No. 61. Woensdag 23 Juli. Anno 1902. 11 FEUILLETON. W edergevonden. Brieven, stukken en aduertentiën te zenden aan den Redacteur-Administrateur van „ZELANDIA" te Zuiddorpe. Een vriendelijk verzoek. Deze courant verschijnt Dinsdag- en Vrijdagavond. Abonnementen worden aangenomen op post- en hulpkantoren. Inzending van advertentiën vóór S ure op den dag der uitgave. Ter voorkoming van alle moei ten en vertraging, verzoeken wij vriendelijk maar dringend, alle stukken, artikelen, berichten, ad vertentiën, adresveranderingen, enz. voor ons blad steeds te rich ten aan den Redacteur-Adminis trateur, en alle opmerkingen of klachten enkel en uitsluitend de verzending der courant be treffende, aan den Drukker-Uit gever A. MOERDIJK. P. N. BROUNS, Buitenlandsch Overzicht. Frijn per 3 maanden t franco per post 75 cent. Bij vooruitbetaling voor een geheel jaar bedraagt de abonnementsprijs slechts f2,50 voor Nederland en voor België frs. 6,50. Aan deze uitgave is verbonden een GKILLJ STBEER1) ZON DAC1SHLAD tegen den prijs van 45 cent per 3 maanden, betaalbaar tegelijk met de abonnementsgelden. Advertentiên van 1 tot 5 regels 50 cent, voor elke regel meer 10. BijTdriemaal plaatsing van dezelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Dienstaanbiedingen en aanvragen om dienstpersoneel ter grootte van hoogstens 8 regels worden bij vooruitbetaling geplaatst voor 40 cent per advertentie. Bij abonnement of herhaalde plaatsing belangrijke reductie. Redacteur-Administrateur. (lil g C Z O II tl C II In ons land wordt elk jaar voor 80,000,000 gulden jenever gedronken, dat is iederen dag voor 219,000 gulden, ieder uur voor 9000 gulden, elke mi nuut voor 150 gulden. Om die som van 80 millioen te tellen met eene snelheid van 2 gulden per seconde, zou men 12 uur per dag wer kende nog in geen 2'/» jaar gereed zijn. Haar waarde zou gelijk zijn met een klomp goud van 53,000 gulden Neergelegd in bankbiljetten van 100 gulden, zou zij een stapel vormen van 80 meter hoogte. De som zou voldoen de zijn om 20 duizend ouden van dagen een pensioen te verleenen van 8 gulden per week. Wat al goede werken zou door dat geld tot stand gebracht kunnen worden, 23.) Daar ik in eene eenigzins overschillige stemming was, schreef ik onmiddelijk, dat ik zou komen, en voor het einde van den tweeden dag vertrok ik naar het afgele gen dorpje, waaruit zijn brief gedateerd was. Ik bevond, dat men het niet gemak kelijk kon bereiken. Het lag te midden der heuvels, ongeveer twintig mijlen van een spoorwegstation, en ik ontdekte, dat men om er te komen een lange rit in ee ne omnibus maken moest, gevolgd door een eenigszins korteren tocht te paard. Daar ik niet met den weg bekend was, maakte ik mijne berekeningen omtrent den tijd verkeerd, zoodat ik, toen de avond viel, langs een vreemden weg reed inden donkersten nacht, dien ik ooit had be leefd. Alsof dit nog niet genoeg was, be gon mijn paard plotseling kreupel te loo- pen, en dit werd spoedig zoo erg, dat het onmogelijk anders dan stappende kon voortgaan. Met buitengewoon genoegen zag ik dus in de verte een verlicht ge bouw, dat toen ik het naderde, eene herberg bleek te zijn. Ik bleef staan te genover het front van het huis, dat tegen de kille nachtlucht gesloten was, en riep luide om iemand, die mijn paard kun over nemen, waarop de deur openging en er een man op den drempel verscheen met eene lantaarn in de hand. Ik zeide terstond. wat ellende zou daarmee opgeheven kunnen worden Doch de prijs, die voor den alcohol betaald wordt, die 150 gulden per mi nuut, is nog gering ja lezer nog ge ring te noemen in verhouding tot de som, die de natie armer wordt door ziekte en werkeloosheid, zonder te re kenen de uitgaven, noodig voor ver meerdering van armhuizen, krank zinnigengestichten en niet te vergeten gevangenissen. Dr. Robijns, hoofdinspecteur van het lager onderwijs in België, riep uit »Onze bedelaarsgestichten zijn schier uitsluitend met dronkaards bevolkt, onze gestichten voor krankzinnigenonze gevangenissen zijn er van opgepropt 75 ten honderd der veroordeelingen door onze rechtbank voor misdaden en wet- schendingen uitgesproken, treffen ge- alcoholiseerden." Gelukkig is het in ons land zóó erg nog niet, maar het is er toch ook vree- selijk. Ook hier worden jaarlijks in de huisgezinnen gedronken 174,350 HL. 278,960,000 glaasjes jenever dat is on geveer 80,000 per dag. In de herbergen worden geledigd 348,700 HL. dat is bij na 558 millioen glaasjes. Zou het geen tijd worden dat aan zulk een misbruik, dat een zee van el lende over ons land stort, een einde komt. Dat zal gebeuren als allen, die het wel meenen met de natie daaraan medewerken. Wellicht mogen wij dan binnenkort ook op dezelfde gunstige resultaten bo gen als Noorwegen. Vijf en twintig jaar geleden was het drankmisbruik in Noorwegen grooter dan hier. Men dronk er 16 L. per hoofd en per jaar in Nederland thans on geveer 9 L. doch door samenwer king van overheid, geestelijkheid en wat ik wenschte en ontving tot, antwoord een eenigszins baarsch »Wel het is een ellendige nacht en 't zal nog wel erger worden, voor het over is"eene meening, die onmiddelijk gesteund werd door eene plotselinge windvlaag, die op dat oogenblik voorbijtrok, de deur ach ter hem toewierp en boven mijn hoofd een somber gekerm veroorzaakte in de ineen- gegroeide takken van een ouden boom, een bijna dreigend, onheilspellend geluid. «Gij zoudt beter doen naar binnen te gaan," zeide hij »de regen zal zoo ko men." Ik sprong terstond van mijn paard, ope >- de met aanwending van al mijne krach' de deur en trad het huis binnen. Een ander man kwam mij op den drem pel tegemoet, wees over zijn schouder heen naar eene verlichte achterkamer en ging zonder een woord te spreken den jongeren man, die eerst verschenen was, helpen mijn paard op stal te brengen. Ik volgde ter stond de zwijgende uitnoodigjng en stapte de kamer voor mij binnen. Daar bevond ik mij tegenover het verrassende visioen van een jong meisje van eene zonderlinge en opvallende schoonheid, dat bij mijne nade ring opstond en nu, met hare oogen op mijn gelaat gericht, met hare handen op de grenenhouten tafel, waarvoor zij gezeten was, leunende in eene houding, die ge mengde verbazing en schrik aanduidde. Eene vrouw in zulk eene plaats te zien was niet zoo vreemdmaar zulk eene vrouw! Zelfs bij den eersten toevalligen blik, dien ik op haar wierp, erkende ik terstond hare buitengewone macht. Noch particuliere krachten is de consumptie gedaald tot 4 Liter. De gunstige gevol gen van die kolossale vermindering zijn niet uitgebleven. De Noorweegsche sta tistiek wijst van jaar tot jaar op ver mindering van armoeda, vermindering van zelfmoorden, vermindering van het aantal misdadigers. Ook Nederland zal als velen daar toe willen medewerken op zulke gunstige resultaten mogen bogen. On ze Katholieke geestelijken gaan ons voor, laten wij dit goede voorbeeld volgen en bestrijden wij allen het gebruik en vooral het misbruik van alcoholische dranken. Wat eene schoone bladzijde zal het in de geschiedenis van de regeering van onze beminde Koningin Wilhelmina zijn, de bladzijde, waarop vermeld staat, dat onder Hare regeering het drank misbruik, dat Nederland aan den af grond dreigde te brengen, zoodanig verminderde, dat het aantal armhui zen, krankzinnigengestichten en gevan genissen afnam en de volkswelvaart zóó sterk toenam, dat het Nederlandsche volk in die dagen tot de welvarendste en gelukkigste volken der wereld be hoorde. Laten wij allen medewerken, opdat die bladzijde niet te ver van achter in het geschiedboek moge komen. CIIIXA. De bevolking. Een klein bewijs hoe moeilijk het is, de talrijkheid der bevolking in het bin nenland van China te schatten, levert het volgende voorval. Een zendeling te Woe-tsjang, aan de Jang-tse, vroeg een ambtenaar, hoeveel in woners die stad had, en kreeg ten ant- hare magere gestalte, noch hare bleeke ge laatskleur of de mooie rood gouden haar lokken, die in twee lange vlechten over- hare borst hingen, konden voor een oogen blik het effect verminderen van haar don keren blik of de levendige bijna boven- aardsche kracht van de uitdrukking daar in. Het was, als zag men eene vlam voor zich opstijgen en heen en weer trillen, vurig en onweerstaanbaar in hare gloeihitte. Ik nam mijn hoed vol eerbied af. Eene rilling ging door hare leden, maar zij deed geene poging om mijn groet te beantwoorden. Evenals wij onze oogen, wijd opengespalkt van afgrijzen, op een vreeselijken afgrond richten, op welks rand wij ons bevinden, zoo staarde zij geduren de een oogenblik op mijn gelaat, toen hief zij plotseling hare hand op en wees naar de deur, alsof zij mij wilde bevelen te ver trekken toen die open ging met dat schelle gefluit van den wind, dat ons on willekeurig in wendig doet rillen, en de twee mannen binnen tradenen met zware stappen naar mij toekwamen. Terstond boog zij het hoofd, niet zwak als uit vrees, maar rustig, alsof zij het zelf wilde, en zonder dat zij wachtte, tot zij zouden spreken, wendde zij zich af en verliet bedaard de kamer. Toen de deur achter haar dichtviel, merkte ik op dat zij een katoenen kleedje droeg en dat haar gezicht geen enkelen regeluiatigen trek bezat. »Ga Luttra achterna en zeg haar, dat zij het bed in de noordwestelijke kamer moet opmaken," zeide de oudste der twee in diepe keeltonen, met een onmisken baar Duitsch accent, tot den ander, die woord dat binnen de stadsmuren 40 of 50,000 menschen woonden. Kort daarna had hij gelegenheid, een anderen mandarijn te spreken over de be volking; deze antwoordde zonder aarzelen binnen de stad een millioen, buiten de muren nog wel een millioen. En dan zijn er reizigers die, na een week of zes in China doorgebracht te heb ben, op grond van hun persoonlijke waar nemingen verzekeren dat China slechts 300 millioen inwoners kan tellen, en niet 400 millioen zooals gemeenlijk aangenomen wordt. FRANKRIJK, Handel in meisjes. Tegen een der walgelijkste en meest be droevende voortdurende misdaden van on zen tijd, den handel in jonge meisjes, wordt thans te Parijs een congres gehou den. De eerste werkzaamheden, het verdee- len in secties enz., hebben plaats gehad, en weldra zullen de beraadslagingen aan vangen. Allen die eenig menschelijk gevoel be zitten en het diepste medelijden koesteren voor de ongelukkige schepsels, die, wie weet op welke wijze, in den modderpoel der prostitutie zijn weggezakt, zullen ie der streven tot verbetering in deze met een waar gevoel van verlichting begroeten. Is 't vooral voor ons Katholieken niet bedroevend om te zien, dat menschen die Gods beeld en gelijkenis in zich dragen, worden verschacherd als koopwaar en op geleid tot den laagsten dienst van den Satan 't Ware te wenschen, dat deze ellendi ge toestanden meer dan tot nu toe door ons Katholieken onder de oogen gezien werden. Reeds zijn kenteekenen van ver betering merkbaar; hoeveel zou er niet gewonnen zijn indien we eens konden ko men tot een Katholiek congres tegen de zen modernen slavinnenhandel Want, men moge de poging die thans wordt ingesteld, hoogelijk waardeeren, twijfel aan de goede gevolgen is geoor loofd. Zeker, allicht zal er iets bereikt wor den, maar de wortel, de kiem van het zijne natte jas droogde voor de hoog op stijgende vlammen van een klein houtvuur, dat op den haard voor ons brandde. »0, dat zal zij wel doen, zonder dat ik ga," was het norsche antwoord. »Ik ben doornat." De oudste man, een groote, sterkgebouw- de kerel var, omstreeks vijftig jaar, frons te het voorhoofd en zag hem aan. Het was een booze blik en de jonge man scheen dat te voelen. Hij wierp zijn jas op een stoel en verliet de kamer. «Jongens zijn zoo eigenwijs tegenwoor dig," merkte zijn metgezel op, met een knikje tegen mij, dat. hij blijkbaar als vriendschappelijk beschouwde. «In mijn tijd waren zij beter gedrild, deden, wat men hun zeide en vroegen niets." Ik glimlachte bij mijzelf, toen ik hem den breedgeschouderden, zes voet langen kerel, die ons juist verlaten had, een jon gen hoorde noemen, maar merkte slechts op: «Dat is uw zoon, niet waar?" en ging voor het vuur zitten, waaruit bij mijne nadering eene witte vlam opschoot, die mij weer deed terugdenken aan het meis je, dat een oogenblik te voren was weg gegaan. «O, ja, dat is mijn zoon, en het meisje, dat gij hier gezien hebt., is mijne dochter; ik houd deze herberg en zij helpen mij, maar het is een treurig bestaan, dat kan ik u zeggen. Er wordt weinig gereisd op deze wegen." «Dat geloof ik gaarne," antwoordde ik, denkende aan het half dozijn heuvels of nog meer, die ik beklommen had, sedert ik mijn paard besteeg. «Hoe ver zijn wij kwaad zal niet worden uitgeroeid. We hebben hier te doen met een euvel, dat op de eerste plaats is een zedelijk, be ter gezegd nog een geestelijk kwaad, eene voortdurende zonde. Zedelijke, geestelijke middelen zijn dus allereerst aangewezen tot de verbetering. Hier moet niet alleen gewerkt tegen de handelaars maar ook invloed uitgeoefend worden op de verhandelden en vooral op hen, die van dezen gruwelijken handel de oorzaak zijn. 't Zou ijdele verwachting wezen te ge- looven, dat door welke actie ook, al het kwaad, dat hier wordt bedoeld, belet kan worden. Maar de overtuiging leeft in ons, dat door Katholieke actie hier nog veel tot stand kan worden gebracht. Een goed veorbeeld is reeds gegeven, de koning van Spanje, een jonkman, in wien nog levendig vlammen de brandende Ka tholieke idealen, heeft in zijn rijk een co mité ingesteld, dat belast is den meisjes handel te onderdrukken. En met fijnen tact heeft hij dat comité gesteld onder de leiding zijner moeder, de eerste vrouw in Spanje. Dat is eene vin gerwijzing voor alle Katholieke vrouwen over de geheele wereld, want zij vooral kunnen in deze zaak zoo onnoemlijk veel nut stichten. ItELOIE. I>e Evertsen" te Antwerpen. Zooals men weet was de „Evertsen" sinds verleden week te Antwerpen. Wij moesten de berichten over dit be zoek in ons vorig nummer uitlichten. De Belgen bewezen aan de bemanning van ons oorlogsschip de „Evertsen" alle eer. In den Nederlandschen schouwburg, te Antwerpen werd eene buitengewone gala voorstelling door het stedelijk bestuur aan geboden aan de officieren en manschappen van de „Evertsen," nadat de officieren het middagmaal hadden gebruikt bij den Gou verneur der provincie. In den schouwburg is gespeeld 't Scheep je, oorspronkelijk drama in één bedrijf door den hoofdregisseur Jac. de Vos den broe der van Jan C. de Vos daarna een landelijk spel van Hubert Melis, getiteld Een Onweer, en tot slot: Apotheose, Ver van Pentonville?" «O, twee of drie mijlen," antwoordde hij; maar eenigszins gejaagd. «Niet ver overdag, maar een flinke tocht op een avond als deze?" »Ja," zeide ik, toen eene nieuwe wind vlaag het huis deed schudden; «het. is ge lukkige dat ik eene plaats heb om te blijven." Hij zag neer op mijne bagage, die bestond uit eene kleine reistasch, eene overjas en eene hengelroede, met iets, dat op teleur stelling geleek. «Gaat gij uit visschen vroeg hij. »Ja," antwoordde ik. «Er zijn goede forellen in deze rivieren en in overvloed," ging hij voort. «Gaat gij alleen?" Ik vond hem indringend, maar in aan merking genomen, dat ik niets beters te doen had, antwoordde ik zoo vriendelijk mogelijk «Neen, ik denk te Pentonville een vriend te ontmoeten, die mij zal vergezellen." Hij streek over zijn baard in een pein zende houding en wierp mij een blik toe, dien ik met mijne nu verkregen ervaring van de wereld onheilspellend zou noemen. «Gij wordt dus verwacht?" vroeg hij. Ik vond het niet de moeite waard hier op te antwoorden, maa. strekte mijne voe ten naar het vuur uit en begon ze te warmen, want ik was geheel verkleumd. «Lang op reis geweest?" vroeg hij nu, naar het blauw flanellen pak ziende, dat ik droeg. «Den geheelen zomer," antwoordde ik. Wordt vervolgd.

Krantenbank Zeeland

Zelandia | 1902 | | pagina 1