No. 69. Woensdag 20 Augustus. Anno 1902. voor FEUILLETON. Wedergevonden. Brieven, stukhen en aduertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur van ZELANDIA" te Zuiddorpe. Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren. Inzending van advertentiën vóór S ure op den dag der uitgave. Een Nederlandsche Griek. Buitenlandsch Overzicht. ZELANDIA |»rijs per 3 maanden: franco per post 75 cent. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs slechts f2,50 voor Nederland en voor België frs. 6,50. Aan deze uitgave is verbonden een GEIELESTREERR ZONDAGSBLAD tegen den prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden. Advertentiën i van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10. Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden bij vooruitbetaling geplaatst voor 40 cent per advertentie. Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie. Onder dit opschrift lezen wij in de Chronica van Dr. Schaepman van 19 Juli jl. over Staatkunde en Letteren het volgende «Onder de colleges door Leo XIII opgericht of hersteld heb ik ook S. Athanasius der Grieken genoemd. In dat college heb ik veel genoten. Al de pracht en de majesteit van den Griekschen en Oosterschen ritus heb ik daar leeren verstaan. Ik heb er de kleinere en groote studenten uit alle Grieksche gewesten feest zien vieren in koor en refter. Niets aar diger dan die bewegelijke kereltjes met de hooge Grieksche mutsen, zoo ernstig, waardig, vroom in het koor, zoo dartel op den open hof. De bestierder voor het tijdelijke is in dit college een hollandsche Bene dictijn, even ervaren in den Ooster schen als in den Latijnschen ritus Dom Willibrordo. Een beste vriend voor den Neder lander te Rome. Met alle bijzonder heden van het volle Romeinsche le ven bekend en tevens een echte ge leerde. De dankbaarheid verbiedt mij hem boos te maken daarom zwijg ik. Maar in dit zwijgen om deze reden ligt toch ook watlofs." N.B. Wij achten dit driestarretje be langwekkend genoeg om over te ne men, vooral wijl Dom Willibrordo een onzer gewestgenooten is. Hij is n.l. ge boren te Hulst en heet in de wereld Charles van Heteren. Red. 31.) Ik dronk den droesem uit een beker, waaruit ik het voor mij onmogelijk zou hehben geacht te drinken en ging zoover van te gelooven, dat ik hare oogen zou ont moeten van onder eene der gescheurde sjaals, welke de gedaante der jonge meisjes die ik ieder oogenblik ontmoette, onken baar maakten. Ja, ik deed zelfs eene poging om mijne nicht op te zoeken, of ik misschien haar medelijden in die mate kon opwekken, dat zij er in toestemde het arme schepsel tje mijner droomen een toevluchtsoord aan te bieden, indien het noodig was. Maar de moed ontbrak mij op het zien van haar koel gelaat boven de pracht, welke zij met hare bekoorlijkheden had gekocht, en be spaarde mij zoo eene vernedering, die ik misschien nooit te boven was gekomen. Eindelijk zag ik op zekeren dag een meisje neen, zij was het niet, maar het haar geleek in kleur op het-hare en de aandrift om haar te volgen was on weerstaanbaar. Ik deed meer dan dat, ik sprak hem aan. Ik vroeg haar, of zij mij iets kon zeg gen van een meisje, welks haren even goudbond waren als hare eigen maar ik behoef u niet te zeggen, wat ik zeide, noch wat zij antwoordde met eene zachte kieschheid, die bijna een schok voor mij FRANKRIJK. De Godsdienstvervolging. Een telelgram aan de „Patrie" uit Brest geeft bijzonderheden over de incidenten bij de sluiting van de zusterscholen te Plou- moguer en te Plougouvelin. Te Ploumoguer liep de bevolking met stokken gewapend te hoop bij de aankomst der gendarmen en der troepen. De commis sarissen verlangden doortocht, doch de menschen gingen niet van de plaats. Er werden drie sommaties gedaan zonder re sultaat waarop de gendarmen bevel kre gen te chargeeren. Toen zij voorwaarts gingen, werden zij met stokslagen ontvan gen. Een gendarme werd uit den zadel gelicht, hij stond met bebloed gelaat op. Bij de deur van de school stonden de com missarissen voor een geduchte barricade van omgeworpen en met kettingen samen gebonden karren. Er was een uur noodig om de versperring op te ruimen. Daarop stak een slotenmaker de deur open. De verwoede menigte riep„Conspuez les commissaires." De zusters verlieten de school aan den arm van den burgemeester en zijn adjunct. Te Plougouvelin werd hardnekkige te genstand geboden. Toen de troepen met de commissarissen aankwamen, zwaaiden de boeren inet groote knuppels en versper den den weg. De commissaris gelastte den gendarme te chargeeren, waarop de- boe ren de paarden sloegen. Eenige paarden werden gewond. Er werd een nieuwe charge gemaakt, waarop de menigte drei gende kreten uitende, werd teruggedreven. Eenige gendarmen werden ontwapend en op den grond geworpen. De commissaris en een brigadier werden geslagen. De troe pen rukten in den looppas aan, waarna eindelijk de slotenmakers aan het werk konden gaan. Een der slotenmakers werd door een steen gekwetst; nadat de deur geopend was, drongen soldaten en gendar men de school binnen. De commissaris las het bevel tot sluiting voor, waarop de zus ters de school verlieten. Onder het gehuil der menigte werd de deur verzegeld. In den eergisteren gehouden ministerraad was, daar die mij liet zien van welke hoogte tot welke diepte eene vrouw kan dalen. 't Is genoeg, dat er niets tusschen ons voorviel, behalve wat ik verteld heb, en al wat zij zeide, gaf mij geene tijding van Luttra. Den volgenden dag vertrok ik naar het bouwvallige oude thuis in Vermont, of ik misschien op de plek, waar ik haar het eerst zag, eenige aanwijzingen kon vin den van hare tegenwoordige verblijfplaats. Maar de oude herberg was verlaten, en de hoop, die ik in die richiing gekoesterd had, vervloog ook als de vorige. Omtrent den inhoud van die latafel bo ven, kan ik niets zeggen. Indien, zooals ik nauwelijks durf hopen, het blijkt, dat die werkelijk hierheen gebracht is door het meisje, dat later op zulk eene vreem de wijze verdwenen is, wie weet of er met die opgevouwen kleedingstukken geene aanwijzing gevonden is, die mij eindelijk dat zal te weten doen komen, waarvoor ik alles zou willen geven, wat ik bezit. Mijne vrouw maar ik kan haar naam niet meer noemen, tot de vraag, die ons nu bestormt, beantwoord is. juf frouw Daniels moet Maar op dit oogenblik ging de deur open en juffrouw Daniels kwam binnen. XIV Zij was nog in hoed en sjaal gekleed en haar gelaat was wit als marmer. »Gij hadt mij noodig?" zeide zij, met een snellen blik op den heer Blake, waar- deelde minister Combes mede dat de over ste der congregatie van de Killes du Saint Esprit in Finistére den president van den ministerraad verwittigd had in twee ach tereenvolgende brieven dat zij tot twee malen toe de religieusen van deze orde, die particuliere scholen hielden in Finis tére, gelast had deze inrichtingen te ver laten. Deze pogingen hieven evenwel vruchte loos, ten gevolge van den weerstand ge boden door de eigenaren der lokaliteiten en de bevolking. De voorzitter voegde er bij dat uit de officieele rapporten blijkt dat de tegenstand niet het gevolg is van het Katholicisme, doch van een zuivere, heftig royalistische beweging. Deze beweging is vergezeld ge gaan van ernstige feiten, die aanleiding zullen geven tot gerechtelijke vervolgin gen. IHITSCIILAXD. Willielin kwaad. De keizer zond Zondag j.l. uit Swine- miinde een telegram aan den prins regent van Beieren waarin hij zijn grootste ver ontwaardiging uitsprak over het weigeren van de kredieten voor de kunstaankooping en zijn teleurstelling over de snoode on dankbaarheid tegenover het huis Wittels- bach. Verder verzocht de keizer den prins regent de benoodigde som te zijner beschik king te mogen stellen. De prins regent'antwoordde hierop met een telegram, waarin hij zijn innigstén dank uitsprak voor het door den keizer gegeven blijk van warme belangstelling zoo ook voor de edelmoedige aanbieding, daarbij gedaan. De prins regent deelde echter mede, dat door de edelmoedigheid van een lid van den Beierschen rijksraad de regeering in staat gesteld was haren tradities getrouw, evenals vroeger, de kunst te blijven bevorderen. De geheele zaak komt hier op neerte Munchen wordt ieder jaar eene tentoonstel ling van schilderijen gehouden en ieder jaar koopt Beieren daar een aantal schil derijen. Merkwaardig genoeg zijn dat steeds schilderijen van dezelfde meesters, waaronder beslist minderwaardige doe ken. in evenveel verbazing als vrees lag. »Ja," antwoordde deze, naar haar toe gaande met eene inspanning, die wij zeer goed konden begrijpen. «Juffrouw Daniels, wie was het meisje, dat gij zoolang in de kamer boven ons hebt geherbergd? Spreek Hoe heette zij en waar kwam zij van daan?" De huishoudster, die over alle leden beefde, wierp ons een -smeekenden blik toe. «Spreek!" herhaalde Gryce; «de tijd voor geheimhouding is voorbij." «O riep zij, in een stoel neervallend, daar het haar geheel onmogelijk was te blijven staan; «het was uwe vrouw, me neer Blake, het jonge schepseltje, dat gij JJ «O Al de angst, de hopeloosheid, de liefde, de hartstocht van de laatste maanden, weerklonken in dat woord. Zij hield op, alsof zij getroffen was, maar toen zij de hand, die hij haastig had uitgestrekt, zag dalen, ging zij in een adem voort «O, meneer, zij heeft mij op mijne knie ën laten zweren, dat ik haar nooit zou verraden, wat er ook gebeurde. Toen zij geen twee weken, nadat uw vader stierf, in dit huis kwam, naar mij vroeg, mij ha re gesciedenis en hare liefde vertelde; hoe zij het niet overeen kon brengen met hare opvatting van den plicht eener vrouw onder een ander dak te leven dan dat van haar echtgenoot, en, terwijl zij de zwarte pruik, die zij droeg, afzette, mij toonde, hoe zij door die eenvoudige ver- In een woord, het was een schandelijk onder-onsje geworden, tusschen sommige kunstenaars en de ministers. Reden waarom het Centrum de gelden tot aankoop nu eens vlakaf weigerde. Ongelukkig genoeg is de prins regent van Beieren omringd door een muur van anti-Centrum politici, die er wel voor zorgen, dat Zijne Hoogheid voortdurend eenzijdig wordt ingelicht. Geen wonder dat de prins ook nu zeer ontstemd was over de houding van het Centrum, en dat zijn keizerlijke vriend, die al meer bewezen heeft er niet goed tegen te kunnen, dat de volksvertegen woordiging zich tegen zijn wil verzet, er als de kippen bij was, om zijne veront waardiging te kennen te geven. Maar op deze wijze zal het Centrum langzamerhand wel den ouden sleur we ten te verbreken, de druppel holt den steen uit. Toestanden in 't leger. In het Duitsche leger gebeuren soms er gerlijke dingen, dit is nu weer gebleken uit hetgeen de krijgsraden te Straatsburg en Metz hebben afgehandeld, n. 1. een drietal ergerlijke mishandelingen door meerderen op soldaten gepleegd. In een geval werd een sergeant tot acht maanden gevangenisstraf veroordeeld en degradatie, omdat hij een soldaat gedwon gen had op een brandenden kachel te gaan zitten; een ander onderofficier kreeg twee maanden omdat hij zijn compagniën 's nachts had laten opstaan en blootvoets laten ex- cerceercn. Een luitenant kreeg twaalf dagen gevangenisstraf, omdat hij uit korts wijl zijn soldaten met een stok sloeg. ENGELAND. Re Roeren-Generaals te Eonrien. De Bóeren-Generaals zijn te Londen aan gekomen zij werden luide toegejuicht aan het station. De secretaris van Botha deel de mede, dat de generaals zeer gaarne den Koning een bezoek zouden brengen, indien dit het verlangen van Zijne Majesteit was. Zij bleven niet om de vlootschouw bij te wonen, daar zij sedert het sluiten van den vrede nog geen rust hadden gehad, en zij nu naar rust verlangden. momming veranderd was bij haar eene des te grootere verandering door het feit, dat hare oogen eigenlijk pasten bij zwart haar, terwijl hare eigen blonde haren u altijd eene vreemde en zonderlinge ge waarwording gaven deed ik, als ge dwongen door eene magnetische kracht, haar zin en opende haar niet slechts het huis, maar ook mijn hart; ik zwoer alles, wat zij vroeg en hield mijn eed, zooals ik mijne ziel voor zonde zou willen bewaren en mijn leven voor het mes van een moor denaar." «Maar toen zij wegging," klonk het van de bleeke lippen van den man voor haar, «toen zij uit het huis ontvoerd werd, wat doen?" «O!" antwoordde de ontroerde vrouw, «wat doen? Gelooft gij niet, dat ik gele den heb? Door mijn eed gebonden te zijn, een eed, dien ik zeker wist, dat zij mij wilde doen houden, zelfs in deze crisis, en toch al dien tijd wetende, dat zij in een of ander schelmstuk was medegesleept, dat gij, indien gij wist, waar zij was, uw leven zoudt willen geven van uwe eer, zoo niet van haar onschuldig hoofd afte wendenU koel, onverschillig, in andere dingen verdiept te zien, terwijl zij, die eiken dag voor uw geluk zou zijn gestor ven, misschien haar leven verloor in de klauwen van die afsahuwelijke ellende lingen! Vraag mij niet u te zeggen, wat ik geledeq heb, sedert zij wegging; dat kan ik u nooit zeggen onschuldig, tee- der, edelaardig schepseltje, dat zij was." «Was?" Zijne hand tastte naar zijn hart, alsof hij doodelijk getroffen werd. Bij hunne aankomst was het station het tooneel van een merkwaardig schouwspel. Een geweldige menschenmassa verwel komde de generaals met even groote har telijkheid als Roberts en Kitchener was te beurt gevallen. Kreten als «goeje, ouwe de Wet" en «onze vrienden de vijand, allen dappere soldaten" werden dikwijls vernomen on der al het gejubbel en gejuich. De Wet was vrijwel in het nauw ge drongen door de opgewonden menigte en moest bevrijd worden door de politie, die met geweld een pad voor hem baande voor het portier van het salonrijtuig. De generaals beantwoordden de ovatie door den hoed af te nemen, maar zij wei gerden te spreken. Ten* slotte waren de generaals genood zaakt aan den achterkant uit te stappen, en achter den trein langs weg te komen, maar de menschen volgden hen en liepen mee met de omnibus, die de generaals de straten door naar hun hotel bracht. Veel waard. Het Londensche publiek wordt sedert een paar dagen in de abdij van Westmin ster toegelaten om daar de omgeving van de kroningsplechtigheid te zien alles is nog in denzelfden staat gelaten zooals op den dag der kroning. De peers en peeresses hebben vergun ning gekregen de stoelen in eigendom te behouden, waarop, zij Zaterdag gezeten hebben tijdens de plechtigheid. In iedere stoel is een opschrift gegrift„Kroning van koning Eduard Vil." In het week blad The Onlooker moet nu reeds een ad vertentie geplaatst zijn, waarin een pee ress haar stoel tot billijken prijs te koop aanbiedt: voor de echtheid van het stuk en van de inscriptie wordt ingestaan. Wij vinden deze advertentie nu niet zoo bijster dwaas. Want wat toch is een souvenir waard aan de kroning tot ko ning van iemand, wiens eenige verdien ste is, dat hij altijd den toon aangaf in de mode en de Boeren op schande lijke wijze liet vermoorden. De eerbied voor een dusdanig monarch is ook zelfs onder de peeresses niet groot. «Waan m zegt gij was?' «Omdat ik juist van de Morgue kom, waar zij dood nederligt." «Neen, neen," kwam met een zachten kreet over zijne lippen, «dat is zij niet; dat is eene andere vrouw, die misschien op haar gelijkt, maar niet zijzelf." «Gave God, dat gij gelijk hadt; maar de lange blonde vlechten! Zulk haar als het hare heb ik nooit te voren bij een an der gezien." «De heer Blake heeft gelijk," viel ik in, want ik kon dit tooneel niet langer verdragen. «De vrouw, die vandaag uit het water is gehaald, heeft hij niet lang geleden gezien en gesproken. Hij zou het weten, als het zijne vrouw was." «En is zij dat niet?" «Neen; duizendmaal neen, zei de heer Blake; het meisje was mij volkomen vreemd." Die verzekering scheen haar een looden gewicht van de ziel te wentelen. «O, Goddank!" prevelde zij, terwijl zij in eene plotselinge aandrift op de knieën viel. En dan met een terugkeer van haar vroe- geren angst: «Maar ik mocht haar geheim eerst in geval van haar dood openbaren! Wat heb ik gedaan? O! wat heb ik ge daan? Hare eenige hoop was op mijne trouw gevestigd." Pe heer Blake leunde zwaar op de ta fel voor hem en zag haar in 't gelaat. «Juffrouw Daniels," zeide hij, «ik heb mijne vrouw lief, hare hoop is nu op mij gevestigd." Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 1