BIJVOEGSEL Zaterdag 2 Augustus. Geen rechtsgevoel, maar sentiment. Landbouw. Gemengd Nieuws. VAN ZELANDIA VAN Het Centr. geeft de volgende driestar onder bovenstaanden titel Karakteristiek is zeker de volgende passage, waarmeê de Buitenlandsche Kroniek in het Handelsblad aanving Bij al het misbaar, dat de Fransche clericalen eri nationalisten maken ovgr gelijk zij zich uitdrukken het ge weld, dat aan de weerlooze zusters wordt gepleegd, is het misschien niet ondien stig nog eens duidelijk aan te wijzen tegen wie de maatregelen der Regeering zijn gericht. Zij gelden geenszins de pe- tites Soeurs, de terecht beminde zusters van liefdadigheid, die in stillen eenvoud haarsweegs gaande lafenis brengen waar geleden wordt; zij gelden alleenlijk de zusters, die al of niet gediplomeerd zich onledig houden met het geven van onderwijs. De tyrannieke maatregelen van mi nister Combes, welke ook door eerlijke liberalen als onrechtvaardig en onwet tig zijn veroordeeld, worden verder door den kroniekschrijver van het Handels blad heel mooi vergoelijkt, en dan be sluit hij Men ziet uit deze voorschriften, dat van ruw geweld geen sprake kan zijn alleen de betrokken personen moeten zich onderwerpen aan de wet op straffe van verwijdering. Deze ongezouten ruwheden staan wer kelijk in het orgaan van den heer Bois- sevain, die ol zoo fijngevoelig is van natuur en ozoo strijdlustig, om met pralend misbaar in het krijt te treden voor lïot miskende recht, de verdrukte onschuld, de vertreden zwakheid, waar ter wereld er ooit sprake van mocht zijn. "Toen Dreyfus naar het Duivelseiland was verbannen een officier, die toch minstens onder sterke verdenking van landverraad stond kwam er zelfs geen einde aan de Cassandra-liederen, welke de "Van dag tot dag-schrijver het schuldige Frankrijk toeslingerde. Doch nu zijn het maar 20,000 kloosterlingen, die uit hun vaderland worden opgejaagd. Niet eens liefdezusters, doch „alleen lijk" zusters, die zich geheel belange loos „onledig houden met het geven van onderwijs." Nu zijn het maar weerlooze vrouwen, die alles wat haar van huis uit dier baar was en toelachte hebben vaarwel gezegd om zich te wijden aan de chris telijke opvoeding der jeugd, meestal van het kind der armen. Vrouwen, die niets meer van de we reld verlangen, dan met rust te worden gelaten binnen de muren van haar kloos ter en hare school. Wat zegt het Handelsblad ervan, nu deze heldinnen van godsdienstzin en naastenliefde aan haar edelen werk kring onttrokken, op straat gezet en uit haar land opgejaagd worden p Geen woord van protest of ook maar afkeuring. Des te meer woorden van vergoelij king: „men ziet uit deze voorschriften, dat van ruw geweld geen sprake kan zijn 't Is immers heel eenvoudig: „de betrokken personen moeten zich onder werpen aan de wet, op straffe van ver wijdering." Anders niet Men ziet om met een kleine vari atie te spreken uit deze regelen, dat bij het Handelsblad van ruw geweld geen sprake kan zijn, als het maar ge richt is tegen katholieke kloosterzusters. Men ziet echter ook duidelijk, dat al dat luidruchtig vertoon, om als verde diger van recht en onschuld te posee ren, daar volstrekt niet uit echten recht vaardigheidszin voorkomt, maar alleen drijft op wispelturig sentimeut. En lang niet altoos op waar senti ment. Verplichte Hengstenkcuring De verplichte hengstenkeuringen zullen dit jaar gehouden worden Maandag 1 September te Middelburg. Dinsdag 2 Oostburg. Woensdag 3 Kattendijke. Donderdag 4 Zierikzee. Vrijdag 5 St.-Maartens dijk. Zaterdag 6 Hulst. Te Middelburg wordt de keuring gehou den te één uur na den middag; in de an dere gemeenten begint zij te acht voor den middag. Verslag van de Wintercursussen in Landbouwkunde in Zeeland. De versla gen van de verschillende cursussen in landbouwkunde, die in den afgeloopen winter in Zeeland zijn gehouden, getui gen alle van den ijver der leerlingen, die de cursussen tot het einde bijwoonden. Ook op hun gedrag viel eenige zeld zame uitzonderingen daargelaten niets aan te merken. Het onderwijs werd geregeld gegeven volgens het daarvan opgemaakte leerplan, dat ook in alle cursussen behoorlijk werd afgewerkt. De openbare lessen aan het einde van het eerste jaar, de examens aan het einde van het tweede werden op twee na alle bijgewoond door den Rijkslondbou wieeraar in Zeeland, door de leden van de commis sie van Toezicht op iederen cursus, boven dien werden een tiental daarvan ook be^ zocht door den algemeenen Voorzitter der Maatschappij. Van de cursussen kan in het algemeen getuigd worden, dat zij vooral ook door den grooten ijver en de toewijding van de onderwijzers, die daaraan werkzaam zijn, op eene wijze, die reden tot tevredenheid geeft, voorzien in een groote behoefte, waarvan helaas nog altijd getuigd moet worden, dat zij door den landbouwer niet algemeen genoeg gevoeld wordt. De namen van gediplomeerde leerlingen zijn C 1 i n g e E. F. van Bleyenbergh, J. J. van Bley- enbergh, P. H. de Puysseleir, D. Smet, H. Smet, J. F. Smet, L. Smet, H. Vercau- teren, C. Weemaes, Cam. J. Weemaes, Oostburg. J. de Bruyne te Sluis, C. C. Cammaert te Schoondijke, L. A. Cysouw te Groede, L. van Dijke te Groede, J. de Hullu Abrz. te Zuidzande, J. de Hulster Anthz. te Schoondijke, J. Lako te St. Kruis, A. H. de Milliano te Waterlandkerkje, E. H. L. de Milliano te Waterlandkerkje, P. van Prooye te Waterlandkerkje, Adr. Salomé te Groede, Iz. Schijve Jz. te Zuidzande; I. J. Steenhart Pz. te Oostburg, J.B. Sturm te Waterlandkerkje. Sas van Gent. C. Amelunxen (onderw.), II. de Caluwé (onderw.), A. Genbrugge, H. Govaert. Westdorpe. Emeric Daelman, Leous Geilleit, Edm. Kesbeke, Emile Spuessens, Prudent Spues- sens, Petrus Vervaet. Varkensfokkerij. Nu de prijs der biggen op vele plaatsen in ons vaderland en ook in België zoo hoog is en niet evenredig met die der vette varkens, zoo leggen zich meer land bouwers dan vroeger op de varkensfokke rij toe, daar dit hen voordeeliger toeschijnt dan het mesten. Nu als men wat „gelukkig" is, kan men in enkele weken een mooi stuivertje er mee verdienen. Zoo keu ik een land bouwer, wiens zeug 16 biggen ter wereld had gebracht. Deze groeiden, dank de nauwlettende zorgen van den landbouwer en diens echtgenoote voorspoedig op en toen zij acht weken oud waren, werden zij verkocht tegen fr. 25 per stuk. Dit gaf de aardige som van 400 francs. Voor die som willen velen zich wel moeite getroosten. Toch eischt het fokken van varkens meer zorg dan men oppervlakkig zou den ken want dit is zeker, dat één der hoofd oorzaken van het «ongelukkig zijn" in de varkensfokkerij gelegen is in het gebrek aan kennis, hoe de biggen in de eerste weken van haar leven en de zeug vóór het werpen moet behandeld worden. Het varken maakt, zooals bekend is, een afgod van zijn buik; het is een onverza- delijke kostganger en verslindt als echte omnevoor, zoowel plantaardig als dierlijk voedsel. Gulzig als het is, schijnt het zich den tijd niet te gunnen zijn voedsel te proeven. Toch is het duidelijk, dat een varken, dat binnen kort moeder hoopt te worden bij voorkeur met die spijzen moet gevoe derd worden, die haar in staat zullen stellen haar talrijk kroost genoegzaam van de onontbeerlijke moedermelk te voorzien. In veel gevallen zorgt men er niet voor, dat de zeug een weinig voor het biggen- werpen hetzelfde voedsel ontvangt, waar mee zij na het biggen zal gevoederd wor den. De overgang van een vooraf aan afwis seling rijk voeder heeft dikwijls zeer plot seling plaats en onderj zulke omstandig heden zal de zeug niet goed gedijen en bovendien nog een overvloed van melk voor haar talrijk kroost kunnen opleveren. Ook moet gezorgd worden dat de zeug rustig is, zoodat zij op haar gemak hare kleintjes van de noodige spijs kan voor zien. De ongerustheid is öf een kentee- ken van een ongezonden toestand öf een verlangen naar verandering van voedsel. Velen zeggen: «O, de vaikens lusten alles". Maar denkt niet, dat zij onder scheid weten te maken tusschen de ver schillende spijzen, die men haar voorzet. Zij hebben, evenals de mensch, het eene liever dan het andere en vooral de zeug is kieskeurig op haar voedsel en heeft voor de melkbereiding vaak andere spijzen noo- dig dan die wij haar voorzetten. Nog een enkel woord over de biggen. Onder een biggentroep komen er vaak één of twee voor, die er armzalig uitzien en slechts een schaduw zijn van hare ge lukkiger broertjes en zusjes. In de mees te gevallen heeft de toestand zijn oorzaak in de nalatigheid, waarmede deze klein tjes behandeld worden Laat men ze aan haar lot over, dan zullen zij «in den strijd om het bestaan" spoedig bezwijken. Velen, die varkens fokken, hebben de ondervinding opgedaan, dat soms na een drietal weken een of ander big iets van de frissche kleur verliest en in gewicht achteruitgaat. De uitwerpselen worden eerst hard, daarna wit en karig en spoe dig ziet men het diertje een nat plaatsje opzoeken om daar, als er geen spoedige hulp opdaagt, te sterven. Geheel voorko men kunnen zulke gevallen wel ternau wernood niet; maar bij zorgvuldige en op merkzame behandeling komen zij zeldza mer en minder hevig voor In de meeste gevallen ligt het aan het voedsel van de zeug of aan gebrek van be- weging. Kon zij zich vrij bewegen, dan zou zij het voedsel opgezocht hebben, waar- aan zij gebrek had. Als middel wordt ook opgegeven het om de twee of drie da gen werpen van eenige tuin- of graszoden in het varkenshok. Verbetering van weilanden. De verbetering van weilanden is een arbeid, die steeds de moeite rijkelijk loont en van groote beteekenis is voor het ge- hcele landbouwbedrijf. Voor een bloeien- den veestapel zijn goede weiden onont beerlijk. Ze leveren het geurigste hooi, dat in den winter te verkiezen is boven alle andere droge kost, en geven als wei de en gezond en goedkoop voedsel tot laat in den herfst. Evenals men zegt, dat men de moeder kent aan 't kind, evenzoo kan men de weide kennen aan 't vee, maar niet alleen op 't uiterlijk van het vee, ook op de melk, boter en kaas is de toestand van de wei de, de grassen en kruiden, die er op groei en, van grooten invloed. De verstandige landbouwer zal daar rekening mee hou den en met veel zorg elk jaar trachten te verbeteren. Deze verbetering kan op verschillende wijzen in verband met be hoeften en omstandigheden uitgevoerd wor den. In de eerste plaats moet de zode zorgvuldig onderzocht worden en vastge steld, uit welke grassen en kruiden zij be staat. Bestaat zij voor het kleinste deel uit zoete grassen en voedzame kruiden en voor het grootere deel uit minderwaar dige planten en onkruiden, dan is de wei de verontkruid en heeft ze een ingrijpen de schoonmaak noodig. Een afdoend mid del zou zijn de weide om te ploegen en opnieuw te bezaaien, maar er verloopen eenige jaren, eer zich eene nieuwe, vaste zode heeft gevormd en het land als weide weer biuikbaar is. De onkruiden moeten eehter verwijderd worden en nieuwere betere voederplanten opgebracht worden. Om de opbrengst nu niet voor eenige jaren te moeten ontberen, doet men het werk bij gedeelten. Men trekt met den ploeg over de ergst verontkruide plaatsen eenige ondiepe voren, een hal ven meter van el kander-. Men laat de opgelichte zode ee- nigen tijd zoo liggen en legt die later om gekeerd, dus met de wortels naar boven in de voren. Nu hakt men alles klein, zaait goede grassen en kruiden erop en daarna wordt de weide flink gevuld. De voren zien er spoedig goed uit. Niet alleen goede grassen, maar ook klaver en wik ken gedijen erop, verhoogen de opbrengst en verbeteren hooi en voeder. Zulk eene weide is tevens zeer goed als veeweide te gebruiken. Waneeer men zoo een paar jaar voortgaat, dan wordt de geheele wei de vernieuwd en de opbrengst verdubbeld. Het werk vereischt echter groote opmerk zaamheid en nauwkeurigheid en tamelijk veel tijd, waarom vele landbouwers eene andere wijze van verbetering beproeven, die evenzeer aan te bevelen is. Slot volgt. Noodweer in Duitschland. In de buurt van Keulen is Zaterdagnamiddag tijdens een zwaar onweer een wervelstorm iosge- üomen, die in een wijden omtrek onbe schrijflijke verwoesting heeft aangericht. Afgeknapte en ontwortelde boomen, inge storte gevels, omgerukte schuren, wegge waaide daken, vernielde oogstvelden en' tuinen wijzen den weg aan dien de draai- storm genomen heeft. In de buurt van Keu len hebben vele plaatsen bizonder zwaar geleden. In sommige plaatsen waren van bijna alle huizen aan den westkant de rui ten en daken vernield door hagelsteenen die met de kracht van groote kiezelsteenen neerkletterden. De te velde staande vruch ten van haver, tarwe en rogge zijn plat geslagen, de aren zijn door den hagel ge- dorscht, kool- en beetwortelvelden in een modderpoel veranderd. Te Glessen was het dak van de kerk zoo erg beschadigd dat er Zondag geen dienst kon gehouden wor den. Langs de hierwegen zag men tal van omgewaaide telegraafpalen en vruchtboo- men. De schade aan het gewas is niet te schatten. Alle boeren zijn bang dat zij geen voer zullen hebben voor hun vee. De storm moet, toen hij de spoorlijn van Keulen naar Krefeld overtrok, met groot geweld boven de gehuchten Gross- en Klein-La- chem en het dorp Merkenich aan den Rijn huisgehouden hebben. De hoeven en de woonhuizen zien er uit, alsof zij langen tijd aan kanonvuur zijn blootgesteld ge weest. Er werden daar ook veel menschen ge wond door dakpannen of hagelsteenen. Menschen die het noodweer zagen aanko men en wilden vluchten, zijn een eind weegs door de lucht gevoerd. Ook te Londen heeft Zaterdagavond en Zondagochtend een hevige storm gewoed. De straatversiering, die voor de kroning was aangebracht, is op vele plaatsen ver nield. O. a. woei de tribune op de Strand om. Een aantal voorbijgangers werden door neerploffend hout gekwetst. Een cab sloeg met paard en al om, de koetsier sprong intijds van den bok zon der zich te bezeeren. De dames werden gewoon door de wind opgetild en een eindje verder weer neer gelegd. Uit Brest komt de tijding, dat een he vige storm uit het zuid-westen de kusten in den omtrek van kaap Finisterre heeft gebeukt. De wind huilde en floot over de rotsen en zweepte de zee hoog tegen de kust. Verschillende handelsschepen en vis- schers-vaartuigen konden zich in de baaien en kleine golven aan de kust in veilig heid brengen. De prefect van zeewezen heeft bevel gegeven aan den seinpost van Parc-au-Duc om den stormbal te hijschen om de schepelingen te waarschuwen. Men vreest dat er veel ongelukken zijn gebeurd. Ook op de kusten van la Manche heeft de storm gespookt. Een visschersschuit werd op de kust geworpen, en de eenige per soon, die het vaartuig bestuurde, werd door de douanen gered. Een visscher stond te visschen op de kaai muur en werd opgetild en in zee gewor pen. Den volgenden morgen werd bij ebbe zijn lijk gevonden. In België is het ook erg geweest. Daar woedde in het zuidwestelijk gedeelte een onweer, dat vooral het Maasdal geteisterd heeft. Om Namen zijn talrijke gemeenten over stroomd. In sommige plaatsen hebben zwa re hagelsteenen den oogst vernield. Op het kanaal Luik-Maastricht is de scheepvaart belemmerd, door de op den oever omgevallen boomen. Vertrouwbare weerprofeten. Bij het grillige weer, dat wij dezen zomer hebben, gevoelen we eerst welk een groote behoef te er bestaat aan betrouwbare weerprofe ten. Nu Falb verklaard heeft, dat zijne voorspellingen steeds juist zijn, maar dat het weer sfeeds in de war is, zijn we zeer dankbaar wanneer we op evenzeer ver trouwbare weerprofeten opmerkzaam wor den gemaakt, ook al behooren deze niet tot het menschelijk geslacht. In de „Daily Mail" vinden we het vol gende: Weerprofeten uit de plantenwereld zijn in de eerste plaats de bladeren van de wilde kastanje, die, wanneer er goed weer op til is, ook bij bewolkte lucht, de vijf vingers harer bladeren evenals de vijf vin gers eener hand naar alle richtingen uit spreiden, wanneer het echter gaat regenen trekt zij hare vingers samen, zooals een hand waarmee men een snuifje neemt. De scharlakenroode pimpernel is nog ver trouwbaarder. Zij verwacht den dag, waar op het zal regenen, ook bij heldere lucht, met vastgesloten bloemen en voorspelt den regen vijf, tien, ja zelfs vier-en-twintig uren van te voren. De paardebloem, wier witte wollige bol letjes tegenwoordig iedere weide versieren behoudt slechts zoolang haren zuiveren on- gerepten kogelronden vorm als er mooi weer in 't vooruitzicht is, wanneer 't gaat rege nen trekt zij het fijne draadbosje samen en vormt een miniatuur bezem. Alle kla versoorten vouwen hare trifolio dicht en buigen haren stengel wanneer er regen komt. Kikkers zijn bij aanhoudend mooi weer geel, en bruin als 't gaat regenen. Spinnen werken alleen hare webben wan neer er hoop is op langdurigen zonneschijn; wanneer zij in den vroegen morgen dra den spinnen, kan men gerust voor een pic nic een licht zommertoiletje aantrekken. Wanneer de uil bij regen krast, wordt het bepaald mooi weer, terwijl wanneer de pauw bij mooi weer roept, het zeker gaat regenen. Wanneer de slakken gaan trekken is er regen in aantocht en als de zwaluwen laag langs den grond scheren is dit een bewijs dai de kleine insecten, die allereerst den invloed der warmte on dervinden, zich in de nabijheid der aarde ophouden. Onfeilbaar in hare voorspellin gen, doch slechts voor de kustbewoners van nut, zijn de meeuwen, die bij regen brengenden westewind zich aan de kust verzamelen en een verschrikkelijk ge schreeuw aanheffen. De held van hotel MaywaldDezelf de berichtgever die uit Kleef het bericht over de „kloeke daad van een jeudig rech terlijk ambtenaar uit Nederland" aan de N. Rott. Crt. zond, schrijft nader. Ik haast mij gelukkig nog tijdig ge noeg om de plaatsing van mijn bericht uit Kleef te voorkomen u mede te deelen, dat de geschiedenis van een adderbeet „een mystifiatie was van den rechtsgeleerde en zijn familie, gelijk na diens vertrek ge bleken is." Het geheele hotel, en ook ik, zijn daarvan dupe geworden. Het enthou siasme, vooral bij de dames gewekt door het verhaal, dat opgedischt werd, heeft den mystificateur verlegen gemaakt en zijn biezen doen pakken. Diamantendiefstal. In de diamant slijperij van de firma Bottenheim, Lijnbaan gracht 33 te Amsterdam, is door tot nu on bekende daders diefstal met braak gepleegd. Er werden gestolen drie diamant slijpers schijven, 13 zoogenaamde „doppen" waarop een aantal bijna afgeslepen roosjes, circa 60 K G. diamantslijperslood en eenige klei nigheden. De politie is met het gebeurde in ken nis gesteld. Een lijk gevonden. Te Halfweg is nabij het station het geheel verminkte lijk van een onbekende gevonden, vermoedelijk van een persoon die door den laatsten trein is overreden. Op 't eindexamen H. B. S. in Roermond. Men weet dat de bewoners van het voormalig Hertogdom er een bij zondere eigenaardige uitspraak op na hou den. Zoo o. a. spreken zij vrij algemeen de g voor een j uit. Aldus ook een der examinatoren. Voor de natuurkunde werd de vraag gesteld aan een candidaat uit andere pro vincie: «Wat zijn permanente gassens?" Althans de examinator bedoelde grassen maar zei Jassen. Onze candidaat had nooit van permanen te jassen gehoordom echter het antwoord niet schuldig te blijven, zei hij: «dat zul len wel regenjassen zijn." De examinator boos; de candidaat mag bij een volgende gelegenheid nog eens te rugkomen. Die permanente jassen ook! De «Telegraaf" zegt, dat het feit his torisch is. Rookende Jongetjes. Onder dit opschrift deelt de heer J. A. Tours het volgende in het »Hbl." mede: «Gisteren werd door mij te Huizen een 4jarig ventje gezien, dat een sigaar rookte, volgens verklaring van de moeder gekocht voor een snoepcent. Een gesprek met de moeder en an dere dorpelingen gevoerd, bracht aan het licht, dat dit rookende kind daar geen uitzondering is. Vaders geven hun jongetje van vijf jarigen en jongeren leeftijd sigaren hij wijze van versnapering op de wande ling; sommige kindertjes hebben een koker om de sigaren te bewaren. Ja, met allen ernst werd van meer dan één zijde verzekerd, dat kinderen van 2 a 3 jaar een met tabak gestopte pijp in den mond wordt gegeven. Men zou deze verzekering als een onwaarheid willen beschouwen, als ze niet zoo pertinent werd gegeven. Mocht het bovengenoemde kwaad op meer plaatsen gepleegd en aldus de jeugd lichamelijk bedorven worden, als burgemeester, predikant en pastoor, dokter en schoolhoofd en alle goedge- zinden met woord en daad samenwer ken tot ernstig tegengaan, zou dat niet in het belang der opgroeiende jeugd zijn?" Galgenhumor. „Hebt gij vóór uw terechtstelling nog een wensch"? Terdoodveroordeelde; „Ja gaarne zou ik mij door een waarzegster nog eens de toe komst laten voorspellen". Misverstand. Examinator: „Hoe bere kent men de grootte van een cylinder?" Candidaat in de wiskunde: „Naar de grootte van het hoofd". De hond in den pot. Een club werklieden te Leeuwarden, die een geheel jaar gespaard hadden en over eengekomen waren den «pot" Zondag te gebruiken voor een pleizierreisje naar Groningen, kwam Zaterdag tot de treurige ontdekking, dat de man, aan wieij ze hun spaarpot hadden toe vertrouwd, met de Noorderzon vertrok ken was. Elk lid der club bracht per week 10 cent in, dit werd over het geheele jaar dus f 5.20 een veertigtal perso nen spaarden het bedrag der geoffer de penningen zal dus een goede f 200 zijn geweest. Alles werd in handen gesteld van zekeren Jan T.een schoen maker, die ook Donderdags en Vrijdags diensten verricht op de Veemarkt. Hij moet Vrijdagnacht met vrouw cn doch ter heimelijk zijn woning hebben ver laten, na vooraf zijn huisraad te hebben ingepakt. Een indische Minnebrief. Toe vallig kwam aan- fie redactie van het Haagsche «Dagblad" een minnebrief in handen, vermoedelijk van een klerk

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 5