BIJVOEGSEL
Zaterdag 2 Augustus.
Geen rechtsgevoel, maar
sentiment.
Landbouw.
Gemengd Nieuws.
VAN
ZELANDIA
VAN
Het Centr. geeft de volgende driestar
onder bovenstaanden titel
Karakteristiek is zeker de volgende
passage, waarmeê de Buitenlandsche
Kroniek in het Handelsblad aanving
Bij al het misbaar, dat de Fransche
clericalen eri nationalisten maken ovgr
gelijk zij zich uitdrukken het ge
weld, dat aan de weerlooze zusters wordt
gepleegd, is het misschien niet ondien
stig nog eens duidelijk aan te wijzen
tegen wie de maatregelen der Regeering
zijn gericht. Zij gelden geenszins de pe-
tites Soeurs, de terecht beminde zusters
van liefdadigheid, die in stillen eenvoud
haarsweegs gaande lafenis brengen waar
geleden wordt; zij gelden alleenlijk de
zusters, die al of niet gediplomeerd
zich onledig houden met het geven van
onderwijs.
De tyrannieke maatregelen van mi
nister Combes, welke ook door eerlijke
liberalen als onrechtvaardig en onwet
tig zijn veroordeeld, worden verder door
den kroniekschrijver van het Handels
blad heel mooi vergoelijkt, en dan be
sluit hij
Men ziet uit deze voorschriften, dat
van ruw geweld geen sprake kan zijn
alleen de betrokken personen moeten
zich onderwerpen aan de wet op straffe
van verwijdering.
Deze ongezouten ruwheden staan wer
kelijk in het orgaan van den heer Bois-
sevain, die ol zoo fijngevoelig is van
natuur en ozoo strijdlustig, om met
pralend misbaar in het krijt te treden
voor lïot miskende recht, de verdrukte
onschuld, de vertreden zwakheid, waar
ter wereld er ooit sprake van mocht zijn.
"Toen Dreyfus naar het Duivelseiland
was verbannen een officier, die toch
minstens onder sterke verdenking van
landverraad stond kwam er zelfs
geen einde aan de Cassandra-liederen,
welke de "Van dag tot dag-schrijver het
schuldige Frankrijk toeslingerde.
Doch nu zijn het maar 20,000
kloosterlingen, die uit hun vaderland
worden opgejaagd.
Niet eens liefdezusters, doch „alleen
lijk" zusters, die zich geheel belange
loos „onledig houden met het geven
van onderwijs."
Nu zijn het maar weerlooze vrouwen,
die alles wat haar van huis uit dier
baar was en toelachte hebben vaarwel
gezegd om zich te wijden aan de chris
telijke opvoeding der jeugd, meestal van
het kind der armen.
Vrouwen, die niets meer van de we
reld verlangen, dan met rust te worden
gelaten binnen de muren van haar kloos
ter en hare school.
Wat zegt het Handelsblad ervan,
nu deze heldinnen van godsdienstzin
en naastenliefde aan haar edelen werk
kring onttrokken, op straat gezet en
uit haar land opgejaagd worden p
Geen woord van protest of ook maar
afkeuring.
Des te meer woorden van vergoelij
king: „men ziet uit deze voorschriften,
dat van ruw geweld geen sprake kan
zijn
't Is immers heel eenvoudig: „de
betrokken personen moeten zich onder
werpen aan de wet, op straffe van ver
wijdering."
Anders niet
Men ziet om met een kleine vari
atie te spreken uit deze regelen, dat
bij het Handelsblad van ruw geweld
geen sprake kan zijn, als het maar ge
richt is tegen katholieke kloosterzusters.
Men ziet echter ook duidelijk, dat al
dat luidruchtig vertoon, om als verde
diger van recht en onschuld te posee
ren, daar volstrekt niet uit echten recht
vaardigheidszin voorkomt, maar alleen
drijft op wispelturig sentimeut.
En lang niet altoos op waar senti
ment.
Verplichte Hengstenkcuring
De verplichte hengstenkeuringen zullen
dit jaar gehouden worden
Maandag 1 September te Middelburg.
Dinsdag 2 Oostburg.
Woensdag 3 Kattendijke.
Donderdag 4 Zierikzee.
Vrijdag 5 St.-Maartens
dijk.
Zaterdag 6 Hulst.
Te Middelburg wordt de keuring gehou
den te één uur na den middag; in de an
dere gemeenten begint zij te acht voor den
middag.
Verslag van de Wintercursussen in
Landbouwkunde in Zeeland. De versla
gen van de verschillende cursussen in
landbouwkunde, die in den afgeloopen
winter in Zeeland zijn gehouden, getui
gen alle van den ijver der leerlingen, die
de cursussen tot het einde bijwoonden.
Ook op hun gedrag viel eenige zeld
zame uitzonderingen daargelaten niets
aan te merken.
Het onderwijs werd geregeld gegeven
volgens het daarvan opgemaakte leerplan,
dat ook in alle cursussen behoorlijk werd
afgewerkt.
De openbare lessen aan het einde van
het eerste jaar, de examens aan het einde
van het tweede werden op twee na alle
bijgewoond door den Rijkslondbou wieeraar
in Zeeland, door de leden van de commis
sie van Toezicht op iederen cursus, boven
dien werden een tiental daarvan ook be^
zocht door den algemeenen Voorzitter der
Maatschappij.
Van de cursussen kan in het algemeen
getuigd worden, dat zij vooral ook door
den grooten ijver en de toewijding van de
onderwijzers, die daaraan werkzaam zijn,
op eene wijze, die reden tot tevredenheid
geeft, voorzien in een groote behoefte,
waarvan helaas nog altijd getuigd moet
worden, dat zij door den landbouwer niet
algemeen genoeg gevoeld wordt.
De namen van gediplomeerde leerlingen
zijn
C 1 i n g e
E. F. van Bleyenbergh, J. J. van Bley-
enbergh, P. H. de Puysseleir, D. Smet,
H. Smet, J. F. Smet, L. Smet, H. Vercau-
teren, C. Weemaes, Cam. J. Weemaes,
Oostburg.
J. de Bruyne te Sluis, C. C. Cammaert
te Schoondijke, L. A. Cysouw te Groede,
L. van Dijke te Groede, J. de Hullu Abrz.
te Zuidzande, J. de Hulster Anthz. te
Schoondijke, J. Lako te St. Kruis, A. H.
de Milliano te Waterlandkerkje, E. H. L.
de Milliano te Waterlandkerkje, P. van
Prooye te Waterlandkerkje, Adr. Salomé
te Groede, Iz. Schijve Jz. te Zuidzande;
I. J. Steenhart Pz. te Oostburg, J.B. Sturm
te Waterlandkerkje.
Sas van Gent.
C. Amelunxen (onderw.), II. de Caluwé
(onderw.), A. Genbrugge, H. Govaert.
Westdorpe.
Emeric Daelman, Leous Geilleit, Edm.
Kesbeke, Emile Spuessens, Prudent Spues-
sens, Petrus Vervaet.
Varkensfokkerij.
Nu de prijs der biggen op vele plaatsen
in ons vaderland en ook in België zoo
hoog is en niet evenredig met die der
vette varkens, zoo leggen zich meer land
bouwers dan vroeger op de varkensfokke
rij toe, daar dit hen voordeeliger toeschijnt
dan het mesten.
Nu als men wat „gelukkig" is, kan
men in enkele weken een mooi stuivertje
er mee verdienen. Zoo keu ik een land
bouwer, wiens zeug 16 biggen ter wereld
had gebracht. Deze groeiden, dank de
nauwlettende zorgen van den landbouwer
en diens echtgenoote voorspoedig op en
toen zij acht weken oud waren, werden
zij verkocht tegen fr. 25 per stuk.
Dit gaf de aardige som van 400 francs.
Voor die som willen velen zich wel
moeite getroosten.
Toch eischt het fokken van varkens
meer zorg dan men oppervlakkig zou den
ken want dit is zeker, dat één der hoofd
oorzaken van het «ongelukkig zijn" in de
varkensfokkerij gelegen is in het gebrek
aan kennis, hoe de biggen in de eerste
weken van haar leven en de zeug vóór
het werpen moet behandeld worden.
Het varken maakt, zooals bekend is, een
afgod van zijn buik; het is een onverza-
delijke kostganger en verslindt als echte
omnevoor, zoowel plantaardig als dierlijk
voedsel. Gulzig als het is, schijnt het zich
den tijd niet te gunnen zijn voedsel te
proeven.
Toch is het duidelijk, dat een varken,
dat binnen kort moeder hoopt te worden
bij voorkeur met die spijzen moet gevoe
derd worden, die haar in staat zullen
stellen haar talrijk kroost genoegzaam van
de onontbeerlijke moedermelk te voorzien.
In veel gevallen zorgt men er niet voor,
dat de zeug een weinig voor het biggen-
werpen hetzelfde voedsel ontvangt, waar
mee zij na het biggen zal gevoederd wor
den.
De overgang van een vooraf aan afwis
seling rijk voeder heeft dikwijls zeer plot
seling plaats en onderj zulke omstandig
heden zal de zeug niet goed gedijen en
bovendien nog een overvloed van melk
voor haar talrijk kroost kunnen opleveren.
Ook moet gezorgd worden dat de zeug
rustig is, zoodat zij op haar gemak hare
kleintjes van de noodige spijs kan voor
zien. De ongerustheid is öf een kentee-
ken van een ongezonden toestand öf een
verlangen naar verandering van voedsel.
Velen zeggen: «O, de vaikens lusten
alles". Maar denkt niet, dat zij onder
scheid weten te maken tusschen de ver
schillende spijzen, die men haar voorzet.
Zij hebben, evenals de mensch, het eene
liever dan het andere en vooral de zeug
is kieskeurig op haar voedsel en heeft voor
de melkbereiding vaak andere spijzen noo-
dig dan die wij haar voorzetten.
Nog een enkel woord over de biggen.
Onder een biggentroep komen er vaak
één of twee voor, die er armzalig uitzien
en slechts een schaduw zijn van hare ge
lukkiger broertjes en zusjes. In de mees
te gevallen heeft de toestand zijn oorzaak
in de nalatigheid, waarmede deze klein
tjes behandeld worden Laat men ze aan
haar lot over, dan zullen zij «in den
strijd om het bestaan" spoedig bezwijken.
Velen, die varkens fokken, hebben de
ondervinding opgedaan, dat soms na een
drietal weken een of ander big iets van
de frissche kleur verliest en in gewicht
achteruitgaat. De uitwerpselen worden
eerst hard, daarna wit en karig en spoe
dig ziet men het diertje een nat plaatsje
opzoeken om daar, als er geen spoedige
hulp opdaagt, te sterven. Geheel voorko
men kunnen zulke gevallen wel ternau
wernood niet; maar bij zorgvuldige en op
merkzame behandeling komen zij zeldza
mer en minder hevig voor
In de meeste gevallen ligt het aan het
voedsel van de zeug of aan gebrek van be-
weging. Kon zij zich vrij bewegen, dan
zou zij het voedsel opgezocht hebben, waar-
aan zij gebrek had. Als middel wordt
ook opgegeven het om de twee of drie da
gen werpen van eenige tuin- of graszoden
in het varkenshok.
Verbetering van weilanden.
De verbetering van weilanden is een
arbeid, die steeds de moeite rijkelijk loont
en van groote beteekenis is voor het ge-
hcele landbouwbedrijf. Voor een bloeien-
den veestapel zijn goede weiden onont
beerlijk. Ze leveren het geurigste hooi,
dat in den winter te verkiezen is boven
alle andere droge kost, en geven als wei
de en gezond en goedkoop voedsel tot laat
in den herfst.
Evenals men zegt, dat men de moeder
kent aan 't kind, evenzoo kan men de
weide kennen aan 't vee, maar niet alleen
op 't uiterlijk van het vee, ook op de melk,
boter en kaas is de toestand van de wei
de, de grassen en kruiden, die er op groei
en, van grooten invloed. De verstandige
landbouwer zal daar rekening mee hou
den en met veel zorg elk jaar trachten
te verbeteren. Deze verbetering kan op
verschillende wijzen in verband met be
hoeften en omstandigheden uitgevoerd wor
den. In de eerste plaats moet de zode
zorgvuldig onderzocht worden en vastge
steld, uit welke grassen en kruiden zij be
staat. Bestaat zij voor het kleinste deel
uit zoete grassen en voedzame kruiden en
voor het grootere deel uit minderwaar
dige planten en onkruiden, dan is de wei
de verontkruid en heeft ze een ingrijpen
de schoonmaak noodig. Een afdoend mid
del zou zijn de weide om te ploegen en
opnieuw te bezaaien, maar er verloopen
eenige jaren, eer zich eene nieuwe, vaste
zode heeft gevormd en het land als weide
weer biuikbaar is. De onkruiden moeten
eehter verwijderd worden en nieuwere
betere voederplanten opgebracht worden.
Om de opbrengst nu niet voor eenige jaren
te moeten ontberen, doet men het werk
bij gedeelten. Men trekt met den ploeg
over de ergst verontkruide plaatsen eenige
ondiepe voren, een hal ven meter van el
kander-. Men laat de opgelichte zode ee-
nigen tijd zoo liggen en legt die later om
gekeerd, dus met de wortels naar boven
in de voren. Nu hakt men alles klein,
zaait goede grassen en kruiden erop en
daarna wordt de weide flink gevuld. De
voren zien er spoedig goed uit. Niet alleen
goede grassen, maar ook klaver en wik
ken gedijen erop, verhoogen de opbrengst
en verbeteren hooi en voeder. Zulk eene
weide is tevens zeer goed als veeweide te
gebruiken. Waneeer men zoo een paar
jaar voortgaat, dan wordt de geheele wei
de vernieuwd en de opbrengst verdubbeld.
Het werk vereischt echter groote opmerk
zaamheid en nauwkeurigheid en tamelijk
veel tijd, waarom vele landbouwers eene
andere wijze van verbetering beproeven,
die evenzeer aan te bevelen is.
Slot volgt.
Noodweer in Duitschland. In de buurt
van Keulen is Zaterdagnamiddag tijdens
een zwaar onweer een wervelstorm iosge-
üomen, die in een wijden omtrek onbe
schrijflijke verwoesting heeft aangericht.
Afgeknapte en ontwortelde boomen, inge
storte gevels, omgerukte schuren, wegge
waaide daken, vernielde oogstvelden en'
tuinen wijzen den weg aan dien de draai-
storm genomen heeft. In de buurt van Keu
len hebben vele plaatsen bizonder zwaar
geleden. In sommige plaatsen waren van
bijna alle huizen aan den westkant de rui
ten en daken vernield door hagelsteenen
die met de kracht van groote kiezelsteenen
neerkletterden. De te velde staande vruch
ten van haver, tarwe en rogge zijn plat
geslagen, de aren zijn door den hagel ge-
dorscht, kool- en beetwortelvelden in een
modderpoel veranderd. Te Glessen was het
dak van de kerk zoo erg beschadigd dat
er Zondag geen dienst kon gehouden wor
den.
Langs de hierwegen zag men tal van
omgewaaide telegraafpalen en vruchtboo-
men. De schade aan het gewas is niet te
schatten. Alle boeren zijn bang dat zij geen
voer zullen hebben voor hun vee. De storm
moet, toen hij de spoorlijn van Keulen
naar Krefeld overtrok, met groot geweld
boven de gehuchten Gross- en Klein-La-
chem en het dorp Merkenich aan den Rijn
huisgehouden hebben. De hoeven en de
woonhuizen zien er uit, alsof zij langen
tijd aan kanonvuur zijn blootgesteld ge
weest.
Er werden daar ook veel menschen ge
wond door dakpannen of hagelsteenen.
Menschen die het noodweer zagen aanko
men en wilden vluchten, zijn een eind
weegs door de lucht gevoerd.
Ook te Londen heeft Zaterdagavond en
Zondagochtend een hevige storm gewoed.
De straatversiering, die voor de kroning
was aangebracht, is op vele plaatsen ver
nield. O. a. woei de tribune op de Strand
om. Een aantal voorbijgangers werden door
neerploffend hout gekwetst.
Een cab sloeg met paard en al om, de
koetsier sprong intijds van den bok zon
der zich te bezeeren.
De dames werden gewoon door de wind
opgetild en een eindje verder weer neer
gelegd.
Uit Brest komt de tijding, dat een he
vige storm uit het zuid-westen de kusten
in den omtrek van kaap Finisterre heeft
gebeukt. De wind huilde en floot over de
rotsen en zweepte de zee hoog tegen de
kust.
Verschillende handelsschepen en vis-
schers-vaartuigen konden zich in de baaien
en kleine golven aan de kust in veilig
heid brengen. De prefect van zeewezen
heeft bevel gegeven aan den seinpost van
Parc-au-Duc om den stormbal te hijschen
om de schepelingen te waarschuwen.
Men vreest dat er veel ongelukken zijn
gebeurd.
Ook op de kusten van la Manche heeft
de storm gespookt. Een visschersschuit werd
op de kust geworpen, en de eenige per
soon, die het vaartuig bestuurde, werd door
de douanen gered.
Een visscher stond te visschen op de kaai
muur en werd opgetild en in zee gewor
pen. Den volgenden morgen werd bij ebbe
zijn lijk gevonden.
In België is het ook erg geweest. Daar
woedde in het zuidwestelijk gedeelte een
onweer, dat vooral het Maasdal geteisterd
heeft.
Om Namen zijn talrijke gemeenten over
stroomd. In sommige plaatsen hebben zwa
re hagelsteenen den oogst vernield.
Op het kanaal Luik-Maastricht is de
scheepvaart belemmerd, door de op den
oever omgevallen boomen.
Vertrouwbare weerprofeten. Bij het
grillige weer, dat wij dezen zomer hebben,
gevoelen we eerst welk een groote behoef
te er bestaat aan betrouwbare weerprofe
ten. Nu Falb verklaard heeft, dat zijne
voorspellingen steeds juist zijn, maar dat
het weer sfeeds in de war is, zijn we zeer
dankbaar wanneer we op evenzeer ver
trouwbare weerprofeten opmerkzaam wor
den gemaakt, ook al behooren deze niet
tot het menschelijk geslacht.
In de „Daily Mail" vinden we het vol
gende:
Weerprofeten uit de plantenwereld zijn
in de eerste plaats de bladeren van de
wilde kastanje, die, wanneer er goed weer
op til is, ook bij bewolkte lucht, de vijf
vingers harer bladeren evenals de vijf vin
gers eener hand naar alle richtingen uit
spreiden, wanneer het echter gaat regenen
trekt zij hare vingers samen, zooals een
hand waarmee men een snuifje neemt.
De scharlakenroode pimpernel is nog ver
trouwbaarder. Zij verwacht den dag, waar
op het zal regenen, ook bij heldere lucht,
met vastgesloten bloemen en voorspelt den
regen vijf, tien, ja zelfs vier-en-twintig
uren van te voren.
De paardebloem, wier witte wollige bol
letjes tegenwoordig iedere weide versieren
behoudt slechts zoolang haren zuiveren on-
gerepten kogelronden vorm als er mooi weer
in 't vooruitzicht is, wanneer 't gaat rege
nen trekt zij het fijne draadbosje samen
en vormt een miniatuur bezem. Alle kla
versoorten vouwen hare trifolio dicht en
buigen haren stengel wanneer er regen
komt. Kikkers zijn bij aanhoudend mooi
weer geel, en bruin als 't gaat regenen.
Spinnen werken alleen hare webben wan
neer er hoop is op langdurigen zonneschijn;
wanneer zij in den vroegen morgen dra
den spinnen, kan men gerust voor een pic
nic een licht zommertoiletje aantrekken.
Wanneer de uil bij regen krast, wordt
het bepaald mooi weer, terwijl wanneer
de pauw bij mooi weer roept, het zeker
gaat regenen. Wanneer de slakken gaan
trekken is er regen in aantocht en als de
zwaluwen laag langs den grond scheren
is dit een bewijs dai de kleine insecten,
die allereerst den invloed der warmte on
dervinden, zich in de nabijheid der aarde
ophouden. Onfeilbaar in hare voorspellin
gen, doch slechts voor de kustbewoners
van nut, zijn de meeuwen, die bij regen
brengenden westewind zich aan de kust
verzamelen en een verschrikkelijk ge
schreeuw aanheffen.
De held van hotel MaywaldDezelf
de berichtgever die uit Kleef het bericht
over de „kloeke daad van een jeudig rech
terlijk ambtenaar uit Nederland" aan de
N. Rott. Crt. zond, schrijft nader.
Ik haast mij gelukkig nog tijdig ge
noeg om de plaatsing van mijn bericht uit
Kleef te voorkomen u mede te deelen,
dat de geschiedenis van een adderbeet „een
mystifiatie was van den rechtsgeleerde en
zijn familie, gelijk na diens vertrek ge
bleken is." Het geheele hotel, en ook ik,
zijn daarvan dupe geworden. Het enthou
siasme, vooral bij de dames gewekt door
het verhaal, dat opgedischt werd, heeft den
mystificateur verlegen gemaakt en zijn
biezen doen pakken.
Diamantendiefstal. In de diamant
slijperij van de firma Bottenheim, Lijnbaan
gracht 33 te Amsterdam, is door tot nu on
bekende daders diefstal met braak gepleegd.
Er werden gestolen drie diamant slijpers
schijven, 13 zoogenaamde „doppen" waarop
een aantal bijna afgeslepen roosjes, circa
60 K G. diamantslijperslood en eenige klei
nigheden.
De politie is met het gebeurde in ken
nis gesteld.
Een lijk gevonden. Te Halfweg is
nabij het station het geheel verminkte lijk
van een onbekende gevonden, vermoedelijk
van een persoon die door den laatsten trein
is overreden.
Op 't eindexamen H. B. S. in
Roermond. Men weet dat de bewoners
van het voormalig Hertogdom er een bij
zondere eigenaardige uitspraak op na hou
den. Zoo o. a. spreken zij vrij algemeen de
g voor een j uit.
Aldus ook een der examinatoren.
Voor de natuurkunde werd de vraag
gesteld aan een candidaat uit andere pro
vincie: «Wat zijn permanente gassens?"
Althans de examinator bedoelde grassen
maar zei Jassen.
Onze candidaat had nooit van permanen
te jassen gehoordom echter het antwoord
niet schuldig te blijven, zei hij: «dat zul
len wel regenjassen zijn."
De examinator boos; de candidaat mag
bij een volgende gelegenheid nog eens te
rugkomen. Die permanente jassen ook!
De «Telegraaf" zegt, dat het feit his
torisch is.
Rookende Jongetjes. Onder dit
opschrift deelt de heer J. A. Tours het
volgende in het »Hbl." mede:
«Gisteren werd door mij te Huizen
een 4jarig ventje gezien, dat een sigaar
rookte, volgens verklaring van de
moeder gekocht voor een snoepcent.
Een gesprek met de moeder en an
dere dorpelingen gevoerd, bracht aan
het licht, dat dit rookende kind daar
geen uitzondering is.
Vaders geven hun jongetje van vijf
jarigen en jongeren leeftijd sigaren hij
wijze van versnapering op de wande
ling; sommige kindertjes hebben een
koker om de sigaren te bewaren.
Ja, met allen ernst werd van meer
dan één zijde verzekerd, dat kinderen
van 2 a 3 jaar een met tabak gestopte
pijp in den mond wordt gegeven.
Men zou deze verzekering als een
onwaarheid willen beschouwen, als ze
niet zoo pertinent werd gegeven.
Mocht het bovengenoemde kwaad op
meer plaatsen gepleegd en aldus de
jeugd lichamelijk bedorven worden,
als burgemeester, predikant en pastoor,
dokter en schoolhoofd en alle goedge-
zinden met woord en daad samenwer
ken tot ernstig tegengaan, zou dat niet
in het belang der opgroeiende jeugd
zijn?"
Galgenhumor. „Hebt gij vóór uw
terechtstelling nog een wensch"?
Terdoodveroordeelde; „Ja gaarne zou ik
mij door een waarzegster nog eens de toe
komst laten voorspellen".
Misverstand. Examinator: „Hoe bere
kent men de grootte van een cylinder?"
Candidaat in de wiskunde: „Naar de
grootte van het hoofd".
De hond in den pot. Een club
werklieden te Leeuwarden, die een
geheel jaar gespaard hadden en over
eengekomen waren den «pot" Zondag
te gebruiken voor een pleizierreisje
naar Groningen, kwam Zaterdag tot
de treurige ontdekking, dat de man,
aan wieij ze hun spaarpot hadden toe
vertrouwd, met de Noorderzon vertrok
ken was.
Elk lid der club bracht per week 10
cent in, dit werd over het geheele
jaar dus f 5.20 een veertigtal perso
nen spaarden het bedrag der geoffer
de penningen zal dus een goede f 200
zijn geweest. Alles werd in handen
gesteld van zekeren Jan T.een schoen
maker, die ook Donderdags en Vrijdags
diensten verricht op de Veemarkt. Hij
moet Vrijdagnacht met vrouw cn doch
ter heimelijk zijn woning hebben ver
laten, na vooraf zijn huisraad te hebben
ingepakt.
Een indische Minnebrief. Toe
vallig kwam aan- fie redactie van het
Haagsche «Dagblad" een minnebrief in
handen, vermoedelijk van een klerk