„Zelandia,"
EIGEN HULP
50,000 kiioir. Supfirplosptal
„Het Wapen van Zeelanfl"
VERPACHTING
UITLOTING.
de Tollen
R. K. Nieuwsblad
Openbare Verkooping.
'I] fill AZUMlMfifl]
Openbare Verkooping.
Aanbesteding
Dr. Jules De Vos,
Moeders Kindje.
soliede Agenten
voor Zeeland.
J. M. VAN DER SCHALK&C",
Openbare Verkooping.
huishoudelijke goederen,
A. F. NEELEMANS, HULST.
EN
De COMMISSIE van beheer en onder
houd van den weg Hulst - Paal, brengt
ter k mnis van belanghebbendendat
zij op
Maaudug 15 September 1903,
in het logement »Het Bonte Hert" bi
L. J. Brand te Hulst, des namiddags
om twee uur, zal overgaan
1°. Tot het publiek verpach
ten, ten overstaan van den Nota
ris Mr. J. G. VAN DEINSE, te
Hulst, van
«1» «lien weg
voor den tijd van drie jaar, in te
gaan 1 October 1902, en
2°. Tot de uitloting van
Twee aandeelen der Geldleening
ad f 36.400,en zulks overeen
komstig art. 3 en 6 van het plan
van aflossing.
De Commissie voornoemd,
De voorzitter,
Fr. VAN WAESBERGHE.
De secretaris,
BURM.
Eene sinds jaren bestaande en scherp
concurreerende Mij. van Levensverz.
vraagt voor de afd. weekpremiën te
Zuiddorpe, Westdorpe, Koewacht en
Clinge
tegen salaris en provisie. Franco brie
ven onder lett. Z aan dat blad.
voor Nederland,
gevestigd te MAASTRICHT.
Opgericht in 1882.
Maatschappelijk kapitaal f 1,000,000,
Loopende leeningen op
31 Maart 1902 6,210,923,79s
Uitgegeven Pandbrie
ven op 31 Maart 1902 6,171,450,—
Reserve-fonds >.- 85,238,39.
De Bank sluit leeningen tegen bil
lijke voorwaarden en bied t de ge
legenheid aan tot soliede geldbeleg
ging in hare 4 pCt. pandbrieven,
welke zij in stukken van 1000, fNN),
/'lOOen f50 uitgeeft, thans tegen ÏOO
pCt.
Voor een en ander wende men zich
tot den heer Ls. VAN WAESBERGHE-
JANSSENS Kassier te Hulst, tevens Com
missaris-adviseur der Bank.
De Directie,
J. D. SC II O O IV.
O P
het eenige
De Notaris E. B. DUMOLEYN te Hon-
tenisse, zal ten verzoeke van den heer
FRANCIES DE WAEL te Hontenisse
en de Erven zijner overleden vrouw in
het openbaar verkoopen
Gemeente OSSENISSE.
1,31,80 Hectare (of 2 geniet 287 roe
den) BOUWLAND, in den Nijspol-
der, zijnde twee wendingen van af
de zoogenaamde Weststraat kadas
ter sectie A nos. 325 en 326.
Ingesteld op /'580 per 44 a. 56 c. a.
1,78,70 Hectare (of 2 gemet 3 roe
den) BOUWLAND aldaar, drie wen
dingen van af den dijk van den
Noordhofpolder, kadaster sectie A
nos, 322, 323 en 324.
Ingesteld op /'580 per 44 a. 56 c. a.
1,24,40 Hectare (of 2 gemet 238'/»
roede) BOUWLAND aldaar, nabij
de Weverstraat, achter het land van
Petrus Neve, kadaster sectie A
no. 253.
Ingesteld op /'480 per 44 a. 56 c. a.
1,04,90 Hectare (of 2 gemet 106 roe
den) BOUWLAND aldaar, sectie A
no. 254, met recht van overweg,
over Koop Drie.
Ingesteld op /"535 per 44 a. 56 c. a.
Aanvaarding bij betaling koopsom,
uiterlijk 15 October 1902.
Lasten van af 1 October 1902.
Gelag
VERBLIJF op Donderdag 11 Septem
ber 1902, des namiddags 2 uur, ter
herberge van Eduard Kuijpers te Groe
nendijk (Hontenisse).
Nadere inlichtingen ten kantore van
genoemden notaris.
,,de Griffioen"
en de dubbele Arend"
SCHIEDAM.
Vertegenwoordiger voor Zeeuwsch-
Ylaanderen
L. J. SCHOUTEN,
Ter Neuzen.
De notaris E. B. DUMOLEIJN te Hon
tenisse, zal op
Dinstlag i t> 8e|>teiul)(>r I !M)2.
om 4 uur namiddag, ten verzoeke van
P. F. MAHU te Kloosterzande (Hon
tenisse) in het openbaar verkoopen
als: KASTEN, KACHEL, STOE
LEN, TAFEL, KINDERWAGEN.
Verder2 LOOPVARKENS, KIP
PEN, KRUIWAGEN, enz.
En daarna het HUIS met ERF
te Kloosterzande, groot 2 aren 18
centiaren.
Aanvaarding bij betaling koopsom,
uiterlijk 15 October.
LANDBOUWERS-VEREENIGING
TE HONTENISSE.
der levering van plus minus
op Zaterdag 1» September 1 DOS
des namiddags vijf ure.
Bij P. J. Verbist te Kloosterzande
gemeente Hontenisse.
De voorwaarden van inschrijvings
biljetten zijn te verkrijgen bij den heer
Jac. BUIJSROGGE.
De Notaris P. DREGMANS te Axel,
zal ten verzoeke van de Weduwe W.
LUDEKUIZE ten haren woonhuize te
Hoek op
Zaterdag 13 September 1 !)02,
des namiddags ten 2 ure, verkoopen
Eene partij
als: Kasten, Uittrek en andere
Tafels, Stoelen, Kachels, Koper,
Blik, IJzer, Glas- Geleierd en Aar
dewerk, Haard,- Wasch,- Keuken
en Schuurgerief, Hoenders enz. enz.
24 St. Elisabethplaats
(tramlijn Zuidstatie Rabot,)
is te raadplegen voor Vrouwenziek-
ten (Genees- en heelkundige behandeling)
alle Maan-, Woens- en Vrijdagen van 2 tot
4 uren.
HOTEL
CAFÉ RESTAURANT.
Ten allen tijde gelegenheid totdineeren.
Reafstaek a la minute, enz.
RUIIflE KAMERS. BILLIJKE PRIJZEN.
Mengelwerk.
(Naar het Duitsch.)
Een vreemd kind was Sophietje.
Altijd was zij zoo geweest. Uren lang
zat zij bij haar moeder op het voeten
bankje, met het hoofdje tegen moeders
knie, met haar pop te spelen, of in een
prentenboek te kijken. Kwam er be
zoek, dan ging zij in een hoekje zit
ten, gaf geen handje, en bleef stom op
alle vragen, die men haar deed. De
menschen schudden het hoofd en kon
den niet begrijpen, dat 't angstig, schuw
wezentje het kind was van den opge-
wekten, geestigen vader, de verstandi
ge, ontwikkelde moeder.
Ook de vader schudde het hoofd. Hij
had als eerstgeborene een zoon ge-
wenscht en nu maar een meisje. Was
het nu nog een vroolijk geestig, mooi
kindje geweest, maar dit schuwe, lee-
lijke schepseltje
Alles ging bij dit kind even lang
zaam, het loopen en vooral het spre
ken, en dan het verstandEn als de
vader driftig werd of het kind spot
tend aanzag, bleef het daar met open
mond staan en de oogjes vulden zich
met tranen.
Zij klaagde nooit, maar liep stil naar
moeder en verborg het gezichtje in
haar kleederen. De moeder begreep haar
kindje ook zonder woorden. Met een
bijna ziekelijke teederheid ging Sophie
tje aan haar moeder en dikwijls sloeg
het de magere armpjes om den hals
der moeder en zeide „lieve, lieve ma
ma.
Vol zorg zag dan de moeder op het
schuchtere kindje, als het haar zoo hul
peloos omhelsde. Wat zöu er van dat
teedere schepseltje worden De we
reld zou telkens en telkens weder dat
gevoelig hartje kwetsen, men zou het
kindje niet begrijpen en het ongeluk
kig wezentje zonder erbarmen terug-
stooten. Zelfs de vader had niets dan
spotternij over voor 't arme kind. O,
hoe vurig bad zij telkens weder: „Heer
laat mij leven ter wille van het kind."
Toen Sophietje vijf jaar oud was, be
val de vader, dat zij met andere kin
deren moest spelen om te leeren vroo
lijk zijn met de vroolijken.
De moeder zuchtte, zij wist dat het
vergeefsche moeite zou zijn, maar zij
liet vader begaan.
Zoo kwamen er kleine gasten
schuchter traden zij binnen, maar spoe
dig maakte hunne verlegenheid voor
vrooiijkheid plaats, toen men aan tafel
zat, met den grooten ketel chocolade
en de taartjes. Zij spraken levendig en
door elkander, lachten en schertsten,
maar letten niet op het stil zittend So
phietje.
Eerst toen men een spelletje wilde
spelen, begon men haar van alles te
vragen. „Waar is je speelgoed, laat
het eens zien," sprak een meisje met
rozeroode linten en nam Sophietje bij
de hand. Gehoorzam haalde Sophietje
haar poppen en prenteboeken voor den
dag, iets waar zij altijd 't liefst mee
speelde. v
„Hoe heet je P" vroeg een ander
meisje.
„Hoe oud ben jep" kwam weereen
ander vragen.
Sophietje keek verlegen voor zich uit
en antwoordde niet.
„Kijk," riep een klein levendig ven
tje, ,.ze kan niet praten ze heeft een
pleister op den mond."
Algemeen gelach volgde en Sophietje
sloop stil in haar hpekjedikke tranen
rolden over haar wangen. Van uit dit
hoekje zag zij hoe de anderen verge
noegd speelden, zag zij hoe het meisje
met de roode strikken het haar van
haar lievelingspop tot een vaste vlecht
draaide, zag hoe de jongens in haar
mooiste prenteboeken scheuren maak
ten. Zij zag dat alles en het ging haar
door het hart, maar zij waagde het
niet, iets te zeggen.
De moeder was er niet bij, want de
vader had verlangd, dat Sophietje meer
zelfstandig zou optreden, en de tweede
meid zou op de kinderen passen. Op
haar zeggen aan Sophietje om toch met
de anderen te spelen, schudde het kind
het hoofd, maar sprak geen woord
zij beleefde vreeselijke oogenblikken in
haar eenzaam hoekje....
Eindelijk, eindelijk ging de vroolijke
schaar naar huis. Men had veel pleizier
gehad, maar slechts enkelen dachten
er aan Sophietje een hand te geven.
Met een zucht van verlichting stond
zij op om naar mama te gaan.
De vader trok de schouders op, toen
de meid hem alles vertelde, maar liet
het schuwe kind van nu af met rust,
sprak geen woord meer tegen Sophie
tje, maar zag haar ook niet meer toor
nig of spottend aan.
Zij scheen nog schuwer te w orden.
Ging mama uit, dan zat zij treurig
en stil in haar hoekje, tot mama te
rugkwam, en roerend was de stille
vreugde op het kindergezichtje, als zij
haar moeder weer zag.
De tijd ging voorbij en Sophietje was
zes jaar, toen haar moeder eens bleek
en moede van een feest naar huis te
rugkeerde. Den anderen morgen had zij
hevige koortsen en de dokter sprak
van longontsteking. Eerst toonde zich
een weinig beterschapen de echtgenoot
was geruster. Maar de beterschap was
slechts schijnbaar, de koorts keerde met
dubbele kracht terug en de ziekte ver
ergerde in dier mate dat men het erg
ste vreesde.
Sophietje zat al dien tijd in haar
hoekje en vroeg telkens om naar ma
ma te mogen gaan.
,,Ma is ziek, poesje," zeide de Zuster
vol medelijden, „bid Ons Lieve Heer
tje, maatje beter te maken."
En Sophietje bad, en bad in haren
angst, ofschoon zij zich nog geen voor
stelling kon maken, wat een verlies
van haar moeder zou zijn; zij bad en
bad om toch mama weer te kunnen
zienen in de donkere ziekenkamer
lag de jonge vrouw in heete koorts en
riep slechts om Sophietje, met de bran
dende oogen onrustig de kamer door
kijkend, als wilden zij wat zoeken.
Dikwijls bleven zij naar een hoek sta
ren en dan wild opvliegend wilde zij
spookgestalten verdrijven, die haar kind
bedreigden.
Op een avond kwam de Zuster met
tranen in de oogen om Sophietje te
halen.
„Je moet heel stil zijn, kindje, ma
ma is zoo zwak," zeide zij met de vin
ger op de lippen.
Sophietje's gezichtje straalde van
vreugde eindelijk, eindelijk zou zij ma
ma weer zienGod had haar' gebed
verhoord.
Zij ging met de Zuster naar de zie-
kekamer, doch hier bleef zij een oo
genbfik staan, want zij kon in deduis
ternis niets onderscheiden, tot zij een
bleek, mager gelaat op het groote bed
zag...
Een hevige schrik overviel haar.
Was dat mamap wat was er met ma
ma gebeurd?
„Mamatje", fluisterde zij en drukte
haar wang tegen die harer moeder.
Deze zag vol medelijden op haar kind
je en de bevende handen rustten op
het blonde kopje.
„Sophietje, lief kindje, wat moet er
van je worden, als ik je moet verla
ten. Hoe zwaar valt mij het scheiden
om mijn kindje. Mijn God, heb mede
lijden
Tranen verstikten hare stem. De va
der nam Sophietje bij de hand om ze
weder weg te brengen, maar het kind
was als geheel veranderdzij die zich
nooit durfde verzetten, die in tranen
uitbrak als haar vader haar slechts toor
nig aanzag, rukte zich los naar haar
moeder.
„Mama, lieve, lieve mama, laat mij
hier blijven,', riep zij snikkend, „ik
zal stil zijn!"
En zij bleef aan het voeteinde-op een
bankje zonder zich te verroerenen
het werd stil in de ziekenkamer, zelfs
de klok tikte niet; alleen als er bui
ten een wagen voorbijreed, klingelden
de medicijnfleschjes op de tafel.
De oogjes van Sophietje werden klei
ner, het blonde kopje viel voorover; zij
sliep in en zachtjes droeg men haar
naar haar bedje.
Den anderen morgen had Sophietje
geen moeder moer.
Snikkend sloot de vader het ver
schrikte kind in zijne armen en zeide:
arm schepseltje, nu zijn wij alléén,
gij en ik, maar ik zal u als eene ande
re moeder zijn"...
Ja, hij wilde het eerlijk beproeven
hij had het zijn dierbare echtgenoote
beloofd in het laatste oogen blik nog,
toen de zorg om haar kind haar doods
strijd zoo zwaar te maakte.
Maar Sophietje rukte zich schuw uit
zijn armen en zette zich in haar hoek
je; hoe vreemd was papa vandaag, zij
was er nu nog banger voor.
Tegen den avond ging zij op haar
teentjes naar de ziekekamer. Misschien
vond zij mama wel en bijna had zij
gejuicht van vreugde, toen zij binnen
trad. Ja daar lag mama, ozoo schoon
en alles vol kaarsen en bloemen, o
wat was zij mooimaar mama sliep,
men mocht haar niet storen, en op de
teentjes kwam zij nader en zette zich
neder; mama zal dadelijk wel wakker
worden, ik zal er op wachten, dacht
zij-
Maar 't duurde zoo lang, even die
mooie witte roos ruiken, en heimelijk
kwamen de lipjes op de koude hand
der moeder.
Hoe koud o I
„Mama!" riep zij „mama!"
De deur ging open; haar papa kwam
binnen.
„Kom Sophietje, laat maatje slapen,
zij is zoo moe."
Sophietje, volgde in zenuwachtige
spanning; iets vreeselijks moest er ge
beurd zijn. Waarom liet mama haar
zoo alleen? Dit was haar eenige ge
dachte. Zou ook mama niet meer van
haar houden
Dagen lang zat zij daar stil, zij at
bijna niet, zij bewoog zich niet, zij
werd magerder en de vader zag met
angst het bleeke kindergezichtje. Op
al haar vragen kreeg Sophietje tenant-
woord, dat mama op reis was, en met
koortsachtig verlangen verwachte zij
nu hare terugkomst.
Als zij buiten een rijtuig hoorde riep
zij „mama". Ging de vader uit, dan
zag zij hem vragend aan en fluisterde
„mama". Naar nooit, nooit kwam de
zoo vurig verlangde, en droevig keek
het kind weer telkens voor zich heen,
met tranen in de oogsn.
Ach mama kwam nog altijd niet
Met het woord „mama" op de lip
pen sliep zij in, bij haar morgen- en
avondgebedje voegde zij altijd; „olGod
laat maatje gauw terugkomen." Des
morgens ontwaakte zij „maatje" roe
pend, want zij droomde altijd zoo heer
lijk van mama.
Zij vermagerde zichtbaar; de dokter
haalde de schouders op en zeide „aflei
ding".
Ja hij had goed praten, Sophietje was
niet als een ander kind, dat vroolijk
speelt en het heerlijk vindt uit rijden
te gaan.
De vader bracht haar telkens nieuw
speelgoed; zij dankte dan wel met een
moeilijk lachje; hield het speelgoed even
op haar schoot en borg het dan stil
weer op, om het niet meer aan te ra
ken. Zij leefde slechts in verwachting
van moeders terugkeer.
Zij werd zoo zwak, dat zij niet meer
op kon staan. Maar haar oogjes straal
den en telkens fluisterde zij heimelijk
haar vader toe: „vandaag komt maa
tje, dat heeft zij beloofd, en o! maatje,
was zoo mooi en allemaal engeltjes: he
pa, u gaat mama halen?"
Vol verwachting hingen de oogen aan
de lippen.
„Zeker kindje maar ik weet niet of
mama vandaag komt."
„Zeker pa," antwoordde Sophietje,
maatje komt mij halen."
Bezorgd voelde de vader den pols,
hoe zwak sloeg diemen kon hem
haast niet vinden, dat moest anders
wordenhij zou met Sophietje ergens
anders heengaan, misschien vergat zij
danhier herinnerde haar alles aan de
dierbare doode.
Stil en tevreden lag Sophietje den
geheelen dagzij vroeg niets meer,
maar keek telkens naar de -leur. Toen
de avondzon haar gouden schijn in de
kamer wierp, richtte zij zich vreugde
stralend plotseling op, haar magere
armpjes strekten zich uit en jubelend
iwam over de lippen „mama, lieve,
lieve mama I"
Toen zonken de armpjes neerhet
uitgeteerde lichaampje viel terug in de
tussens en de moede oogen sloten zich.
Het kind had de moeder teruggevon
den.
Centr. V. W.
Woensdags
JStoombootdienst op do YYester-Schelde.
UREN VAN VERTREK GEDURENDE DE MAAND
SEPTEMBER 190 2.
Wesl-Europeesche of Spoorfijd.
I)a g e 1 i j k s
Van Vlissingen naar Breskens vm. 5,7,30 9,30 vm. 11,50 a) I») nm. 3,30 en 6,20 o)
Breskens naar Vlissingen 5,30 8,10,nm. 12,15 a) 3,55 6,50
Van Ter Neuzen n. Borsselen vm. 5,15 7,30e) 10,25 nm. l,55a)g) 4,45
Borsselen n. Vlissingen vm. 5,35 7,50e) 10,45 nm. 2,15a) 5,05
Vlissingen n. Borsselen vm. 6,10»l) 9,10e) f) ll,50a)l>) nm. 3,30
Borsselen n. Ter Neuzen vm. 6,30«I) ---f) nm. 12,10a) nm. 3,50
Van Ter Neuzen naar Hoedekenskerke vm. 8,10
Van Hoedekenskerke naar Ter Neuzen 8,50
Deze reizen worden des ZONDAGS niet gemaakt.
Bij vertraging van trein 11,44 kunnen booten naar Breskens, Borsselen en
Neuzen ten hoogste 5 minuten wachten.
Bij vertraging van trein 6,12 wacht de boot van 6,20 naar Breskens ten liong-
wte 30 minuten en naar Borsselen en Neuzen ten hoogste I 5 minuten.
Des WOENSDAGS vertrekt de boot van 6,10 van Vlissingen naar Borsselen en
Neuzen om
Deze reizen worden des WOENSDAGS niet gemaakt.
Op deze reis wordt te Borsselen niet aangelegd.
Bij vertraging van trein 1,25 te Neuzen wacht de boot van 1,55 van Neuzen naar
Borsselen en Vlissingen ten hoogste 20 minuten.
Dos ZONDAGS en op 15 SEPTEMBER en volgende dagen wordt op deze reis te
Borsselen niet aangelegd.
Omnibus tusschen de aanlegplaats der stoombooten en het spoorwegstation te Ter
Neuzen ad 15 cent per persoon en per rit.
Tusschen VlissingenBreskens, VlissingenBorsselen, VlissingenTer Neuzen,
BreskensTer Neuzen, BorsselenTer Neuzen en omgekeerd, worden retourkaarten af
gegeven, geldig voor vier dagen, als de abonnementskaarten per maand
Ter
Snelpersdruk A. Moerdijk, Zuiddorpe.
KOOP EEN.
KOOP TWEE.
KOOP D1UE.
KOOP VIER.
TE
f i
h)
e)
f)
8)
i»)
6,20c)*1)
6,40h)