BIJVOEGSEL
Zaterdag 27 September.
Duidelijk.
Merkwaardig. In het Aquarium
van Arlis te Amsterdam is een zeer
schoon verschijnsel te zien. In een der
bassins, waar' zich de twee Japansche
Reuzensalamanders bevinden, heeft het
wijfje in den nacht van 17 en 18 Septem
ber hare eieren afgezet Aan een lang,
dubbel snoer bevinden zich op regelma
tige afstanden de witte eieren 4 6
niM. groot, een driehonderd ongeveer
in aantal in een doorschijnend, gelei
achtig omhulsel gevat; door het heen en
weer zwemmen van het dier werd deze
snoer op verschillende plaatsen rondom
en over de in hef bassin geplaatste rots
gewikkeld; hef geheel heeft het aanzien,
alsof de rots met een rozenkrans is be
hangen. Voor zoover bekend, is dit inte
ressante feit nog nimmer bij deze dieren
in gevangen staat waargenomen; de hoop
wordt nu gekoesterd, dat de eieren zich
zullen ontwikkelen.
A. Z.
Gemengd Nieuws.
Het nut van den goudvisch. In
een tuin werd een vijver aangelegd, om
daarin waterplanten te kweeken. Men had
getracht, den eigenaar van de uitvoering
van dit plan af te brengen, erop wijzen
de, dat hij daardoor veel last van mug
gen zou krijgen, daar de wateroppervlak
te een gunstige gelegenheid voor de ont
wikkeling van deze insecten zou opleveren.
Toen de vijver gereed was, werden
daarin eenige goudvisschen gedaan, en
ziel! geen enkele larf werd in het water
aangetroffen hetgeen de eigenaar slechts
aan de aanwezigheid der visschen meen
de te moeten toeschrijven Dat dit zoo
was bleek uit het volgende:
Op 15 meter afstand van de vijver stond
een groot gat vol regenwater. Dit vat zoo
mede een beekje, tusschen den vijver en
het vat, waren vol larven, en in dit vat
VAN
mm
VAN
In 't Centr. lezen we de volgende drie
star
't Was nog niet genoeg.
In de Troonrede was mêegedeeld, dat
de betrekkingen van Nederland met de
andere mogendheden ,,Bleven ze wa"
ren."
Men toonde zich onbevredigd.
In de Eerste Kamer verklaarde daarop
de Minister van Bnitenlandsche Zaken,
in antwoord op een vraag van den heer
Van Zinnicq Bergmann, dat in zake de
betrekkingen met de mogendheden „toe
nadering noch verwijdering" plaats had.
't Bleek onvoldoende.
Het Vaderland was zelfs boos, en, blijk
baar zeer ervaren in de taal der diploma
tie, gaf het als zijn oordeel te kennen,
dat die herhaalde verklaring toch nog
wel veel verbergen konde.
Dr. Kuyper had dezen zomer groote rei
zen gemaakt en dus
Ook de heer Mees sprak, overigens zeer
hoffelijk in de zitting der Tweede Kamer
van Dinsdag over die reizen en gaf den
wensch te kennen, dat de eerste de reeds
afgelegde verklaringen accentueeren zou.
En nu het woord nemende, verzekerde
de heer Kuyper.
dat noch eenig verdrag is gesloten,
noch het sluiten van eenig verdrag is
voorbereid, noch ter voorbereiding van
eenig verdrag ook maar een enkele
schriftuur is gewisseld, noch eenig offii-
cieel of officieus woord is gesproken
dat noch in den Ministerraad, noch
onder de Ministers persoonlijk ooit ook
maar met een enkel woord, eenig plan
of denkbeeld van alliantie ter sprake is
gebracht
dat, wat hem zelf aangaat, hij noch
in den Haag, noch te Berlijn, noch te
Weenen, noch in eenige plaats over de
grenzen met eenig staatsman of met eenig
lasthebber van een staatsman, een enkel
woord over eenige alliantie gesproken
heeft
dat al wat daarover vermeld is, rust
op pure fantasie, ten deele uit politiek
opzet
en eindelijk dat het Bewind van oor
deel is, dat er noch gegevens, noch om
standigheden aanwezig zijn, die het
voor de Nederlandsche Regeering raad
zaam of geoorloofd zouden maken van
de tot dusver gevolgde gedragslijn af te
wijken.
Als dit nog onvoldoende is, dan, zeide
de minister, acht ik mij onbekwaam mij
in het Hollandsch uit te drukken
Nu zal aan dit laatste voorloopig nog
wel niet getwijfeld worden, zoodat te
verwachten valt, dat de legende van
Nederland's alliantie met een of andere
groote mogendheid inderdaad voldoende
toegelicht en doodgemaakt is.
Ofschoon
nis zoo meesterlijk en aangenaam geschre
ven, dat iedereen (ook zij die Rolduc niet
kennen) ze met belangstelling zal lezen.
Aan het slot komt een alphabetische
en chronologische lijst voor van de namen
der studenten, (+7500 in getal) die sinds
1843 daar hunne opleiding genoten heb
ben.
Van dat getal zijn er in den loop der
jaien slechts een tachtig uit Zeeland ge
weest. Dat getal is zeker gering en is,
als het ware eene beschuldiging tegen ve
le katholieke ouders, die hunne kinderen
bij voorkeur naar Belgische kostscholen
zenden, waar wel zeer veel werk gemaakt
wordt van het Fransch, doch waar het
onderwijs niet ingericht is naar de eischen
die in Holland gesteld worden.
We geven hieronder de namen der
Zeeuwsche studenten van Rolduc, met het
jaar waarin ze hunne studies aanvingen
H. Adriaansens 1875, Al. Adriaansens 88,
Gijsbr. Adriaansens 95, Ed. Aldeweireldt
83, Eug. Aldeweireldt 96, Jac. Buijsrogge
74, A. Begheijn 74, G. Buijsrogge, Kloe-
tinge 1900, J. Calten, Vlissingen 81, G.
Carpreau 93, C. Oortvriendt 95, Fl. Cort-
vriendt 95, C. Cammaert 96, Aug. de Meij
er 71, E. Dumoleijn 81, A. Dumoleijn 83,
A. Deert 87, C. de Kerf 88, F. de Meijer
96, P. Fruijtier 88, A. Fruijtier 95, L.
Fruijtier 95, J. Goedhart 81, F. Hom bach
74, A. Hendrikse 78, V. Hendrikse 81, E.
Hamerlinck 93, L Kegelaer 73, E. Koens,
Goes 83, H. Kramer 88, F. Knitel 89, K.
Knitel 91, Th. Kegelaer 94, F. Luijpen 72,
C. Luijpen 85, G. Mes, Middelburg 72, E.
Mes, 'Middelburg 78, J. Onghena 84, K.
Ronca, Middelburg 84, A. Rottier 95, J.
Rottier 95, A. Stubbé 87, F. Stubbé 87,
Th. Stubbé 94, F. Stubbé 97, J. Stubbe 99,
Th. Temmerman 75, A. Temmerman 81,
C. Temmerman 81, E. Temmerman 81,
Hon. Temmerman 85, Hipp. Temmerman
86, J. Temmerman 90, Aug. Temmerman
93, Hon. Thomaes 93, Aug. Thomaes 96,
Th. Thomaes 96, D. van Jole 81, F. van
Waesberghe 83, Jos. van Waesberghe, 87,
P. van Kalmpthout (Joes, 91, D. van Rompu
91, Arth. van Haelst 91, W. van Water
schoot 91, P. van Remortel 91, F. van
Hootegem, Kruiningen 94, J. van Rompu
95, A. van Leuven 95, A. van Baarle,
Middelburg 95, C. van Rompu, 97, L. van
Waesberghe 97, J. Wibaut, Vlissingen 70,
F. Wibaut, Vlissingen 70, F. Wauters79,
K. Weijnen 90, Rich. Wilking 93, J. Wit
kam, Goes 88, Lod. Wouters 94, M. Wau-
ters 95, Rob. Wilking 96, Ern. Wilking
96, F. Wiegerink 96, G. de Schepper,
Vlissingen 1901, C. Plasschaert 1901. E.
Plouvier, Vlissingen 1901, O. van Waes
1901.
Zij, bij wier namen geen plaats vermeld
is, zijn uit Zeeuwsch-Vlaanderen
gepleegd in de Czaar Peterstraat. Ook in
dit geval wisten de inbrekers hoogst
waarschijnlijk, dat slechts een oude man
en eene vrouw het winkelhuis bewoonden.
ROLDUC.
Hoewel het mijn doel niet is eene aan
beveling te schrijven naar het onlangs bij
N. Alberts te Kerkrade verschenen werk
»Rolduc in woord en beeld," zoo wenschte
ik toch met een enkel woord de aandacht
er op te vestigen.
De schrijvers van het prachtwerk de
HoogEerw. Heer Dr. R. Corten en de
WelEerw. Zeer Geleerde heer A. Ruijten
en de uitgever hebben zich op zoo 'n
talentvolle en meesterlijke wijze van hun
ne taak gekweten, dat men zich afvraagt,
hoe het mogelijk is om voor zoo'n gering
bedrag een dergelijk kunstwerk te kun
nen aanbieden.
Er is werkelijk niets ontzien om van het
boek een monument te maken, dat Rol
duc waardig is.
Wat een rijkdom van portretten en af
beeldingen, zoowel uit de eerste tijden
die bijna acht eeuwen vervlogen zijn
als van latere dagteekening, tot op heden
Bijna alle mannen van beteekenis, die
bij de geschiedenis van Rolduc betrokken
zijn, treft men er in woord een beeld aan.
De verschillende onderdeelen van de ge
bouwen (waaronder vooral genoemd moet
worden de prachtige rijk beschilderde
kerk, een der schoonste in Romaanschen
stijl van geheel Nederland) en ook van ge
heel de omgeving, welke in het pracht
werk keurig zijn afegbeeld, geven ook aan
hen, die nooit het voorrecht hadden Rol
duc te bezoeken, eene duidelijke voorstel
ling van de groote en grootsche inrichting,
Ook is het boek nog versierd met afbeel
dingen van vele belangrijke documenten,
welke in de rijke bibliotheek van Rol
duc bewaard worden.
Daarbij is de merkwaardige geschiede-
Moordaanslag. Van der Sluijs en zijne
vrouw, die een brooddepót houden in de
Marnixstraat no. 13 te Amsterdam, werden
omstreeks 12 uur uit den slaap gewekt
door het overgaan der winkelbel. Zijn
vrouw ried hem, niet te gaan opendoen
maar hij deed het toch, want er lag nog
een pakje, dat afgehaald zou worden, 't
Was werkelijk om dat pakje te doen twee
mannen die al ineer in den winkel waren
geweest achteraf beschouwd om pools
hoogte te nemen kwamen er om. Een
der beide mannen had het pakje aangeno
men en het geld er voor gegevende
tweede die in de deur was blijven staan,
had daarna gezegd: „Moetje nu nog geen
beschuit en krentebroodjes hebben?" en
toen de ander dit toestemmend had beant
woord, had de winkelier zich gebukt om
deze uit den bak te krijgen. Toen dus
heeft de hij later verklaard was het als
of hij zich opeens geweldig tegen iets ge-
stooten had, meer herinnerde hij zich niet.
Dat "stooten" was echter geweest de slag
met den hamer op het achterhoofd, die
hem dadelijk bewusteloos ter aarde had
doen storten.
Vervolgens drongen de twee aanvallers
door tot in de achterkamer, waar de
vrouw nog te bed lag. Ook deze werd met
den hamer aan den schedel verwond,
waarbij het wapen echter den schurk uit
de hand vloog.
De vrouw gilde uit alle macht, waarop
de beide mannen de vlucht nameD. Buren
en politie schoten toe en men vond geluk
kig ook zeer spoedig geneeskundige hulp,
met het gevolg dat Van der Sluijs nu wel
het bed moet houden, doch zijn leven niet
meer in gevaar is. De vrouw heeft eeni
ge wonden aan den schedel en een blauw
oog, maar kon op de been blijven.
In den loop van den dag is het de poli
tie gelukt, de twee daders te arresteeren,
die reeds volledig bekend hebben. De ha
mer, die in het bed is teruggevonden,
werd als afkomstig van zijn gereedschap
herkend, door een bewoner van het huis op
de Brouwersgracht, waar een der moorde
naars in den kost ligt. De andere is gear
resteerd in zijne woning in de Jacob Cats-
kade. De daders heeten Liebert en Jan-
ning, zijn 18 en 20 jaar oud, resp. bank
werker en schilder van beroep. Slechts
zucht tot diefstal heeft hen tot de misdaad
geleid zij meenden, dat v. d. Sluijs nog
al wat geld in huis had.
Bij dit geval denkt men onwillekeurig
aan den moord op Brouwer en zijn nicht,
De bekende Freeh Hit Tilburg, ge
wezen trappist, trad te "Haarlem op in het
gebouw van den katholieken kring „St.
Bavo". De pachter had reeds Zaterdag
middag berouw, dat hif de zaal voor dit
doel had verhuurd, maar Frech dwong
hem met de quitantie in de hand, zijn
verplichting na te komen of f 60 schade
vergoeding te geven. De kastelein liet de
vergadering nu maar doorgaan, doch gaf
geen stoelen. Hij handelde hiermee echter
in het voordeel van Frech, want nu kon
den in plaats van 500 omstreeks 1000
personen in de zaal plaats nemen. Nau
welijks evenwel was de spreker opgetre
den, of hij was genoodzaakt zijn rede te
staken, daar op het tooneel werd gespron
gen, gestampt en geschreeuwd, terwijl een
draaiorgel boven alles uit klonk Het pu
bliek bestormde woedend het met planken
bespijkerde tooneel en richtte daar de
grootste verwoestingen aanalles werd
kort en klein geslagen. De politie werd
gehaald en nu bleek dat de kastelein het
tooneel verhuurd had voor een brui-
lofts-repetitie. Nadat de orde hersteld was,
ging de vergadering, die nu en dan on
derbroken werd door gesis en geschreeuw,
toch door.
Na afloop van de vergadering verzamel
den zich eenige honderden betoogers voor
de woning van den heer W. Küppêrs
in de Jansstraat, die ter vergadering her
haaldelijk tegen het gesprokene had ge
protesteerd. Men zong daar de socialistische
liederen, door een groote bende nieuws
gierigen en kwajongens omstuwd. Er had
echter verder niets plaats. Vandaar toog
men naar het hotel St. Jan, de woning
van het raadslid Van de Kamp, dien men
ten onrechte hield voor den aanstoker van
het tooneelrelletje. Ook daar werd gezon
gen en een buitenstaande palmpot om
vergeworpen. De troep, onder aanvoering
van den „vrijen" socialist Blauw, die met
zijn vrouw vooraan ging, trok nu naar
het huis van Z. D. H. den Bisschop op de
Nieuwe Gracht. Daar kwam echter een
detachement politie, die, na herhaalde
sommatie, poogde het publiek te verstrooi
en. Het gelukte niet, en na een nieuwe
betooging ditmaal door fluiten voor
de woning van den heer Küppers ging
men naar de Groote Markt, steeds zingend.
Hier werd opnieuw gesommeerd, en toen
dit niet hielp, volgden eenige charges
met de blanke sabel. Telkens drongen
kwajongens weer op en sommigen grepen
naar metselsteenen, die daar voor het
bouwwerk van „De Kroon" lagen. Zij
werden echter tijdig verwijderd en toen
begon ook de rest van den troep langzaam
af te druipen. Op de Groote Markt bleef
het nog een poosje druk. Het plein was
echter afgezet aan de toegangen, zoodat
zich geen nieuwe stoet vormde.
moge'ft kbmennad^P ik het tekort in zijn
kas aangevuld had, verdween, hij met
loomen tred, waarschijnlijk te vermoeid en
te slaperig' om zijn dankbaarheid te too-
nen.
Bovenstaande is geen zeldzaamheid; el-
ken avond vindt men moeders met
zuigelingen en diverse kindertjes tot diep
in den nacht bedelende langs „American",
„Hollandais," enz.
De drank. Toen een huzaar, die pas
van de klas van discipline terug is, over
zijn tijd in beschonken toestand in de ka-
zaïne te Zutphen terugkwam, wilde de
wacht hem in arrest brengen. Hij verzet
te zich daartegen, trok zijn sabel en hak
te er in den blinde op los. De wachtmees
ter kreeg een houw over zijn hand en een
steek in de zijde. Nadat de woesteling al
les wat in zijne nabijheid was, kort en klein
had geslagen, gelukte het eindelijk hem
achter slot en grendel te brengen.
Gemakkelijk. Zekere J. S. te Gint
neken kwam ter secretarie zijn wpampie-
ren in de maak doen" om te trouwen rae-
eene weduwe. Bij informatie bleek ech
ter dat hjj het voorwerp zijner liefde nog
niet over trouwen gesproken had en zij
ook niets van de liefde wou weten. D.v. N.
Het koninkje wel W ij mo
gen niet verzuimen de aandacht van
sportlieden en anderen, die gaarne vol
gens Engelsch model zich kleeden en
opsieren, te vestigen op de laatste por
tretten van koning Edward.
In de «Sphere" van Zaterdag wordt
Z. M. afgebeeld met een gouden brace
let, in slang vorm om den pols.
Het is een photografie, genomen op
het koninklijk jacht, en de koning is
als sportman gekleed. Er is iets bij
zonder Oostersch in dezen opschik, en
voor onze voortreffelijke goudsmeden is
het te hopen dat dit dragen van gou
den armbanden voor mannen mode
wordt.
Maar het is dan ook alleen voor hen,
dat wij dit hopen.
Jammer, dat de modekoning met ge
ëscorteerd is door een paar Bóeren-
weduwen of weezen uit Transvaal.
Een onweer boven Klerksdorp.
Boven Klerksdorp is een zwaar onwe-
der losgebarsten. Het verschijnsel werd
voorafgegaan door een stofstorm en ging
gepaard met slagregens, hagel en wind.
Huizen liepen onder, de tenten van het
hospitaalkamp werden weggeslageneen
huis werd door den bliksem getroffen
en brandde af. Een Hollandsch inwo
ner en zijn zoon zijn gedood. Drie sol
daten zochten beschutting in een on-
dergrondsch magazijn, dat instortte,
waarbij twee van hen omkwamen.
Een gevaarlijk spelletje. Op de
kermis te Roosendaal (N.B.) loofde de
directeur eener menagerie Zondagavond
tien flesschen champagne uit aan hem,
die met zijne dochter Flora, de leeu-
wentemster, in het leeuwenhok durfde
gaan.
Een bekend ingezetene, de heer ha-
trad
Moordaanslag. Te Meijel L
werden in den nacht van 6 op 7 dezer H
Verslappen, oud 19 jaren, en M. Wijlaers,
oud 22 jaren, dienstknechten, die na af
loop van den kermisavond rustig huis
waarts gingen, gevolgd door eenige perso
nen. Eensklaps werden zij opgeschrikt,
doordien een Stal schoten in hunne rich
ting werden afgevuurd, waarvan een schot
Verstappen in het linkerbovenbeen trof,
zoodat de kogel in dat lichaamsdeel bleef
zitten
Zware vermoedens rezen tegen J. H S
53 jaren, arbeider te Nederweert. In de
woning van S. werd een onderzoek inge
steld, alwaar S. van 'l bed werd gelicht
In de kleeding, die hij in den bewusten
nacht aanhad, werd een revolver aange
troffen, in welks cylinder zes ledige pa
troonhulzen; in zijn zakken werden ook zes
scherpe kogelpatronen aanwezig gevonden.
Hij is ter beschikking der justitie overge
bracht naar Roermond.
Arme jongen. Joh. G. deelt in het
Hdbl. mede
Zondagavond tegen twaalf uur de brug
aan het Leidscheplein te Amsterdam pas-
seerende, vond ik daar een aardig ventje,
van 8 a 10 jaar, slapende tegen een lan
taarnpaal geleund staan.
Na door mij wakker gemaakt te zijn,
antwoordde hij op mijn vraag waarom
hij niet naar huis ging, dat hij eerst nog
16 centen moest ontvangen om thuis te
brie, nam de uitdaging aan en
voor de oogen van een groot nieuws
gierig publiek met de leeuwentemstér
het hok binnen.
Hoewel de dieren door de aanwezig
heid van den ongewonen bezoeker on
rustig werden en vreeselijk brulden,
verloor hij den moed nietnam plaats
op een stoel aan tafel, ontkurkte een
flesch champagne, dronk een paar gla
zen en stak zelfs een sigaar op, terwijl
tuffrouw Flora met haar gevaarlijke
viervoeters de gewone werkzaamheden
verrichtte.
De gewaagde vertooning liep goed af
en de directeur was zijn tien flesschen
champagne kwijt.
De mechanische kracht van
stormen en hunnen oorsprong. Ter
wijl de wervelstorm, welke onlangs in den
omtrek van Keulen heerschte en aldaar
groote verwoestingen aanrichtte, nog le
vendig in 't geheugen ligt, tevens de ge
weldige wervelstorm welke kort daarna de
stad Holzminden teisterde, zal ongetwij
feld eene berekening van de grootte der
mechanische kracht van een orkaan, wel
ke in de nabijheid van het eiland Cuba
in 1844 van 5—7 October woedde, door
velen met belangstelling gelezen worden.
De astronoom Klein deelt hierover in zijn
werk „Astronomische avonden" S. 135
een artikel van professor Eege mede, waar
in deze berekend heeft, dat deze orkaan
als beweging tegen het centrum der wer
velachtig indringende lucht eene kracht
ontwikkelde van 473 millioen paarden
kracht, gedurende 3 dagen, een mecha
nische arbeid, welke krachtiger is dan al
le windmolens, watermolens, damptna-
chines, menschen- en dierenkracht der ge-
heele wereld te samen. De enorme kracht
van die wervelstorm ontstond alleen door
enorme warmte. Ter bevestiging hiervan
is de volgende opheldering Dat het ont
staan van stormen tengevolge der zonne
warmte veroorzaakt wordt, bewees even
eens de laatste groote storm van 7 Augus
tus aan den Rijn. Deze storm was voor
afgegaan door groote hitte, niet alleen waar
deze uitbrak, maar ook in den omtrek; de
schrijver van dit artikel maakte dien dag
een uitstapje van Wildbad in Würtemberg
naar Herrn-Abt. In die streek brak de
storm niet los, maar er heerschte eene
drukkende hitte. Over de werkingen van
den storm in de nabijheid van het eiland
Cuba in het jaar 1844 zijn in het bedoel
de werk verder geen bemerkingen te vin
den. Wanneer zulk een orkaan schepen,
gebouwen enz. treft, er geweldige verwoes
tingen aanricht, laat zich gemakkelijk be
grijpen.
Duitsche dienstboden. In Duitschland
moeten door de dagverdeeling de meisjes
veel langer arbeiden dan dit in 't alge
meen in Holland 't geval is.
Daar de zaken niet kantoren, maar
en gros- en détail-zaken op zijn laatst
om 8 uur open zijn, de scholen vaak op
denzelfden tijd (óók wel vroeger) begin
nen, moeten de dienstboden al zeer vroeg
opstaan, om tijdig alles voor 't ontbijt en
voor de kinderen gereed te hebben. Is dat
afgeloopen, dan dient naar de markt ge
gaan, want 't is lang geen algemeene ge
woonte, dat kruidenier, groenteboer, enz.
aan huis komen veeleer is 't regel dat
alles door de dienstboden of door de vrou
wen zeiven wordt gehaald. Door 't vroege
maal moet al zeer spoedig de groote oven
aangemaakt worden, een ware kwelling
in den zomer, en dan is 't haast-je rep-je
met 't eten om één uur toch, moet alles
gereed zijn.
In deftige kringen is 't officieele visite
uur dan ook niet als bij ons, tusschen half
drie en vijf, maar van elf tot half een, de
meer intieme visites worden tusschen half
vier en half vijf gemaakt en men blijft
dan vaak ongegeneerd op de koffie.
Maar keeren we tot de dienstboden en
haar werkzaamheden terug. Na 't was-
schen der vaten is 't al zeer spoedig kof
fiedrinken, daarna moeten voor 't avond-
maal weer de noodige preparatieven ge
maakt worden. Indien men twee dienst
boden houdt, blijven voor deze tweede dan
al de huiselijke bezigheden, die, al zijn er
geen vaste tapijten te schuieren, en al
komt voor de ingelegde en dus geboende
vloeren ook de frotteur, waarlijk niet ge
ring zijn, terwijl beide meisjes met de
wasch haar handen vol hebben.
Doch 't zijn slechts de hoogst-welgestel-
den, die zich in Duitschland de luxe van
van meer dan één dienstbode kunnen ver
oorloven, daar de loonen enorm veel hoo-
ger zijn dan in Holland. Een flinke meid
alleen (Madchen für Alles) ontvangt M.
22 a 24 M. 's maands dus een loon van
f 170 's jaars, een tweede meisje niet
veel minder, terwijl een geroutineerde
keukenmeid (Köchin, wel te onderschei
den van een Küchenmadchen, dat géén
geroutineerde kookster is) tot M. 30 's
maands dus f 124 's jaars verdient. Als
men nu daarbij weet, dat de Weihnachts-
geschenke (Kerstcadeaux) verplichtend zijn,
en die wel zesmaal zooveel bedragen als
wat men hier als z.g.n. kermis- en nieuw
jaarsgeschenk in geld der dienstbode
schenkt, dan begrijpt men, dat 't alreeds
wat zeggen wil één dienstbode te houden,
en men er lang niet zoo gauw als hier toe
overgaat om een tweede er bij te nemen.
Onvermijdelijk is 't dan ook, déar, waar
't gezin slechts eenigermate talrijk is, dat
de vrouw des huizes meehelpt, wil ze in
boedel en kamers voor vervuiling vrijwa
ren. Aan driemaandelijksche opzegging
van weerszijden houdt men zich daar niet.
Een meisje kan na een week of na veer
tien dagen vertrekken, al naar haar dat
goed dunkt, en op gelijke wijze geschiedt
't, wanneer de vrouw des huizes haar
diensten niet meer verlangt, doch deze is
verplicht de reden van het vertrek der
dienstbode in het ,Dienstbuch" te notee-
ren.
Dat „Dienstbuch" is, en zeer terecht,
een van de vele en verouderde en ondeug
delijke instellingen, voor welks verdwij
nen de moderne vrouwen-vereenigingen
ten zeerste ijveren.
Zou men naar waarheid al de grootere
en kleinere gebreken zoo officieel in dat
boekje vermelden, dan zouden vele meis
jes na drie, vier betrekkingen gehad te
hebben, geen dienst meer kunnen krijgen
en wie zegt of werkelijk de schuld,
de tekortkomingen, die 't meisje op haar
rekening krijgt, niet gnotendeels door de
behandeling van de huisvrouw ontstaan
zijn, of erger nog, dat deze niet veel
te sterk kleurt
Die boekjes staan onder controle der po
litie, en bij vertrek uit een betrekking
moet 't meisje zich bij 't Polizei-Amt (po-
litie-bureau) presenteeren.
(Tel.)