No. 64.
Zaterdag 2 Augustus.
Anno 1902.
Meer licht!
FEUILLETON.
Wedergevonden.
Brieuen, stukken en aduertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur uan ,,ZELANDIA" te Zuiddorpe.
Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. ff'
Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren.
Inzending van advertentiën vóór 3 ure op den dag der uitgave.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Buitenlandseh Overzicht'
ZELANDIA
Prijs per 3 maanden i
franco per post 75 cent. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs
slechts f2,50 voor Nederland en voor België frs. 6,50.
Aan deze uitgave is verbonden een GEÏLLUSTREERD ZONDAGSKLAD tegen den
prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden.
Advertentiën
van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10.
Bij[jdriemaal; plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpeAoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden
bij vooruitbetaling geplaatst voor 40 cent per advertentie.
Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie.
Wanneer de lezer den titel van ons
hooldartikel ziet, zal hij vermoedelijk
denken aan den beroemden, maar on-
gelukkigen Duitschen dichter, die op
zijn sterfbed liggend, toen de duister
nissen des doods om hem neerdaalden,
aan zijn omstanders vroeg om meer
licht.
Toch is dit hier niet het geval.
Wij zijn nog jong en, Goddank, heeft
nog geen ziekte ons bezocht.
En toch wij vragen om meer
licht, ja, wij zouden er hardop willen
om roepen, niet om ons voor te lichten
naar het andere leven, want dat licht
ontsteken we aan de beloften Gods,
maar meer licht zouden we willen in
de donkere streken, waarin we ons be
vinden.
Zeeland is nu eenmaal nog niet be
deeld met de groote voorrechten, die de
eeuw van stoom en licht en bescha
ving ons heeft gebracht.
Gas en electriciteit behooren hier nog
tot de groote, groote zeldzaamheden, en
wij moeten ons voorloopig maar tevre
den stellen met de origineele peroleum-
pitten, om bij avond en bij nacht onze
taak te kunnen afwerken.
Maar thuis zijn wij tevreden met dat
licht, omdat het niet anders kan.
Doch waar we niet tevreden mee zijn,
dat is met de slechte verlichting,
die we op de publieke wegen en in de
kommen onzer gemeenten in ons ge
west hebben.
Onze provincie, en vooral dat ge
deelte onzer provincie, waarin wij de
26.)
Nauwelijks had zij die woorden geuit,
of haar vader en broeder vlogen voorbij.
«Zij zullen het licht volgen," fluisterde
zij; en mij bij de hand grijpend, trok zij
mij snel mede in eene richting, tegenover
gesteld aan die, welke het paard had in
geslagen. »Als gij vertrouwen in mij wilt
stellen, zal ik u naar eene veilige plaats
brengen," fluisterde zij, hare ranke ge
daante buigend voor den stormwind, maar
zonder hare haastige schreden iets te ver
tragen.
«Gjj zijt al te vriendelijk," fluisterde ik
tot antwoord.
«Waarom zoudt gij uzelf zoozeer aan ge
vaar blootstellen voor een vreemdeling?"
Hare hand omklemde de mijne vaster,
maar zij antwoordde niet, en wij snelden
voort, zoo haastig als wind en regen ons
wilden toestaan. Na een korten, maar he-
vigen rukwind, die mij den adem bijna
geheel benam, bleef zij plotseling staan.
«Weet gij," zeide zij op zachten, indruk-
wekkenden toon, «dat wij op den rand
van een steilen en verschrikkelijken af
grond gaan?
Die loopt hier een kwartmijl langs, en
het is niet ongewoon, dat een paard en
ruiter er in een nacht als deze ingeslin-
gerd worden."
Er was iets in haar (oon, dat eene ril-
eer hebben te wonen, heeft in den
laatsten tijd een beruchtheid gekregen,
we zouden haast zeggen, een Eu-
ropeesche beruchtheid, om de menig
vuldige diefstallen, smokkelpartijen en
meer dergelijke dingen, die er dagelijks,
of beter gezegd, nachtelijks, gebeuren.
Er gaat haast geen week voorbij of
we hooren, dat er hier of ginds bruta
le diefstallen worden gepleegd.
Om twee, drie beesten met huid en
haar weg te kapen, o, geen nood!
de heeren dieven draaien er geen hand
je voor om.
Heele kippenhokken worden leegge
plunderd, en zelfs de hanen, de waak
zame hanen, schijnen geen gelegenheid
te bekomen om door luidruchtig ge-
kraai aan hun baas bekend te maken,
dat heiligschennende handen van on-
genoode gasten zich uitstrekken naar
hun geliefde kippetjes.
Tot zelfs de ganzen toe, die toon
beelden van waakzaamheid, die in vroe
ger dagen zelfs van af het Kapitool van
Rome, de wereldstad hebben gered,
worden na zooveel eeuwen beschaamd
gemaakt, en 's nachts opgelicht uit hun
hokken, zonder een kik te kunnen ge
ven.
Wanneer we dit alles om ons heen
zien gebeuren, of lieverzien, doen
we 't niet, maar we hooren het slechts
vertellen, dan vragen we ons af
hoelang zal het duren, eer we uit de
ze ellendige toestanden worden ver
lost
Men schreeuwt om versterking van
politiemacht
Goed en mooiMaar wat doet de
politie in den stikdonkeren nacht
Geef ons licht en politie, dan zijn
we gebaat. Maar vooral licht.
Heb je politiemannen met oogen van
een uil,goed, geef ons zulke poli-
ling door mijne aderen deed gaan, bijna
alsof zij een vreeselijk lot had aangeduid,
waaraan ik ontwetend ontsnapt was.
«Dit is dus een gevaarlijke weg," fluis
terde ik.
«Zeer gevaarlijk," was haar haastig ant
woord.
Hoe ver wij gingen door het slijk en
gras van dien vreeselijken weg, weet ik
niet.
Het scheen een lange afstand, maar het
was waarschijnlijk niet langer dan drie
kwart mijl. Eindelijk bleef zij staan met
een kort «Wij zijn er"en opziende be
merkte ik, dat wij voor een klein, don
ker huisje stonden.
Geene schuilplaats was zeker ooit meer
welkom aan een paar vermoeide zwer
vers. Tot op de huid doornat, met slijk
bedekt, uitgeput door het gevecht tegen
den storm, stonden wij een oogenblik stil
om weer op adem te komen, toen lichtte
zij met de haar kenmerkende energie den
klopper op en liet hem met kracht op de
deur vallen.
«Hier zullen wij eene schuilplaats vin
den," zeide zij.
Zij vergiste zich niet. Eenige oogen-
blikken later stonden wij weer voor een
aangenaam vuur, dat haastig was aange
legd door het waardige echtpaar dat wij
zoo in den slaap hadden gestoord. Toen
ik tot het besef kwam van het aangename
gevoel van veilig te zijn, stond alles, wat
dat jonge, heldhaftige schepseltje voor mij
had gedaan, mij dankbaar voor den geest.
Ik keek op van het vuur, welks hitte
langzamerhand in mij doordrong en mijne
tiemannen, die zien in den donker.
Maar zijn de politiemannen menschen
met oogen, zooals wij allen hebben, zet
dan een heel regiment in Zeeuwsch-
Ylaanderen, nog zal aan de menigvul
dige diefstallen en andere ongerechtig
heden geen einde worden gemaakt.
Maar wat er wel een eind aan zal
maken, dat is meer licht, waar
door de politie in staat wordt gesteld
om den misdadiger te kunnen zien en
opsporen.
Dat men in ons gewest beginne met
lantaarns te zetten, veel lantaarns in
dorpen en langs openbare wegen, en
dat men die lantaarns aansteke, als de
duisternis invalt en ze late branden, tot
dat de morgenzon weer licht over de
aarde, dan zullen we eens zien of er
geen verandering komt in de toestanden.
Dan kunnen we veilig slapen en rus
tig zijn.
Een dief schuwt het licht, en alle
werk van den booze is werk uit de duis
ternis en in de duisternis gepleegd.
Jaag de duisternis weg, en met de
duisternis zullen ook de werken van den
booze verminderen, daar hij vreest en
weet, dat zijn daden zullen gezien wor
den en hij zijn straf niet zal ontgaan.
Maar men moet niet omspringen met
die lichten, zooals dat thans gebeurt.
Kom in onze dorpen. Wat ziet gij
daar, in den winternacht b.v.,gebeuren?
Als de avond begint te vallen, steekt
de opsteker de lantaarns op.
Maar kom eens 's avonds om 9 of 10
uur
Lieve mensch, dan gaat de opsteker,
of beter, de uitdraaier weer rond, en of
de maan vriendelijk aan den hemel
staat of niet, de lichten gaan uit, en
we zitten tot den ochtend in den
donker, en de dieven en booswich
ten hebben vrij spel, want ze kunnen
dankbaarheid vermeerderde, ik zag naar
haar, terwijl zij langzaam hare lange
vlechten losmaakte en ze bij het vuur
droogde en ik schrikte bijna, toen ik zag,
hoe jong zij was. Niet ouder dan zestien
zou ik zeggen, en toch welk een onver
zettelijke wil straalde uit hare donkere
oogen en zette hare teedere gestalte waar
digheid bij; een wil even zacht als sterk,
even verheven als onverzettelijk. Ik boog
voor haar, terwijl ik naar haar keek en
bracht toen mijne groote dankbaarheid on
der woorden.
Onmiddelijk richtte zij zich op. «Ik deed
slechts* mijn plicht," zeide zij bedaard, «en
ik ben blij, dat het mij gelukte." En
toen langzaam «Idien gij werkelijk dank
baar zijt, meneer, wilt gij dan beloven
niets te zeggen van van wat in de
herberg gebeurd is?"
Een vermoeden, dat mij, toen ik daar
was, door den geest was gegaan, kwam
weer bij mij op en mijne hand ging on
willekeurig naar mijn vestzak. Het pak
je banknoten was weg
Zij ontstelde niet. «Het zou eene ver
lichting voor mij zijn als gij het deedt,"
ging zij voort.
Ik nam mijne ledige hand uit den zak,
keek er naar, maar zeide niets.
«Hebt gij iets erloren vroeg zij.
«Zoek eens in de zakken van uwe over
jas."
Ik stak mijne hand in den dichstbijzijn-
den zak en trok ze er tevreden weer uit;
het pakje banknoten was er. Ik beloof
het u," zeide ik.
«Gij zult zien, dat er èène banknoot
hun slag slaan, zonder gezien te worden.
En daar de wereld voorloopig nog
niet zoo ver is gevorderd, dat we poli
tiemannen hebben uitgevonden met de
oogen van nachtuilen, is het eenige
aangewezen middel meer licht, als
hulpmiddel voor een flink georgani
seerd en waakzame politiemacht.
Dan zullen we ondervinden, of al
die brutale diefstallen nog langer zul
len voorvallen, zonder dat de politie ooit
de sporen van den dader of daders
vindt.
Nog eens onze politie is goed, mis
schien wel niet talrijk genoeg, maar
laat men de politie haar moeilijke en
ondankbare taak verlichten, door ons
te geven meer licht.
P. N. Br.
ITALIË.
Diensten voor den Koning.
Woensdagmorgen hebben te Rome twee
plechtige kerkelijke diensten voor wijlen
koning Humbert plaats gehad.
Een dienst weid op kosten van het hof
in de kerk di Sudario gehouden; de twee
de op staatkosten in het Pantheon, met
medewerking van de kanunniken der
kerk.
De Koning en de Koningin-moeder woon
den eerst een stille mis in het Pantheon
bij, en vervolgens een hoogmis in de kerk
di Sudario.
Bij de mis in het Pantheon waren de
ministers, overheidspersonen en het corps
diplomatique tegenwoordig.
Woensdagmiddag trokken een aantal
koningsgezinde en volks-vereenigingen
langs de graftombe van koning Humbert,
waarop tallooze kransen waren geplaatst.
Gisterenavond zijn de Koning en de Ko
ningin-moeder naar Racconigi en Stupigi-
ni vertrokken.
Koningin Helena is, in verband met
ontbreekt," fluisterde zij; «van welk be
drag weet ik niet; het was onvermijdelijk
iets opteofleren."
«Ik kan mij slechts verbazen over de
schranderheid die gij hebt getoond en mij
ne hooge waardeering van uw moed uit
drukken," antwoordde ik vol geestrift.
«Gij zijt een edel meisje."
Zij stak hare hand uit, alsof compli
menten haar hinderden.
«Het is de eerste maal, dat zij zoo iets
ooit hebben beproefd," zeide zij op een
haastigen, zachten toon, vol schaamte en
smart. «Zij hebben eene neiging getoond
om om somtijds geld weg te nemen,
maar zij hebben vroeger nooit iemands le
ven bedreigd. En het uwe werd bedreigd.
Zij hebben u uw geld te voorschijn zien
halen door een gat, dat in den muur van
de kamer is gemaakt, waarin gij sliept, en
dat gezicht maakte hen razend. Zij wil
den u dooden en dan u en uw paard in
den afgrond daarginds werpen. Maar ik
hoorde hen praten, en toen zij naar buiten
gingen om uw paard te zadelen, snelde ik
naar uwe kamer om u te wekken.
Ik moest mij meester maken van de bank
noten, gij waart niet veilig, zoolang ze in
uw bezit waren. Ik nam ze in stilte,
omdat ik hoopte u te redden zonder hen
te verraden. Maar dat gelukte mij niet.
Gij moet er aan denken, dat het mijn va
der en broeder zijn."
«Ik zal hen niet verraden," zeide ik
Zij glimlachte. Het was de schaduw
van een glimlach maar het verzachtte haar
gelaat onuitsprekelijk.
Ik gevoelde medelijden met haar.
haar belangwekkenden toestand, op raad
harer geneesheeren dezer dagen te Racco
nigi gebleven.
ENGELAND.
Do toestand «los Koning.
Volgens sommige correspondenten is de
toestand des konings nog niet zoo gunstig,
als anderen het laten voorkomen.
De Londensche correspondent van de
(Parijsche) New York Herald zegt, mel
ding makende over de onrustbarende ge
ruchten over koning Eduard's toestand,
dat de vaststelling van een zoo nabij lig-
genden datum voor de kroning slechts ge
schied is omdat de doktoren erge gevol
gen vreesden van 's konings zorgen over
deze zaak; overigens is de genezing nog
sneller gegaan dan zij durfden verwachten.
Intusschen verzekert de correspondent dat
de koning nog een operatie zal moeten on
dergaan het wormvormige aanhangsel
van den blinden darm zal dan weggeno
men worden.
Verder wordt uit Londen gemeld, dat
de koning er van afziet zich in de histo
rische karos in staatsie naar de Westmin
ster abdij te laten rijden.
En hij zou zich daarheen begeven in
een draagstoel, gedragen door vier leden
van het Hoogerhuis.
Naar het heet, zullen de vier uitver
korenen zich oefenen zoodra de draagstoel
gereed is.
Iemand van zwaarder gewicht dan ko
ning Eduard zal er in plaats nemen, en
de lords zullen hem zoo de kerk rondvoe
ren.
Wat is het leven der menschen toch
een komedie, zucht men onwillekeurig,
als men 't zoo leest.
RUSLAND
Een bisschop verbannen.
De Russische Regeering heeft Mgr.
Zvierowitch, bisschop van Wilna, maar
Tver gebannen, omdat deze kerkvorst in
een schrijven aan de geestelijkheid er aan
herinnerd had, dat geen katholiek kind
de catechismus der schismatieken mag bij
wonen. Z. D. H. werd een Judasloon
aangeboden als hij zijn ontslag als Bisschop
nam, een pensioen van 3000 francs dat
«Gij hebt een hard lot," merkte ik op.
«Uw leven moet wel treurig zijn."
Haar donker oog wierp mij een sombe
ren blik toe. «Ik ben geboren voor een
moeilijk leven," zeide zij, «maar en
eene plotselinge hevige rilling beving
haar, «niet voor misdaad."
Het woord viel neer, als een droppel
bloed, die uit haar hart geperst werd.
«Goede hemelriep ik uit, «en moet
gij
«Neen," klonk het met heldere klank
van hare lippen; «sommige dingen ver
breken de banden der natuur zelfs.
Ik voel mij niet geroepen te blijven bij
hen, die mij in hunne eerloosheid zouden
medeslepen." En dan rustig, alsof zij van
de eenvoudigste zaak ter wereld sprak
«Ik zal nooit teruggaan naar het huis, dat
wij verlaten hebben, meneer
«Maar," riep ik, naar hare schamele
kleeding ziende, «waar wilt gij heen
gaan? Wat wilt gij doen? Gij zijt zeer
jong
«En zeer sterk," viel zij mij in de rede.
«Wees niet bezorgd over mij." En haar
glimlach was als het plotseling doorbre
ken van de zon.
Dien nacht zeide ik er niets meer van.
Maar toen ik haar des morgens in de
keuken een boek vond zitten lezen, dat
niet slechts te hoog was voor haar stand,
maar ook voor hare jaren, kreeg ik eene
plotselinge ingeving, en ik vroeg haar, of
zij gaarne eene goede opvoeding wilde
ontvangen.
Wordt vervolgd.