No. 65.
Woensdag 6 Augustus.
Anno 1902.
FEUILLETON.
W edergevonden.
Brieuen, stukken en aduertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur van „ZELANDIA" te Zuiddorpe.
Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond.
Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren.
Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave.
4 Niet meer warm.
27.)
Buitenlandsch Overzicht.
ZELANDIA
Prijs per 3 maanden t
franco per post 75 cent. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs
Y slechts f2,50 voor Nederland en voor België frs. 6,50.
Aan deze uitgave is verbonden een GEÏLLUSTREERD ZONDAGSBLAD tegen den
»*v
prijs van 45 cënt per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden.
Advertentiën t
van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10.
Bij ^driemaal'plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden
bij vooruitbetaling geplaatst voor 40 cent per advertentie.
Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie.
Het orgaan van mr. P. J. Troelstra
beklaagt zich over de koudheid van den
socialistischen partijgenoot Yan der
Zwaag.
Yan der Zwaag was nl. uitgenoo-
digd, om op een meeting voor algemeen
kiesrecht het woord te voeren.
Maar wat deed Van der Zwaag
Met hand en tand de uitnoodiging
aannemen
Geen kwestie van
De afgevaardigde stuurde zijn partij-
genooten meteen kluitje in 't riet. Hij
was voor 't algemeen kiesrecht niet
warm, zei hij.
Daar heeft het socialistisch hoofdor
gaan van Amsterdam het land over, en
laat zich als volgt uit
»Van der Zwaag is warm genoeg voor
komediespelen, om in een burgerlijk too-
neelgezelschap, in een stuk zonder eeni-
ge propagandistische strekking, een rol
te vervullen.
Maar om zijn talent ten beste te ge
ven, om de arbeiders op te wekken om
deel te nemen aan den strijd dien Van
der Zwaag zelf in de Kamer voert
daarvoor is hij niet warm."
Nu, komediespel is het eenig spel,
dat de socialisten tutti quanti spelen.
Dat Yan der Zwaag komedie speelt
in een burgerlijk gezelschap, hoeft
hem waarlijk door zijn booze maatjes
niet kwalijk te worden genomen, want
in de politiek en in de praktijk spe
len alle socialisten komedie.
Zoodra ze immers op het paardje zijn
getild door het stemvee, dat ze hebben
opgezweept en opgeruid, zijn ze niet
meer warm voor wat des werkmans
is.
Yan der Zwaag's houding levert 't
duidelijk bewijs weer.
Maar wacht eens tot straks de ver-
De glans, die onmiddellijk op haar ge
laat kwam, was een voldoend antwoord,
zonder hare zachte, met nadruk uitgespro
ken woorden
»Ik zou blijde zijn, als ik op mijne knie
ën mocht leeren, wat sommige vrouwen
weten, die ik gezien heb."
Het is niet noodig, dat ik vertel met
hoeveel genoegen ik het denkbeeld aan
greep, nu er eene gelegenheid was in ge
ringe mate den onschatbaren dienst, wel
ken zij mij had bewezen, te vergelden
evenmin, door welke argumenten ik haar
eindelijk overhaalde eene goede opvoeding
van mij aan te nemen, als eene soort van
belooning voor het leven, dat zij had ge
red.
Het voordeel, dat die haar zou geven in
haar strijd met de wereld scheen zij be
hoorlijk op prijs te stellen, maar dat haar
zulk eene groote gunst kon bewezen wor
den, zonder dat het mij veel moeite en on
verantwoordelijke uitgaven kostte, kon ik
haar niet aanstonds doen begrijpen en tot
zoo lang hield zij vol met haar zachten,
onverzettelijken wil.
Eindelijk behaalde ik echter de over
winning, en ik liet haar achter in het
kleine huisje, met de afspraak, dat zij,
zoodra alles geregeld was, op eene zeke
re kostschool te Troy zou komen, waar
kiezingstijd komt
Dan zal Yan der Zwaag niet alleen
niet warm, maar zelfs weer heet zijn,
vreeselijk heet.
Waarom
Omdat hij dan het stemvee weer
noodig heeft.
«Zeker, zoo verzucht Het Volk, Van
der Zwaag is „niet warm" meer.
Niet alleen voor het algemeen kies
recht och neen, voor de heele arbei
dersbeweging niet meer
Natuurlijk, hij heeft immers op 't
oogenblik de arbeiders niet meer noo
dig, want hij zit rustig in zijn hoekje,
dat de arbeiders voor hem hebben ver
overd.
De arbeiders zijn wel verblind, dat
ze het komediespel hunner kopstukken,
waarvan hun dagelijks de doorslaand-
ste bewijzen worden geleverd, niet in
zien.
Maar komaan wie niet hooren wil,
moet voelen.
De Godsdienstvervolging in Frankrijk
brengt heel de wereld in rep en roer.
De „vrijheid, gelijkheid en broeder
schap" wordt daar voor de zooveelste
maal door de „drie-puntjes-broeders" in
praktijk gebracht op hun manier.
Misdaden en schandelijke dingen wor
den in dat schoone land met open oog
geduld.
Maar dat moet zoo, en weewie te
gen de vrijmetselarij durft optreden
want dien wordt met geweld de tong
gesnoerd.
Zoo was in deze dagen van troebelen
door de verdedigers der kloosterlingen
een raak aanplakbiljet in de straten van
Parijs te lezen, van den volgenden in
houd
van ik de directrice kende. Intusschen zou
zij te Melville in dienst gaan en genoeg
geld verdienen om zich van kleederen te
voorzien.
Ik was in die dagen een zorgeloos
mensch maar ik hield mijne belofte aan
dat meisje. Ik deed haar niet alleen voor
drie jaren op die school, maar, door mid
del van de directrice, die een groote voor
liefde voor haar had opgevat, voorzag ik
haar ook van hetgeen zij in hare nieuwe
positie noodig had. Het was zoo gemak
kelijk alleen het teekenen van een wis
sel nu en dan, en het was gedaan.
Ik zeg dit, omdat ik werkelijk denk,
dat, zot) er eenige persoonlijke opoffering
van mij gevraagd was, zelfs maar een uur
van mijn tijd of de moeite er aan te den
ken, ik het niet zou hebben gedaan. Want
met mijne terugkomst in de stad, herleef
de mijne liefde voor mijne nicht, en nam
mij zoo geheel in aanspraak, dat alles, wat
niet tot haar in betrekking stond, weldra
alle bekoorlijkheid voor mij verloor.
Twee jaien gingen voorbij; ik was de
slaaf van Evelyn Blake, maar wij waren
niet geëngageerd. Mijns vaders bepaalde
tegenstand was voldoende om dat te be
letten. Wij bleven elkander echter trouw
en ik hoopte vurig, dat eens de weg naar
het geluk voor mij open zou zijn. Ik ken
de mijn vader evenwel niet. Hoewel hij
ziek was hij leed toen reeds aan de
kwaal, die hom eenige maanden later ten
grave sleepte hield hij het oog op mijne
handelingen en scheen mijn hart op de
proef te stellen. Eindelijk kwam hij tot
ene bepaalde b eslissing en sprak.
«De politie zoekt
«Wat zoekt de politie
«De familie Humbert
«Neen
«Onze goede zusters, zoekt ze."
Is hierin een greintje onwaarheid,
beste lezer?
Volstrekt niet!
In dat land waar de vrijheid" zoo
luide van de daken wordt verkondigd,
wordt ze juist het schandelijkst met
voeten getrapt.
En zijn nu de „drie-puntjes-broeders"
zich consekwent
Wel, wel, het is te gek om er over
te denken. Het geldt hier het kleri
kalisme.
De kloosterzusters doen te veel goed,
en voeden de jeugd te veel op in de
vreeze des Heeren, daarom weg
met de kloosters en met de zusters!
En leve de familie Humbert, die de
wereld ongestraft voor millioenen en
millioenen oplicht.
Liberalen, socialisten en vrijmetsela
ren zijn dan ook allen op de bres, en
dat aanplakbiljet, dat toch door heel de
wereld als de zuivere waarheid moet
worden gehuldigd, werd nu uitgekre
ten als een middel ter opruiing der Pa-
rijsche bevolking.
Zoo gaat het!
Het recht mag van katholieke zijde
niet worden verdedigd. De Katholieken
hebben zich alleen deemoedig neer te
leggen bij het schandelijkst onrecht.
Dat is het hooggeprezen recht der
vrijmetselarij
ZUID-AFRIKA.
De helden aan den maaltijd.
Donderdag is te Londen de jaarlijksche
Zuid-Afrikaansche maaltijd gehouden. Daar
Zijne woorden openden voor mij eene
wereld van smart. Ik was zijn eenig
kind, zooals hij opmerkte, en het was al
tijd de wensch van zijn hart geweest en
was dit nog, mij even rijk en onafhanke
lijk achtertelaten als hij nog was.
Maar ik scheen geneigd eene van die
daden te begaan, waartegen hij het groot
ste vooroordeel koesterde; een huwelijk
tusschen mij en Evelijn was in zijne oogen
eene ongeoorloofde daad. Indien ik daar-
en volhardde, moest hij zijne bezittingen
aan anderen vermaken.
Dit was niet genoeg. Hij beroofde mij
niet alleen van de vrouw, die ik liefhad,
maar drong er, met het oog op de waar
schijnlijke toekomst, vermoed ik, op aan,
dat ik voor zijn dood een fatsoenlijk en
achtenswaardig meisje zou huwen. «Een
meisje, welks voorkomen u eer aandoet en
welks deugd boven verdenking verheven
is," zeide hij. «Ik eisch niet, dat zij rijk
zal zijn, of zelfs afkomstig uit eene onzer
oude families. Laat naar goeden rein zijn,
en in geene familiebetrekking tot ons staan,
en ik zal haar en u stervend nog zege
nen."
Dit denkbeeld had zich bij hem vastge-
worteld, en ik bemerkte spoedig, dat hij
het niet zou opgeven. Op al mijne tegen
werpingen antwoordde hij slechts dit:
«Ik beperk uwe keus niet en laat u
eene maand tijd er voor. Indien gij, na
verloop van dien tijd, uwe bruid niet aan
mijn bed kunt brengen, moet ik uitzien
naar een erfgenaam, die mijn laatsten wil
niet zal dwarsboomen."
Eene maandIk lette op de schoonen
zat aan Lord Kitchener, wien het eere
zwaard werd overhandigd, dat de gemeen
teraad van Kaapstad hem had toegedacht,
maar dat bij zijn vertrek naar Engeland
niet gereed was.
Sir John Dimsdale, Lord Mayor van
Londen, bood hem het wapen aan, en het
was dezen City-magnaat gegeven in zijn
korte toespraak een voorbeeld van Engel-
schen eigendunk te geven, zoo weerzin
wekkend als wij het een of het ander in
lang niet ontmoet hebben.
De British-Briton en de Boer-Briton
(deze nieuwe naam voor de tot Britsche
onderdanen gemaakte Boeren wordt in
jingobladen hoogelijk geprezen), de Brit
sche Brit en de Boerenbrit gelijkelijk (zoo
zeide hij) danken u, na de Voorzienigheid,
den onwaardeerbaren zegen nu één te zijn,
terwijl de schaduw des doods van hen en
hun naastbestaanden geweken is.
En dan Gij staat voor uw landgenooten
als het model van een Engelschman, een
titel zoo trotsch als geen rang of ridderor
de verleenen kan.
Lord Kitchener prées in zijn toespraak
zijn vriend Lord Milner hoogelijk, en
voorts voorspelde hij, dat als de ontwik
keling van Zuid-Afrika flink ter hand
werd genomen en er ging een flinke land
verhuizing heen, niets minder dan een
nieuw Amerika (Vereenigde Staten) in het
zuidelijk halfrond zou ontstaan.
Onder de volgende sprekers waren gene
raal French en generaal Brabant.
Deze laatste had de onbeschaamdheid
hulde te brengen aan de tucht en het zelf
bedwang van de koloniale troepen in den
oorlog, hij die aan het hoofd heeft ge
staan van Brabant's Horse, een bende die
zich onder de woeste ongeregelde troepen
van Engeland onderscheiden heeft door
haar brutaal geweldvernielzucht en
wreedheid.
Aan het heele feestmaal werd geen
woord gewijd aan de nagedachtenis van
Rhodes.
Hawksley klaagt er in de Times bitter
over.
AMERIKA.
Begrafenis van een Rabbijn.
Aan de Daily Telegraph werd uit New-
van onzen stand, die iederen avond zich
verdrongen in de salons mijner vrienden,
en voelde den moed mij ontzinken.
Eene van deze tot vrouw nemen, eene
andere vrouw beminnen? Onmogelijk.
Vrouwen als deze vroegen iets terug voor
de eer, die zij een man bewezen door
hem te huwen. Rijkdom? dien bezaten
zij. Stand? hadden zij ook. Genegen
heid? ach, welke genegenheid koq ik ge
ven? ik keerde mij onwillig van haar af.
Mijne nicht Evelyn kwam niet te hulp.
Zij was eene trotsche vrouw, die mijn
geld en vooruitzichten evenzeer beminde
als mijzelf.
«Indien gij eene andere vrouw moet hu
wen, om uw rijkdom te behouden, doe het
dan," zeide zij, «maar trouw niet met ee
ne van mijne kennissen. Ik wil geene
mededingster hebben in mijn eigen rijk
uwe vrouw moet minder schoon en minder
eerzuchtig zijn dan Evelyn Blake. Maar
onteer uw naam niet, die ook de mijne
is," voegde zij er steeds bij.
Ondertusschen vlogen de dagen voorbij.
Zoo mijn eigen geweten mij het feit had
kunnen doen vergeten, mijn vaders gretig
vragende, maar streng onbuigzame blik,
wanneer ik des avonds bij zijn bed kwam,
zou het mij wel voldoende herinnerd heb
ben. Ik begon mij te gevoelen als iemand,
die in de macht is van eene reusachtige,
verpletterende machine, aan welker lang
zaam neerdalend gewicht hij te vergeefs
beproeft te ontsnappen.
Hoe of wanneer de gedachte aan Luttra
het eerst door mijn geest ging, kan ik niet
zeggen. Eerst deinsde ik terug bij dit
York geseind, dat bij de begrafenis van
den opper-rabbijn Joseph, het volk zeer
rumoerig was.
Een honderdduizendtal joden wilden den
lijkdienst bijwonen, die plaats zou hebben
in de kleine synagoge in de Henry-street.
De New-Yorksche politie wilde het ver
keer in deze straat open houden, en hier
door ontstond eenige verwarring. Vele
menschen werden gewond door de stok
ken der politiebeambten. De lijkbaar kon
bijna nietdoor de menigte heensredragen wor
den. Toen de stoet op de hoogte was van
de drukkerij Hoe in de Grand-street, werd
er uit de drukkerij water gegooid op de
menigte. Honderden Joden stormden daar
op de trappen van het gebouw op. Een
gevecht op de drukkerij ontstond. De po
litie moest binnendringen om de orde te
herstellen. En toen bleek het dat meer
dan 50 menschen gewond waren, sommi
gen zelfs zeer ernstig, en dat van weers
zijden met pistolen geschoten was.
De firma Hoe deelde haar spijt mede
over dit voorval, dat te wijten was aan
hare werklieden.
FRANKRIJK.
Van Martinique.
Uit het offlcieele verslag van de weten
schappelijke commissie, door de Fransche
Regeering naar het eiland Martinique ge
zonden, blijkt, dat de vulkaan Mont Pel-
lée nog altijd werkt. De aanblik der stad
St. Pierre wordt beschreven als zeer af
schuwelijk. Men vindt tusschen de puinen
niets dan fijne asch met steentjes door-
mengd. Het is dus duidelijk dat de stad
door een gloeienden aschregen is vernield.
Een verpestende brand- en lijklucht stijgt
op uit de verwoesting; groote zwermen
groote vliegen duiden aan waar de lijken
liggen. De ontbinding der lijken vordert
snel. Nog smeult het vuur tusschen de
puinen der stad.
G oilsdien st vervol ging,
Hoo langer hoe meer wordt men ver
sterkt in de overtuiging dat het rijk van
Combes zeer kort van duur zal zijn, daar
de protestbeweging zoo toeneemt in om
vang en beteekenis, dat het bijna geen
twijfel lijdt, of bij de eerste samenkomst
denkbeeld, en wierp het met verachting
van mij; maar het kwam steeds terug en
met zooveel argumenten te haren gunste,
dat het niet lang duurde, of ik beschouw
de het als eene uitkomst, 't Is waar, zij
stond alleen en verlaten, maar scheen
daardoor juist de soort van vrouw te zijn,
die ik noodig had. Ik wist, dat zij ver
want was aan schelmen, zoo niet misdadi
gers; maar zij had immers alle betrekking
tot hen afgebroken, had hen verlaten en
wortel geschoten in een nieuwen grond,
dien zij nimmer zouden betreden. Ik be
gon het denkbeeld lief te krijgen. Met
mijne eenzame, dankbare, bescheidene pro-
tégée tot vrouw, zou ik zoo weinig ge
bonden zijn als het maar mogelijk was.
Zij zou niets eischen en ik behoefde niets
te geven behalve een tehuis en de gewone
oplettendheden, die van een heer en een
vriend verwacht worden. Verder was zij
niet onaangenaam, evenmin, was hare
schoonheid van een stijl, die mij kon herin
neren aan de bekoorlijkheden van haar,
die ik verloren had. De gewoonten van
eene trotsche, patricische dame, wier min
ste gebaar een bevel was, zou dit arme
meisje niet bezitten, om mij te bespotten
en dwang op te leggen. Neen, ik zou eene
mooie en gehoorzame vrouw hebben maar
geene alledaagsche schaduw van Evelyn,
Goddank, of van eene harer naar de mode
gekleede vriendinnen.
Wordt vervolgd.