BIJVOEGSEL Zaterdag 27 September. Duidelijk. Merkwaardig. In het Aquarium van Arlis te Amsterdam is een zeer schoon verschijnsel te zien. In een der bassins, waar' zich de twee Japansche Reuzensalamanders bevinden, heeft het wijfje in den nacht van 17 en 18 Septem ber hare eieren afgezet Aan een lang, dubbel snoer bevinden zich op regelma tige afstanden de witte eieren 4 6 niM. groot, een driehonderd ongeveer in aantal in een doorschijnend, gelei achtig omhulsel gevat; door het heen en weer zwemmen van het dier werd deze snoer op verschillende plaatsen rondom en over de in hef bassin geplaatste rots gewikkeld; hef geheel heeft het aanzien, alsof de rots met een rozenkrans is be hangen. Voor zoover bekend, is dit inte ressante feit nog nimmer bij deze dieren in gevangen staat waargenomen; de hoop wordt nu gekoesterd, dat de eieren zich zullen ontwikkelen. A. Z. Gemengd Nieuws. Het nut van den goudvisch. In een tuin werd een vijver aangelegd, om daarin waterplanten te kweeken. Men had getracht, den eigenaar van de uitvoering van dit plan af te brengen, erop wijzen de, dat hij daardoor veel last van mug gen zou krijgen, daar de wateroppervlak te een gunstige gelegenheid voor de ont wikkeling van deze insecten zou opleveren. Toen de vijver gereed was, werden daarin eenige goudvisschen gedaan, en ziel! geen enkele larf werd in het water aangetroffen hetgeen de eigenaar slechts aan de aanwezigheid der visschen meen de te moeten toeschrijven Dat dit zoo was bleek uit het volgende: Op 15 meter afstand van de vijver stond een groot gat vol regenwater. Dit vat zoo mede een beekje, tusschen den vijver en het vat, waren vol larven, en in dit vat VAN mm VAN In 't Centr. lezen we de volgende drie star 't Was nog niet genoeg. In de Troonrede was mêegedeeld, dat de betrekkingen van Nederland met de andere mogendheden ,,Bleven ze wa" ren." Men toonde zich onbevredigd. In de Eerste Kamer verklaarde daarop de Minister van Bnitenlandsche Zaken, in antwoord op een vraag van den heer Van Zinnicq Bergmann, dat in zake de betrekkingen met de mogendheden „toe nadering noch verwijdering" plaats had. 't Bleek onvoldoende. Het Vaderland was zelfs boos, en, blijk baar zeer ervaren in de taal der diploma tie, gaf het als zijn oordeel te kennen, dat die herhaalde verklaring toch nog wel veel verbergen konde. Dr. Kuyper had dezen zomer groote rei zen gemaakt en dus Ook de heer Mees sprak, overigens zeer hoffelijk in de zitting der Tweede Kamer van Dinsdag over die reizen en gaf den wensch te kennen, dat de eerste de reeds afgelegde verklaringen accentueeren zou. En nu het woord nemende, verzekerde de heer Kuyper. dat noch eenig verdrag is gesloten, noch het sluiten van eenig verdrag is voorbereid, noch ter voorbereiding van eenig verdrag ook maar een enkele schriftuur is gewisseld, noch eenig offii- cieel of officieus woord is gesproken dat noch in den Ministerraad, noch onder de Ministers persoonlijk ooit ook maar met een enkel woord, eenig plan of denkbeeld van alliantie ter sprake is gebracht dat, wat hem zelf aangaat, hij noch in den Haag, noch te Berlijn, noch te Weenen, noch in eenige plaats over de grenzen met eenig staatsman of met eenig lasthebber van een staatsman, een enkel woord over eenige alliantie gesproken heeft dat al wat daarover vermeld is, rust op pure fantasie, ten deele uit politiek opzet en eindelijk dat het Bewind van oor deel is, dat er noch gegevens, noch om standigheden aanwezig zijn, die het voor de Nederlandsche Regeering raad zaam of geoorloofd zouden maken van de tot dusver gevolgde gedragslijn af te wijken. Als dit nog onvoldoende is, dan, zeide de minister, acht ik mij onbekwaam mij in het Hollandsch uit te drukken Nu zal aan dit laatste voorloopig nog wel niet getwijfeld worden, zoodat te verwachten valt, dat de legende van Nederland's alliantie met een of andere groote mogendheid inderdaad voldoende toegelicht en doodgemaakt is. Ofschoon nis zoo meesterlijk en aangenaam geschre ven, dat iedereen (ook zij die Rolduc niet kennen) ze met belangstelling zal lezen. Aan het slot komt een alphabetische en chronologische lijst voor van de namen der studenten, (+7500 in getal) die sinds 1843 daar hunne opleiding genoten heb ben. Van dat getal zijn er in den loop der jaien slechts een tachtig uit Zeeland ge weest. Dat getal is zeker gering en is, als het ware eene beschuldiging tegen ve le katholieke ouders, die hunne kinderen bij voorkeur naar Belgische kostscholen zenden, waar wel zeer veel werk gemaakt wordt van het Fransch, doch waar het onderwijs niet ingericht is naar de eischen die in Holland gesteld worden. We geven hieronder de namen der Zeeuwsche studenten van Rolduc, met het jaar waarin ze hunne studies aanvingen H. Adriaansens 1875, Al. Adriaansens 88, Gijsbr. Adriaansens 95, Ed. Aldeweireldt 83, Eug. Aldeweireldt 96, Jac. Buijsrogge 74, A. Begheijn 74, G. Buijsrogge, Kloe- tinge 1900, J. Calten, Vlissingen 81, G. Carpreau 93, C. Oortvriendt 95, Fl. Cort- vriendt 95, C. Cammaert 96, Aug. de Meij er 71, E. Dumoleijn 81, A. Dumoleijn 83, A. Deert 87, C. de Kerf 88, F. de Meijer 96, P. Fruijtier 88, A. Fruijtier 95, L. Fruijtier 95, J. Goedhart 81, F. Hom bach 74, A. Hendrikse 78, V. Hendrikse 81, E. Hamerlinck 93, L Kegelaer 73, E. Koens, Goes 83, H. Kramer 88, F. Knitel 89, K. Knitel 91, Th. Kegelaer 94, F. Luijpen 72, C. Luijpen 85, G. Mes, Middelburg 72, E. Mes, 'Middelburg 78, J. Onghena 84, K. Ronca, Middelburg 84, A. Rottier 95, J. Rottier 95, A. Stubbé 87, F. Stubbé 87, Th. Stubbé 94, F. Stubbé 97, J. Stubbe 99, Th. Temmerman 75, A. Temmerman 81, C. Temmerman 81, E. Temmerman 81, Hon. Temmerman 85, Hipp. Temmerman 86, J. Temmerman 90, Aug. Temmerman 93, Hon. Thomaes 93, Aug. Thomaes 96, Th. Thomaes 96, D. van Jole 81, F. van Waesberghe 83, Jos. van Waesberghe, 87, P. van Kalmpthout (Joes, 91, D. van Rompu 91, Arth. van Haelst 91, W. van Water schoot 91, P. van Remortel 91, F. van Hootegem, Kruiningen 94, J. van Rompu 95, A. van Leuven 95, A. van Baarle, Middelburg 95, C. van Rompu, 97, L. van Waesberghe 97, J. Wibaut, Vlissingen 70, F. Wibaut, Vlissingen 70, F. Wauters79, K. Weijnen 90, Rich. Wilking 93, J. Wit kam, Goes 88, Lod. Wouters 94, M. Wau- ters 95, Rob. Wilking 96, Ern. Wilking 96, F. Wiegerink 96, G. de Schepper, Vlissingen 1901, C. Plasschaert 1901. E. Plouvier, Vlissingen 1901, O. van Waes 1901. Zij, bij wier namen geen plaats vermeld is, zijn uit Zeeuwsch-Vlaanderen gepleegd in de Czaar Peterstraat. Ook in dit geval wisten de inbrekers hoogst waarschijnlijk, dat slechts een oude man en eene vrouw het winkelhuis bewoonden. ROLDUC. Hoewel het mijn doel niet is eene aan beveling te schrijven naar het onlangs bij N. Alberts te Kerkrade verschenen werk »Rolduc in woord en beeld," zoo wenschte ik toch met een enkel woord de aandacht er op te vestigen. De schrijvers van het prachtwerk de HoogEerw. Heer Dr. R. Corten en de WelEerw. Zeer Geleerde heer A. Ruijten en de uitgever hebben zich op zoo 'n talentvolle en meesterlijke wijze van hun ne taak gekweten, dat men zich afvraagt, hoe het mogelijk is om voor zoo'n gering bedrag een dergelijk kunstwerk te kun nen aanbieden. Er is werkelijk niets ontzien om van het boek een monument te maken, dat Rol duc waardig is. Wat een rijkdom van portretten en af beeldingen, zoowel uit de eerste tijden die bijna acht eeuwen vervlogen zijn als van latere dagteekening, tot op heden Bijna alle mannen van beteekenis, die bij de geschiedenis van Rolduc betrokken zijn, treft men er in woord een beeld aan. De verschillende onderdeelen van de ge bouwen (waaronder vooral genoemd moet worden de prachtige rijk beschilderde kerk, een der schoonste in Romaanschen stijl van geheel Nederland) en ook van ge heel de omgeving, welke in het pracht werk keurig zijn afegbeeld, geven ook aan hen, die nooit het voorrecht hadden Rol duc te bezoeken, eene duidelijke voorstel ling van de groote en grootsche inrichting, Ook is het boek nog versierd met afbeel dingen van vele belangrijke documenten, welke in de rijke bibliotheek van Rol duc bewaard worden. Daarbij is de merkwaardige geschiede- Moordaanslag. Van der Sluijs en zijne vrouw, die een brooddepót houden in de Marnixstraat no. 13 te Amsterdam, werden omstreeks 12 uur uit den slaap gewekt door het overgaan der winkelbel. Zijn vrouw ried hem, niet te gaan opendoen maar hij deed het toch, want er lag nog een pakje, dat afgehaald zou worden, 't Was werkelijk om dat pakje te doen twee mannen die al ineer in den winkel waren geweest achteraf beschouwd om pools hoogte te nemen kwamen er om. Een der beide mannen had het pakje aangeno men en het geld er voor gegevende tweede die in de deur was blijven staan, had daarna gezegd: „Moetje nu nog geen beschuit en krentebroodjes hebben?" en toen de ander dit toestemmend had beant woord, had de winkelier zich gebukt om deze uit den bak te krijgen. Toen dus heeft de hij later verklaard was het als of hij zich opeens geweldig tegen iets ge- stooten had, meer herinnerde hij zich niet. Dat "stooten" was echter geweest de slag met den hamer op het achterhoofd, die hem dadelijk bewusteloos ter aarde had doen storten. Vervolgens drongen de twee aanvallers door tot in de achterkamer, waar de vrouw nog te bed lag. Ook deze werd met den hamer aan den schedel verwond, waarbij het wapen echter den schurk uit de hand vloog. De vrouw gilde uit alle macht, waarop de beide mannen de vlucht nameD. Buren en politie schoten toe en men vond geluk kig ook zeer spoedig geneeskundige hulp, met het gevolg dat Van der Sluijs nu wel het bed moet houden, doch zijn leven niet meer in gevaar is. De vrouw heeft eeni ge wonden aan den schedel en een blauw oog, maar kon op de been blijven. In den loop van den dag is het de poli tie gelukt, de twee daders te arresteeren, die reeds volledig bekend hebben. De ha mer, die in het bed is teruggevonden, werd als afkomstig van zijn gereedschap herkend, door een bewoner van het huis op de Brouwersgracht, waar een der moorde naars in den kost ligt. De andere is gear resteerd in zijne woning in de Jacob Cats- kade. De daders heeten Liebert en Jan- ning, zijn 18 en 20 jaar oud, resp. bank werker en schilder van beroep. Slechts zucht tot diefstal heeft hen tot de misdaad geleid zij meenden, dat v. d. Sluijs nog al wat geld in huis had. Bij dit geval denkt men onwillekeurig aan den moord op Brouwer en zijn nicht, De bekende Freeh Hit Tilburg, ge wezen trappist, trad te "Haarlem op in het gebouw van den katholieken kring „St. Bavo". De pachter had reeds Zaterdag middag berouw, dat hif de zaal voor dit doel had verhuurd, maar Frech dwong hem met de quitantie in de hand, zijn verplichting na te komen of f 60 schade vergoeding te geven. De kastelein liet de vergadering nu maar doorgaan, doch gaf geen stoelen. Hij handelde hiermee echter in het voordeel van Frech, want nu kon den in plaats van 500 omstreeks 1000 personen in de zaal plaats nemen. Nau welijks evenwel was de spreker opgetre den, of hij was genoodzaakt zijn rede te staken, daar op het tooneel werd gespron gen, gestampt en geschreeuwd, terwijl een draaiorgel boven alles uit klonk Het pu bliek bestormde woedend het met planken bespijkerde tooneel en richtte daar de grootste verwoestingen aanalles werd kort en klein geslagen. De politie werd gehaald en nu bleek dat de kastelein het tooneel verhuurd had voor een brui- lofts-repetitie. Nadat de orde hersteld was, ging de vergadering, die nu en dan on derbroken werd door gesis en geschreeuw, toch door. Na afloop van de vergadering verzamel den zich eenige honderden betoogers voor de woning van den heer W. Küppêrs in de Jansstraat, die ter vergadering her haaldelijk tegen het gesprokene had ge protesteerd. Men zong daar de socialistische liederen, door een groote bende nieuws gierigen en kwajongens omstuwd. Er had echter verder niets plaats. Vandaar toog men naar het hotel St. Jan, de woning van het raadslid Van de Kamp, dien men ten onrechte hield voor den aanstoker van het tooneelrelletje. Ook daar werd gezon gen en een buitenstaande palmpot om vergeworpen. De troep, onder aanvoering van den „vrijen" socialist Blauw, die met zijn vrouw vooraan ging, trok nu naar het huis van Z. D. H. den Bisschop op de Nieuwe Gracht. Daar kwam echter een detachement politie, die, na herhaalde sommatie, poogde het publiek te verstrooi en. Het gelukte niet, en na een nieuwe betooging ditmaal door fluiten voor de woning van den heer Küppers ging men naar de Groote Markt, steeds zingend. Hier werd opnieuw gesommeerd, en toen dit niet hielp, volgden eenige charges met de blanke sabel. Telkens drongen kwajongens weer op en sommigen grepen naar metselsteenen, die daar voor het bouwwerk van „De Kroon" lagen. Zij werden echter tijdig verwijderd en toen begon ook de rest van den troep langzaam af te druipen. Op de Groote Markt bleef het nog een poosje druk. Het plein was echter afgezet aan de toegangen, zoodat zich geen nieuwe stoet vormde. moge'ft kbmennad^P ik het tekort in zijn kas aangevuld had, verdween, hij met loomen tred, waarschijnlijk te vermoeid en te slaperig' om zijn dankbaarheid te too- nen. Bovenstaande is geen zeldzaamheid; el- ken avond vindt men moeders met zuigelingen en diverse kindertjes tot diep in den nacht bedelende langs „American", „Hollandais," enz. De drank. Toen een huzaar, die pas van de klas van discipline terug is, over zijn tijd in beschonken toestand in de ka- zaïne te Zutphen terugkwam, wilde de wacht hem in arrest brengen. Hij verzet te zich daartegen, trok zijn sabel en hak te er in den blinde op los. De wachtmees ter kreeg een houw over zijn hand en een steek in de zijde. Nadat de woesteling al les wat in zijne nabijheid was, kort en klein had geslagen, gelukte het eindelijk hem achter slot en grendel te brengen. Gemakkelijk. Zekere J. S. te Gint neken kwam ter secretarie zijn wpampie- ren in de maak doen" om te trouwen rae- eene weduwe. Bij informatie bleek ech ter dat hjj het voorwerp zijner liefde nog niet over trouwen gesproken had en zij ook niets van de liefde wou weten. D.v. N. Het koninkje wel W ij mo gen niet verzuimen de aandacht van sportlieden en anderen, die gaarne vol gens Engelsch model zich kleeden en opsieren, te vestigen op de laatste por tretten van koning Edward. In de «Sphere" van Zaterdag wordt Z. M. afgebeeld met een gouden brace let, in slang vorm om den pols. Het is een photografie, genomen op het koninklijk jacht, en de koning is als sportman gekleed. Er is iets bij zonder Oostersch in dezen opschik, en voor onze voortreffelijke goudsmeden is het te hopen dat dit dragen van gou den armbanden voor mannen mode wordt. Maar het is dan ook alleen voor hen, dat wij dit hopen. Jammer, dat de modekoning met ge ëscorteerd is door een paar Bóeren- weduwen of weezen uit Transvaal. Een onweer boven Klerksdorp. Boven Klerksdorp is een zwaar onwe- der losgebarsten. Het verschijnsel werd voorafgegaan door een stofstorm en ging gepaard met slagregens, hagel en wind. Huizen liepen onder, de tenten van het hospitaalkamp werden weggeslageneen huis werd door den bliksem getroffen en brandde af. Een Hollandsch inwo ner en zijn zoon zijn gedood. Drie sol daten zochten beschutting in een on- dergrondsch magazijn, dat instortte, waarbij twee van hen omkwamen. Een gevaarlijk spelletje. Op de kermis te Roosendaal (N.B.) loofde de directeur eener menagerie Zondagavond tien flesschen champagne uit aan hem, die met zijne dochter Flora, de leeu- wentemster, in het leeuwenhok durfde gaan. Een bekend ingezetene, de heer ha- trad Moordaanslag. Te Meijel L werden in den nacht van 6 op 7 dezer H Verslappen, oud 19 jaren, en M. Wijlaers, oud 22 jaren, dienstknechten, die na af loop van den kermisavond rustig huis waarts gingen, gevolgd door eenige perso nen. Eensklaps werden zij opgeschrikt, doordien een Stal schoten in hunne rich ting werden afgevuurd, waarvan een schot Verstappen in het linkerbovenbeen trof, zoodat de kogel in dat lichaamsdeel bleef zitten Zware vermoedens rezen tegen J. H S 53 jaren, arbeider te Nederweert. In de woning van S. werd een onderzoek inge steld, alwaar S. van 'l bed werd gelicht In de kleeding, die hij in den bewusten nacht aanhad, werd een revolver aange troffen, in welks cylinder zes ledige pa troonhulzen; in zijn zakken werden ook zes scherpe kogelpatronen aanwezig gevonden. Hij is ter beschikking der justitie overge bracht naar Roermond. Arme jongen. Joh. G. deelt in het Hdbl. mede Zondagavond tegen twaalf uur de brug aan het Leidscheplein te Amsterdam pas- seerende, vond ik daar een aardig ventje, van 8 a 10 jaar, slapende tegen een lan taarnpaal geleund staan. Na door mij wakker gemaakt te zijn, antwoordde hij op mijn vraag waarom hij niet naar huis ging, dat hij eerst nog 16 centen moest ontvangen om thuis te brie, nam de uitdaging aan en voor de oogen van een groot nieuws gierig publiek met de leeuwentemstér het hok binnen. Hoewel de dieren door de aanwezig heid van den ongewonen bezoeker on rustig werden en vreeselijk brulden, verloor hij den moed nietnam plaats op een stoel aan tafel, ontkurkte een flesch champagne, dronk een paar gla zen en stak zelfs een sigaar op, terwijl tuffrouw Flora met haar gevaarlijke viervoeters de gewone werkzaamheden verrichtte. De gewaagde vertooning liep goed af en de directeur was zijn tien flesschen champagne kwijt. De mechanische kracht van stormen en hunnen oorsprong. Ter wijl de wervelstorm, welke onlangs in den omtrek van Keulen heerschte en aldaar groote verwoestingen aanrichtte, nog le vendig in 't geheugen ligt, tevens de ge weldige wervelstorm welke kort daarna de stad Holzminden teisterde, zal ongetwij feld eene berekening van de grootte der mechanische kracht van een orkaan, wel ke in de nabijheid van het eiland Cuba in 1844 van 5—7 October woedde, door velen met belangstelling gelezen worden. De astronoom Klein deelt hierover in zijn werk „Astronomische avonden" S. 135 een artikel van professor Eege mede, waar in deze berekend heeft, dat deze orkaan als beweging tegen het centrum der wer velachtig indringende lucht eene kracht ontwikkelde van 473 millioen paarden kracht, gedurende 3 dagen, een mecha nische arbeid, welke krachtiger is dan al le windmolens, watermolens, damptna- chines, menschen- en dierenkracht der ge- heele wereld te samen. De enorme kracht van die wervelstorm ontstond alleen door enorme warmte. Ter bevestiging hiervan is de volgende opheldering Dat het ont staan van stormen tengevolge der zonne warmte veroorzaakt wordt, bewees even eens de laatste groote storm van 7 Augus tus aan den Rijn. Deze storm was voor afgegaan door groote hitte, niet alleen waar deze uitbrak, maar ook in den omtrek; de schrijver van dit artikel maakte dien dag een uitstapje van Wildbad in Würtemberg naar Herrn-Abt. In die streek brak de storm niet los, maar er heerschte eene drukkende hitte. Over de werkingen van den storm in de nabijheid van het eiland Cuba in het jaar 1844 zijn in het bedoel de werk verder geen bemerkingen te vin den. Wanneer zulk een orkaan schepen, gebouwen enz. treft, er geweldige verwoes tingen aanricht, laat zich gemakkelijk be grijpen. Duitsche dienstboden. In Duitschland moeten door de dagverdeeling de meisjes veel langer arbeiden dan dit in 't alge meen in Holland 't geval is. Daar de zaken niet kantoren, maar en gros- en détail-zaken op zijn laatst om 8 uur open zijn, de scholen vaak op denzelfden tijd (óók wel vroeger) begin nen, moeten de dienstboden al zeer vroeg opstaan, om tijdig alles voor 't ontbijt en voor de kinderen gereed te hebben. Is dat afgeloopen, dan dient naar de markt ge gaan, want 't is lang geen algemeene ge woonte, dat kruidenier, groenteboer, enz. aan huis komen veeleer is 't regel dat alles door de dienstboden of door de vrou wen zeiven wordt gehaald. Door 't vroege maal moet al zeer spoedig de groote oven aangemaakt worden, een ware kwelling in den zomer, en dan is 't haast-je rep-je met 't eten om één uur toch, moet alles gereed zijn. In deftige kringen is 't officieele visite uur dan ook niet als bij ons, tusschen half drie en vijf, maar van elf tot half een, de meer intieme visites worden tusschen half vier en half vijf gemaakt en men blijft dan vaak ongegeneerd op de koffie. Maar keeren we tot de dienstboden en haar werkzaamheden terug. Na 't was- schen der vaten is 't al zeer spoedig kof fiedrinken, daarna moeten voor 't avond- maal weer de noodige preparatieven ge maakt worden. Indien men twee dienst boden houdt, blijven voor deze tweede dan al de huiselijke bezigheden, die, al zijn er geen vaste tapijten te schuieren, en al komt voor de ingelegde en dus geboende vloeren ook de frotteur, waarlijk niet ge ring zijn, terwijl beide meisjes met de wasch haar handen vol hebben. Doch 't zijn slechts de hoogst-welgestel- den, die zich in Duitschland de luxe van van meer dan één dienstbode kunnen ver oorloven, daar de loonen enorm veel hoo- ger zijn dan in Holland. Een flinke meid alleen (Madchen für Alles) ontvangt M. 22 a 24 M. 's maands dus een loon van f 170 's jaars, een tweede meisje niet veel minder, terwijl een geroutineerde keukenmeid (Köchin, wel te onderschei den van een Küchenmadchen, dat géén geroutineerde kookster is) tot M. 30 's maands dus f 124 's jaars verdient. Als men nu daarbij weet, dat de Weihnachts- geschenke (Kerstcadeaux) verplichtend zijn, en die wel zesmaal zooveel bedragen als wat men hier als z.g.n. kermis- en nieuw jaarsgeschenk in geld der dienstbode schenkt, dan begrijpt men, dat 't alreeds wat zeggen wil één dienstbode te houden, en men er lang niet zoo gauw als hier toe overgaat om een tweede er bij te nemen. Onvermijdelijk is 't dan ook, déar, waar 't gezin slechts eenigermate talrijk is, dat de vrouw des huizes meehelpt, wil ze in boedel en kamers voor vervuiling vrijwa ren. Aan driemaandelijksche opzegging van weerszijden houdt men zich daar niet. Een meisje kan na een week of na veer tien dagen vertrekken, al naar haar dat goed dunkt, en op gelijke wijze geschiedt 't, wanneer de vrouw des huizes haar diensten niet meer verlangt, doch deze is verplicht de reden van het vertrek der dienstbode in het ,Dienstbuch" te notee- ren. Dat „Dienstbuch" is, en zeer terecht, een van de vele en verouderde en ondeug delijke instellingen, voor welks verdwij nen de moderne vrouwen-vereenigingen ten zeerste ijveren. Zou men naar waarheid al de grootere en kleinere gebreken zoo officieel in dat boekje vermelden, dan zouden vele meis jes na drie, vier betrekkingen gehad te hebben, geen dienst meer kunnen krijgen en wie zegt of werkelijk de schuld, de tekortkomingen, die 't meisje op haar rekening krijgt, niet gnotendeels door de behandeling van de huisvrouw ontstaan zijn, of erger nog, dat deze niet veel te sterk kleurt Die boekjes staan onder controle der po litie, en bij vertrek uit een betrekking moet 't meisje zich bij 't Polizei-Amt (po- litie-bureau) presenteeren. (Tel.)

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 5