De afbraak van een SCHUUR, „Hut Wapen van Zeeland" Gelukkig! H aver, Gevestigd te Hulst Dr. Jules De Vos, Openbare Verkooping. Pensionaat voor meisjes Openbare Verkooping. Nationale Crediet-Bank A. F. NEELEMANS, HULST. Venditiën Veldvruchten. De Hollandsche Scheeps- verband Maatschappij Ai'ts. 4 pets Pandbrieven UDE\ (fl.-Br.) 8 hectaren Slaver, 3 dito Klaver, 25000 K. I ,ucern- en Klaverhooi, Ie snee, O heet. KI aver, 3 dito Paardeboonen, 20 hectaren Slaver, O hectaren Klaver, 4 hectaren Klaver, 4 hectaren Klaver, 2 hectaren Lucern, eene partij Klaver, 8toombootdienst op de W ester-Schelde. gevestigd te AMSTERDAM, stelt een beperkt aantal harer 4'A pandbrieven tegen den koers van 100% verkrijgbaar ten kantore van Ls VAN WAESBERGHE-JANSSENS te Hulst. De Notarissen DUMOLEIJN te Hon- tenisse en STEEGERS te Assenede, zul len ten verzoeke van Mevrouw de wed. H. WAUTERS te Sas van Gent, op Zaterdag Hi Augustus 1002, des namiddags 17» uur, in het open baar verkoopen 7 hectaren weigewassen op kavel 59 en 60 aan den Steen- en Havenweg in den Koninginnen- polder, Biervliet. Steenstraat gevestigd te 's-GRAYENHAGE. Geplaatst maatschappelijk kapitaal f 1.500.000 waarop gestort tien percent. De Directie bericht dat hare in stukken van /TOOO, /"500,/"100 en /"50 verkrijgbaar zijn gesteld te Hulst ten kantore van den Heer Ls. van Waesberghe-Janssens. De Directeur, J. HOOFT GRAAFLAND. J. A. VAN ERPERS ROIJAARDS. van den gegoeden stand, bestuurd door de rel. Ursu/inen, Dit Pensionaat is gunstig gelegen aan de spoorlijn BoxtelWezel. De gezon de luchtstreek en ruime speelplaatsen bevelen deze inrichting ook in het be lang dergezonheid ten zeerste aan. Het onderwijs omvat alle vakken, die tot eene beschaafde en degelijke opvoeding behooren. Er wordt zeer veel werk gemaakt van de nuttige en fraaie hand werken, knippen, enz. Het nieuwe schooljaar begint 15 Sept. Prospectus op aanvraag. De Notaris A. M. VAN RIJSOORT VAN MEURS te Hulst, zal op Donderdag 14 Augustus 1303, des namiddags 1 uur, ten verzoeke van den WelEdelgeboren Heer F. C. O. M. HOMBACH, grondeigenaar te Hulst, in het openbaar verkoopen liggende op de door den Heer H. NIJS- KENS te Terhole, gemeente Honte- nisse, bewoond wordende Hofstede, al waar men zal vergaderen. ARNHEM. De DIRECTIE bericht dat hare 4 7° obligaties, in stukken van /T000, ƒ500 en 100 (opgenomen in de officieele beursnotéeringen te Amsterdum en te Rotterdam) verkrijgbaar zijn aan dag- koers ten kantore van den heer Ls van Waesberghe-Janssens te Hulst, alwaar de coupons betaal baar zijn. N.B. Deze obligaties zijn aan eene zeer geringe uitlotingskans onder worpen. Arnhem, Augustus 1902. 24 St. Elisabethplaats HOTEL CAFÉ RESTAURANT. Ten alle tijde gelegenheid tot dineeren. ISeafstnek a la minute, enz. RUIfflE KAMERS. BILLIJKE PRIJZEN' De Firma J. Th. HENDRIKSE te IJzendijke, zal publiek verkoopen 1" Domlcralag 14 Augustus, 2 uren, te PHILIPPINE, met Notaris STEEGERS te Assenede voor den heer Mr. A. VERCRUIJSSE, senator te Gent op landen in den Vergaertpolder. Vergadering bij Nap. Dumoleijn. 3« Zaterdag tt> Augustus, 2 uren, te BIERVLIET, ten verzoeke van den heer C. J. STURM-de Coster: wassende op landen in den Koningin- nenpolder tegen den steenweg. 3° .Maandag 18 Augustus, 2'/» te IJZENDIJKE, voor den heer Mr. L. PUSSEMIER te Eecloo: in den Passageule- en Jonkvrouwpol- dèrs. Vergadering aan de Balhofstede. 4° Dinsdag 13 Augustus, 2 uren, te BIERVLIET, ten verzoeke van den heer Mr. J. VAN BRUSSEL te Watervliet wassende op zijne landen in den Ko- ninginnenpolder tegen den steenweg. 5» Woensdag 3D Augustus, a. 27» ure, te SCHOONDIJKE, voor den heer A. VERPLANKE: wassende op landen der hofstede Steen- hove. Vergadering in den tol bij A. DE DIE. b. onmiddellijk daarna te WATER- LANDKERJE, voor den heer C. VAN HIJFTE wassende op landen tegen den grint weg in de Ketelaarstraat. Zaterdag 33 Augustus, 2 uren, te IJZENDIJKE, voor Notaris BEKAERT te Watervliet op landen van den heer EMIEL STEE GERS aan de Kromme Kreek. ZEGT HET VOORT. (tramlijn Zuidstatie Rabot,) is te raadplegen voor Vrouwenziek ten (Genees- en heelkundige behandeling) alle Maan-, Woens- en Vrijdagen van 2 tot 4 uren. Mengelwerk. O Naar het Duitsch.) Zij zat aan het open raam op de der de verdieping in een achterhuis van de Lützoedstraat te Berlijn. Een laatste zonnestraal tooverde een gouden streep op de enge, vochtige plaats, een streep licht en warmte, en de kinderen uit de dampige kelderwoning zochten die streep en zaten er als musschen bij el kaar, de ellendige, bleeke gezichtjes naar den blauwen hemel gericht. Zij daarboven aan het venster zag daar niets vanwat gaf die enkele zonnestraal bij den overvloed van licht te Berchtesgade, waar het blauwe meer had gefonkeld als edelsteenen, de rot sen aan den oever hadden geblonken van 't lichste grijs tot het diepste pur per; de weiden met hun groen waren voor het oog een rustpunt geweest en de eeuwige sneeuw op de Watzmann was samengesmolten met het heldere blauw des hemels. Dat was mooi geweest: een genot voor het oog eens kunstenaars, een rij ke buit voor een kunstenaarshand. Maar nog schooner was het in Sep- temberzon, de Septemberzon, die ook in het hart der vijf en dertigjarige de eer ste liefde deed ontgloeien, vurig als bi een kind van 18 jaar. Hij was schilder; toevallig trof zi hem, toen zij de romantische kloof schil derde en zij door de schoonheid der na tuur getroffen, dezelve niet genoeg kon jesch ouwen. Zij beproefde die schoon heid te schilderen; hij ook. En zoo za ten zij dagelijks uren lang stil te wer- cen, 'bij het geklater van het water, dat de menschelijke stem overstemde. Hij was een statige zoon der Scandi navische kusten, het beeld van kracht en zelfbewustzijn. Slechts zoo iemand kon indruk op haar maken, op haar, de trotsche, zelfbewuste, die zich van allen teruggetrokken had in haar zelf genoegzaamheid en onafhankelijkheid. De Zweed met zijn blonden baard en staalblauwe oogen, waaruit zijn ener gie, zijn vast karakter sprak, was de eerste,' die haar begreephij stond hoog hoog boven haar, dat voelde zij en zij juichte in haar hart. En hijp Dagelijks ontmoetten zij el kander; hij vergezelde haar en haar moeder bij het naar huis keeren, bij toonde de levendigste belangstelling in hare schilderstukken, sprak innig en warm met haar over de schoonheid van het landschap. Nooit had zij zulke gesprekken gevoerd als nu met den ge malen schilder, het was als zonneschijn voor haar hart en ook zij, zij gaf zich in al haar natuurlijkheid en warmte. Zoo had zij zich het ideaal van haar leven voorgesteld. En bij het af scheid Hij had haar hand gegrepen en gezegd „aan u heb ik alles te danken; als ik u schrijf, antwoord mij..." Nu was hij aan de schilderachtige Fjorden der Noorsche kustenstadmis schien schreef hij haar, wat zij zoo zeer verlangde. „Chlotilde", riep haar bezorgde moe der, „sluit het venster, je zult verkou den worden, de avondlucht is zoo koel." „Mama," antwoordde de uit hare droomen opgeschrikte kunstenares, „ik ben oud en wijs genoeg, om, voor mij- zelve te zorgenik had wel gaarne dat gij u niet meer met mij bemoei de." De moeder nam haar doek, deed hem om de smalle schouders en blikte tee- der, maar bedroefd naar haar zelfstan dige dochter. Het was waar, op het meisje viel niets aan te merken. Niets op haar ge drag, niets op haar schilderen. Maar de moeder had haar gaarne wat lief devoller gezien, liefdevoller ook voor haar moeder, die het zelfs niet waagde haar liefderijk hart te toonen, uit angst een afwijzenden blik harer dochter te ontmoeten, een blik die haar moeder hart als met een mes doorboorde. Chlotilde sloot mismoedig het ven ster en trad de donkere kamer bin nen. Waarom moest haar moeder haar uit die gelukkige gedachten weer tot de werkelijkheid terugroepen? Ook giste ren, toen zij in de schemering tegen haar moeder over hem sprak, had de moeder gezegd; „maar Chlotilde, ik ge loof niet dat hij het zoo meende als gij denkt, het was enkel uwe kunst, die hem aantrok." Wat dacht haar moeder wel? Zij was toch geen bakvisch, maar een ver standige vrouw; zij zou zich vergissen... onmogelijk. Den anderen morgen kwam eindelijk de lang verwachte brief uit Zweden Bevend van innig geluk opent Chlo tilde het schrijven, maar bleek, bijna bezwijmend liet zij den brief in haren schoot vallen. „Wat is er?" vraagt de doodelijk verschrikte moeder. „Niets mama, een onaangename tij ding; 'tis alweer voorbij". Moede stond zij ophet was of er lood in haar beenen waszij ging naar het atelier, dat een kwartier van haar woning gelegen was. Het schilderen ging vandaag niet. Het was, of een sluier over haar oogen lag. Stil, vol gedachten zat zij den gehee len morgen voor haren schilderezel telkens nam zij weder den ongelukki- gen brief... Mijn God, haar moeder had toch gelijk gehadHaar kunst had hem geboeid, 'niet haar persoon, niet haar liefdevol hart. Hij dankte haar voor alles, wat zij hem geweest was, dat zij den zwaren proeftijd voor hem zoo rijk aan genot had doen zijn, dat zij door haar poëtische gesprekken hem opgeheven had uit zijn neerslachtig heid. Nu had hij zijn doel bereikt, zijn in Berchtesgade gemaakte schetsen had den hem het professoraat der Academie teStokholm bezorgd, en de teerbeminde bruid in zijne armen gevoerd, daar haar ouders haar niet aan een kunste naar, wel aan een professor wilden af staan. „Dank, dank", sloot hij zijn brief, „aan u heb ik alles te danken, zonder u had ik nooit zoo kunnen schil deren". Telkens herlasChlotilde deze woorden. Ja hij kon het leven in vol geluk ge nieten, maar zij... zoo ongelukkig was nog nooit iemand geweest. Was er slechts iemand, die haar beminde, wien zij vol vertrouwen al haar nood, al haar lijden kon klagen, waar zij op steunen kon, dien zij kon beminnen. Maar neen, in alles moest zij op zich zelve steunen; zij was de onfeilbare, waar elk tegenop zag, die door ieder een als*vraagbaak gebruikt werd. Ook voor hem was zij slechts een hulp ge weest, meer niet. Dat zij ook een hart had, dat wilde beminnen, dat ook zij naar zonlicht en leven verlangde, daar aan dacht niemand, ook hij niet; hij dacht slechts aan zijn eigen geluk, en zij als een dwaas kind had zich aan allerlei droomen overgegeven. Waarom, waarom moest zij zoo on gelukkig zijn Als in een droom ging zij naar huis, als in een droom doorleefde zij de eerst volgende dagen. De oude moeder verging van angst en zorg om haar kindzij smeekte God met heete tranen haar toch haar kind niet te ontnemen, en vol geduld omgaf zij haar met allerlei zorgen en eiken dag hoopte zij eenige beterschap te ontdekken. Eens verliet Chlotilde vroeger dan gewoonlijk haar atelier, haar hoofd gloeide en zij was niet in staat iets te verrichten. Met gebogen hoofd liep zij langs het kanaal steeds wrokkend over haar naamloos lijden. Een zachte stem nabij haar riep haar toe „ach lieve juffrouw, help Chlotilde keek op en zag jong meisje dat op de banï een bleek, onder een ahornboom aan den oever van het kanaal zat; zij strekte hulpbehoevend haar armen naar haar uit. „Waarmee kan ik u helpen?,, vroeg zij moedeloos. „O, juffrouw! een stoute jongen heeft mij mijn kruk afgenomen en in 'twater gegooid men kan haar niet eens meer zien, en nu kan ik hier niet weg. Ach breng mij, bid ik u, even naar huis; het is niet ver.,, Chlotilde trad naar haar toe; het meisje nam haren arm. „Hoe heerlijk op een sterken arm te steunendat is anders dan op een stuk hout! De lieve God zond u juist op tijd, want al de andere liepen zoo hard weg als zij konden; maar wilt u even wachten," zeide zij zich bukkend, „ik wil een paar bladen van den ahorn boom als afscheidsgroet medenemen en die aan moeder geven; is er wel iets mooiers dan deze heerlijke bladeren in den herfst, purper en goud?" Chlotilde keek voor zich uit. Mijn moeder geeft onderwijs na mijn vaders dood; zij is nu in schooien dan is het zoo stil en eenzaam in ons ach terkamertje. Geeft Onze lieve Heer nu lekker warm weer of helderen zonne schijn, dan hink ik met mijn werk naar buiten; d&étr zijn menschen ge noeg." „Zijt ge reeds lang lam?" „Sedert mijn twaalfde jaar; mijn broer stiet mij van de trap en toen brak ik het heupbeen". „Hoe vreeselijk, gij moet u wel on gelukkig gevoelen?" „Ongelukkig? En ik heb een moeder hoe kan men dan ongelukkig zijn! Ja, in 't eerst vond ik het vreeselijk en heb bitter geweend als ik de kinderen zoo vroolijk zag spelen en ik zooveel pijn had. Maar men went er wel aan. Moeder zegt altijd: ,,in elk lijden ligt iets goeds, niets' gebeurt van zelf; de lieve God laat alles gebeuren en heeft het goed met je voor. Let er eens op v\at Hij je al gegeven heeft en nog geeft." „Zoo lette ik op en het eerste goed, dat ik van mijn lamheid zag, was dat mijn broeder, die een woeste, driftige jongen was, sedert het ongeluk als om gekeerd is, stil en vlijtig werd, en nu is hij een flink man, een steun voor moeder. U kunt niet denken hoe dank baar ik was, toen ik die goede gevol gen van mijn ongeluk bemerktede redding van iemand dien men lief heeft, is toch wel wat pijn waard. Ik leerde allerlei handwerken, al de kinderen uit de buurt maken bij mij hunne Kerst misgeschenken, en voor poppenkleeren daar ben ik een beroemdheid in," zei- de zij, vroolijk lachend. Chlotilde luisterde met gespannen aan dacht, een wereld van liefde en tevre denheid zag zij voor zich, een wereld die zij van haar trotsche hoogte zich nooit gedroomd had. „Ik kan," vervolgde het lamme meis je, „niet dankbaar genoeg zijn voor het geen ik ontving. Als ik onder mijn ahornboom zit, en ik zie de voorbijgan gers na, dan verwondert het mij altijd zoo weinig vroolijke gezichten te zien. „De een kijkt zoo kwaad, of hij ie dereen op wil eten de ander of hij zich te veel verveelt om te sterven. Daar loopt er een met rood geweende oogen, daarnaast een, die opgeschikt is, met een trotsch, goddeloos gezicht. Die loopt, dat hem het zweet van het voorhoofd drupt, die sluipt zoo langzaam, of hij onmogelijk verder kan. Maar geen en kel kijkt naar den lieven blauwen he mel of de mooie boomen geen enkel heeft tijd er over te denken, dat God voor hem alles zoo mooi gemaakt heeft. Dan heb ik het beter, ik zit als een prinses onder mijn troonhemel, en laat de menschen paradeeren, de vogeltjes komen vertrouwelijk bij mij zitten ik geniet van eiken zonnestraal en reeds meermalen is er iemand bij mij komen zitten, die tevredener is weggegaan. Dat alles ziet u, dank ik aan mijne lamheid." Zij kwamen aan het huis waar het meisje woonde, vermoeid zonk zij op een stoel. „Dit is de laatste keer dit jaar dat ik buiten kom." „Waarom „Mijn kruk is toch weg!" „Je krijgt toch zeker een nieuwe „O die is te duur, wat moeder en ik verdienen en wat mijn broeder ons zendt, is juist voldoende voor ons dage- lijksch brood. Maar let eens op, Onze lieve Heer zal mij voor het mooie voor jaar wel weer een nieuwe kruk geven tot dan kan ik wel wachten." Chlotilde groette het meisje en verliet haastig de kamer. Ongekende gewaarwordingen vervul den haar hart. Zij begon na te denken en zonder het te weten liep zij naar den ahornboom, en zette zich op de bank. Tranen druppelden op haren schoot, de gouden bladeren van den boom vielen om haar neer. Eene kleine jongen tikte haar op den schouder. „Hier is een stuiver uit mijn spaar pot voor een nieuwe kruk voor het lamme meisje." „Dank u, mijn kind, hoe heet de stoute jongen, die de kruk weggegooid heeft „Charel, 't is de zoon van dien rijken houtkoopman daar." Chlotilde stond op, zij had een plan gemaakthet droomleven was als weg gevaagd, de werkelijkheid begon. Zij ging naar den houtkooper en ver telde hem wat zijn zoon gedaan had. Deze, een edel man, was dadelijk be reid de schade te vergoeden en nam voortaan het lamme meisje en haar moe der onder zijn bescherming. Chlotilde keerde huiswaarts bij het openen der kamerdeur zag zij een herfst- zonnestraal op het lieve, bleeke gezicht vallen zij zag hoe lijdend en vol zorg haar moeder haar aanzag, ijlde naar haar toe, omhelsde haar teeder „moe der, lieve, lieve moeder," was alles wat zij zeggen kon. De moeder stortte tranen van vreugde. Van dezen dag af begon voor Chlo tilde een ander leven, een gelukkig le ven door anderen gelukkig te maken. UREN VAN VERTREK GEDURENDE DE MAANDEN AUGUSTUS tot en met SEPTEMBER 190 2. Wesl-Europeesche of Spoortijd. 6,20c)h) 6,401i) Woensdags Dagelijkss Van Vlissingen naar Breskens vm. 5,— 7,30 9,30 vm. 11,50 a) I») nm. 3,30 en 6,20 c) Breskens naar Vlissingen 5,30 8,— 10,— nm. 12,15 a) 3,55 6,50 Van Ter Neuzen n. Borsselen vm. 5,15 7,30e) 10,25 nm. l,55a)g) 4,45 Borsselen n. Vlissingen vin. 5,35 7,50e) 10,45 nm. 2,15a) 5,05 Vlissingen n. Borsselen vm. 6,10*1) 9,10e) f) 11,50a)1») nm. 3,30 Borsselen n. Ter Neuzen vm. 6,30d) ---f) nm. 12,10a) nm. 3,50 Van Ter Neuzen naar Hoedekenskerke vm. 8,10 Van Hoedekenskerke naar Ter Neuzen 8,50 Deze reizen worden des ZONDAGS niet gemaakt. Bij vertraging van trein 11,44 kunnen booten naar Breskens, Borsselen en Ter Neuzen ten hoogste 5 minuten wachten. Bij vertraging van trein 6,12 wacht de boot van 6,20 naar Breskens ten hoog ste 30 minuten en naar Borsselen en Neuzen ten hoogste 15 minuten Des WOENSDAGS vertrekt de boot van 6,10 van Vlissingen naar Borsselen en Neuzen om Deze reizen worden des WOENSDAGS niet gemaakt. Op deze reis wordt te Borsselen niet aangelegd. Bij vertraging van trein 1,25 te Neuzen wacht de boot van 1,55 van Neuzen naar Borsselen en Vlissingen ten hoogste 30 minuten. Des ZONDAQS en op 15 SEPTEMBER en volgende dagen wordt op deze reis te Borsselen niet aangelegd. Omnibus tusschen de aanlegplaats der stoombooten en het spoorwegstation te Ter Neuzen ad 15 cent per persoon en per rit. Tusschen Vlissingen—Breskens, Vlissingen—Borsselen, Vlissingen—Ter Neuzen, BreskensTer Neuzen, BorsselenTer Neuzen en omgekeerd, worden retourkaarten af gegeven, geldig voor vier dagen, als de abonnementskaarten per maand. Snelpersdruk A. Moerdijk, Zuiddorpe. a) P. IFRUYTIER, mil 11. 1») e) D I')

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 4