onder onze bevolking geniet, zooals blijkt in de Vincentius- en Elisaboth- vereenigingen, in de Werk lieden bon den, in de St. Paulusvereenigingen, in de Boerenbonden, Onderwijzersbonden enz. In eene tegenstelling tusschen de kooplieden onzer Oostlndische Com pagnie en Christophorus Columbus sloot spreker zijne rede met de woor den van Columbus: «Hijscht de zeilen in den naam van Jesus Christus.» Buitenlandsch Overzicht. AMERIKA. Staking in «le kolenmijnen. De werkstaking in de kolénmijnen be- heerscht in de Veteenigde staten op dit oogenblik den geheelen toestand. President Roosevelt, heeft, na zijn mislukte tusschen komst, verzekerd, dat hij, onder instem ming van de geheele natie, een einde aan de staking zou maken, hoe dan ook. Hij heeft thans, zeker ter uitvoering van dit plan, aangeboden een commissie te benoe men om de punten van geschil tusschen de langzaam aan de avondnevelen als een reusachtige wit-donsen deken over de indommelende velden. Alleen de late vogel orgelde nog zijn zoetste, zijn teerste minnezangetjes, ter eere van zijn lieveken, dat, met 't kleine, zachte kopje onder 't fluwee- len vleugeltje, half insliep op 't schom melende twijgje, het twijgje, o ja, dat straks hun piepende kleintjes in het warmgebouwde nestje daar in 't jonge groen zou dienen tot wiegske Anna had nauwelijks gemerkt, dat 't al schemerdonker werd. Frans was nog niet thuis gekomen. Al was het reeds laat, Anna was dat gewoon en ze voelde zich in zijn afwezigheid nog 't meest op haar gemak. Ach, wat een onmekeer sinds vroe ger, toen ze avond op avond aan zijn arm, of op zijn schouder leunend, sa men dwaalden door bosschen en vel den; toen ze meende, dat ze niets ge noot, als hij niet bij haar was, en toen zijn afwezigheid haar de kleinste oogenblikken zoo ontzettend lang deed vallen En dan, als hij aan haar zijde zoo dweepte, zijn arm vaster om haar hals sloeg, zijn gloedvol oog zacht en goe dig liet rusten in het hare en, o, zoo innig en zoet verlangen aan haar oor fluisterde: ,,Toe, mijn lieveko, zeg me nog eens, en altijd weer, of 't waar is, dat ik je zoo gelukkig" En in tranen losbarstend snikte de arme Anna gelaten en moedeloos: „Ach mijn God, waarom liet je me toen niet sterven aan zijn boezem, langzaam, evenals het afgeplukte roos je, dat ik er op hechtte, langzaam wegstierf op zijn borst!Want dan had ik niets geweten, dan was ik heengegaan in den waan dat ik geluk kig was, en dan hadt gij, o God, het leven van een uwer kinderen niet. Doch "hoor!Wat is dat? Een schoteen schot Anna schrok op uit haar treurig ge- mijnwerkers en de mijneigenaars te on derzoeken, indien de voorzitter der Ver eeniging van mijnwerkers er voor zorgt dat de stakers dadelijk aan het werk gaan. Op dit aanbod van den President is nog geen antwoord ontvangen. John Brisben Walker, hoofdredacteur van de „Cosmopolitan Magazine", heeft president Roosevelt voorgesteld, Pierpont Morgan als scheidsrechter tusschen werk gevers en stakers te doen optreden, Mit chell, de leider der werkstakers, heeft met dit plan reeds zijn instemming betuigd en verklaard, in Morgan het grootste ver trouwen te stellen, terwijl Morgan ge heel bereid is de taak van arbiter op zich te nemen en van zijn tusschenkomst gun stige resultaten beloofd heeft, mits men hem geheel naar eigen verkiezing laat han delen. Mevrouw Samuels, een rijke mijn- bezitster, moet de regeering honderdtwin tigduizend hectaren mijngrond in Ken- tuckjr hebben aangeboden, om die geheel kostelos te doen exploiteeren, ten einde aldus gebrek aan steenkool te voorko men. Uit Londen wordt gemeld, dat te New castle voor Amerikaansche rekenjng 100.000 ton kolen zijn aangekocht. In Lan cashire is de steenkool in korten tijd on geveer 3'/« shilling per ton gestegen. De Londensche correspondent van de «New-York Herald" verneemt uit gezag hebbende, en naar hij beweert, zeer ver trouwbare bron, dat de kolenstaking nog deze week zal zijn afgeloopen. Deze be wering is gebaseerd op een telegram uit New-York, van een firma, die als auto riteit op financieel terrein bekend staat. In afwachting hebben zich weer 900 werklieden bij de staking aangesloten. mijner, dat bijna geëindigd was in een godslastering, als de knal van dat vuur wapen den rijken stroom harer droe vige gedachten niet hadde gestuit in haar hart. 't Was eerst of 't op haar gericht werd. Dwaasheid! 't Was immers zoo ver af, ginds in 't Elzenwoud. Een wildstrooper misschien, die een schuchter haasje 't levenslicht uitblies onder 't struikgewas. Maar 't klonk zoo onverwachts en zoo vreemd. Zoo in eens, als een brutale dief, drong het binnen in het rijk harer droomen, en dat deed haar een poosje onsteld wezen. Geheel spontaan wendde ze haar blik in de richting, vanwaar 't schot was gekomen. De vogels, uit hun rustigen slaap op geschrokken, fladderden omhoog en zochten in wilde vluchteen andere schuilplaats. Een paar woudduiven streken kir rend over de slapende vlakte en de kraaien kringelden, kwakend en kras send in donkere menigten, hoog bo ven de toppen der boomen. Maar zie!Wat beweegt zich daar in 't schemerduister aan den zoom van 't dichte kreupelhout Een vrouwengestalte? Wacht,met de schuwheid van een roover sluipt ze, voorovergebogen langs de heesters, de twijgjes behoed zaam op zij duwend. Ze komt hierheenHé, da's vreemd!Kijk, daar bukt ze en schijnt met haar blik het looverrijk woud te willen doorboren Dan zich verheffend en haar hals lang uitstrekkend als een schuchtere, vervolgde ree, verdwijnt ze plotseling in 't bosch. Haar bewegingen waren wild en gejaagd. Wie kon dat zijn, en wat zou dat beteekenen Wordt vervolgd.) ZELANDIA

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 1