HUIS MARTIN DE WINTER.
VERGADERING
AANDEELHOUDERS
Maandag 13 October 1902,
Verlaging Steenkolenprijs.
In lossing tot en met Donderdag
a. s. eene lading
PES MA KII 1L1TEIT
ALOIJS ADRIAANSENS-Buijsrogge.
Dr. Jules De Vos,
R. K. Nieuwsblad
„Het Wapen van ZeelanH"
De dief bestolen.
29-31 LANGEMÜNT GENT 29-31.
Huis van Vertrouwen. 29-31 Lange munt Gent. Vaste Prijzen.
50 procent gr ofte.
voor Zeeland.
A. F. NEELEMANS, HULST.
Aan onze Lezeressen.
„HET NIEUWE MODEBLAD"
Manufactuur Tan gemaakte kleedingstukken
voor Dames en Juffrouwen.
het best gekend en het bestkoopst der Vlaanderen,
v des namiddags één uur in de achterzaal van het Hotel
NEELEMANS te Hulst.
HET BESTUUR.
Prijs per Hoed of 18 Mud a contant f 12,
Op crediet -13,
Per 1000 kilos a contant - 8,
Op crediet - 8,75.
N.B. Tevens verkrijgbaar prima Engelsche Anthra-
ciet, Vlam-, Smee-, Newcastle-kolen en Cokes.
Stoombootdienst op de W ester-Schelde.
De grootste en de schoonste keus voor CONFECTIEN, PALETOTS en
PELERINEN voor DAMES en KINDEREN.
Groot assortiment van lange gegarneerde PELERINEN en PALETOTS.
Bijzonderheid van VAREUZEN en VESTEN voor MEISJES, alsook van
blauwe CAPUCHONS voor JONGENS en MEISJES.
Rijke keus van FANTAISIECABANS, de nieuwste modellen zeer verschil
lende soorten.
Overgroote keus van alle slag van pelterijen, zooals MOFFELS, CRAVAT-
TEN, FURETS, BOAS, RENARDS enz. enz.
Zwarte en gekleurde STOFFEN voor HEEREN en DAMES, Fransche MERI
NOS in alle breedten, LAKENS voor MANTELS en PRIESTERKLEEREN
enz. enz.
VAN
IN DE
OP
WALSOORDEN, 3 Oct. 1902.
24 St. Elisabethplaats
(tramlijn Zuidstatie Rabot,)
is te raadplegen voor Vrouwenziek
ten (Genees- en heelkundige behandeling)
alle Maan-, Woens- en Vrijdagen van 2 tot
4 uren.
O P
het eenige
HOTEL
CAFÉ RESTAURANT.
Ten allen tijde gelegenheid tot dineeren.
Iteafstaek a la minute, enz.
RUIIIIE KAPPERS. BILLIJKE PRIJZEN.
Bij het intreden van het wintersai-
soen, vestigen wij de bijzondere aan
dacht onzer lezeressen op de bejangrij-
ke PREMIE, welke voor onze abonnes
verkrijgbaar is, in
Aan hen, die nog niet mochten heb
ben kennis gemaakt met dit fraaie en
uiterst practisch Modetijdschrift, zullen
wij gaarne op aanvrage, een Ex. gra
tis en franco doen geworden.
Bij inzage zal een ieder moeten er
kennendateenzoofraai^lodeblad
nog nimmer tegen zulk een ongekend
lagen prijs werd aangeboden.
De talrijke gravures, waarmede op
bladzijde» als 't ware zijn bezaaid, ge
ven uitnemende en practische modellen
voor onze Dames, die in dit tijdschrift
vinden wat haar op het gebied van
Modes kan interesseeren.
Een keur van toiletten, zoo eenvou
dige als kostbare, tal van gravures van
kinderkleeding, een schat van patronen,
voor alle kleedij, een groote verschei
denheid van handwerk.
Het blad gaat telkens vergezeld van een
groot PATRONENBLAD,
zoodat de lezeres in staat is, met be
hulp daarvan, zelf het model harer
keuze te verwerkelijken, alsmede van
eene aflevering van een
hoogst boeienden Roman,
in boekformaat.
Wie van onze lezers nog naliet om
daarop in te teekenen, de prijs is
slechts 55 ets. (franco per post
80 ets.) per 3 maanden, verzuime
niet het onderstaande formulier in te
vullen en ons ten spoedigste toe te zen
den.
Wij vertrouwen dat geen onzer le
zeressen zich de geregelde ontvangst
wil ontzeggen van ons Modeblad, dat
haar tot zooveel nut en genoegen kan
zijn.
DE UITGEVERS.
INSCHRIJVINGSBILJET.
De ondergeteekende verlangt bij
zijne Courant geregelde toezen
ding van
HET nieuwe modeblad
tweemaal per maand verschij
nende, tegen den prijs van 55
ets. per drie maanden (franco
per post 80 ets.)
WOONPLAATSNAAM
Mengelwerk.
Sedert lang had George Lerbais, koop
man te Grenoble, het plan, met zijn
vrouw, zijn schoonmoeder en zijn doch
ter, een blondinetje van elf jaar, een
bezoek aan de groote Chartreuse te
brengen. Op een heeten Juli-Zondag
besloot hij zijn plan ten uitvoer te bren
gen. Hij huurde een paard en een rij
tuig en het vertrek werd op vijf uur
in den morgen vastgesteld.
Om vier uur was iedereen reeds op.
Terwijl mevrouw Lerbais de toebereid
selen voor de reis maakte, spuwde haar
moeder, die haar schoonzoon niet kon
lijden, haar gal uit en bevitte dit uit
stapje, ofschoon zij er heimelijk zeer
blij mee was.
Mevrouw Lerbais en haar dochtertje
gaven openlijk uiting aan haar vreugd
terwijl de schoonmama maar steeds
mopperde en keef.
„Wat een lichtzinnige man hebt je!"
zei zij, ,,hij zal je met zijn verkwistin
gen nog op straat zetten."
,,Men mag zich toch ook wel eens
verstrooien," zei mevrouw Lerbais,
„we zitten het heele jaar opgesloten."
„Men kan een uitstapje maken zon
der rijtuig te nemen."
„We zouden zeker te voet naar de
Chartreuse moeten gaan..."
„Wij zouden de diligence kunnen
nemenmaar neen mijnheer huurt een
span..."
„Dat is beter dan in zoo'n bak op
eengehoopt te zitten," antwoordde
mevrouw Lerbais, „nu zijn wij on
der elkaar. Had George anders gedaan
dan zoudt gij er u het eerste over be
klaagd hebben."
„Zeg maar ronduit, dat je man ter
wille van mij zijn geld dwaas ver
kwist."
„Ik rijd ook liever in een rijtuig dan
in een omnibus," zei het meisje.
„Natuurlijk, gij zijt het evenbeeld
van je vader," antwoordde de schoon
moeder scherp. „Men zou zeggen, dat
gij millionnairen zijt."
„Waarom moppert gij altijd, groot
mamap" vroeg het meisje.
„Mopperen! Dat woord heb je zeker
van je vader geleerd!"
Op dit oogenblik trad mijnheer Ler
bais binnen.
„Het rijtuig staat voor," zei hij, „het
is vijf uur, zijt gij klaar?"
„Laat ons den tijd om ons te klee-
den," bromde schoonmama.
„Ik wacht niet, ik vertrek zonder
u."
„Dat zoudt gij graag doen, ik weet
het wel," antwoordde de beminnelijke
vrouw, „doch ik zal je die vreugde
niet verschaffen."
„Dat zou de eerste zijn," zei Lerbais
lakonisch.
Na eenige oogenblikken namen alle
vier in het rijtuig plaats en men ver
trok. Toen men Saint-Laurent-du-Pont
achter den rug had, werd de weg
bergachtig en om het paard te hulp
te komen, stapte Lerbais uit het rij
tuig.
Men ging door een groot bosch en
Lerbais wrong zich door het struikge
was om een stok af te snijden.
Plotsejing bevond hij zich tegenover
een individu, dat allesbehalve goede
bedoelingen scheen te hebben.
Lerbais wilde wegloopen, maar de
onbekende versperde den weg en liet
een dolk zien.
„Indien gij een kik geeft, dood ik
je als een hond," zei hij.
,,Wat moet gij?" vroeg Lerbais.
„Je geld en je juweelen," zei de
baanstrooper, „tracht niet te vluchten,
of ik plant mijn mes in je keel!"
Lerbais gehoorzaamde. Hij gaf zijn
portemonnaie aan den roover.
„Dat is niet alles," zei deze, „gij
hebt nog" een horloge."
„Dat is een souvenir," antwoordde
Lerbais, „laat het mij behouden."
„Gij hebt geld genoeg om een ander
te koópen," zei de dieR „geef mij het
horloge en de ketting."
Lerbais gehoorzaamde zuchtend.
De dief eischte daarna, dat hij hem
zijn dasspeld zou geven. „En ook je
ring," vervolgde de straatroover.
„Laat hem mij," smeekte Lerbais,
„hij heeft geen groote waarde en ik
ben er zeer aan gehecht."
„Zooveel praatjes niet! Vlug!" be
val de baanstrooper.
„Het is een geschenk van mijn vrouw"
hernam de koopman.
Voor alle antwoord dreigde de dief
hem met zijn dolk.
Lerbais trok den ring van zijn vin
ger en de schelm maakte zich er mees
ter van.
„Is het nu goed?" vroeg de arme
man.
„Gij hebt een nieuwen hoed," be
merkte de roover, „de mijne is uit de
mode, laten we ruilen."
De koopman moest zich in den ruil
schikken.
„Ik moet ook je jas hebben, de mij
ne is versleten."
En daar mijnheer Lrbais aarzelde,
zei de dief:
„Vlug een beetje, ik heb geen^ tijd
om te wachten, hier is mijn jas."
Zij wisselden van kleedingstuk.
„Zijt gij nu voldaan vroeg Lerbais.
De roover knikte bevestigend.
„En nu," zei hij, „tracht niet mij
te volgen, dat zou je kunnen berou-
wen."
Dit zeggende verdween hij te midden
der masten.
Het paard vervolgde steeds zijn weg,
mevrouw Lerbais keek in het rond,
verwonderd haar man niet te zien.
,,'t Is zonderling," zei ze, „wat kan
hij zijn gaan doen?"
„Ik heb hem in het bosch zien
gaan," bevestigde de schoonmoeder.
„Maar ik zie hem niet terugko
men."
„Ba, zijn eigen schuld," merkte de
schoonmoeder scherp op, „wat loopt
hij als een schooljongen door de bos-
schenJe man zal nooit ernstig wor
den, ik heb het je altijd wel gezegd."
„Ik smeek u, begin nou niet op
nieuw
„Beleedig je moeder nu maar!"
„Ik beleedig u niet!"
„Kinderen zijn ondankbare we
zens!"
„Hij komt niet terug, ik maak mij
ongerust."
Het kleine meisje begon te schrei
en.
Toen mijnheer Lerbais van den roo
ver ontslagen was, haastte hij zich
weer op den weg te komen, hij liep
wat hij kon, om het rijtuig in te ha
len.
„Ik zie nog altijd mijn man niet,"
zei mevrouw Lerbais, „ik zie alleen
een slecht gekleed individu, dat daar
aan komt loopen."
Lerbais zwaaide met zijn zakdoek,
ten teeken, stil te houden.
„Dat individu wenkt, men zou zeg
gen, dat hij ons bedreigt," zei me
vrouw Lerbais, die haar man in zijn
uieuw kostuum niet herkende.
„De een of andere boosdoener",
voegde de schoonmoeder er bij.
„En mijn man komt niet turug
riep mevrouw Lerbais.
„Ik heb het wel gezegd," hernam
de schoonmama, „dat men beter deed
een diligence te nemen, maar men
luistert niet naar mijNu zijn wij
aan dieven en moordgespuis overgele
verd 1"
„Hij komt al dichter bij, hij maakt
nog meer gebaren," zei mevrouw
Lerbais, „laten we vluchten."
Zij legde de zweep over het paard,
dat in galop voortrende.
Mijnheer Lerbais zwaaide met zijn
hoed en maakte wanhopige geba
ren.
„Men zou zeggen, dat hij ons roept,"
hernam mevrouw Lerbais, het paard
inhoudend, „wellicht is mijn man iets
overkomen en komt hij ons waarschu
wen."
De vagebond naderde meer en meer.
„Hij wil ons aanvallen," schreeuw
de de schoonmoeder.
Eindelijk had mijnheer Lerbais het
rijtuig ingehaald.
„Wat wilt ge?" vroeg zijn vrouw,
bevend van angst.
„Herkent gij mij niet?" vroeg hij.
„Gij, in die kleeren? Wat betee-
kent dat?"
Mijnheer Lerbais steeg in het rijtuig,
hij kon geen woord zeggen, zoo zeer
was hij buiten adem.
„Wat hebt gij met je hoed en je
jas gedaan?" vroeg zijn vrouw.
„Gij zoudt nooit raden, wat mij is
overkomen," zei Lerbais, „ik was in
het bosch gegaan om een stok te snij
den, toen ik werd aangevallen..."
Hij verhaalde zijn avontuur.
„Het ïs nergens veilig meer," zei
zijn vrouw; „indien men van huis
durft gaan, wordt het huis geplun
derd, gaat men wandelen, dan wordt
men zelf uitgeschud."
„Dat is niet te verwonderen," her
nam Lerbais, „dat is het gevolg van
de dwaze teerhartigheid waarmee men
tegenwoordig dieven en moordenaars
behandelt. Men weet niet meer wat
uit te denken, om het dien lieden zoo
aangenaam mogelijk te makeneiken
dag maakt men nieuwe wetten, om
de misdadigers te bevoordeelen. De
gevangenissen zijn paleizen, de moor
denaars worden beter behandeld dan
de soldaten, en zijn gelukkiger dan de
fatsoenlijke werkman, die dag en
nacht moet zwoegen, om zijn gezin te
onderhouden."
Na deze ontboezeming stak Lerbais
zijn hand in den zak van zijn jas, en
haalde er een voorwerp uit, dat niets
anders was dan zijn portemonnaie.
Hij voelde opnieuw in den zak en
haalde achtereenvolgens zijn horloge,
zijn ketting, en zijn dasspeld te voor
schijn in den anderen zak vond hij
zijn ring en verder nog een armband,
twee portemonnaies en een porte
feuille.
In zijn haast had de vagebond, toen
zij van kleeren verwisselden, vergeten
zijn zakken te ledigen. Lerbais was
gelukkig, zijn eigendom terug te heb
ben, en legde de voorwerpen, die hem
niet toebehoorden, ter zijde, om die bij
den commissaris van politie te depo-
neeren.
„Nu ga ik mij met de dieven ver
zoenen," zei hij lachend.
„O, als ik er aan denk, dat hij je
had kunnen vermoorden!" riep zijn
vrouw, hem om den hals vallend.
„Schoonmama zou niet getreurd
hebben," mompelde Lerbais, zich naar
de gevreesde vrouw wendend.
UREN VAN VERTREK GEDURENDE DE MAANDEN
OCTOBER 1902 tot en met MAART 1903.
Wesl-Europeesche of Spoortijd.
Van Vlissingen naar Breskcns
vm. 5,— 7,30 9,30 vm. 11,50 a) I») en nm. 3,30 c)
3,55
Breskens naar Vlissingen 5,30 8,10,nm. 12,15 a)
Ter Neuzen naar Borsselen 5,1') 7,30 e) 10,25 nm. 1,55 g)
Borsselen naar Vlissingen 5,35 7,50 e) f) 10,55 2,15 a)
Vlissingen naar Borsselen 6,10«1) 9,10e)f) 11,50b) nm. 3,30e)
Borsselen naar Ter Neuzen 6,30d) ---f) nm. 12,3Óa) nm. 3,50
Van Ter Neuzen naar Hoedekenskerke vm. 8,10
Woensdags yan jjoedekenskorke naar Ter Neuzen 8,50
Deze reizen worden des ZONDAGS niet gemaakt.
Bij vertraging van trein 11,44 kannen booten naar Breskens, Borsselen en Ter
Neuzen ten hoogste 5 minuten wachten.
Bij vertraging van trein 3,23 wachten de booten van 3,30 naar Breskens, Borss en
en Neuzen ten hoogste I 5 minuten
Des WOENSDAGS vertrekt de boot van 6,10 van Vlissingen naar Borsselen'en
Neuzen om tk^O.
Deze reizen worden des WOENSDAGS niet gemaakt.
Op de reis van 9,10 uit Vlissingen wordt te Borsselen niet aangelegd.
Bij vertraging van trein 1,25 te Neuzen wacht de boot van 1,55 van Neuzen naar
Borsselen en Vlissingen ten hoogste 20 minuten.
Omnibus tusschen de aanlegplaats der stoombooten en het spoorwegstation te Ter
Neuzen ad 15 cent per persoon en per rit.
Tusschen VlissingenBreskens, VlissingenBorsselen, VlissingenTer Neuzen,
Breskens—Ter Neuzen, Borsselen—Ter Neuzen en omgekeerd, worden retourkaarten af
gegeven, geldig voor vier dagen, als de abonnementskaarten per maand.
e)
r
s)
ZELANDIA
RUHR-RACHELKOLEN,
II]
„Zelandia,"
Dagelijks:
a)
i»)
«i)