No. 68. Vrijdag 15 Augustus. Anno 1902. FEUILLETON. 30Wedergevonden. Brieven, stukken en advertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur van „ZELANDIA" te Zuiddorpe. Hun waar karakter. Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren. Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave. Buitenlandseh Overzicht. ZELANDIA Prijs per 3 maanden: franco per post 75 cent. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs slechts f2,50 voor Nederland en voor België frs. 6,50. Aan deze uitgave is verbonden een GEIElil STREERR ZOBÏDAGSDEAD tegen den prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden. Aclvertcntfën van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10. Bij driemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden bij vooruitbetaling geplaatst voor -SO eent per advertentie. Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie. Als vijandin der Kerk doet zich de sociaal-democratie kennen door haar woordvoerders en haar streven. Dat heeft zij zonneklaar bewezen bij de jongste Belgische onlusten en dat bewijst zij in Frankrijk waar zij zich schaart on der de vaan die de goddelooze kerkver- volger Combes omhoog houdt. De socialisten, die zoo hoog hun vrij heidslied zingen, die zoo gaarne para deeren als de verdedigers van de vrijheid des volks, scharen zich in de Fransche republiek onder de banier van het ty- rannengeweld. In plaats dat zij de on schuld verdedigen, in plaats dat zij de religieuse zusters, die niets anders doen dan de kinderen des volks onderwijs geven, de verdrukten en behoeftigen verzorgen, die zich geheel opofferen voor de lijdende menschheid, verdédi gen, belasteren zij die Engelen der aar de uit haat tegen de Roomsche Kerk. De socialisten steunen het Fransche Ministerie tegen alle recht en reden in. Zij steunen den kerkvervolger Combes, nu deze geweldenaar 150.000 kinderen van het volk de straat heeft opgejaagd, nu 6000 onderwijzers en onderwijzeres sen uit hun woningen zijn verdreven en broodeloos zijn gemaakt, zij keuren de wraakroepende maatregelen goed en juichen ze toe, moedigen zelfs het mi- nisterie-Combes aan, om nog meer pries ters en kloosterlingen te vervolgen. De ouders der uit hun school gejaag de kinderen houden, verontwaardigd als ze zijn, betoogingen tegen het ty- rannengeweld. Vreedzaam begonnen zij om ten slotte te protesteeren tegen de schending van eigendommen en tegen de geweldpleging der vrijheid van on derwijs zij brengen luide hulde aan de Maar ik kon haar niet vergeten.. De blik, waarmede zij mij had verlaten, brandde op mijn geweten. Dag en nacht zag ik dien voor mij, tot ik, om er aan te ontsnappen, besloot hem op het doek te brengen, in de hoop, dat het mij zoo mocht gelukken hem uit mijne droomen te verbannen. De schilderij, die gij heden avond hebt gezien, is het resultaat. Ik bezit een aan geboren kunstenaarsoog en hand, die, on der andere omstandigheden, mij misschien in de koude, droge atmosfeer van roem zouden hebben verplaatst; de uitvoering van dit werk leverde dus weinig moeie- lijkheden op voor mijne eenigszins ervaren hand. Dag aan dag groeide hare schoon heid onder mijn penseel, en ik verschrikte dikwijls door hare zielskracht en energie, tot ik onder het werken koortsachtig werd en mij nauwelijks kon weerhouden in den nacht op te staan om hier en daar eene penseelstreek te geven aan het gol vende gouden haar of de doordringende, teedere oogen, die steeds tot in het bin nenste van mijn hart zagen met dien blik, die mijn vader voor zijn tijd neerwierp en en mij, ja mij, oud maakte in de eerste jaren van den manlijken leeftijd. Eindelijk was het klaar en zij stond vervolgde zusters. Dat is voorzeker een wettig en loyaal gebruik maken van de vrijheid der gedachten. Wat doen nu de socialisten, de groote schreeuwers om recht? Zij keuren de aanslagen tegen de vrijheid van gods dienst en onderwijs door de Fransche Regeering tegen de religieusen gepleegd, goed, zij manifesteeren tegen de ver drukten, zij houden betoogingen tegen de verongelijkte ouders, die in hun rech ten omtrent de opvoeding hunner kin deren gekrenkt zijn. In hun vergaderingen en in hun dag bladen hebben de socialisten den wensch uitgedrukt, dat de Fransche Regeering de vervolging krachtig zal doorzetten en elke uiting der verdrukten met ge weld moet beletten. Dat was nog niet genoeg. De Fran sche socialisten hebben een manifest af gekondigd waarin zij de Kerk vervolgers aanzetten de betoogingen der Katholie ken niet te dulden en door de macht ter beschikking der Regeering gesteld, de rechten der wetenschap en der rede te wreken Socialistische rechten der wetenschap! Socialistische rechten der rede! Wat zijn dat? Kan men zich grooteren on zin voorstellen Op straat dragen de Parijsche socia listen een roode bloem in het knoops gat, zij beleedigen de religieusen en val len onder het zingen van de Interna tionale, de priesters aan. Zoo eerbiedigen de socialisten de vrij heid van onderwijs en het recht van 't vereenigingsleven. Zij zenden van uit hun vergaderingen hun benden de straat op om de Katholieken te beleedigen en af te ranselen. Nog erger, met revol vers gewapend geneert zich de bende niet op de Katholieke betoogers te vu ren. voor mij, alsof zij leefde met de kleeding en met bijna hetzelfde voorkomen als op dat onvergetelijke oogen blik. Zelfs de ro zen, die ik in de geheime onrust van mijn geweten haar in de hand had gelegd bij ons vertrek uit Troy, als eene soort zicht baar teeken, dat ik haar als mijne bruid beschouwde, en die zij, gedurende hare ontmoeting met mijn vader, steeds had vastgehouden, bloeiden op het doek. Niets, dat de gelijkenis treffender kon maken, was vergeten het visioen mijner droomen stond belichaamd voor mij en ik hoopte op rust. Helaas, dat beeld werd nu mijn droom. Ik zette het in eene lijst achter dat van Evelyn, hetwelk twee jaar lang boven mijn armstoel had gehangen en keerde het gelaat naar den muur, als ik des mor gens opstond. Maar des avonds stond het voor mij, en werd na verloop van tijd het eenige, waaraan ik mij vastklemde en waarover ik peinsde, als de wereld mij te druk werd, en de nooit eindigende we- reldstrijd te luid woedde voor hart en hoofd. Intusschen vernam ik niets van haar, slechts van haar ellendigen vader en broe der; geen enkel teeken, dat zij aan het ongeluk ontkomen en voor armoede bevei ligd was. Indien ik haar bemind had, kon ik haar toch niet geholpen hebben, want ik wist niet, waar haar te vinden. Haar gelaat straalde van mijn wand, maar hare schoo- ne, jonge gestalto had misschien reeds* ee ne schuilplaats gevonden in de duisternis en stilte van het graf. 't Is waar, de Katholieke Parijzenaars hebben zich niet ongestraft door het straatvolk laten aanvallen. Zij hebben ze meermalen het hazenpad doen kie zen, dit neemt echter niet weg, dat de Regeering der Fransche republiek en de socialisten onder één hoed te van gen zijn, waar het op aankomt de Kerk en Hare dienaren en dienarassen te be leedigen. De akelige kluchtspelers, rechtschen- ders en vrijheidmoorders, de verdruk kers van weduwen en weezen, liefde vol door de zusters verpleegd en on derwezen, hebben slechts tot leuze re volutiemaken. De onnoozelen vervolgen met een ongekende haat de religieusen, alsof zij daardoor den Roomsch Katholieken Godsdienst konden uitroeien. Zij trach ten de Katholieke scholen op te heffen en de jeugd hun valsche leerstellin gen op te dringen. De kloosterlingen moeten broodeloos gemaakt worden, zij moeten uit hun ei gendommen en over de grenzen van hun geboortegrond gejaagd worden, want van hen gaat nog uit de ver plichting om de kinderen in eer en deugd op te voeden. De Katholieke ouders, die tegen het tyrannengeweld betoogingen houden, ten einde te protesteeren tegen de verre gaande rechtsschennis, moeten aange vallenen mishandeld worden. Zoo is on der de goddeloozen besloten, en de so cialisten helpen een handje mee. 't Is een droevig maar tevens leerrijk schouwspel, dat Frankrijk ons thans oplevert. God geve, dat de gruwelda den daar gepleegd, de lichtgeloovigen de oogen doen opengaan, opdat zij, die strijd te voeren hebben tegen een god delooze en teugellooze bende, steun ont vangen om den moeilijken strijd te kun- Mijn ziekelijk gepeins had eindelijk het natuurlijke gevolg. Eene sombere droef geestigheid, die zich door niets liet ver drijven, maakte zich van mij meester. Zelfs het bericht, dat mijne nicht, die haar echtgenoot eene maand na haar huwelijk had verloren, naar Amerika was terugge keerd met het plan cr te blijven, deed mij niet uit mijne gevoelloosheid opschrikken. Ik zocht haar waar ik wist dat zij te vinden was en staarde nog eens op hare schoonheid. Die was niets meer voor mij. Een mooi, jeugdig gelaat, met edele ge dachten in eiken blik, drong zich als het zonlicht tusschen ons in en ik verliet de hooghartige gravin met het diep in mij doorgedrongen bewustzijn, dat de liefde, die ik als dood beschouwd had, levend was en hare rechten eischte, maar dat het voorwerp er van onherroepelijk mijne jonge vrouw was. Toen ik daar eens zeker van was, ver dween mijne apathie als de duisternis voor het licht. Voortaan bevatte de toekomst eene hoop, en het leven een doel. Ik wil de mijne vrouw de geheele wereld door zoeken en haar terugbrengen, al vond ik haar ook in de gevangenis tusschen de mannen, wier bestaan een vloek was voor mijn trots. Maar waarheen zou ik mijne schreden richten Welke gouden draad had zij mij achtergelaten, waardoor ik haar in het labyrinth kon opsporen? Ik wist er slechts een, en dat was de liefde, die haar zou weerhouden te ver van mij wegtegaan. De Luttra van vroe ger zou de stad niet verlaten, waar haar nen volhouden. Immers, het kan niet ontkend worden, dat de strijd van ge loof tegen ongeloof, zich met den dag heviger ontwikkelt en dat zij, die niet intijds zich wapenen, de treurige erva ring zullen opdoen, waarvan ons de oudste en meest ontaarde dochter der Kerk een akelig voorbeeld ter aanschou wing geeft. FRANKRIJK. De Godsdienstvervolging. De Katholieken doen alles voor het be houd hunner scholen. In het departement Ardèche hebben Katholieke jonge dames, die de acte van onderwijzeres bezitten, de scholen der zusters heropend en zusters van goedgekeurde congregaties als onder wijzend personeel genomen, 't Schijnt, dat de regeering het niet aandurft ook dit te beletten. De gevallen van zegelverbreking zijn eenvoudig niet meer te tellen, het aantal processen zal legio zijn. De procureur der Republiek van de rechtbank te Castres heeft afgezien van eene vervolging door den staat ingesteld tegen de zusters van Albino die geweigerd hebben de school aldaar te ontruimen, niettegenstaande het uitdrijvingsderecreet. Dat is een precedent van beteekenis, waardoor de regeering reeds eenigszins in 't nauw wordt gebracht. In sommige plaatsen hebben andere per son nen dan eigenaars der schoolgebouwen de zegels verbroken. De vervolging tegen deze ingesteld zijn van minder belang, daarentegen is alle aandacht gevestigd op de vervolgingen, tegen de eigenaars der schoolgebouwen ingesteld. De heer Roche, afgevaardigde, heeft een door vele rechts geleerden onderteekend advies gegeven, om de processen, zoo noodig, door te zet ten tot voor het Hof van cassatie. Er komen nog steeds nieuwe protestbrie ven in van bisschoppen, waaronder die der bisschoppen van Meaux en la Rochel- le de aandacht trekken. echtgenoot woonde. Indien zij niet ver anderd was, moest ik in staat zijn haar ergens in ons groot Babyion te vinden. Het verstand ried mij aan de politie op haar spoor te brengen, maar mijn hoog moed deed mij elk ander middel eerst be proeven. Zoo begon ik met de koortsach tige gejaagdheid van iemand, die door eene vergeefsche hoop wordt gedreven, de stra ten door te wandelen, of ik uit de me nigte voorbijgangers haar gelaat mocht zien te voorschijn komeneene dwaze in beelding, die zonder gevolg bleef Ik zag niet alleen haar niet, maar evenmin ie mand, die op haar geleek. Te midden van de wanhoop, die deze mislukte pogingen mij veroorzaakten, ging eene gedachte mij door den geest, of lie ver eene herinnering. In zekeren nacht, niet lang geleden, was ik nog rusteloozer dan gewoonlijk, ik stond op, kleedde mij aan en ging op de achterplaats van mijn huis een luchtje scheppen. Dat was iets ongewoons voor mij, maar ik zou gestikt zijn, waar ik was en ik moest dus in de frissche lucht. Gij zult reeds begrepen hebben, dat het de nacht was, waarin die naaister, van wie gij zoo dikwijls gespro* ken hebt, verdween, maar daar wist ik niets vanmijne gedachten waren ver van mijn huis en wat daartoe behoorde. Gij kunt oordeelen in welk een gemoeds toestand ik mij bevond, als ik u zeg dat ik op een oogenblik, toen ik stilstond voor de poort, die naar de straat leidt, mij verbeeldde het gelaat, waarmede mijne ge dachten steeds vervuld waren, door de traliën naar mij te zien kijken. Een overste bij het 2e regiment jagers, in garnizoen te Pontivy, is uit zijn bevel ontheven, omdat hij geweigerd heeft een escadron te zenden naar Ploërmel, om de overheid te helpen bij de uitvoering van de decreten betreffende de zusterscholen. De overste zal wegens weigering van ge hoorzaamheid voor den krijgsraad worden gebracht. De minister van oorlog heeft hem inmiddels vestingstraf opgelegd. Ook vele maires, die zich op een of an dere wijze tegen de willekeur der regee ring hebben verzet, zijn ontslagen. In Bretagne wordt de toestand op som mige plaatsen zorgwekkend. Hoewel de leiders der Katholieken alles doen om het volk te bedaren, schijnt een deel der opgewonden en getergde Bretagners heil te willen zoeken in een gewapend verzet. Oog om oog, tand om tand, denken vele Bretonsche boerên en waar de toestand zoo is, kan voor niets worden ingestaan, hoe betreurenswaardig een gewelddadig verzet ook moge zijn. Vooral te Folgoët, Ploudaniel en St. Méén is de toestand gevaarlijk. Te Folgoët willen de Zusters vertrek ken, maar de bevolking staat dit niet toe en heeft hare deuren gebarrikadeerd, zoo dat zij niet kunnen buPen komen. Admiraal de Cuverville is te Folgoët om de protestaties te steunen. Op 10 kilom. in 't rond staan schildwachten uit om het volk op të roepen als er gevaar is. Boeren te paard loopen de streek af om de onwil- ligen over te halen. Te Ploudaniel zijn de barrikaden zoo sterk dat de gendarmes ze onmogelijk zul len kunnen afbreken; boer en edelman hebben er aan gewerkt. Te St.-Méén is de barrikade van omge worpen karren voorzien van pindraad en ijzeren pieken. In deze dorpen voorziet men ernstig verzet. De inspecteurs van bruggen en wegen zijn de barrikaden komen verkennen. Nu heeft men bevonden dat deze niet op staats wegen zijn opgeworpen, doch op wegen van particulieren,die leiden naar descholen. De kwestie is nu: in hoever kan men een particulier beletten barrikaden op te werpen op zijnen eigendom? De Bretagners hebben echter niet onder- Gij hebt mij gezegd, dat ik toen een meisje zag, en wel datgene, dat als naai ster in mijn huis had gewoond dat kan wel zoo zijn, maar toen beschouwde ik het als een visioen van mijne vrouw en de her innering daaraan, zooals het verscheen na mijne herhaalde, vergeefsche pogingen om haar op straat te ontmoeten, bracht eene verandering in mijne plannen. Want beschouw het als zwakheid of niet, het feit, dat de verschijning, die ik gezien had, eerder de kleeding eener vrouw uit den werkenden stand dan die eener dame droeg, werkte op mij als eene waarschu wing niet langer naar haar te zoeken in de verblijfplaatsen der welgekleede dames, maar in het gebied van armoede en zwa ren arbeid. Daarom begon ik de zwerf tochten, die ik niet den moed heb te be schrijven. Ik behoef het ook niet te doen daar men mij, zooals gij zeidet, gevolgd heeft. Het resultaat maakte mij bijna waanzin nig. Ofschoon ik diep in mijn hart een standvastig vertrouwen koesterde op de zuiverheid harer bedoelingen, de vrees, waartoe de verschrikkelijke armoede en wanhoop, die ik eiken dag rondom mij zag, haar mochten gedreven hebben, bran- de als een gheiend ijzer in mijn hoofd en hart. En dan haar vader en broeder Waar toe konden zij haar niet gedwongen heb ben, onschuldig en beminnelijk als zij was! Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 1